Yep, gisteren was het weer tijd om op stap te gaan met de collega’s. Het is ondertussen al een vertrouwd beeld in het Muntpunt Grand Café: een aantal tafels die tegen mekaar geschoven worden waarrond onze druppelsgewijs binnenkomende collega’s zich verzamelen. Ook ditmaal waren er weer wat nieuwe gezichten. Heel fijn om te zien hoe dit initiatief aanslaat binnen onze organisatie.
Al even traditiegetrouw zakten we na het aperitief in het Grand Café af naar een Italiaans restaurant. Ditmaal belandden we met een groepje van zes personen in de Mirante, een Italiaan waar ik altijd graag kom. Qua prijs-kwaliteit moeilijk te overtreffen in Brussel. En het gaat er altijd snel!
Na het verorberen van een werkelijk heerlijke risotto met zeevruchten, trok ik met twee collega’s richting het station, alwaar we nog een glaasje (of twee of drie) dronken terwijl we op onze trein wachtten. Het gesprek was zo boeiend dat ik uiteindelijk pas de trein van 23.19 naar Leuven nam, om net vóór middernacht in Leuven aan te komen. Kwestie van optimaal te profiteren van deze gelegenheid om een collega uit een ander team beter te leren kennen en alweer wat meer inzicht te krijgen in de verschillende radartjes van onze organisatie.
Gisterenavond had ik afgesproken met mijn lunchvriendin en oud-studiegenootje om samen de trein naar huis te nemen. Mijn vriendin is sinds dit weekend terug in het land, na een ongetwijfeld fantastische rondreis doorheen Japan met haar gezin. Normaal spreken we regelmatig af voor een lunchdate, maar op korte termijn lukte dat niet. Een gezamenlijke treinrit was dus de beste optie.
Tijdens de rit van Brussel naar Leuven vertelde ze over de ervaringen die haar het meeste zijn bijgebleven (vooral de contacten met de locals en het heerlijke Japanse eten) en overhandigde ze mij mijn persoonlijke bestelling én de hoofdreden waarom we op korte termijn moesten afspreken: nama yatsuhashi uit Kyoto, een mochi-variant die hier in België nergens te krijgen valt. Nama yatsuhashi is mijn favoriete Japanse zoetigheid, maar het heeft als nadeel dat het niet zo lang goed blijft. Het pakketje dat mijn vriendin had meegenomen werd best geconsumeerd vóór 24 augustus 2019. Gelukkig vond ze het niet erg om voor een keertje over Leuven te sporen (ze stapt af in Testelt).
En als extraatje had ze nog een verrassing bij: een Tokyo banana! Niet mijn favoriete Japanse zoetigheid, maar wel goed voor een fijne herinnering. Zalig dat ze dat onthouden had!
Bij het ontbijt blijken mijn broer en zijn vriendin nog steeds geplaagd door darmproblemen. De toeristenziekte is heel hardnekkig, hier in Cuba. Maar goed dat we extra immodium gekocht hebben.
Vandaag beperken we ons tot wat uitstappen in Viñales zelf. Via de uitbater van onze casa regelen we een taxi. En nogal corpulente chauffeur met een knalrode wagen komt ons oppikken. Trots vertelt hij dat het voertuig 70 jaar oud is. Wat er, om eerlijk te zijn, ook aan te zien is. Het ding hangt duidelijk met haken en ogen aan elkaar. Het comfort in de wagen is niet zo hoog, maar daar zijn we ondertussen al een beetje aan gewend geraakt, hier in Cuba.
Al snel wordt het ons duidelijk dat we ditmaal geen officiële taxi getroffen hebben. De officiële taxi’s hebben allemaal een duidelijk zichtbaar bordje met ‘taxi’ aan hun voorruit hangen. Dit attribuut ontbreekt echter in onze knalrode wagen en het valt op dat onze chauffeur erg voorzichtig is bij het parkeren van zijn voertuig. Hij zal altijd op een plek ver weg van de ingang gaan staan. Oh well, onze chauffeur is een aimabele man en het tarief dat hij voorstelde om een dag met ons rond te rijden, is veruit het goedkoopste tot nu toe.
Onze eerste stop van de dag is Cueva del Indio, een niet zo grote grot met druipsteenformaties, waarvan we elders al mooiere exemplaren gezien hebben. Na een korte wandeling stappen we over in een bootje dat ons naar de andere kant van de grot brengt. Mooi, maar echt onder de indruk zijn we niet.
Volgende halte: Cueva de San Miguel. Dit is een grot waar je gewoon kan doorwandelen en om eerlijk te zijn, niet echt de moeite. Gelukkig is het inkomgeld laag genoeg om niet van een teleurstelling te moeten spreken. Wat deze grot toch de moeite van een bezoek waard maakt, is het feit dat de holtes en spleten vroeger dienst deden als woonst voor gevluchte slaven. Her en der in de grot zijn scènes nagebouwd om het (ongetwijfeld harde) leven van vroeger te evoceren.
Aan het einde onze wandeling door de grot worden we opgeschrikt door tromgeroffel. Een zeer stevig gebouwde zwarte komt op ons afgelopen en voert vlak voor onze neuzen een vuurspuwact uit. Hij strijkt ook verschillende malen met een fakkel over zijn armen (waarop geen haartje meer te bespeuren valt). We durven niet anders dan hem een fikse fooi geven. Wie weet spreekt hij anders wel een Santería vloek op ons uit. 😉
Derde stop: de Jardin Botanico van Viñales, een prachtige tuin die vol met de meest exotische bomen en planten staat. De tuin werd aangelegd door twee zussen, kinderen van een zwarte vader en een Aziatische moeder. We krijgen een heel boeiende rondleiding in de tuin en zien zelfs een kolibrie! Het lukt me niet het vogeltje goed in beeld te brengen, maar toch blij dat ik voor het eerst in mijn leven een kolibrie in het wild gezien heb. Op het einde van de rondleiding mogen we nog wat vers fruit proeven, afkomstig uit de tuin. Heel erg boeiend!
Terwijl we onderweg genieten van de eighties music die onze chauffeur voor ons speelt, rijden we verder naar de Mirador del Valle, waar we de Valle de Viñales vanuit alweer een ander gezichtspunt kunnen bewonderen. Op deze plek bevindt zich ook een informatiepunt dat heel boeiende uitleg biedt over het ontstaan van deze bijzondere vallei en zijn fauna en flora. Jammer dat de meeste canvassen met uitleg al wat aan het verslijten zijn.
Volgende halte: de Mural de la Prehistoria. De Cubaanse schilder Leovigildo González, leerling van de befaamde Mexicaanse kunstenaar Diego Rivero, schilderde op de kale rots van een mogote een reusachtige en bijzonder kleurrijke muurschildering die de evolutie uitbeeldt. Van ammonieten tot homo sapiens (al zijn er toch wat tussenstappen verdwenen, waarschijnlijk wegens plaatsgebrek). Het kunstwerk dateert uit 1959-1962 en maakt gebruik van de scheuren in de rots voor speciale licht- en kleureffecten. De muurschildering wordt regelmatig overschilderd om de kleuren levendig te houden.
Als laatste stop op onze rondrit, zet onze chauffeur ons af bij een plek waar we kunnen ziplinen. Aangezien ik een kleedje aan heb en geen short bij heb om onderaan te doen, sta ik niet meteen te springen om deze uitdaging aan te gaan. Gelukkig heeft de rest van mijn gezelschap ook net zoveel zin in een zipline-ervaring.
In de plaats daarvan maken we een wandeling die start op dezelfde plaats als waar je de zipline tickets kan kopen. We verwachten niet al te veel van deze wandeling, maar onverwacht komen we op mooie paden terecht geflankeerd door kunstzinnige houten beelden. We maken een kleine lus en genieten van de prachtige natuur rondom ons. We komen langs een uitkijkpunt, een grot, een groen watertje, een paard en wat koeien en geiten. Het is stevig warm en vooral mijn broer en zijn vriendin hebben het lastig.
Na de wandeling brengt onze sympathieke chauffeur ons terug naar het centrum van Viñales. Ondertussen is het al ongeveer 14u. Tijd voor het middagmaal. We komen terecht in restaurant Tres Jotas alwaar we ons eerst naar het toilet begeven om het rode stof van onze handen te wassen. Ik durf het aan The Three J Tapas te bestellen. Lekker veel variatie, al blijft natuurlijk altijd ergens de schrik spelen om ziek te worden. Leuk detail: de rekening wordt gebracht in een uitgehold boek.
Na het middagmaal keren we terug naar onze casa, waar we de hitte en het rode stof van ons afspoelen. Mijn vriend en ik hebben na al dat in de wagen zitten zin in nog een wandeling, maar we kunnen mijn broer en zijn vriendin niet overtuigen om mee te gaan. Dus trekken we er met zijn tweetjes op uit en laten we ons op goed geluk leiden door openstreetmap.
De wandeling brengt brengt ons langs boerderijen met allerlei gewassen en een koffieplantage met ditmaal wel mooie, groene koffiestruiken. We komen zelfs een verdwaalde kalkoen tegen! We pauzeren er even bij een overdekt open lucht café en drinken er de beste cocktail van gans de reis: een guarapi ron (suikerrietsap, citroensap, appelsiensap, ananassap en rum), uiteraard bestellen we een extra portie rum om de cocktail net dat meer pit te geven. We worden bediend door een supervriendelijk meisje dat ons gerust stelt: al het ijs dat ze gebruiken, wordt gemaakt van flessenwater. Oef!
We wandelen tot aan een prachtig meer in de Valle del Silencio. Het is me niet geheel duidelijk of dit meer kunstmatig is of door mensen aangelegd, maar de omgeving is alleszins prachtig. En guess what? Je kan er koffie, rum en sigaren kopen. Wie had dat verwacht? Op de terugweg maken we nog een ommetje langs de Mirador van Valle del Silencio die uitkijkt over de omgeving waar we zonet gewandeld hebben. Mooi met de ondergaande zon.
We komen volledig bestoft terug van deze wandeling en nemen onze tweede douche van de dag. Het water dat van mijn lijf stroomt ziet helemaal rood. Tijd voor het avondmaal! Origineel zijn we deze keer niet, we keren terug naar Cubar, waar we onze eerste dag in Viñales zulke heerlijke cocktails gedronken hebben. We gaan opnieuw voor tapas en genieten van de lekkere kroketjes, patatas bravas, brochettes, tortilla en bruschetta’s. En ik ontdek dat een banana daiquiri zo mogelijk nóg lekkerder is dan een gewone daiquiri.
We sluiten de avond af met een lekker glas rum en zijn het er allen over eens: Viñales is het voorlopige hoogtepunt van onze trip naar Cuba.
Goed geslapen in onze kleine kamer. Bij het ontbijt wachten ons de klassiekers: vers fruit, versgeperst fruitsap, wat brood, kaas, cake en een lekkere omelet. Het smaakt ons! Mijn broer is nog niet volledig de oude, maar het lukt hem om te eten en hij voelt zich goed genoeg om mee te gaan paardrijden. Hoera!
We hebben met onze ranchero afgesproken aan de kerk van Viñales. Vanaf daar is het een dik kwartier stappen naar de ranch. We voelen de zon al stevig branden. Dat belooft voor ons ritje straks!
Op onze bestemming aangekomen, krijgen we alle vier een paard toegewezen. Mijn vriend, die de meeste rij-ervaring heeft, mag de bruine hengst bestijgen die voorop gaat. Na hem komt mijn broer op een bruin paard, dan ik op Morro, een wit paard, daarna de vriendin van mijn broer op een bruin paard en onze cowboy sluit de stoet af.
De paarden zijn heel mak en blijven mooi in het rijtje lopen, al moet ik zeggen dat mijn paard er duidelijk wat minder zin in heeft dan de rest. Een paardrijtocht is dé ideale manier om de Viñales vallei te bezoeken. Het landschap is echt prachtig: de rode grond contrasteert met het groen van de Mogotes (kalkstenen heuvels met grillige vormen die willekeurig rondgestrooid lijken) en de blauwe lucht maakt het veelkleurig plaatje compleet.
Bij de eerste stop bij een tabaksplantage heeft mijn broer een klein accidentje: hij blijft bij het afstijgen met zijn schoen haken in de stijgbeugel en valt van zijn paard. Gelukkig heeft hij niets ernstigs, alleen een deuk in zijn zelfbeeld. 😉
Valle de Viñales heeft de reputatie de beste tabak ter wereld voort te brengen. Op de tabaksplantage krijgen we een rondleiding in de schuren waar de tabak te drogen hangt. Vervolgens krijgen we een uitgebreide uitleg over het ganse proces: het oogsten, drogen en fermenteren gebeurt in de vallei zelf, waarna het merendeel van de tabaksbladeren in fabrieken tot sigaren verwerkt worden. Een deel van de tabaksbladeren worden echter ter plekke verwerkt. De sigaren die op de plantage zelf gerold worden hebben een jaar gefermenteerd, versus drie maanden voor de sigaren van een fabriek.
We zijn niet de enigen die deze plantage bezoeken. We krijgen gezelschap van een Frans koppel en een jonge vrouw. Ik merk al snel dat het voor de anderen niet zo eenvoudig is om de uitleg in het Spaans te volgen en ik vertaal vanuit het Spaans naar het Frans. Aangezien de jonge vrouw samen met het Franse koppel gearriveerd was, ging ik er automatisch vanuit dat zij ook Franstalig was. Blijkt ze een Londense te zijn die slechts één taal machtig is: het Engels. Dus dan maar de rest van de uitleg naar het Engels vertaald, want het Franse koppel verstaat gelukkig wel Engels.
Na de uitleg is het eindelijk zover: we mogen een sigaar proeven die hier ter plekke gerold is. De tabaksboer toont hoe hij het uiteinde van zijn sigaar in honing dopt en er dan aan trekt. Ik ben niet echt een fan van roken, dus ik laat de sigaar passeren. Mijn broer (die zo nu en dan na een barbecue al eens een sigaar boven haalt) is in zijn nopjes en toont maar al te graag dat dit niet zijn eerste sigaar is. Voor mijn vriend is het daarentegen wél zijn eerste sigaar. Het lukt hem niet echt om rook uit het ding te krijgen. Nog werk aan zijn techniek dus. 😉 Ondanks het feit dat noch mijn vriend noch ik sigaren roken, kopen we toch een bundeltje sigaren. Leuk om iets bijzonders te kunnen aanbieden aan onze toekomstige gasten.
De Londense is trouwens erg in haar nopjes met haar eerste sigaarervaring. Ze vraagt me te filmen en neemt een berg selfies met de sigaar om op haar instagram account te zetten. Ze vertelt ons dat ze in de city werkt en dat dit de eerste reis is die ze helemaal alleen maakt, tot groot ongenoegen van haar vader. Aan haar trekken te zien, vermoed ik dat ze van Middenoosterse afkomst is. Ze moet nog vrij jong zijn, maar ze heeft al stevig aan haar gezicht laten prutsen: opgespoten lippen en haar onbeweeglijke voorhoofd verraad botox-gebruik. Oh well, zo lang ze maar gelukkig is, niet?
Vervolgens krijgen we uitleg over de Cubaanse rum en koffie. Als didactisch materiaal hebben de uitbaters van de ranch een paar miezerige koffiestruiken geplant, nuja struiken, het zijn eerder takjes die zich duidelijk niet in hun nopjes voelen in de droge, stoffige omgeving.
Na dit bezoek bestijgen we opnieuw onze paarden. Morro, mijn paard is niet al te enthousiast. Van zodra we in draf gaan, laat hij het afweten. Hij draaft een paar meter en dan valt hij terug op een stapsvoets tempo. Mijn caballo automatico heeft een stevige eigen wil.
Op de terugweg lassen we een drankpauze in bij een soort cafetaria met picknicktafels onder een rieten dak. Mijn vriend en ik nemen het risico een bestellen een coco loco: een verse kokosnoot met rum. Lekker! We zullen later wel zien welk effect die keuze op onze darmen heeft.
Na de drankpauze tsjokken we, nog steeds in dezelfde volgorde, terug. Morro geeft er ongeveer de brui aan en laat een steeds grotere afstand vallen tussen hem en het paard van mijn broer. Wanneer we op het einde van de rit afstijgen zien we alle vier rood van het stof. Maar het was wel een unieke ervaring. En mijn broer is niet ziek geweest!
Van zo’n paardrijtochtje krijgt een mens honger: tijd voor het middagmaal! Op goed geluk stappen we één van de restaurants in de hoofdstraat van Viñales binnen. Restaurant 1920 serveert tapas. Ideaal! En blijkbaar hebben ze ook daiquiri’s. 😉 Wat een verrassing. 😉 Alvorens te eten, gaan we één voor één naar het toilet om ons een beetje op te frissen, het kost me stevig wat moeite om al het rode stof van mijn handen en mijn gezicht te wassen.
Onze volgende uitstap is iet of wat minder poëtisch. Aangezien de immodium er hier aan een schrikwekkend tempo doorgaat, gaan we naar de farmacía om wat extra geneesmiddelen. In mijn beste Spaans omschrijf ik al de symptomen van mijn broertje en we krijgen een Cubaans geneesmiddel mee dat vergelijkbaar is met immodium en wat in water oplosbare zakjes die de maag zouden moeten kalmeren. De vriendelijke dame in de farmacía geeft een zeer uitgebreide uitleg over hoe de geneesmiddelen te gebruiken die verrassend verstaanbaar is. Ze benadrukt eveneens dat mijn broer best een dokter raadpleegt als de symptomen verergeren. Aangezien ik ooit zelf met een bacterie van onze reisje naar Tunesië ben terug gekomen, ben ik er vrij gerust in. Toen ik een bacterie had opgedaan, hielp zelfs immodium niet. Bij mijn broer lijken de ongemakken min of meer onder controle.
Trouwens: niets dat de bacteriën zo snel onschadelijk maakt als een beetje alcohol. We stappen een staatswinkel binnen en kopen een fles Cubaanse rum. Een fijn souvenir om later nog eens aan deze reis terug te denken.
Het is nog wat vroeg voor het avondmaal, dus besluiten we nog wat de toerist uit te hangen. We laten ons van het centrum van Viñales door een taxi naar Los Jazmines brengen, waar we een mooi uitzicht hebben over de vallei. Wel jammer dat de ondergaande zon voor tegenlicht zorgt. Niet ideaal om foto’s te maken van een landschap.
Van Los Jazmines nemen we dezelfde taxi naar El Balcón, dat volgens onze reisgidsen ook een mooi uitzicht zou bieden. De taxichauffeur biedt aan om op ons te wachten en we gaan zonder nadenken in op dat aanbod. Bij nader inzien hebben we een sterk vermoeden dat we veel te veel betaald hebben voor deze taxirit en dat we de taxichauffeur beter hadden laten vertrekken om een goedkopere taxi aan te houden. Persoonlijk heb ik een hekel aan afdingen en helaas geldt dat ook voor de rest van mijn gezelschap. We zijn collectief slechte onderhandelaars. Enfin ja, het is niet dat de modale Cubaan het zo breed heeft.
Wanneer onze dure taxi ons afzet bij El Balcón vraagt de chauffeur opnieuw of hij op ons moet blijven wachten. We bedanken hem echter en zeggen dat we ons wel zullen redden. Hij geeft ons zijn kaartje en dringt erop aan hem zeker terug te bellen voor de terugrit naar het centrum. Wij knikken beleefd van ja, maar geen haar op ons hoofd dat erover denkt hem terug te laten komen. Bij El Balcón treffen we een prachtig terras aan waar het verrassend rustig is. We bestellen een drankje en genieten van het mooie uitzicht.
We hebben geluk, op het moment dat wij terug willen naar het centrum, treffen we een taxi die net klanten heeft afgezet bij El Balcón. Voor slechts 4 CUC bengt deze taxi onze naar het centrum. Wat ons eerdere vermoeden bevestigt dat we veel te veel voor de vorige rit betaald hebben.
Terug in het centrum van Viñales, gaan we iets eten bij El Olivo, dat aangeraden wordt door onze reisgids. Iedereen in mijn gezelschap beperkt zich tot Europese gerechten, behalve ik, ik waag mij aan één van de suggesties van de chef: cabrito asado al vino blanco con romero fresco (een jong geitje met witte wijn en rozemarijn). We hebben allemaal een beetje schrik om ziek (of zieker) te worden, maar aan de andere kant zou ik het jammer vinden om nergens meer van de plaatselijke specialiteiten te kunnen proeven. Het geitenvlees, afkomstig van de biologische boerderij van het El Olivo, is heel erg lekker en supermals!
Na het avondeten nemen mijn vriend en ik afscheid van mijn broertje en zijn vriendin. Mijn broertje is nog steeds herstellend en wil graag wat slaap inhalen.
Mijn vriend en ik vinden een leuk dakterras om de avond af te sluiten met een lekkere canchánchara. Dat we ook nog eens een paar vuurvliegjes spotten, is de kers op de taart. Ik heb nog nooit een vuurvliegje in het echt gezien!
Vrijdag belandde ik (alweer) in restaurant Kintsugi. Ditmaal in het gezelschap van mijn oud-klasgenootjes Spaans. Jarenlang heb ik uitgekeken naar een sushirestaurant in de stationsbuurt en nu er eindelijk zo’n restaurant geopend is, op loopafstand van mijn appartement, vrees ik dat het er niet lang zal blijven. Spijtig genoeg is het altijd behoorlijk kalm in deze best wel grote zaak, zelfs op vrijdag- en zaterdagavond zit het er niet vol. En hoewel ik erg mijn best doe, ik kan er moeilijk elke dag sushi afhalen… Dus mensen: er is een nieuwe sushizaak geopend vlakbij het station van Leuven en de sushi is er echt geweldig! Allen daarheen! (Afhalen kan ook, uiteraard, en ze zitten ook op Deliveroo.)
Fotografisch bewijsmateriaal:
Nadat we met z’n drieën genoten hadden van deze heerlijke Friendship Boat (hoe toepasselijk), zakten we af naar mijn appartement voor een slaapmutsje. Ik moet toch een beetje stoefen met mijn eigen persoonlijke whisky, he. 😉 Uiteindelijk werd het nog bijna 1.00 uur. We hadden duidelijk veel om over bij te praten. 😉
Gisterenavond was ik uitgenodigd in Bierbeek om bij mijn sympathieke collega en zijn geweldige vriendin te genieten van een lekker stukje barbecuevlees. Allez, eigenlijk had ik hen willen uitnodigen om op mijn appartementje iets te komen eten, want ik ben alzo vaakbij hente gast geweest. Maar het was duidelijk dat mijn collega liever voor het comfort van zijn eigen huis en barbecue koos. En ja, ik vind het natuurlijk helemaal niet erg om te proeven van de kookkunsten van een ander. Mijn eigen kookkunsten zijn immers quasi onbestaande!
Ondertussen hadden mijn collega en zijn vriendin hun Oman reis achter de rug en kon ik de foto’s bewonderen die ze tijdens hun trip gemaakt hadden. Prachtig die desolate woestijnlandschappen, maar ik weet niet of dit een bestemming voor mij zou zijn. Ik herinner mij nog al te goed hoe zeer ik bomen miste in IJsland. Enfin ja, aan de andere kant, als je naar Oman gaat, heb je honderd procent kans op goed weer!
Het eten was zoals altijd weer top. Heerlijk voorgerechtje met scampi, geweldig sappig varkensvlees met een moderne variatie op de klassieker worteltjes en erwtjes en een lekker ijsje om af te sluiten. De tijd vloog voorbij en opeens realiseerden we ons dat het twee uur ‘s nachts was. Hoog tijd om de berg naar beneden te bollen en in mijn bed te kruipen! Al een geluk dat ik deze ochtend kon uitslapen!
Zondag fietste ik samen met een bevriend koppel en hun vier zonen (11, 9, 8 en 6 jaar) van Leuven naar Horst. We volgden de prachtige, maar pittige Horstroute tot aan het Kasteel van Horst. Zo’n bluebike is duidelijk te zwaar om de steile hellingen van de Kesselberg op te fietsen, maar uiteindelijk moest ik me maar één keer gewonnen geven en afstappen om boven te geraken. De route bracht ons langs prachtige vergezichten en smalle boswegeltjes. Heel fijn en afwisselend. En dikke chapeau voor de zesjarige die heel dat stuk van Leuven naar het Kasteel van Horst maar een paar duwtjes nodig had om er te geraken. Knap.
Bij het Kasteel van Horst aangekomen, bleken de Kasteelfeesten voor het eerst niet meer gratis te zijn. Tien euro per volwassenen en vijf euro per kind, dat was meteen een flinke hap uit onze rekening. En als ik heel eerlijk moet zijn, zo’n fantastisch spektakel zijn die feesten nu ook weer niet. Op mij maakte het allemaal een beetje een amateuristische indruk met toiletten die niet goed werkten en attracties (een mini-avonturenparcours, katapultschieten,…) die eigenlijk niet al te veel voorstelden. Maar goed, de jongens vonden de riddergevechten geweldig en ik was vooral geboeid door de demonstratie schapendrijven.
Op culinair vlak viel er, buiten wat fastfood, niet veel te rapen op de feesten, dus vertrokken we na het laatste tornooi rond 18u terug naar Leuven. We besloten op de terugweg het andere stuk van de Horstroute te nemen, in de hoop zo aan de Kesselberg te ontsnappen. We moesten die zesjarige op zijn fiets nog helemaal tot in Leuven krijgen, nietwaar? We kortten de route een beetje in door van knooppunt 43 naar 82 te fietsen. Ondanks heet feit dat de route op de heenweg veel mooier was, was het gebrek aan steile hellingen op de terugweg zeker een pluspunt.
De magen begonnen onderweg steeds harder te grollen. Tijd om uit te kijken naar een plek om iets te eten. Ons oog viel op Bistro Bo-Bonne in Holsbeek, een brasserie die er een beetje te chique uit zag om daar bezweet van een fietstocht met vier jongens binnen te stappen. Maar hey, ze hadden er mosselen én een redelijk uitgebreide keuze voor kinderen. Ons bezoek startte niet al te goed. Het leek eerst alsof we onzichtbaar waren en vervolgens deelde de dienster doodleuk mee dat we maar uit drie gerechten konden kiezen. We waren met een groep van zeven personen en ik heb er alle begrip voor dat het soms moeilijk is om veel verschillende gerechten tegelijkertijd te serveren, maar het was niet eens druk in het restaurant. En sorry, een curryworst of een fishstick met frietjes voor de kinderen, dat gooi je toch gewoon in de friteuse? Wij bestelde dus vijf verschillende gerechten en deelden mee dat als dat niet mogelijk was voor de keuken, we wel elders zou gaan eten. Uiteindelijk kregen we toch onze zin én stond die dampende pot mosselen verrassend snel voor mijn neus. Bizarre ervaring.
Met volle magen was dat laatste stuk van de route een eitje. De kasteelfeesten zelf maakten niet veel indruk op mij, maar ik heb oprecht genoten van de fijne fietstocht.
Zaterdag had ik met een vriendin afgesproken om samen Namen te verkennen. Onder het motto: in eigen land valt, ondanks al die lintbebouwing, nog veel moois te ontdekken. Ditmaal waren de NMBS-goden mij minder goed gezind. Normaal zou de verplaatsing van Leuven naar Namen (met overstap in Ottignies) maar een uur duren, maar een kabeldiefstal besliste daar helaas anders over. Ik kwam vlot twintig minuten te laat aan. Ondertussen zat mijn vriendin, die met de auto uit Tongeren was gekomen, al een half uur op mij te wachten in het station van Namen. Ik had haar nochtans gezegd dat ze iets moest gaan drinken!
Het was ondertussen al middag, vandaar dat onze eerste halte in Namen er eentje was om onze magen te vullen. Tripadvisor voerde ons naar Le Pâtanthrope, een restaurant dat ik, toegegeven, vooral gekozen had op basis van de leuke naam. Onze keuze bleek iets chiquer dan de bedoeling. Maar hey, wie kan een driegangenmenu voor nog geen 25 euro aan zich voorbij laten gaan? Een onverwacht culinair hoogtepunt om ons bezoek mee te starten.
Baby homard, spaghetti alla chitarra, caviar d’aubergine à l’ail noir:
Dos de cabillaud, linguini à l’encre de seiche, légumes verts au lard belgasconne, sauce colombo:
Ravioli façon crêpe Suzette farci à l’orange, le tout rafraîchi d’un sorbet à la mandarine:
Na een lunch die eigenlijk schandalig lang duurde, was het tijd om op verkenning te gaan. Waar het er bij aankomst naar uitzag dat het wel eens zou kunnen regenen, had de zon de overhand gehaald op de wolken. Het was aangenaam warm. Ideaal voor een mooie wandeling door de gezellige straten van Namen. We trokken meteen naar het hoogste punt van Namen: de citadel. De citadel bood prachtige uitzichten en ja, ik weet dat er zich een ondergronds netwerk onder die citadel bevindt, maar wij raakten afgeleid door het aantrekkelijke terras mét uitzicht van Le Perchoir boven op de citadel. Een mojito gaat er altijd in en uiteindelijk was de belangrijkste reden voor dit uitstapje toch eens goed bijpraten.
Mijn vriendin bracht me op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de soap-serie van haar leven. Echt waar, hoe ze het doet, weet ik niet, want op de één of andere manier schijnt ze jaloerse, conflict zoekende vrouwen aan te trekken. Gelukkig heeft ze mij als vriendin om een beetje tegenwicht te bieden. 😉 Voor dat ondergronds netwerk kom ik nog wel een keertje terug.
Op de één of andere manier was het plots al bijna zes uur toen we de citadel terug afdaalden. We wandelden langs de Maas terug naar het oude centrum en genoten van de avondzon. Omdat mijn vriendin de kinderen had dit weekend wilde ze niet té laat thuis zijn en sloten we rond een uur of half acht ons bezoek aan Namen af met een drankje op het gezellige terras van La Taverne Alsacienne op de Place du Marché aux Légumes vlakbij de Église Saint-Jean-Baptiste.
Voor mij was Namen een aangename verrassing. Mooi oud stadsgedeelte, indrukwekkende citadel en een gezellige vibe in de straten. Ok, we hebben niet het onderste uit de kan gehaald van dit bezoekje. Maar soms is het gewoon leuk om een beetje rond te dwalen in de straten en de sfeer op te snuiven. Ik kom zeker nog eens terug!
Vandaag staat de langste rit van heel de reis op het programma: ongeveer vier uur en een half. Helaas is mijn broertje de voorbije nacht echt heel ziek geweest. Alle fijne symptomen van een voedselvergiftiging tegelijkertijd: diarree, overgeven en koorts. Wijselijk besluit hij het ontbijt over te slaan. Wat maakt dat we met ons drietjes zijn, op ons dakterras.
De oldtimer die ons naar Viñales zal brengen is de mooiste tot nu toe: een prachtige paars-witte chevrolet die blinkt als nieuw. We leggen aan de uitbater van onze casa en aan de chauffeur uit dat mijn broer heel ziek is en dat het wellicht nodig zal zijn om onderweg een paar noodstops in te lassen om de wagen blinkend proper te houden. De taxichauffeur is heel vriendelijk en geeft aan dat hij wel zal wachten tot we klaar zijn om te vertrekken.
In afwachting van ons vertrek beginnen we te puzzelen met onze bagage, die geraakt nét niet in de koffer van de oldtimer. Niets wat niet kan opgelost worden met een stevig stuk touw. 😉
Uiteindelijk voelt mijn broer zich goed genoeg en kunnen we toch rond 9u vertrekken zoals gepland. Zijn vriendin heeft hem volgepompt met immodium en motilium om de rit hopelijk zonder kleerscheuren door te komen. Wij duimen dat er niet te veel noodstops nodig zijn.
De taxichauffeur is echt heel begripvol voor de situatie. Regelmatig vraagt hij of hij moet stoppen. Gelukkig is dat voorlopig niet het geval. Onderweg zien we veel lifters langs de weg staan. Wanneer ze onze oldtimer zien aankomen, doen ze teken of ze niet mee kunnen (veel Cubanen hebben zelf geen auto en liften is een courante manier van zich verplaatsen). Onze auto zit echter al helemaal vol.
We lassen één pitstop in en zowaar: ze beschikken daar over een proper toilet. Moh! Het is een mooie, maar lange rit, die ons terug voert langs de buitenwijken van Havana. Maar eerlijk: meer dan vier uur met z’n drieën op de achterbank van een oldtimer zitten, comfortabel is dat toch niet.
De rit verloopt gelukkig zonder incidenten. Mijn broer voelt zich nog altijd erg mottig, maar het ergste leed lijkt geleden. Rond 14u komen we aan in Viñales. Onze Casa bevindt zich in een wijk waar de straat uit verhard zand bestaat, maar de eigenaars zijn heel vriendelijk en de kamers zijn sober, maar proper. De eigenaar geeft ons een ganse uitleg over de bezienswaardigheden in Viñales. Uiteraard volledig in het Spaans. Toch blij dat ik een aantal jaar Spaanse les achter de kiezen heb.
Mijn broer voelt zich niet goed genoeg om samen met ons op zoek te gaan naar een bescheiden middagmaal. Hij blijft achter in de kamer, terwijl wij naar het restaurant gaan dat onze gastheer ons heeft aangeraden. Er blijkt echter een technisch probleem te zijn, waardoor het restaurant gesloten is. We komen net op hetzelfde moment bij het restaurant aan als een groep toeristen. De uitbater van het restaurant biedt aan ons naar een andere plek te brengen en ook onze gastheer dringt erop aan dat we de groep volgen.
Uiteindelijk zouden we door onze ervaring in Havana wijzer geworden moeten zijn, maar goed, we komen dus weer in een restaurant terecht waar we te veel betalen voor een simpel broodje (6 CUC). Gelukkig is de rum er wel goedkoop!
We gaan op zoek naar een plek om geld af te halen, wat verrassend vlot lukt. Viñales is duidelijk een populaire toeristenbestemming. We kopen een hoedje voor de vriendin van mijn broertje om haar bleke velletje te beschermen tegen de felle Cubaanse zon. Vervolgens keren we terug naar het hotel om mijn broertje op te halen die zich ondertussen wat beter voelt. Gelukkig maar, want ik had in mijn hoofd al een hoop Spaanse zinnetjes zitten oefenen om samen met hem naar de dokter te gaan.
We gaan samen iets drinken in de hoofdstraat van Viñales. De hoofdstraat is één lange aaneenschakeling van restaurants die zich allemaal in mooie historische panden met aan de voorkant overdekte galerijen bevinden. Op goed geluk komen we in restaurant Cubar terecht met een erg gezellige binnentuin. Ik bestel me eerst een daiquiri frappé en vervolgens een whisky sour. Beide cocktails zijn werkelijk uitstekend. We zijn ongeveer de enige klanten en we hebben (opnieuw) een privé dienster ter beschikking. Ze doet duidelijk erg haar best, want ons glas is nog maar twee seconden leeg of ze komt het al weghalen. Super snel afruimen zonder dat iedereen klaar is, is blijkbaar erg beleefd in Cuba.
Voor het avondmaal keren we terug naar onze casa. We hebben aan onze gastheer gezegd dat mijn broer last heeft van maag en darmen en dat we graag iets simpel zouden eten. We krijgen kip met rijst voorgeschoteld. Het lukt mijn broer, die wat hersteld is na zijn middagdut, zelfs om er wat van te eten. Goed, want morgen staat er een paardrijtocht op het programma en het zou jammer zijn mocht hij dit missen.
We gaan (alweer) op tijd slapen. De airco op de kamer maakt echter zoveel lawaai dat we beslissen hem af te zetten en enkel de ventilator op te zetten. Hopelijk krijgen we het deze nacht niet te warm.
Genoten van een heel uitgebreid ontbijt. Qua hoeveelheid overtreft dit ontbijt alle voorgaande. En dan te bedenken dat Hostal Colonial D + D één van de goedkoopste casas was. Nuja, de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat Cienfuegos nu niet meteen het meest toeristische gedeelte van Cuba is. Maar ik heb echt genoten van onze namiddag gisteren en vind het jammer dat we hier geen dagje langer kunnen blijven.
Stipt om 9u nemen we een beetje met spijt in het hart de taxi naar onze volgende bestemming: Playa Larga aan de Varkensbaai (ja, die van de gefaalde invasie). Bijna twee uur lang genieten we van het landschap met mangobomen en rijstplantages dat voorbij glijdt. Na iets meer dan een half uur gereden te hebben, merken we dat er op één van de twee rijvakken een strook dikke bruine korrels ligt. Een lang uitgerokken lint dat de helft van de weg in beslag neemt, zover we kunnen zien. Om de strook te vermijden moet de chauffeur met de wagen op het linkerrijvak rijden, want het rechterrijvak is volledig ingenomen. Tot hij een tegenligger ziet opdagen en moet terugkeren naar het rechterrijvak. Dit betekent dat we over de bruine korrels rijden, wat een bijzonder rare gewaarwording is. Het lijkt wel of er rijst op de weg ligt!
En jawel, ik informeer bij de chauffeur wat er op de weg ligt en hij bevestigt ons vermoeden: arroz. Blijkbaar is dit de ideale manier om rijst te laten drogen: op een asfaltweg. Maakt niet uit dat daar nu en dan een wagen over rijdt. Wij kijken een beetje bedenkelijk naar mekaar en ik denk bij mezelf: gelukkig koken ze rijst….
Aangekomen in de Varkensbaai moet onze chauffeur verschillende keren informeren alvorens we ons hotel vinden. De uitleg die we bij de boeking ontvingen, is allesbehalve duidelijk en blijkbaar is dit établissement toch minder bekend dat de eigenaars zelf dachten. Uiteindelijk komen we bij een sober huis waarbij op het plat dak extra kamers gebouwd zijn. De kamers zijn heel erg sober, maar hey, zolang er airco is, klaagt niemand.
We hebben twee opties voor vandaag: ofwel bezoeken we het Parque Nacional Ciénaga de Zapata ofwel brengen we een namiddag door op het strand. De meerderheid kiest voor het strand. Een beetje relaxen zal ons deugd doen. We bemachtigen vier strandstoelen en zetten deze bij mekaar in de schaduw van wat palmbomen. Buiten de aanwezigheid van wat (zielige) straathonden is het heel rustig op het strand. We zwemmen, delen een pizza als snack (de straathonden zijn bijzonder geïnteresseerd), genieten van een verse kokosnoot met rum en een mojito en maken een wandeling langs de baai. We hebben ook onze snorkel bij, maar in het glasheldere water zijn niet veel vissen te zien. Om een goede snorkelplek te bereiken, zouden we een boot moeten nemen. Oh well, er komen zeker nog gelegenheden om te snorkelen deze trip.
Na een namiddag luieren op het strand, maak ik me stiekem de bedenking dat ik toch liever de mangroven gezien had. Het is niet dat ik elke dag in Cuba ben en dit voelt een beetje als een verloren namiddag, maar goed, het strand was ook mooi. Een ander nadeel van te lang op het strand rondhangen: we zijn allemaal verbrand. Bij mijn vriend en mezelf valt het nogal mee, het is vooral de vriendin van mijn broertje die stevig verbrand is. Ze heeft een huid die erg slecht tegen de zon kan en heeft zich wellicht wat te weinig ingesmeerd. Ook de anders zo witte bast van mijn broer ziet flink rood. We spoelen het zout en het zand van ons af in de douche en smeren ons allemaal in met een dikke laag aftersun.
Klaar voor het avondmaal op het dakterras van onze casa! Wij zijn de enige gasten die een avondmaal besteld hebben en kunnen dus alweer genieten van privébediening. Ik smul van werkelijk heerlijke kreeft en ook de andere gerechten zijn erg lekker. We krijgen zelfs een ijsje als desser! ‘s Avonds is er niet zoveel te doen in Playa Larga, dus besluiten we wat spelletjes te spelen op de kamer. Helaas zijn mijn vriend en ik de verschillende edities van black stories die ik speciaal voor deze reis gekocht had, thuis vergeten. Naarmate de avond vordert begint mijn broer zich steeds slechter te voelen. Hij lijkt zelfs wat koorts te hebben. Een goeie reden om de avond vroeg af te ronden. Hopelijk is hij na een goede nachtrust morgen beter!