International Red Cross and Red Crescent Museum

Zo mooi als het weer zaterdag was, zo bedroevend was het op Pinksteren. Al een geluk dat we besloten hadden lekker lang uit te slapen, zodat we al een stukje van deze grauwe dag gemist hadden.

Het probleem met grauwe, regenachtige dagen in Genève is dat er niet zo heel veel slechtweeractiviteiten zijn. Ondertussen hebben mijn vriend en ik al bijna elk museum bezocht en een namiddag in de cinema zitten is ook zo onnozel. Gelukkig was er nog één museum dat op ons todo-lijstje stond: het International Red Cross and Red Crescent Museum. We hadden al eens eerder op het punt gestaan dit museum te bezoeken, maar, ondanks de goede score die het museum krijgt op tripadvisor, had ik toen niet zoveel zin in een ‘zwaar’ museum. Het grijze weer paste echter perfect bij dit soort museum en uiteindelijk sta ik voor de volle honderd procent achter het werk van het Rode Kruis.

Ik trok twee regenjasjes over mekaar aan en deed mijn wandelschoenen aan (mij op vestimentair vlak zwaar vergist voor dit weekend: enkel lichte zomerkledij in de handbagage en zestien graden kan je bezwaarlijk zomerse temperaturen noemen). Gewapend met twee paraplu’s trokken we te voet richting het museum. Daar aangekomen maakten we bijna rechtsomkeert bij het zien van de lange rij aan de ticketbalie. Echt, die Franstalige Zwitsers, efficiënt zijn ze niet. Er waren nochtans twee kassa’s beschikbaar, maar een charmante jongedame handelde in haar eentje zowel de ticketverkoop als het uitdelen van de audioguides af. Serieus, dat kan beter georganiseerd worden.

Enfin ja, na een half uur (!) aangeschoven te hebben, was het dan eindelijk onze beurt. Ik kon het niet laten en gaf mijn organisatorische ergernis mee aan de jongedame in de kwestie. Ik snap best dat zij er niets aan kan doen dat ze alleen voor de kassa en de audioguides moet zorgen, maar ze kan dit hopelijk aan haar manager meegeven zodat die in de toekomst het proces kan verbeteren. Of bied mensen gewoon de gelegenheid om hun tickets online te kopen. Dat kan je toch amper nog revolutionair noemen in deze tijden?

Ik moet eerlijk zeggen dat het Red Cross Museum mijn hoge verwachtingen niet waar maakte. Ik snap waarom bepaalde keuzes gemaakt zijn, emoties zijn belangrijk om contact te leggen met je publiek, maar een beetje meer facts and figures had ik zeker geapprecieerd. In welke landen is het Rode Kruis werkzaam? In hoeveel conflictzones? Hoeveel haalt het Rode Kruis jaarlijks op aan giften? En ook de geschiedenis van de organisatie bleef te zeer onderbelicht, op die ene kanttekening over de houding van het Rode Kruis ten opzichte van de jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog na. Ik miste ook de stem van de Rode Kruis-medewerker zelf.

IMG_3666

IMG_3669

IMG_3670

IMG_3675

IMG_3677

IMG_3680

IMG_3683

Ik bleef dus wat op mijn honger zitten. Al zaten er zeker goede stukken in het museum. Het gedeelte over het systeem om krijgsgevangenen op te zoeken was heel interessant. De tijdelijke tentoonstelling over gevangenissen was meer mijn ding. Knap in beeld gebracht en de tentoonstelling werpt terechte vragen op over de manier waarop ons huidige strafuitvoeringsysteem in mekaar zit. Is de gevangenis wel het meest geschikte instrument om mensen die in de fout gegaan zijn terug op het rechte pad te brengen?

Maar in het algemeen vond ik het museum minder pakkend dat ik verwacht had. Komt daar nog bij dat we bij het naar buiten gaan moesten vaststellen dat mijn rood-wit geruite paraplu gepikt was. Tsss!

Als afsluiter van de dag gingen we eten bij ons favoriete Chinese restaurant. Voor mij inktvis in zwartebonensaus en voor mijn vriend canard à l’orange. Meteen goed voor wat extra vuurwerk. 😉

IMG_3686

IMG_3687

IMG_3689

IMG_3690

Caves Ouvertes Vaudoises

Dit pinksterweekend was ik speciaal naar Genève over gevlogen om deel te nemen aan de fameuze Caves Ouvertes, waar mijn vriend altijd zo laaiend enthousiast over is. Hij kocht op voorhand een passeport Caves Ouvertes dat ons recht gaf op een glas, toegang tot het openbaar vervoer en de mogelijkheid om zoveel wijn te proeven als we wilden.

Mijn vriend en ik hadden afgesproken met zijn collega A om de trein van 10.19u naar Chexbres te nemen. We hadden al eerder gewandeld tussen deze prachtige UNESCO werelderfgoed terrassen, dus ik keek ernaar uit om nu volop te proeven van de ongetwijfeld heerlijke wijnen die hier geproduceerd worden.

Het weer was schitterend op zaterdag en het was duidelijk dat wij niet de enigen waren die zin hadden in een dagje wijn proeven. In Chexbres was het bijzonder druk aan het toeristische kantoor waar we de wijnglassen en het bijhorende paspoort moesten ophalen. In Chexbres hadden we afgesproken met een oud-collega van A die al een uurtje eerder op verkenning was getrokken en graag onze gids speelde.

Onze eerste stop was Cave Francey alwaar we meteen al een mooi uitzicht hadden op het meer van Genève en de terrassen. De wijn was lekker, maar organisatorisch stond het één en ander duidelijk nog niet op punt. Beetje vreemd, want dit is een jaarlijks wederkerend evenement. Van Zwitsers zou je toch iets meer efficiëntie verwachten. We kregen meteen ook wat proevertjes kaas en worst aangeboden. Altijd welkom.

IMG_3587

IMG_3588

Vervolgens gingen we verder naar Cave Champ de Clos en Domaine Bovy. De werkelijk prachtige tuin van Domaine nodigde uit om hier een middagpauze in te lassen. We vonden een mooie tafel in de schaduw en we bestelden sushi du terroir (jawel, sushi gemaakt met streekproducten, al heb ik sterke vermoedens dat de rijst niet lokaal geteeld werd) en een vegetarisch assortiment. Omdat de proevertjes hier nogal klein uitvielen, kochten we ook een flesje Viognier om aan tafel te degusteren. Tijdens onze lunch kregen we het gezelschap van een Ierse kameraad van A en zijn vrouw. Jawel, diezelfde Ier die een tweetal jaar geleden mij zo op de zenuwen gewerkt heeft. Gelukkig leek hij iet of wat gekalmeerd, of misschien milderde de aanwezigheid van zijn vrouw zijn gedrag wat. 😉

IMG_3592

IMG_3593

IMG_3594

IMG_3598

IMG_3599

IMG_3601

IMG_3604

IMG_3605

Na deze zeer lekkere lunch zetten we onze ontdekkingstocht in Chexbres verder. We proefden wijn bij Pierre-Luc Leyvraz et André Bélard en Constant Jomini. Ook hier stelden we vast dat de praktische organisatie beter kon, maar hey, de wijn was lekker! Het moet gezegd dat de vrolijkheid van ons gezelschap evenredig toenam met het aantal proevertjes. Bij onze laatste stop in Chexbres vervoegde nog een kameraad van de oud-collega van A ons ondertussen behoorlijk aangeschoten gezelschap.

IMG_3607

IMG_3608

IMG_3611

IMG_3619

Omdat het weer zo prachtig was, besloten we te voet verder te wandelen naar het volgende dorpje: Epesses. De wandeling beloonde ons met schitterende uitzichten op de omgeving, maar de heren in ons gezelschap werden nogal opgeslorpt door het feit dat ze de fles rode wijn die ze kochten bij Pierre-Luc Leyvraz et André Bélard niet open kregen. Wie trekt er nu ook op wijnuitstap zonder een kurkentrekker? Gevolg: om de haverklap spraken ze andere wandelaars aan met de vraag of ze misschien een kurkentrekker van hen konden lenen. Uiteindelijk is de Ier (wie anders) gaan aankloppen bij een woning langs de weg en hielp een vriendelijke Zwitser ons uit de nood.

IMG_3624

IMG_3626

IMG_3632

IMG_3636

IMG_3639

IMG_3640

IMG_3641

IMG_3642

In Epesses vonden we een plekje op het werkelijk prachtige terras van Philippe Rouge alwaar we de rest van de avond in de zon doorbrachten. We kochten wat kaas en worst om de honger te stillen en genoten van een heerlijk flesje witte wijn. Meer moet dat soms echt niet zijn. En dankzij de Zwitserse spoorwegen zijn we in onze aangeschoten toestand veilig weer in Genève geraakt. Alwaar mijn vriend en ik als afsluiter van de avond nog snel iets bij een Indiër bij ons in de buurt zijn gaan eten. Kwestie van al die alcohol wat te absorberen. 😉

IMG_3646

IMG_3648

IMG_3655

IMG_3656

IMG_3662

Culinaire ontdekkingen in Antwerpen: Le John

Gisteren had ik afgesproken met een oudcollega die enkele jaren geleden ons bedrijf verlaten heeft. We zijn sindsdien altijd contact blijven houden en mijn tijdelijke tussenstop in Antwerpen maakte dat we de banden weer wat nauwer konden aanhalen. Het laatste anderhalf jaar zijn we ook beiden betrokken bij een groot en duur project dat al de nodige ups en (vooral) downs heeft gekend. Spijtig genoeg was via via het bericht tot mij gekomen dat het de laatste tijd niet zo goed ging met mijn oudcollega.

Hoog tijd om eens bij te praten, dus. Mijn oudcollega stelde voor om af te spreken in Le John, een mij volledig onbekend restaurant in het Antwerpse. Mijn collega weet er altijd de leukste en hipste adresjes uit te pikken, dus ik vertrouwde volledig op zijn goede smaak. En jawel, ik werd niet teleurgesteld. Een modern en stijlvol ingericht restaurant met heerlijke gerechten geïnspireerd op de Italiaanse keuken.

IMG_3526

IMG_3528

Terwijl we genoten van de heerlijke gerechten, voerden we Zeer Serieuze Gesprekken. De geruchten die ik had opgevangen, klopten inderdaad. Mijn oudcollega gaat door een moeilijke periode, zowel op het werk als privé. En hoewel hij hard werkt om een aantal zaken aan te pakken, zal er tijd en inspanning nodig zijn om uit het huidige dal te kruipen. Maar er is goed nieuws in zicht: het vooruitzicht op een nieuwe job. Een belangrijke factor voor je welbevinden, dat weet ik maar al te goed, sinds mijn mislukte avontuur in Genève.

Na het diner dronken we nog een glaasje wijn ter afsluiting. En jawel, net toen ik wilde vertrekken naar de tramhalte, brak er boven Antwerpen een heuse wolkbreuk los. Ik had weinig keuze dan de regen te trotseren, want ik wilden niet graag mijn trein missen. Al een geluk dat ik de tegenwoordigheid van geest had om voor de zekerheid toch maar de tram te nemen. Ik mag er niet aan denken dat ik met mijn bluebike door dat onweer terug naar Antwerpen-Centraal had moeten fietsen. Niet dat ik volledig droog op de tram geraakte, maar het had nog zoveel erger kunnen zijn.

PS: Dit at ik:

buffelmozarella, wilde paddenstoelen, bresaola, gegrilde kerstomaat:
IMG_3534

snoekbaars, raviolo, kreeft bisque, koriander:
IMG_3536

crème brûlée:
IMG_3537

Havana – 16 april 2019

Opnieuw genoten van het ontbijt met vers fruit, fruitsap en een eitje. Omdat Havana qua oppervlakte best wel een uitgestrekte stad is, nemen we de Hop on Hop off bus om zoveel mogelijk te zien te krijgen. De route die de bus neemt, is anders en veel groter dan verwacht, maar het biedt ons wel de gelegenheid om kennis te maken met de vele gezichten van Havana. Enerzijds is er de duidelijk aanwezige armoede met vervallen huizen en ruïnes, maar aan de andere kant worden er veel chique hotels bijgebouwd. Cuba is een land dat duidelijk volop in verandering is. Een verandering die hopelijk meer welvaart voor alle Cubanen zal brengen, maar anderzijds ook het risico inhoudt dat de ziel van het land aangetast wordt.

IMG_1658

IMG_1659

IMG_1663

IMG_1664

IMG_1666

IMG_1671

IMG_1677

IMG_1683

IMG_1685

IMG_1687

IMG_1688

IMG_1691

We smeren volop zonnecrème tijdens ons ritje met de Hop on Hop off bus, want de zon brandt stevig. De tocht brengt ons opnieuw langs de Malecón, het kerkhof en de Plaza de la Revolución, waar we afstappen om een tweede poging te wagen om het monument voor José Martí te bezoeken. Helaas, ook vandaag is de toren dicht. Waarom is onduidelijk, want volgens onze info zou hij wel degelijk open moeten zijn. Dus rest er ons niet veel anders dan ons terug naar de busstop te begeven en onverrichter zaken ons ritje verder te zetten.

IMG_1696

IMG_1701

IMG_1702

IMG_1706

IMG_1707

IMG_1709

IMG_1711

IMG_1712

IMG_1714

We stappen af waar we opgestapt zijn: bij het Capitolio. Voor het middagmaal lopen we op goed geluk de Calle O’ Reilly in. We laten ons overhalen door het eerste het beste restaurant dat wifi aanbiedt en dat gerechten aanbiedt aan een aanvaardbare prijs. In Havana staat letterlijk voor elk restaurant iemand om klanten naar binnen te lokken. Zo’n beetje wat vroeger in de Beenhouwersstraat in Brussel gebeurde, maar wat daar nu verboden is. Wij houden niet echt van deze manier van klantenwinning, maar goed, het geeft je wel de mogelijkheid om op voorhand de menukaart te bekijken. Niemand kan ons immers verplichten om naar binnen te stappen.

Overtuigd door de gratis wifi en de goedkope gerechten komen we op de eerste verdieping bij El Almendrón terecht, best nog wel een gezellig plek. Het eten is simpel, maar lekker en de cocktails zijn goed. Alleen de toiletsituatie is ietwat aanstootgevend, maar goed, dat blijkt in Cuba wel op meerdere plekken het geval.

IMG_2623

IMG_2609

Na de lunch nemen we een taxi naar Castillo del Morro, een een fort dat samen met het Capitolio en Castillo de la Real Fuerza het symbool van het Havana uit de Spaanse imperialistische periode is. Het is echt superwarm en de vriendin van mijn broertje kampt met darmproblemen. Het toilet in Castillo del Morro is niet de meest toffe plek hiervoor (de wc’s hebben geen toiletbril), maar soms heeft een mens geen keuze. Gelukkig kon ik haar een vol plakje papieren zakdoekjes in de hand drukken. De toiletdame blijkt dan ook nog eens misnoegd te zijn dat we geen kleingeld op zak hebben om haar van een fooi te voorzien. Gelukkig speelt mijn broer reddende engel. Ik blijf het vreemd vinden dat je betaalt voor een bepaalde attractie en vervolgens nog eens apart voor de toiletvoorzieningen, maar goed we zullen erop letten in de toekomst altijd kleingeld mee te nemen.

Het Castillo del Morro is zeker een bezoek waard alleen al voor het mooie uitzicht op Havana, maar ook omwille van de interessante geschiedenis van het fort. De hitte speelt mijn broer en zijn vriendin duidelijk parten en we drinken nog wat water en een Cubaanse cola (tuKola) in het fort zelf. Terwijl we ons vochtpeil aanvullen, horen we kanonsschoten weerklinken. We rennen snel naar buiten en zien in de verte rook opstijgen.

IMG_1719

IMG_1721

IMG_1729

IMG_1734

IMG_1735

IMG_1739

IMG_1751

IMG_1752

IMG_1758

IMG_1759

IMG_1761

IMG_1763

IMG_1767

IMG_1771

We lopen terug het fort binnen samen met een groep die, aan de discussies met de toezichthouders van het fort te horen, niet meer echt welkom is. Ze hebben nochtans wel inkom betaald. De klantvriendelijkheid van de Cubanen is duidelijk nog voor verbetering vatbaar.

We laten het fort achter ons en keren met de taxi terug naar het stadscentrum. Dat ritje terug kost ons 5 CUC meer dan de heenrit, maar goed, we hebben geen van allen zin om te discussiëren met de ober, daarvoor is het te warm.

In het oude stadscentrum vinden we een leuk terras bij bar La Luz, duidelijk een plek waar ook vele Cubanen iets komen drinken. De prijzen van de drank zijn echt spotgoedkoop en ik laat me verleiden tot het betellen van een daiquiri, gevolgd door een Havana Club 7 años. En jawel, ook hier staat een live band het beste van zichzelf te geven. De muzikanten zijn echt zeer goed en er melden zich spontaan enkele dansers, zomaar op straat. De sfeer zit er goed in!

We blijven wat plakken op het terras omdat het zo gezellig is, waardoor we pas bij valavond op zoek gaan naar een plek om te eten. Die vinden we letterlijk tussen de ruïnes. Las Ruinas del Parque bestaat uit wat tafeltjes en een bar tussen overgroeide restanten van een koloniaal huis. We eten er verrassend lekkere en goedkope kreeft. Al blijft het duimen dat onze darmen dit alles goed verteren.

IMG_2631

IMG_2632

Alweer een fijne dag in Havana.

Havana – 15 april 2019

Een paar keer wakker geworden deze nacht, maar dankzij een paar podcasts in de oren redelijk snel weer in slaap gevallen, dus ik voel me vrij goed uitgerust. Ik ben er zelfs in geslaagd het toilet te fiksen. Het kettinkje dat ervoor moet zorgen dat de stop van de spoelbak wordt uitgetrokken zodat het water in het toilet stroomt was losgeraakt. Snel op te lossen, dus.

We maken kennis met ons eerste Cubaanse ontbijt van de reis. Op de verdieping waar mijn broer en zijn vriendin hun kamer hebben (een verdieping hoger dan onze kamer), krijgen we een tafel toegewezen alleen voor ons vieren. Deze tafel komt inclusief onze eigen privébediening, een zeer vriendelijke dame die zich inspant om al onze wensen te vervullen. We beginnen het ontbijt met een bord met vers fruit: banaan, ananas, guave, papaya en watermeloen gevolgd door een roereitje met brood. We krijgen zelfs een paar sneetjes kaas aangeboden en een grote kom versgeperst fruitsap. Ik heb al slechter ontbeten.

IMG_2572

IMG_2573

IMG_2574

Voor onze eerste volledig dag in Havana trekken we richting het historische hart van de stad, Unesco werelderfgoed. Onderweg komen we een Cubaan tegen die ons meteen een ritje met zijn historische oldtimer aanbiedt, één van die wagens waar Havana zo bekend om is. Wanneer hij verneemt dat we van België komen, deelt hij meteen mee dat hij een zus in België heeft. We wimpelen zijn aanbod af en beloven hem mañana terug te keren.

IMG_1412

IMG_1413

IMG_1415

IMG_1416

IMG_1419

IMG_1422

IMG_1426

IMG_1427

Googlemaps blijkt, in tegenstelling tot wat we verwachtten, redelijk te werken in Cuba en we vinden zonder problemen de Plaza de la Catedral, een mooi plein omgeven door historische huizen. De kathedraal is aan de buienkant zeer mooi, maar de binnenkant is eerder sober te noemen. We betalen een paar CUC (Cubaanse pesos, enkel bedoeld voor toeristen) en beklimmen de toren. Die is niet echt hoog, maar we krijgen er wel een mooi uitzicht over het oude stadsgedeelte.

IMG_1429

IMG_1433

IMG_1449

IMG_1450

IMG_1452

IMG_1454

IMG_1455

IMG_1457

IMG_1463

IMG_1466

We lopen verder langs het Castilla de la Real Fuerza naar de Plaza de Armas, een prachtig schaduwrijk plein dat een koloniale sfeer uitademt. Het is voor ons allevier wennen aan de hitte in de stad. Op de Plaza de Armas lassen we daarom meteen een eerst drankpauze in bij Hotel Santa Isabel. Ik drink mijn eerste frozen daiquiri en ben ietwat teleurgesteld. Veel alcohol valt er in dit drankje niet te bekennen.

Bij het opdienen laat de ober een bierflesje vallen dat na één keer op de grond botsen vakkundig wordt opgevangen door mijn broertje. Hij houdt zijn vinger op de opening van het flesje om te voorkomen dat het bier eruit spuit, maar een gedeelte van het bier is al over mijn vriend terecht gekomen. Nadat het ergste spuitgevaar geweken is, geeft mijn broertje het flesje terug aan de ober, die duidelijk tegen zijn zin een nieuw flesje gaat halen.

Terwijl we onze drankjes opdrinken, worden we getrakteerd op live muziek van een bandje, dat na twee nummers al rondkomt om zelfgebrande cd’s te verkopen en een fooi voor de muziek te vragen. In Cuba is de verwachting dat je bijna voor elke dienst een fooi geeft, dus gooien we wat CUC in het mandje van de muzikanten.

IMG_1477

IMG_1478

IMG_1483

IMG_1484

Na deze welverdiende verfrissing wandelen we verder. Het valt ons op dat het in het historische hart van Havana wemelt van de toeristen. We lopen via de mooie Calle Obispo naar de Plaza Vieja en besluiten in die buurt op zoek te gaan naar een plek om te lunchen. Op goed geluk komen we terecht bij Bonsai, een superhippe plek vol met bonsai boompjes. Twee vriendelijke jongedames bedienen ons in uitstekend Engels. We bestellen broodjes met kip, tonijn en vlees. Alle broodjes zijn mooi verzorgd en lekker. En jawel, daar hoort een overheerlijke mojito bij. De jongedame die ons bedient, vertelt trouwens dat het restaurant pas een maand open is. A lucky find indeed.

IMG_2575

Na de lunch zetten we onze wandeling verder. Wanneer we langs een gelato-zaak passeren, laten mijn broer en ik ons verleiden tot de aankoop van een ijsje. Alweer een onvoorzichtige keuze op vlak van spijsvertering, maar wie kan er nu weerstaan aan heerlijke mangosorbet?

IMG_1493

IMG_1496

IMG_1499

IMG_1501

IMG_1507

IMG_1514

IMG_1520

IMG_1522

IMG_1525

IMG_1550

IMG_1551

IMG_1552

We lopen verder naar de befaamde Malecòn, een lange, brede boulevard met een breed wandelpad langs de zee die ietwat aan onze Belgische zeedijk doet denken. Langs één kant van de boulevard staan mooie koloniale huizen in meer of mindere staat van verval. De boulevard zelf lost voor mij de verwachtingen niet in. Het geheel maakt, ondanks de (niet altijd even geslaagde) kunstwerken die de laan sieren, een ietwat kale indruk. Plant langs gans de boulevard palmbomen en je hebt meteen een heel ander zicht. Mijn favoriete kunstwerk is trouwens de collectie stoelen in alle kleuren en afmetingen vlakbij het Castillo de San Salvador de la Punta.

IMG_1562

IMG_1563

IMG_1574

IMG_1578

IMG_1579

IMG_1580

IMG_1584

Op het heetste moment van de dag biedt de Malecòn geen schaduw en we voelen de zon branden op onze hoofden. Wat doet een mens dan? Een drankpauze inlassen! We lopen op goed geluk één van die mooie koloniale panden binnen en slagen erin een tafeltje op het balkon op de eerste verdieping te veroveren. Ik bestel een glas vers geperst watermeloensap, heerlijk verfrissend.

Het is te warm om nog veel zelf te stappen, dus houden we een taxi aan en vragen we de chauffeur ons naar de Plaza de la Revolución te brengen. Wanneer we op dit plein aankomen, vooral bekend om wille van de afbeelding van Che Guevara, hebben zich opeens een hoop grijze wolken samen gepakt. Het plein zelf is een onaantrekkelijke grijze vlakte die zich ongetwijfeld uitstekend leent tot grote massabijeenkomsten.

IMG_1587

We willen de toren bezoeken die opgericht is als monument voor José Martí, een intellectueel en een dichter die een nationale held werd in de Onafhankelijkheidsoorlog eind negentiende eeuw. Het Memorial José Martí blijkt helaas al om 16u gesloten te zijn. Jammer, jammer, jammer. Van de Plaza de la Revolución wandelen we dan maar verder naar de Necrópolis de Colón, één van de grootste kerkhoven ter wereld. De afstand naar de ingang van het kerkhof blijkt langer dan gedacht en onze tocht brengt ons door vervallen buitenwijken die duidelijk niet door veel toeristen bezocht worden.

IMG_1591

IMG_1592

Bij aankomst blijkt dat het kerkhof sluit om 17u en jawel, het is ondertussen 17u. Ik moet toegeven dat ik erg teleurgesteld zijn, want het kerkhof is gigantisch groot (het tweede grootste kerkhof van Latijns-Amerika) en vele grafmonumenten zijn uit wit Italiaans Carrara marmer opgetrokken. Gelukkig kunnen we van buitenaf door de omheining een blik naar binnen werpen.

IMG_1593

IMG_1595

IMG_1597

IMG_1599

Van het kerhof nemen we een taxi die ons terug brengt naar het Capitolio. We slaan meteen een voorraad wifi kaartjes in bij hotel Inglaterra aan 1 CUC per kaartje. In Cuba is het namelijk zo dat er op verschillende plekken wifi is in hotels, restaurants, casas particulares en ook op vele publieke pleinen, maar dat je een kaartje met een login en paswoord moet kopen om hiervan gebruik te maken. Elk kaartje is goed voor één uur internet. Omslachtig en ongetwijfeld laat dit de overheid toe het internetgebruik te monitoren, maar het werkt wel.

Het is nog vroeg op de avond, dus besluiten we voor het avondmaal nog een afsluitende activiteit te doen. Aangezien zowel het bezoek aan de toren als het kerkhof niet konden doorgaan, rest ons geen andere keuze dan de meest cliché-activiteit van allemaal te doen: een rondrit met een oldtimer. We treffen een zeer vriendelijke Cubaan die ons maar al te graag wil rondrijden in zijn roze Cadillac. Mijn vriend gaat vooraan zitten en mijn broer, zijn vriendin en ik nestelen ons op de achterbank van deze cabrio.

Onze chauffeur spreekt zeer goed Engels en geeft tijdens de rit toelichting bij wat we zien. Doordat we op de achterbank zitten, verstaan we er jammer genoeg niet al te veel van. Hij vertelt ons dat hij vroeger voor de staat werkte, maar dat hij zijn job heeft opgezegd om toeristen rond te rijden in oldtimers, een job die vele malen meer verdient dan zijn vorige job. Meest interessante gebouw van de rondrit: de Noord-Koreaanse ambassade.

De rondrit brengt ons voor de tweede keer vandaag op de Plaza de la Revolución, waar we stoppen voor een korte pauze. Tijdens gans de rit was het bewolkt, maar net op het moment dat wij op het plein aankomen, breekt de zon erdoor en bestrijkt de avondzon de afbeelding van Che Guevara. Alsof het zo moest zijn.

IMG_1623

IMG_1626

IMG_1640

IMG_1641

De rit voert ons langs de malecón terug naar het Capitilio. Een fijne en bijzondere ervaring waarvoor we ongetwijfeld te veel betaald hebben, maar dat deert ons niet. Wij hebben alle vier een hekel aan afdingen, terwijl je dat in Cuba eigenlijk moet doen om een faire prijs te krijgen. Want de Cubanen beschouwen buitenlandse toeristen (niet geheel onbegrijpelijk) als melkkoeien.

Na een uurtje zit de rit erop en is het tijd voor het avondmaal. Ik laat me adviseren door mijn reisgids en we trekken naar restaurant O’Reilly 304. Wanneer we daar aankomen, staan er al mensen te wachten aan de ingang. De ober zegt ons dat we twintig minuutjes moeten wachten, alvorens er een tafeltje voor vier zal vrijkomen. Ondertussen kunnen we iets drinken in de bar vlakbij. Hij zal ons komen halen wanneer ons tafeltje klaar is.

Aangezien de huiscocktail in deze bar een mojito is, bestellen we alle vier deze cocktail. De cocktail trekt echter op niet veel en we voelen ons ietwat in het zak gezet. Dat gevoel verergert alleen maar als we na vijftig minuten nog steeds in de bar zitten. Uiteindelijk komt de ober aanzetten met zijn zoon die een verhaal ophangt over de gasdruk die te laag is, waardoor het fornuis niet heet genoeg gestookt kan worden en het langer duurt voor het eten klaar is. Yeah right.

De kerel in kwestie biedt uitgebreid zijn verontschuldigingen aan en belooft ons naar een ander, minstens even goed, restaurant te brengen. We zijn ietwat achterdochtig, want geen idee of we dit verhaal nu al dan niet moeten geloven, maar goed, we besluiten hem te volgen. Stiekem hoop ik dat we onderweg niet in de val gelokt zullen worden om ons van ons geld en paspoorten te ontdoen.

Gelukkig gebeurd er niets en zo komen we terecht op het mooie dakterras van restaurant La Familia. Het terras is wel mooi, maar we beseffen dat we in een toeristenval beland zijn wanneer blijkt dat enkel nog de duurste gerechten op de kaart beschikbaar zijn. De prijzen op de menukaart zijn ook veel te hoog in vergelijking met andere restaurants en het eten is ook minder lekker.

IMG_1649

IMG_1653

IMG_2586

We voelen ons dik in het zak gezet en het is dan ook met zekere tegenzin dat we een fooi geven aan de jongeman die deel uitmaakt van het live bandje dat in het restaurant speelt. Niet dat het zijn schuld is dat we met open ogen in de val gelopen zijn. Jammer, maar ook dat maakt deel uit van de Cuba ervaring, zeker?

Voor de tweede avond op rij kruipen we vroeg in bed. De jetlag is immers nog niet verteerd.

Van Zaventem over Varadero naar Havana – 14 april 2019

Lekker vroeg opgestaan om op tijd de trein naar Brussels Airport te nemen. Om 6.50u rijdt onze trein het station van de luchthaven binnen. Onze reisgenoten zijn nog onderweg vanuit Limburg, dus daar moeten we nog even op wachten. We begeven ons alvast naar de Tui balie. Voor mij de eerste keer dat ik met deze luchtvaartmaatschappij vlieg. Ik realiseer me dat ik één cruciaal ingrediënt ben vergeten om van deze reis een succes te maken: een insectenafweermiddel. Gelukkig is er een apotheek op de luchthaven die open gaat om 7u. Ik ben duidelijk niet de enige die iets vergeten is, want er staan al enkele mensen te wachten tot de apotheek opent.

Net wanneer ik mijn insectenafweermiddel heb gekocht, arriveren mijn broer en zijn vriendin. We checken onze valiezen in bij check-in balie 11, die zich bevindt in een gedeelte van de luchthaven waar ik zelf nog nooit geweest ben. Naar goede gewoonte word ik er bij de security weer uitgepikt voor een springstoffencontrole. Verder verloopt alles vlotjes.

We kopen iets om te ontbijten en begeven ons al naar onze gate. Het is best een eind stappen, dus veel tijd op overschot hebben we niet meer, ondanks de ruime marge die we ingecalculeerd hebben. Gelukkig is er nog net genoeg tijd op overschot om mijn favoriete groene smoothie te kopen!

Wanneer we staan aan te schuiven in de rij om te boarden, merken we een verlaten rolkoffer op. Zomaar op z’n eentje in de rij. Verdacht! We vragen rondom ons of het koffertje misschien van iemand is, maar krijgen weinig reactie. Dus neem ik het koffertje en loop ermee langs de rij wachtenden. Blijkt dat een verstrooide vogel zo druk bezig is met het eten van zijn pizza, dat hij zijn koffertje uit het oog verloren is. Tsss.

Onze vlucht vertrekt mooi om 9.35u en verloopt verder probleemloos. Het Tui eten is zelfs aanvaardbaar, alleen denk ik dat onze stewardess een slechte dag had, de hele vlucht kon er geen glimlach vanaf. Om 14.15u landen we op de luchthaven van Varadero, alwaar we kennis maken met de tropische hitte en vieze toiletten van Cuba.

IMG_2545

Bij de grenscontrole heb ik meteen de gelegenheid om het stof van mijn Spaans te blazen. De ietwat nors kijkende dame vraagt me waar ik Spaans geleerd heb en er kan zelfs een glimlach af wanneer ik zeg: “En Belgica!” Een goed begin van de trip.

De verwachte lange wachtrijen bij de douane blijven uit en mijn broer, zijn vriendin, mijn vriend en ikzelf staan rapper buiten dan verwacht. We wisselen euro’s om in Cubaanse pesos in het wisselkantoor aan de luchthaven en nemen dan een taxi naar Havana, onze eerste stop van deze trip. Eerste uitdaging: onze twee valiezen en twee grote trekrugzakken in de koffer krijgen. Mits wat wringwerk lukt dat en we zijn vertrokken voor een mooie rit die meteen een eerste kennismaking is met het Cubaanse landschap.

De rit naar Havana verloopt vlot, maar eens in de stad, is het zoeken om onze casa particular te vinden. Onze taxichauffeur moet een paar keer stoppen om de weg te vragen, maar uiteindelijk vinden we de juiste straat. Ik moet toegeven dat de straat waarin onze casa zich bevindt, niet meteen vertrouwen uitstraalt. De stoep is kapot, de huizen zijn vervallen, de straat wemelt van de broodmagere straatkatten en er liggen overal bergen vuilnis. Mijn eerste gedacht is: rechtsomkeert maken en elders onderdak zoeken.

IMG_1374

IMG_1375

IMG_1378

Het gebouw van onze casa is echter één van de weinige huizen in de straat met een laagje verf en ziet er in redelijk goede staat uit. Eens we binnen zijn, haal ik opgelucht adem. We worden vriendelijk onthaald en de kamers zijn niet bepaald luxueus te noemen, maar proper en voorzien van alles wat we nodig hebben. Er is zelfs airco.

IMG_2548

Ondertussen is de dag al flink gevorderd en zijn we allemaal moe na de lange vlucht. We wandelen vanuit onze straat naar het Capitolio (een gebouw dat duidelijk geïnspireerd is op het Amerikaanse Witte Huis) en bewonderen de door de avondzon belichte, kleurrijke gevels van de koloniale woningen. Het is duidelijk dat Havana een stad is van contrasten.

IMG_1380

IMG_1381

IMG_1382

IMG_1384

IMG_1392

IMG_1396

IMG_1398

IMG_1400

Voor het avondmaal gaan we naar een restaurant ons aanbevolen door onze gastvrouw van de casa: Restaurant D’Lirios. We hadden ons niet meteen verwacht aan een poepchic restaurant met een fancy interieur en piekfijn in uniform uitgedoste bediening.

IMG_1403

De bediening is erg vriendelijk en ik besluit al de waarschuwingen over wat al dan niet te eten in Cuba in de wind te slaan en bestel mij een surf and turf. Ik durf het zelfs aan het rundvlees à point te bestellen. Als het niet bevalt, zijn dat zorgen voor morgen. We trakteren onszelf op onze eerste Cubaanse cocktails en smullen van onze gerechten.

IMG_2558

IMG_2560

IMG_2565

De porties bij D’Lirios zijn trouwens enorm. Ik krijg maar een vijftig procent op van wat op mijn bord ligt. Die hapjes als voorgerecht waren duidelijk een vergissing… Overal rondom ons, zien we dat Cubanen een doggy bag vragen om hun overschot mee naar huis te nemen, maar dat kunnen wij als toerist natuurlijk niet doen. Met pijn in het hart, moet ik de strijd staken en de helft van mijn bord terug naar de keuken sturen.

Als afzakkertje drinken we een glaasje rum. We bestellen één van de duurdere rum-soorten op de kaart: Havana Club Maestro. Een schot ik de roos! Terwijl wij genieten van dit staaltje Cubaans vakmanschap, flambeert één van de obers vlakbij ons een gerecht. Gratis entertainment!

Tot slot moet ik nog iets zeggen over de toiletsituatie in het restaurant. Bij de ingang van het toilet zit een dame die iedere toiletgebruiker twee kleine velletjes toiletpapier aanbiedt. Veel te weinig om mijn verwende westerse poep af te vegen, dus neem ik mijn eigen papieren zakdoekjes mee. De toiletten zelf zijn met van die lage deurtjes uitgerust, waar je bijna over kan kijken als je op je tippen staat. En: de grootste cultuurschok van allemaal: het toiletpapier moet in een aparte emmer gegooid worden, anders raken de leidingen verstopt.

We zijn alle vier heel moe, dus na het avondmaal keren we terug naar onze casa. Alwaar we moeten vaststellen dat ons eigen toilet niet kan doorgespoeld worden. En we hebben er nochtans op gelet het papier in het emmertje te gooien! Gelukkig hebben noch mijn vriend, noch ikzelf een grote boodschap gedaan. We besluiten gewoon te gaan slapen en de situatie morgen aan te pakken.

Rendez-vous avec un Parisien

Een paar maanden geleden nam ik afscheid van één van mijn favoriete collega’s, een allround gentleman met een zachtaardige inborst, groot rechtvaardigheidsgevoel en hoge intelligentie. Een crème van een vent, zoals ze dat zeggen. Hij verkaste naar Parijs voor een topjob die helemaal zijn ding was.

Deze week waren hij en zijn vriend echter terug in het land. Veel tijd had hij niet in zijn drukke agenda, maar gelukkig wist hij zich toch één avond vrij te maken om af te spreken met mij en nog een paar andere collega’s. We begonnen de avond rustig met een drankje in het Muntpunt Grand Café, goed op weg om ons nieuwe stamcafé te worden, al kan de bediening nog wat beter. Vervolgens zakten we met z’n vijven (de zesde persoon moest afhaken wegens borstvoedingsverplichtingen) af naar restaurant Horia, heel toevallig de keuze die de voorkeur wegdroeg van onze oud-collega. Aangezien ik nog geen week geleden kennis had gemaakt met dit Brusselse établissement, vond ik het niet zo erg dat restaurant Horia helemaal vol zat. Hierdoor kwamen we terecht bij Italiaans restaurant Mirante, eveneens een oude bekende.

De pasta met asperges en Sint-Jacobsvruchten was heerlijk, maar wat mij het meest zal bijblijven van deze avond was het enthousiasme waarmee mijn oud-collega over zijn nieuwe job praatte. Ik voelde dat hij helemaal zijn draai had gevonden. Ik was ook erg benieuwd naar zijn verhalen over Parijs. Het verhaal dat er voor mij het meest uitsprong was de reactie van de Parijzenaars op de brand van de Notre Dame, volgens hen de grootste ramp in de geschiedenis van Frankrijk. Alhoewel ik moet toegeven zelf ook aangedaan geweest te zijn door de verwoesting van dit schitterende monument, lijkt mij dit toch een ietwat overdreven reactie. Die Notre Dame zal ongetwijfeld uit haar as herrijzen. Geen Frans bedrijf dat daar niet zijn steentje aan wil bijdragen.

IMG_3332

Pannenkoeken bij Leo

Gisterenmiddag had ik afgesproken met mijn vriendin om samen te ontbijten na haar examen Japans. Ik wilde al lang eens de pannenkoeken van Leo Pancakes gaan proberen en dit leek me een ideale gelegenheid. Blijkbaar is het niet mogelijk een tafeltje te reserveren, maar dat bleek geen probleem te zijn. Om tien uur ‘s ochtends was er nog veel plaats in de zaak.

Het examen van mijn vriendin was (zoals verwacht) goed gegaan, dus we hadden een reden om te vieren. We bestelden allebei Leo’s favorite pancakes en, amai, die waren heeeeeerlijk! De combinatie van Griekse yoghurt, blauwe bessen, aardbeien, walnoten en vijgenconfituur was gewoon hemels. Stevige portie ook. Na die pannenkoeken in combinatie met de fig vanilla smoothie kon ik er wel even tegen.

IMG_3297

IMG_3299

IMG_3301

 

We bleven lekker lang zitten kletsen en op de terugweg van het station schafte ik mij nogal impulsief een nieuwe zonnebril van Serengeti aan, alhoewel mijn huidige zonnebril nog niet echt versleten was. Mijn broer en zijn vriendin hadden allebei een zonnebril van dat merk gekocht om naar Cuba te gaan en ik was zo onder de indruk van de kwaliteit van de speciale gepolariseerde glazen, dat ik me voornam mij een bril van hetzelfde merk aan te schaffen. Ik zet heel vaak een zonnebril op, dus zo’n bril die zich aanpast aan de lichtomstandigheden is zijn geld meer dan waard.

Supervoormiddag.

Lunchen bij Horia

Vrijdagmiddag had ik afgesproken met een ex-collega om samen te lunchen. De ex-collega in kwestie is een Brusselaar, dus goed op de hoogte van de culinair interessante plekjes in Brussel. En zo ontdekte ik de heerlijke mezze van Horia, op een kleine tien minuten wandelen van mijn werk, dan nog wel. Mijn collega was er iets eerder dan ik en had meteen een tafeltje op het zonnige terras in de autovrije straat ingenomen. Ik moet zeggen dat ik zeer te spreken ben van de metamorphose die Brussel momenteel ondergaat. Het gaat ongetwijfeld prachtig zijn, eens de nu autovrije Anspachlaan helemaal klaar is en vol met gezellige terrassen zal staan. Je voelt de buurt nu al herleven. De auto kan wat mij betreft niet snel genoeg uit het stadscentrum gebannen worden.

De mezze (biologisch én lokaal, wat wil een mens nog meer?) waren trouwens heerlijk. En het deed me deugd om te horen dat mijn collega zo’n toffe nieuwe job heeft gevonden. Ik weet dat de laatste maanden bij ons op het werk voor hem heel moeilijk waren en ik zie duidelijk dat hij helemaal herleeft nu hij zich wel gewaardeerd voelt voor het werk dat hij doet.

IMG_3284

Whisky with a friend

Gisteren had ik nog eens een gast over de vloer. Dat komt er de laatste tijd jammer genoeg niet meer zo vaak van. De tol van het over en weer vliegen waardoor er minder weekends beschikbaar zijn dan vroeger. En als ik eerlijk moet zijn, sinds mijn (korte) verhuis naar Zwitserland zijn sommige vriendschappen verwaterd. In Zwitserland merkte ik dat veel mensen niet eens de moeite namen om een berichtje te sturen om te vragen hoe het met me ging. Daarnaast begint het me steeds meer te storen dat het initiatief om af te spreken meestal van mijn kant moet komen. Echte vriendschappen zijn tweerichtingsverkeer, althans daar ga ik toch vanuit. Daarom zet ik sinds vorig jaar bewust zelf minder stappen om af te spreken en kijk, opeens hoor je niks meer van bepaalde mensen. Zelfs geen facebook- of whatsapp-berichtjes. Oh well, so be it.

Maar kijk, dan zijn er gelukkig ook oude vriendschappen die moeiteloos terug opgerakeld worden, zelfs al hebben we elkaar al lang niet meer gezien. De vriendschap met mijn oud-studiegenoot (die we lang, lang geleden in Australië zijn gaan bezoeken) is er zo eentje. En bestaat er een betere manier om bij te praten dan met een goed glas whisky? Hij had zelfs twee flessen (nuja, een fles en een flesje) bij die zijn doctoraatsstudent speciaal uit Japan had meegebracht naar België. Al ging de Bunnahabhain van 12 jaar moeiteloos met de hoofdprijs lopen. Ere wie ere toekomt.

IMG_3281[1]

IMG_3282[1]