Ja, twee weken na de officiële opening waren mijn vriend en ik alweer terug te vinden in het KMSKA. We hadden ‘s avonds in Turnhout afgesproken met een kameraad en besloten een kleine omweg langs Antwerpen te maken om samen met de ouders van mijn vriend het KMSKA te bewonderen. We ontmoetten zijn ouders in het station van Antwerpen en namen vervolgens de tram naar het museum. De vader van mijn vriend was nog niet zo lang geleden aan zijn knie geopereerd, dus hij moest zijn knie wat sparen voor het bezoek zelf. Jammer, want het was een prachtige herfstdag, ideaal voor een mooie wandeling.
Omdat een museum bezoeken op een lege maag niet leuk is, lunchten we samen in Brasserie Shilling. Ik bestelde een Thais vegan soepje (tom kha kap) dat ok was, maar meer ook niet. Ideaal om me wat te sparen voor het diner ‘s avonds.
De rest van de namiddag brachten we door in het museum. We deden ons best om de ouders van mijn vriend zoveel mogelijk te laten zien, maar omdat we om 17.53u de trein naar Turnhout moesten nemen, faalden we jammerlijk. Gelukkig hebben de ouders van mijn vriend een museumpas en kunnen ze nog eens terug komen om de gedeelten te bewonderen die we nu noodgedwongen moesten overslaan (kuch, Ensor, kuch). We hadden zelfs geen tijd meer om nog iets te gaan drinken!
Met dank aan de NMBS om me zonder problemen heen en terug te brengen van Leuven naar Oostende. Nu nog overal 5G-ontvangst onderweg en een gegarandeerde zitplaats en ik kan uuuuuren op de trein werken.
Na de preview en het galadiner was het zaterdag dan eindelijk zover: na elf jaar gesloten te zijn, werd het mooiste museum van het land feestelijk heropend. Dus begaf ik mij voor de derde keer in één week tijd naar Antwerpen, ditmaal in het gezelschap van mijn vriend, die er uiteraard ook naar uitkeek om al dat moois met zijn eigen ogen te aanschouwen.
Helaas wilden de weergoden zaterdag niet meewerken. Net op het moment dat de feestelijke opening van start zou gaan, viel de regen letterlijk met bakken uit de hemel. Gelukkig waren er paraplu’s voorzien in de VIP-zone en kwamen ze wat later rond met plastic poncho’s. Het programma werd met een half uur verlaat in de hoop dat het zou stoppen met regenen, maar helaas, dit uitstel bracht geen soelaas en die arme ballerina’s en balletdansertjes mochten in hun spierwitte, dunne maillots de aftrap geven van de voormiddag. Ik had echt te doen met die bibberende kinderen die moesten dansen op een gladde vloer in de gietende regen. Maar goed, the show must go on, zeker? En zeggen ze op een huwelijksdag ook niet dat regen geluk brengt? Hopelijk is dat ook zo voor het KMSKA!
Enkele uitgeregende sfeerbeelden:
KMSKA rules the world:
Ode an die Freude:
Het lint wordt doorgeknipt:
Muzikaal eerbetoon aan Rubens:
Nadat het KMSKA officieel was open verklaard voor het grote publiek begaven mijn vriend en ik ons naar binnen. Het was er bijna over de koppen lopen en op bepaalde momenten maakte ik me toch wel zorgen over de kunstwerken zelf. Sommige mensen kwamen wel heel dicht in de buurt van deze onbetaalbare topstukken. Continue reading →
We startten deze zonnige zondag met een bagelontbijtje bij House of Bouillon. De bagels waren zeker lekker, maar misschien toch nét iets te duur voor wat we kregen. Gelukkig maakte het feit dat we konden genieten van ons ontbijt op een zonnig terras veel goed. Met als bijkomend pluspunt dat we in het charmant West-Vlaams werden bediend.
Na het ontbijt trokken mijn vriend en ik met de drie nichtjes naar Archéoscope Godefroid de Bouillon, ook inbegrepen in de inkomtickets van het kasteel en bijgevolg een tweede gelegenheid voor een romantisch momentje voor de zus en schoonbroer van mijn vriend. 😉
We moesten een veertigtal minuten wachten tot de show zou starten, maar gelukkig waren er genoeg verkleedkleren om de dames zoet mee te houden. Op het laatste moest ik ze zelfs nog tot spoed aanmanen.
Het audiovisuele spektakel vertelde het verhaal van de kruistocht van Godfried van Bouillon. Ik moet zeggen dat de show goed in mekaar zat, met een indrukwekkende bewegende maquette van het kasteel en mooie projecties. Beter dan de lichtprojectie op de binnenkoer van het kasteel, naar mijn mening. Na de show wandelden we aansluitend door het museum. Dat vond ik wat minder. Het werd me nooit helemaal duidelijk welk verhaal ze nu wilden vertellen. Een verhaal over kastelen, kruistochten, de vroegere abdij op deze plek? Veel van de interactieve installaties waren dan ook nog eens (zoals wel vaker) stuk. We besteedden niet te veel tijd aan dit museum, want we hadden nog een wandeling gepland in de namiddag.
Terug in het huisje pakten we onze spullen bijeen en namen we afscheid van onze sympathieke gastvrouw. We vertrokken in de richting van onze laatste bestemming van het weekend: Le Tombeau du Géant. Maar eerst moest ik nog een restaurant vinden waar we onze hongerige magen konden vullen. Helaas, buiten Bouillon vielen er bitter weinig restaurants te bespeuren. Dus besloot ik een gokje te wagen en stelde ik voor iets te gaan eten bij Le Relais du Géant, op letterlijk een paar meter van Le Tombeau du Géant, het risico aanvaardend dat dit een toeristenval zou zijn. Niets bleek minder waar. We belandden op het zonnige terras van een charmant familierestaurant vol met beeldjes van katten en andere beesten. De eigenares zelf bediende ons en ik twijfel er niet aan dat haar echtgenoot in de keuken stond. De menukaart was eerder beperkt, maar de forel die ik op mijn bord kreeg, was eerlijk waar de beste die ik ooit gegeten heb. En zo groot! De kwartels die mijn vriend had besteld waren ook heel lekker. Wat een onverwachte meevaller.
Na een uitstekende lunch parkeerden we onze wagen bij het uitkijkpunt op Le Tombeau du Géant. Na de verplichte fotosessies, maakten we als kers op de taart van dit fijne weekend nog een kleine wandeling van een viertal kilometer in de mooie omgeving.
Na deze mooie wandeling met een paar klimmetjes en mooie uitzichtpunten, namen we afscheid. Mijn vriend en ik reden met onze cambio terug naar Leuven, terwijl ons gezelschep nog een stukje verder moest rijden naar Geel.
Mijn vriend en ik sloten het weekend af met een lekker avondmaal bij Van De Weyer, alwaar ik genoot van een tomaat garnaal die echt tien keer beter was dan die bij de buren van de Kosmopol.
Na een redelijke nachtrust (superblij dat de schoonbroer van mijn vriend zich opofferde om samen met zijn jongste dochter in de twijfelaar te slapen, ik denk niet dat mijn vriend en ik een oog dicht gedaan zouden hebben in dat smalle bed) trokken we naar de beste bakker (althans volgens onze gastvrouw) van Bouillon, Philippe Legrand. Wij zijnde, de schoonbroer van mijn vriend, zijn middelste dochter en ikzelf. We kochten voldoende stokbrood, brood en koffiekoeken voor het ganse weekend. Iets te veel, want na al het stokbrood en bijna alle koffiekoeken verorberd te hebben, had niemand nog zin in een gewoon boterhammetje. Oh well, de rest is voor morgen.
Na het ontbijt trokken we onze wandelschoenen aan voor la promenade de la Passerelle du Moulin de l’Epine, een wandeling van acht kilometer die ons langs beide oevers van de Semois zou brengen. Het kostte wat overredingskracht om het middelste nichtje te overtuigen om mee te gaan, want “wandelen is saai”, maar eens ze de coole rotsen in de Semois zag en de steile boswanden, was het zaagmomentje gepasseerd. Het water in de Semois stond trouwens zo laag dat we zonder veel moeite van de ene naar de andere oever hadden kunnen waden. Wegens de lage waterstand gold er spijtig genoeg ook een kajakverbod.
Op het verste punt van de wandeling staken we de Semois over via la Passerelle du Moulin de l’Epine, een 55 meter lange hangbrug voor voetgangers, en keerden we terug langs de andere oever van de Semois. Een beetje verderop troffen we de Abbaye Notre-Dame de Clairefontaine, die we eerder al zagen liggen vanaf de andere oever. Spijtig genoeg opende het abdijwinkeltje pas om 14u.
Om de zomervakantie in schoonheid af te sluiten, hadden mijn vriend en ik een weekendje weg gepland met zijn zus, schoonbroer en hun drie blonde dochters. Ik moet toegeven dat ik na een glas wijn teveel de dag voordien niet echt in topvorm vertrok, maar de rit was lang genoeg om tegen het middaguur hersteld te zijn.
Mijn vriend en ik gingen ‘s ochtends zijn drie nichtjes afhalen bij zijn ouders in Herentals, want zijn schoonbroer moest nog tot in de namiddag werken en zou samen met de zus van mijn vriend zich pas ‘s avonds bij ons voegen. Aangezien mijn vriend en ik allebei vakantie hadden genomen wilden we het maximum uit de dag halen, zelfs al was er iet of wat kwakkelweer voorspeld voor deze vrijdag (tegenwoordig zijn we blij als er eens een paar druppels regen uit de lucht vallen). De drie dames hadden er alvast zin in!
De rit van Herentals naar Bouillon verliep vlotjes. Dankzij elektronische hulpmiddelen geen gezeur en gezaag op onze achterbank en de Cambio verslond vlotjes de kilometers. We hielden een middagpauze in Bevekom en kwamen een beetje op goed geluk terecht in de gezellige en kwaliteitsvolle Brasserie Adele. Het was net warm genoeg om iets te eten op het terras achteraan. Al vond ik het toch wat op het randje. Aangenaam verrast door de kwaliteit van het eten trouwens: klassieke brasseriekeuken met een Aziatische toets. De zaak werd dan ook uitgebaat door een Belg en zijn Koreaanse echtgenote. Ik was ook enorm onder de indruk van de eetlust van de drie meisjes, die duidelijk hun puberjaren ingegaan zijn en groeien als kool. De borden werden volledig leeg gegeten en het middelste nichtje smikkelde zelfs een voorgerecht (de eerste maal dat ze garnaalkroketten at!) en een groot stuk zalm als hoofdgerecht op. Ze proefden zelfs alledrie van de olijfjes.
In Bouillon reden we meteen naar ons huisje om onze koffers en de etenswaren uit te laden. We werden welkom geheten door de vriendelijke eigenares die ons een rondleiding gaf door gans het huis. De indeling van het huis zelf was soms wat vreemd (een badkamer beneden vlakbij de inkomdeur, vervolgens een keuken en dan de deur naar de leefruimte. En ook de plaatsing van de twee andere douches in huis was een beetje vreemd. Je merkte dat er wat bricoleerwerk aan te pas gekomen was om dit huis om te toveren tot een vakantiewoning. De eigenares bewoonde trouwens de andere helft van de woning, maar had een aparte ingang, waardoor we elkaar niet hoefden te storen. De leefruimte van het huis was gedecoreerd met allerlei oude foto’s, beeldjes, poppen en dierenhuiden. Een bijzonder verblijfplaats, alleszins.
Deze zondag spoorden mijn vriend en ik richting Herentals voor de jaarlijkse familiebijeenkomst. We hadden afgesproken om eerst samen een boterhammetje te eten bij zijn ouders en van daaruit dan samen met de wagen naar de Beeldentuin in Geel te rijden. Kwestie van onze ecologische voetafdruk onder controle te houden.
Bij de beeldentuin vervoegden de broer en zus van mijn vriend met hun gezin onze groep. Na het fijne bezoek aan Art Center Hugo Voeten, een klein jaar geleden, was ik erg benieuwd om de buitenbeelden collectie van deze gepassioneerde kunstverzamelaar te ontdekken.
En er stond heel wat moois in de beeldentuin. Mijn persoonlijke favoriet was het kunstwerk ‘Dump Truck’ van Wim Delvoye. Met een eervolle vermelding voor Panamarenko uiteraard. Ook in de beeldentuin werden veel beelden van Bulgaarse kunstenaars getoond, wat de bijzondere band die Hugo Voeten met de kunstenaars van dit land had, nog eens extra in de verf zette.
Wat de ontbrekende uitleg bij de kunstwerken betreft, kan ik bijna letterlijk herhalen wat ik in mijn blogpost over het Art Center schreef: de meerwaarde van een bordje met minstens de naam van de kunstenaar en het kunstwerk wordt je pas duidelijk als dit ontbreekt. Wat opnieuw leidde tot een vervelende zoektocht in het bijgeleverde boekje.
Verder erg genoten van de mooie dag en het weerzien met de schattige nichtjes van mijn vriend.
Zaterdag hadden mijn vriend en ik afgesproken om samen met onze vrienden uit Heverlee te gaan geocachen. Een afspraak die al een dikke twee maanden in mijn agenda stond, maar die toch wat onderhandeling vergde om geconcretiseerd te raken. Een eerste voorstel om naar Borgloon te trekken, zag ik niet direct zitten. We hadden tijdens onze vakantie in Puglia al veel in de wagen gezeten en ik wilde liever ergens naartoe met het openbaar vervoer of de fiets. En zo kwamen we terecht bij de Gempemolen, op fietsafstand van Leuven.
Mijn vriend en ik zijn niet bepaald de beste fietsers en die bluebikes fietsen wel goed, maar zo’n zware stadsfiets is niet bepaald ideaal om hellingen te beklimmen. We vertrokken dus ruim op tijd (11.45u) om op ons gemak te kunnen fietsen langs een fietsknooppuntenroute. Twee hellingen heb ik effectief moeten afstappen, maar verder genoot ik van de mooie fietstocht. Een route die ons trouwens niet onbekend was, want verschillende keren langs gekomen tijdens de coronacrisis.
We waren een kleine tien minuten te vroeg voor onze afspraak van 13u, dus besloten we nog iets te gaan drinken op het mooie terras van de Gempemolen. Uiteindelijk waren onze vrienden zelf een kwartier te laat, maar geen erg, die limonjito (een mojito met limoncello) smaakte!
De namiddag brachten we al wandelend door op plekken die mijn vriend en ik herkenden van onze vele coronawandelingen. De mannen focusten zich op het zoeken van caches, terwijl ik en mijn vriendin wat bijpraatten over de vakantie en haar zoontje zich uitleefde op zijn loopfiets. Tot hij op een steile bergaf keihard tegen de grond smakte en de fun gedaan was. Resultaat: geschaafde knieën en armen en een dikke lip. Ocharme het manneke. Tot mijn grote verbazing raakte hij nog vrij snel getroost na die heftige smak tegen de grond, maar de rest van de wandeling zat hij toch vooral in de buggy.
We sloten de fijne namiddag af waar we begonnen waren: op het terras van de Gempemolen. Ik ging voor een aantal klassiekers: tonijncarpaccio, steak tartaar en als dessert lauwwarme rijstpap met kinnekessuiker een gouden lepeltje. OMG, die rijstpap was hemels. Daarvoor alleen al zou ik opnieuw naar de Gempemolen fietsen.
Wij bleven eigenlijk iets te lang op het terras plakken, want tegen dat mijn vriend en ik aan onze terugtocht begonnen was de zon al bijna onder. Dapper besloten we ons alsnog aan de knooppuntenroute te wagen die ik op voorhand had opgezocht. En ja, het was een heel mooie route doorheen velden en bossen, maar sommige stukken doorheen het bos waren zo donker dat ik amper kon zien waar ik reed. Niet helemaal verantwoord, dus. We deden over dit stuk van de route een uur en twintig minuten. Nog langer dan ons heenrit, dus.
Toen mijn vriendin uit Antwerpen tijdens ons diner bij Convento Wijnbistro zei dat haar zus die in Italië woont, net als vorig jaar, opnieuw een dikke week aan de kust zou verblijven, schreef ik meteen die data in mijn agenda. En de sterren stonden goed, want het weekend dat onze vriendin uit Ternate aankwam in België was het weekend voordat wij op vakantie vertrokken naar Puglia en dat we om die reden hadden vrijgehouden.
Dus spoorden we zondagochtend in een goed gevulde trein richting de kust. Omdat we plannen hadden om samen te fietsen en er in Duinbergen geen blue-bikes waren, beslisten we af te stappen in Knokke, erop gokkende dat dit station het meeste blue-bikes zou hebben. Helaas, er stonden welgeteld drie blue-bikes in het fietsenrek en dan nog van die slimme blue-bikes zonder fysiek slot. Eén fiets had platte band, de tweede fiets kregen we, na wat geklopt op het zadel, ontgrendeld en de derde fiets kregen we gewoonweg niet geopend. We kregen steeds de melding dat de fiets zich niet bij een blue-bike locatie bevond. Euh, sure.
Na heel wat gepruts gaven we het op en besloot ik alvast met de ene fiets die we ontgrendeld kregen naar het appartement van onze vriendinnen te rijden. Mijn vriend zou te voet volgen en ergens onderweg een fiets huren, zodat we alsnog samen konden fietsen. Dat plan lukte wonderwel en even later waren we allemaal herenigd in het appartement. Een blij weerzien!
Vanaf centrum Knokke-Heist maakten we samen met onze twee vriendinnen en de jongste zoon van onze vriendin uit Italië een fijne fietstocht in de omgeving. We passeerden het charmante dorp Ramskapelle om te eindigen bij de Zes Bochten voor een heerlijke lunch. Op het terras van de Zes Bochten vervoegden we de moeder van onze vriendinnen en de oudste zoon van onze vriendin uit Italië, die al voor ons daar waren aangekomen.
Onze plannen om ook in de namiddag nog een grote fietstocht te maken, borgen we al snel op. Te warm. Ideaal weer om van een mooie namiddag aan het strand te genieten. Veel meer dan luieren en af en toe zwemmen deden we dus niet. Oja, de jongens speelden oorlogje. 😉
‘s Avonds aten we gezellig samen boterhammetjes op het appartement. De oudste zoon van onze vriendin zorgde voor de aperitiefhapjes.
Na het eten namen we afscheid. Ik fietste terug naar Knokke, mijn vriend volgde te voet (hij had zijn huurfiets al in de namiddag binnen gedaan). Tot mijn verbazing lukte het vlot om de blue-bike opnieuw te vergrendelen aan het station.
Het eerste stuk van onze treinrit verliep vlotjes. Bij onze overstap in Brugge was het echter gedaan met ons geluk: gigantische treinvertragingen. Uiteindelijk had onze trein meer dan twintg minuten vertraging en was het zoeken om nog ergens een plaatsje te vinden. Gezellig samen zitten, zat er niet in. En dat beterde er niet op naarmate de rit vorderde. Zo spijtig voor al die mensen die kiezen voor het openbaar vervoer en die na een vermoeiende dag aan zee moeten rechtstaan. Pas na Brussel kwamen er plaatsen vrij in de wagons. Uiteindelijk waren we om twintig voor twaalf ‘s nachts thuis en kropen we meteen in bed na een fijne, maar vermoeiende dag.
Wat doe je als je uitgenodigd wordt om het Nationaal Defilé bij te wonen vanaf de tribune tegenover het Koninklijk Paleis? Gaan, natuurlijk! Niet dat ik zo koningsgezind ben, verre van eigenlijk, want ik vind het koningschap een totaal achterhaald concept, maar hey, het is wel eens bijzonder om zo’n defilé mee te maken vanaf een bevoorrechte plaats. En zeker na twee jaren corona.
De namiddag begon met een beetje stress omdat mijn trein vertraging had en het door de nadarhekken en het vele aanwezige volk niet zo makkelijk was om de ingang aan het Paleizenplein te bereiken. Maar gelukkig kon ik een groepje volgen dat ook een uitnodiging had. De veiligheidscontrole bij de security verliep vlot en ik zocht me een plekje uit op de tribune.
De koningskinderen namen eerst plaats op de koninklijke tribune, gevolgd door de zus, broer en halfzus (Go Delphine!) van onze koning. De koning en de koningin arriveerden onder begeleiding van de koninklijke escorte te paard. Het defilé startte stipt op tijd met eerst het militaire gedeelte, gevolgd door het civiele defilé. Van al de deelnemers kregen de oudstrijders, de jonge kadetten en de helden van de zorg en de brandweer duidelijk het meeste applaus.
Het was boeiend om dit eens mee te maken, maar op den duur had ik het wel gehad met al die marcherende mensen. En de dynamische demonstratie door de militaire en civiele onderdelen van defensie werkte soms een beetje op de lachspieren (en die van mijn buren op de tribune). Al vermoed ik dat dit op tv heel cool overkwam. Ik zag de cameramensen hollen om de demonstratie zo mooi mogelijk in beeld te brengen. Wel cool: de gasten die met een helicopter op het koninklijk paleis gedropt werden en vervolgens zich aan touwen via het dak naar beneden lieten zakken.
Van de overvliegende helicopters en vliegtuigen zag ik helaas niet zoveel, daarvoor zat ik te ver naar achter op de overdekte tribune. Te onthouden voor een eventuele volgende keer.
De dynamische demonstratie van Defensie:
Wat coole voertuigen en een hond:
Het civiele defilé:
Applaus voor de federale politie:
Onze brandweerlieden:
Eigenlijk vond ik de afsluiter het mooiste: muziek gebracht door de koninklijke muziekkapellen van de Marine en van de gidsen:
Het Europese volkslied, een klassieker van Beethoven die me altijd weet te raken:
En het Belgisch volkslied waarvan duidelijk echt helemaal niemand (inclusief mezelf) de tekst kent:
Na het defilé bedankte de koninklijke familie de muzikanten en wuifden ze beleefd naar de aanwezigen op de tribunes.
Het moment waarop Mathilde bijna tegen de grond ging omdat naaldhakken en kasseien nu eenmaal geen ideale combinatie zijn: