Interessante pennenvrienden

Vandaag schreef ik een brief aan Muammar al-Gaddafi en Mikheil Saakashvili. Vroeger, toen ik nog jong was en eigenhandig de wereld ging verbeteren, zat ik elke maand een ganse middagpauze lang met de hand brieven te schrijven naar de toenmalige wereldheersers. Volledig overtuigd van het feit dat mijn brief die arme onschuldige gevangenen zou helpen vrijkrijgen. Maar hoe gaat dat: je gaat naar de unief, je krijgt andere prioriteiten, tijd wordt schaarser, postzegels duurder. Ikzelf werd cynischer. Ik schreef geen brieven meer.

Tot ik voor mezelf besliste dat ik opnieuw wilde schrijven voor het goede doel. Mijn vriend zegt dat het niets zal uitmaken. Ik denk/hoop dat genoeg druppels de hete plaat uiteindelijk zullen afkoelen. Ik ben niet graag cynisch. Schrijven kost nu veel minder tijd en moeite dan vroeger. Tegenwoordig vind je een voorbeeldbrief op het net die je enkel moet afprinten en ondertekenen. Oja, het adres schrijf je ook liefst met de hand. Je moet enkel nog naar het postkantoor om wat postzegels. Een kleine moeite. Eens zien of het lukt om van schrijven weer een maandelijkse gewoonte te maken.

Lentekriebels

Gisteren was het tegen alle verwachtingen in stralend weer. De lente hing in de lucht en dat was voelbaar ten huize yab. De vonkjes vlogen heen en weer tussen mijn vriendje en mezelf. Er werd duchtig geprofiteerd van het feit dat het paasvakantie is en ik dus ‘s ochtends vroeg niet in de Russische les verwacht werd. En ook in de namiddag werd er ruim de tijd genomen voor gewenste intimiteiten. ‘s Avonds werden we verwacht bij vrienden in het verre Sint-Truiden en jawel, hét onderwerp van gesprek: seks en de plekken waar tot deze activiteit werd overgegaan. Koppel A bleef nogal op de oppervlakte, terwijl koppel B, dat binnenkort in het huwelijksbootje stapt, zwoer bij de geborgenheid van een bed (eender welk bed wel te verstaan). ‘k Had het mij toch allemaal een beetje avontuurlijker voorgesteld. Ik dacht dat iedereen al wel eens op bijzondere plekken overging tot het bedrijven van de liefde. Maar de vrouwelijke helft van koppel B was niet te overtuigen.

Van zo’n hele avond over seks praten, krijgt een mens natuurlijk goesting. We zijn de straat niet uitgeraakt, parkeerden de auto ergens uit het zicht en wijdden de (al iets minder stinkende) stinkmobiel in met aangedampte ruitjes als resultaat. The call of nature, zullen we maar zeggen. En zelfs na de lange rit en ondanks de toeslaande vermoeidheid kon er nog een vluggertje af in ons eigen bedje. Met een zalige nachtrust als resultaat.

Lang leve de lente!

Fitna

Dikkie schrijft over de controversiële film van Geert Wilders. En ja, ook ik heb gisteren de film bekeken. Kwestie van te weten of de controverse rond de film terecht was.

Na het bekijken van de film vind ik al de heisa lichtelijk overdreven. Originele invalshoeken worden alvast niet geboden en veel nieuwe dingen heb ik niet bijgeleerd. Hoe kan dat ook in ocharme vijftien minuten? Het betere knip- en plakwerk gemengd met een paar controversiële versen uit de Koran. Behoorlijk ongenuanceerd.

Volgens mij kan je over het katholieke geloof net hetzelfde maken: wat dubieuze passages uit de bijbel, wat beelden van aanslagen gepleegd door de IRA en die geschifte fundamentalisten uit de VS, et voila. De moslims die ik ken (voor het merendeel collega’s) zijn mensen die net als iedereen bekommerd zijn om hun werk, hun loon, hun kinderen, hun echtgenoot of echtgenote en hun huis. Jaja, niets menselijks is hen vreemd.

Al blijft het mijn persoonlijke overtuiging dat de wereld beter af zou zijn zonder godsdienst tout court. Er werden en worden naar mijn mening te veel wreedheden begaan uit naam van een godsdienst. Afschaffen, die handel.

Paasmaandag

Omdat het driekoningenfeestje dit jaar door ziekte in iets beperktere kring gevierd werd, nodigden onze gastheer en gastvrouw de ganse bende uit voor een driekoningenfeestje reloaded. Op paasmaandag. De klokken brachten heel veel sneeuw en toen de gastheer “I’m dreaming of a white Christmas” op zette, ontbrak alleen nog een kerstboom om de kerststemming volledig te maken.

We aten ‘s middags kindvriendelijke spaghetti met balletjes gehakt die naar mijn mening een beetje flets van smaak was. Maar goed, kinderen houden nu eenmaal niet van té sterke smaken.  (Ik wel, ik ben bevoorbeeld dol op de Thaise keuken, daarvoor alleen al zou ik nog eens naar Thailand willen terugkeren.) Na het middagmaal werden er veel te veel (zelfgemaakte) chocoladeëieren op tafel gezet, waarvan ik natuurlijk moeilijk kon afblijven. Het metier van chocolatier intrigeert mij mateloos. Ooit ga ik eens zo’n cursus “chocolade maken” volgen. (Met de nadruk op ooit.)

Sommige kindjes werden in bed gestopt, anderen voor de tv geplaceerd (handig!) en daarna speelden de volwassenen een spelletje Bang!.  Ik vond het minder leuk dan de vorige keer. Mijn vriendje was de sheriff en hij wilde maar niet doodgaan. En ik, arme outlaw, lag er door een laf en onverwacht manoeuvre van een hulpsheriff al snel uit. Bah. Verliezen doet altijd zeer.

Een beetje saai

Mijn vriend en ik zijn vanavond gaan eten met een collega van mijn vriend. De collega in kwestie had mij uitdrukkelijk meegevraagd, anders was ik zelfs niet meegegaan. Ik gun mijn vriend zijn pleziertjes.

Ik weet niet hoe het komt, maar het gesprek kwam maar niet op gang. Nog niet zo vaak meegemaakt, want meestal vind ik wel een gemeenschappelijk thema om het gesprek op gang te trekken en gaande te houden. Heel erg vreemd, want naar het schijnt is de collega in zijn gewone doen een grappenmaker eersteklas. Het leek wel alsof hij totaal dichtklapte omdat ik erbij was en zich op de één of andere manier dacht te moeten inhouden of zo. Raar, raar. Op den duur heb ik het dan zo’n beetje opgegeven. Tot mijn grote opluchting wou de collega na het eten niks meer gaan drinken want ik vond het maar een saaie bedoening. De collega waarschijnlijk ook. 😉
Ik ben mij er van bewust dat het niet met iedereen kan klikken, maar ik dacht dat ik het sociaal converseren ondertussen toch al wat in de vingers had. Niet dus. Zelfs mijn vriend moest toegeven dat het een beetje saai was.

Het leven is niet eerlijk

Terwijl mijn feedreader overspoeld wordt met shoppende vrouwen, krijg ik bericht dat het dochtertje van een kennis in het ziekenhuis is opgenomen. Het meisje is acht maanden en geboren met een genetische afwijking waardoor ze zeer slechtziend is en tumoren op de nieren zal ontwikkelen. Na een scan bleek dat er al abnormaal weefsel aanwezig was op haar nieren, waarna besloten werd over te gaan op chemotherapie voordat dit weefsel kon uitgroeien tot tumoren. De chemotherapie zal een volledig jaar duren.

Weet je, ik beschouw mezelf niet als een bijzonder goed mens, maar ik ken wel zulke mensen. Mensen die altijd het beste in anderen zoeken, die ik nog nooit kwaad heb gezien en steeds bereid zijn om anderen te helpen. X, de vader van N, is zo iemand. Altijd vrolijk, altijd goed gezind. Actief in de jeugdbeweging, slim, muzikaal, vrijgevig. We studeerde samen, gingen naar feestjes van gezamelijke vrienden, maar verloren het contact een beetje nadat hij trouwde met een vrouw, al even lief en zacht als hijzelf, verhuisde en vervolgens kinderen kreeg. Ik wist dat hij een tweede dochtertje had,  kocht een cadeautje, stuurde een kaartje, maar ging niet op bezoek. Geen tijd, jullie kennen het excuus zeker wel.

En nu krijg ik dit bericht. Het gaat niet goed met zijn dochtertje. Ze eet niet, ze slaapt moeilijk, ze heeft pijn. Ze krijgt nu voedingsstoffen via een infuus, maar de dokters willen haar met een sonde voeden. Ze ziet er zo klein, zielig en bleek uit op de foto’s. Een baby nog, geen kindje van acht maanden. Nu is niet de tijd om het contact te vernieuwen, maar ik volg hun verhaal en als het weer beter gaat met kleine N, zal ik er zeker werk van maken. Sommige mensen zijn het waard om tijd voor te maken.