Na dat overvloedige hotelontbijt, sloeg ik het middagmaal over en spoorde ik vlak na de middag naar Mechelen. Een tijdje geleden had ik immers van Sound of C een uitnodiging gekregen om deel te nemen aan een workshop voor bloggers. (Serieus, hoe kon ik een uitnodiging weerstaan voor een workshop met als titel ‘Discover your inner Burgundian’? Over op mijn lijf geschreven, gesproken.) Ik kom eerlijk gezegd zelden in Mechelen en als ik er kom, is dat om vrienden te bezoeken en geraak ik niet verder dan hun huis. Hoog tijd voor een vernieuwde kennismaking met deze stad die slechts op een korte treinrit van zowel Brussel als Leuven ligt.
Plaats van afspraak: De Vleeshalle in hartje Mechelen. Ik moet toegeven dat ik meteen verkocht was van zodra ik een voet over de drempel zette. De Vleeshalle noemt zichzelf een culinaire hotspot en dat is niet gelogen. Toen ik er rond twee uur aankwam, waren bijna alle tafeltjes bezet met mensen die aan het genieten waren van een hapje of een drankje. Het concept is simpel: op het gelijkvloers vind je twaalf culinaire standhouders (‘smaakmakers‘) die allerlei lekkers verkopen. Je kan hier niet alleen iets eten of drinken, maar ook ingrediënten kopen om zelf thuis mee te koken. Op de eerste en tweede verdieping hebben een bont allegaartje aan ondernemers (‘gangmakers’) onderdak gevonden. Wat mij ook direct charmeerde was de rijke geschiedenis van De Vleeshalle en de prachtige architectuur. De Oude Mechelse Vleeshal, ontworpen door architect Victor Louckx, opende in 1881 voor het eerst de deuren en bood onderdak aan de Mechelse slagers. Na de Tweede Wereldoorlog raakte het gebouw in verval en in 1967 gingen de poorten definitief dicht. Gelukkig bleef het potentieel van deze plek niet onopgemerkt en heeft De Vleeshalle vandaag opnieuw een culinaire invulling.
De namiddag startte alvast smakelijk: met heerlijke Italiaanse wijntjes van Ferro 13. Mijn favoriet was, hoe kan het ook anders, The Boss. 😉 Tijdens het wijn proeven ontmoette ik een zeer sympathiek koppel met een interessant verhaal. Zij was Belg en hij Fransman enze hadden elkaar ontmoet toen zij op reis was in Nieuw-Zeeland waar hij toen werkte. Zij is (zoals dat gaat) vervolgens enkele jaren blijven plakken in Nieuw-Zeeland. Omdat ze haar familie miste (Nieuw-Zeeland is niet bepaald bij de deur), zijn ze onlangs terug gekeerd naar Europa en nu wonen ze in Toulouse. Doordat ze allebei als zelfstandige werken, hebben ze de mogelijkheid om veel te reizen. Even voelde ik een steek van jaloezie terwijl ze vertelden over hun leven dat zoveel avontuurlijker leek dan het mijne. Maar goed, het gras is niet altijd groener aan de overkant, zeker?
Na deze prettige kennismaking met De Vleeshalle, was het tijd voor de Bourgondische workshop! Florie van Visit Mechelen bracht ons naar The Cellar. De tagline ‘Wine is divine. Cheese is Christ.’ deed me alvast het water in de mond komen. Eerst kregen we een rondleiding van kaasmeester Harry Schockaert doorheen de historische kelders waar zijn kazen lagen te rijpen. Fantastisch om iemand met zoveel passie voor zijn vak aan het woord te horen. Vervolgens zochten we ons een plaatsje aan de gezellige toog van The Cellar voor een heuse kaas en wijn pairing.
We proefden o.a. manchego, mimolette, maroilles en fromage de Bruxelles (zeer zoute kaas, die in de volksmond ook wel klotenkaas genoemd wordt om wille van de vorm van de opgehangen zakjes waarin de kaas gerijpt wordt. Bij de kaas dronken we enkele uitstekende wijntjes: o.a. Waes Wit, een Vlaamse landwijn die mij niet echt wist te overtuigen, Chateau Musar uit Libanon (heerlijk! en volgens mij de eerste keer dat ik Libanese wijn proefde) en Morgenster, een heerlijke rode Zuid-Afrikaanse wijn uit 2010. Terwijl we genoten van al dat lekkers kregen we uitleg van de aanwezige professionals. Zeer boeiend om foodacheoloog Jeroen van Vaerenbergh aan het woord te horen. En ja, ik wist tot voor kort ook niet dat er zoiets als een foodarcheoloog bestond. De missie van de foodarcheoloog bestaat erin ons kennis te laten maken met de geuren en de smaken van de keuken van onze voorouders, met oog voor traditie, ambacht en duurzaamheid.
Zo weet ik nu ook waar de uitdrukking ‘vijgen na Pasen’ vandaan komt. Tijdens de vasten mochten de gelovigen immers geen kaas eten en zaten de kaasboeren bijgevolg zonder werk. Om niet volledig zonder inkomsten te vallen, verkochten de kaasboeren in de vastenperiode noten en gedroogd fruit. Iemand die na Pasen om vijgen kwam vragen, was dus onherroepelijk te laat, want dan verkochten de kaasboeren opnieuw kaas. En dat is ook de reden dat we tegenwoordig bij een kaasschotel altijd noten en gedroogd fruit serveren. Interessant, niet?
Vervolgens klommen we uit de kelder naar boven om te proeven van een heerlijke gevogelteroulade in restaurant The Chick, dat zich vlak boven The Cellar bevindt. De chefkok had speciaal voor ons een roulade van duif, eend en kip bereid, geïnspireerd op een recept uit de Middeleeuwen. De foodarcheoloog liet ons ook kennis maken met één van die vergeten specerijen van onze voorouders: grains of paradise, bijzonder pittige bolletjes die iets van peper weg hebben.
Tijdens al dat eten en drinken maakte ik kennis met een aantal sympathiek collega-bloggers, June, Wannderful (een collega-blogger uit het Leuvense), Lonniesplanet en Captured by V. Ik houd hun blogs zeker in de gaten voor toekomstige reisinspiratie! Het was zo gezellig dat onze workshop een half uur over tijd ging, want hey, iedereen wilde nog graag als afsluiter een glaasje van die heerlijke rode Libanese Chateau Musar uit 1998 meepikken.
Ik moet zeggen dat deze kennismaking met Mechelen letterlijk en figuurlijk naar meer smaakt. Ik kom graag eens terug voor een weekendje in deze fijne stad!