Een uitgeregende zaterdag

De drie trouwe lezers van deze blog zullen ondertussen wel weten dat mijn meteorologische voorkeur zich situeert tussen tussen de 22 en 30 graden, vergezeld van een blauwe hemel en een stralend zonnetje. Maar soms heeft een mens geen goed weer nodig om zich te amuseren.

De barbecuemaaltijd met verkoold vlees werd ingeruild voor een tapas-maaltijd met wraps, scampi met appeltjes, purée met zalm en heerlijke salade. Veel gezonder! En we scoorden goeie punten met ons Lego City cadeau voor de drie jongens (5, 7 en 9): een vrachtwagen met oplegger voor een cool vliegtuig. De Lego is er toch sterk op vooruitgegaan sinds mijn tijd. Ik kijk altijd een beetje met afgunst naar al dat mooie speelgoed.

Het was ook heel leuk om met de drie jongens te spelen. Echt schatten van jongens. <3

Van Banff naar Calgary – 4 augustus 2015

Ondanks de twee aparte bedden heb ik een vrij slechte nacht. Om de één of andere reden ben ik veel te vroeg wakker en slaag ik er niet meer in de slaap te vatten. Ik lig te wachten tot de wekker afgaat, die nochtans een uur vroeger staat dan de voorbije dagen (7u).

Vandaag was het plan om helemaal naar Drumheller te rijden om daar met de wagen de Dinosaur Trail van 48 km te doen. Drumheller en omgeving zijn bekend om wille van de overblijfselen van dinosauriërs die er gevonden werden. Er zou ook een zeer interessant museum zijn. We besluiten dit plan echter te schrappen en nog een dag in Banff door te brengen in een allerlaatste poging om nog een beer te zien.

Het ontbijt in het verder uitstekende Brewster’s Mountain Hotel valt dik tegen. Geen warme opties, enkel toast, wat ontbijtkoeken en confituur. Gelukkig is er vers fruit en yoghurt. Ik beperk me dan ook daartoe.

Het weer ziet er deze ochtend redelijk goed uit en volgens de weersvoorspellingen zal het tot een uur of twee in de namiddag mooi weer blijven, daarna mogen we ons aan een hele hoop regen verwachten. Bij het plannen van deze trip had ik mezelf voorgenomen om, net zoals in Ijsland, te gaan paardrijden. Deze voormiddag in Banff lijkt ongeveer de laatste kans om dat nog te doen. We vinden een manège die paardrijtochten van een uur aanbiedt en volgens hun online systeem is er nog plaats voor twee personen om 14u.

We vragen aan de receptie om voor ons een paardrijtocht te reserveren. De vriendelijke dame deelt ons echter mee dat in de voormiddag alles al volzet is. Er is enkel nog plaats vanaf 14u in de namiddag, maar dan gaat het regenen volgens de voorspellingen. Paardrijden in de regen lijkt me niet echt fijn, dus we besluiten het paardrijplan te laten varen en in de plaats daarvan de gondola te nemen naar de top van Sulphur Mountain.

De gondola in Banff ziet er helemaal anders uit dan die in Jasper. Deze gondola is veel moderner, met aparte bakjes waarin je kan plaatsnemen. In de winter dient deze gondola ongetwijfeld om skiërs naar boven te brengen. Hoewel ik het apprecieer dat we kunnen zitten en niet als haringen in een tonnetje op elkaar gepropt moeten rechtstaan, mis ik de uitleg van een jobstudent zoals in Jasper.

We zitten samen met een ouder koppel in de gondola. De man van het koppel zit ons een hele tijd aan te staren alvorens te vragen of we Zweden of Estlanders zijn. Geen van beiden. Het is in al onze reizen nog nooit gebeurd dat iemand onze afkomst juist raadde. De man zegt dat hij en zijn vrouw van Israël afkomstig zijn, wat mij erg verbaast, want ze spreken duidelijk Russisch tegen mekaar. Wellicht zijn er na de tweede wereldoorlog Russische joden naar Israël gemigreerd? Ofwel durft hij er niet voor uitkomen dat ze Russen zijn.

Het is ’s ochtends vroeg al vrij druk boven op Sulphur Mountain, waar het stikt van de chipmunks. We beklimmen het pad helemaal naar het voormalige weerstation. Norman Sanson maakte tijdens zijn hele carrière als weerobservator meer dan 1000 keren de klim naar de top van Sulphur Mountain om het weerstation te bemannen. Hij bleef soms zelfs ter plekke overnachten. Respect.

Vlak onder het weerstation bevond zich tot in het jaar 1981 een observatorium voor kosmische stralen. Dit station werd afgebroken en de functie wordt ondertussen overgenomen door andere observatoria en satellieten.

Bijzonder boeiend allemaal, maar het was duidelijk dat de meeste toeristen de chipmunks veruit het interessantste vonden. 😉

IMG_6156

IMG_6159

IMG_6163

 

IMG_6167 IMG_6173

IMG_6180

IMG_6197

IMG_6214

IMG_6218

IMG_6234

IMG_6240

IMG_6248

Lunchen doen we in het Panorama Restaurant op Sulphur Mountain. Een schitterend uitzicht gecombineerd met lekker eten. Mijn sandwich met asperges en geitenkaas was echt bijzonder lekker.

IMG_7849 IMG_7847

Tijdens de lunch zien we donkere wolken komen aandrijven richting Banff. Qua timing voor ons bezoekje aan Sulphur Mountain hadden we het niet beter kunnen treffen.

Na een ritje terug in de gondola rijden we met de wagen naar Lake Minnewanka, alwaar we even uitstappen om de voetjes in het water te steken. We twijfelen of we ons aan een kanotochtje zouden wagen, maar de vrees overvallen te worden door een stevige plensbui is te groot. In plaats daarvan besluiten we de Minnewanka Loop te doen met de wagen. We hebben geluk: op de weg lopen een stuk of zes berggeiten met mooie grote hoorns die zich maar al te graag laten fotograferen. ’t Zijn wel geen beren, maar wie het kleine niet eert…

IMG_6251

IMG_6253

IMG_6306

IMG_6270

IMG_6280

IMG_6292

IMG_6299

We zouden graag een wandeling maken in deze mooie omgeving, maar voordat we kunnen beslissen welke wandeling te doen, barst het onweer los. Het regent pijpenstelen en opeens is het maar liefst tien graden kouder dan enkele minuten voordien. Het blijft me verbazen hoe veranderlijk het weer in Canada is. In echt een allerlaatste wanhopige poging om nog een beer te zien, rijden we de Minnewanka Loop nog een tweede keer. Wat een contrast! De eerste keer reden we in de stralende zon, de tweede keer in de gietende regen. Beide keren valt er uiteraard nergens een beer te bespeuren.

IMG_6308

Deze keer ziet het er helaas niet naar uit dat de hemel snel zal opklaren. Ik ben echter voorzien op slecht weer, trek een t-shirt met lange mouwen onder mijn kleedje aan, doe mijn wandelschoenen en kousen aan en haal mijn regenjas uit IJsland boven (zo’n nuttig souvenir!).

Klaar voor een bezoek aan de Cave and Basin National Historic Site, de plek waar Parks Canada ontstaan is. Ik weet niet goed wat hiervan te verwachten, maar het blijkt een ideale site om te bezoeken tijdens een regenachtige namiddag.

We werpen een blik op de bijzondere cave waar geothermisch verwarmd water een klein vijvertje vormt. Deze plek is eeuwen geleden ontdekt door de First Nations en was een belangrijke plek voor hun ceremonies. Toen drie westerlingen deze grot ontdekten, kregen ze het geniale idee om hier een kuuroord te bouwen. Van heinde en verre kwamen de mensen baden in het licht zwavelhoudende water.

In het water van de grot leeft een erg bijzondere slak die enkel in deze specifieke omgeving voorkomt. De slak is zwart en piepklein, maar erg kwetsbaar. Er hangen dan ook overal waarschuwingsborden dat het strikt verboden is om je handen in het water te steken.

IMG_6311

IMG_6319

IMG_6333

Na de grot komen we in de ruimte van de vroegere baden terecht. Een bijzonder knappe projectie verspreid over vier reusachtige schermen toont de pracht van de Canadese natuur. Zeer mooi in beeld gebracht. Dat moet een enorm werk geweest zijn om al die beelden zo mooi op elkaar te laten aansluiten.

We sluiten ons bezoek aan de Cave and Basin National Historic Site af met wat zoetigheid in het bijhorende café. Ik koop een nanaimo bar met Irish cream, een zoetigheid dit we onderweg al meermaals zijn tegen gekomen. Lekker, maar niet bepaald een lichte snack. Ik voel me dan ook een beetje schuldig wanneer ik vaststel dat de zogenaamd gezonde berry smoothie 40 g suiker bevat. Yikes!

Rond 16.50u regent het nog steeds en besluiten we te vertrekken naar Calgary in de hoop beter weer tegemoet te rijden. De hoop om nog een beer tegen te komen hebben we laten varen. Ach, we hebben zoveel andere mooie dingen gezien. Heel erg vind ik het niet.

Onderweg naar Calgary blijft de regen ons achtervolgen. Het weer is desastreus slecht: gietende regen, laaghangende wolken. We zijn blij wanneer we eindelijk ons hotel bereiken.

Ik boekte een Best Western Premier vlakbij de luchthaven, omdat we overmorgen ‘s ochtends een vlucht naar Chicago moeten nemen en ik het risico niet wil nemen om in een file terecht te komen tijdens het spitsuur. Hierdoor is ons hotel redelijk ver van het stadscentrum gelegen. Niet zo erg, want het weer is er niet naar om buiten een terrasje te doen.

Het hotel is echt een meevaller. Echt wel één van de beste hotels (op de locatie na) van deze trip. Reusachtige kamer met twee queen size bedden (hoera!) en zeer proper. (Heb ik al vermeld dat sommige hotels in Canada op dit vlak toch echt wel teleur stelden en ’t is niet dat het goedkope hotels waren.)

We dineren in het hotel. Lekker makkelijk! Ik ga voor een wontonsoep (want dat had ik nog niet gegeten deze vakantie ;-)) en mijn vriend voor een pasta. Ik ben zo dom om de grote portie te bestellen. De wontonsoep is gigantisch, zeker na de nogal calorierijke uitspatting van deze namiddag.

IMG_7856

Zoals echte saaie mensen kruipen we na het diner alweer vroeg in bed. Laat ons hopen dat de weergoden ons morgen beter gezind zijn voor onze allerlaatste volledige dag in Canada.

Eerste (halve) werkweek zit erop!

Een werkweek die zich nog een beetje in vakantiemodus afspeelde. Overal gaan vertellen hoe tof het wel niet was in Canada en Chicago, zelf luisteren naar de vakantieverhalen van de collega’s die naar Frankrijk, Montenegro, Kroatië, Slovenië, Albanië, Italië,… waren geweest, elke middag een terrasje doen (woensdag aan een staantafeltje bij de Noordzee, donderdag op het dakterras van de Koninklijke Bibliotheek en vrijdag ramen bij de Samourai) en tussendoor druk achterstallige mails verwerken. Kwestie van de overgang naar het werkleven niet te bruusk te maken. 😉

Enne, superblij dat de maple syrup cookies uit Canada bij mijn collega’s in de smaak vielen. Een groter succes dan mijn mochi uit Japan en gedroogd varkensvlees uit Singapore. 😉

Van Emerald Lake naar Banff – 3 augustus 2015

Een half uur voor de wekker wakker. Tijd genoeg om op mijn gemak een douche te nemen en wat bodylotion te smeren voordat mijn vriend wakker wordt.

Vandaag viert gans British Columbia BC day. We mogen ons dus weer verwachten aan een massale toestroom van dagjestoeristen bij Emerald Lake. Helaas, vandaag moeten wij afscheid nemen van dit ongelooflijk mooie meer en de fijne lodge. Ondanks het wat mindere bed en het gedoe met de shuttle heeft de Emerald Lake Lodge een speciaal plekje in mijn hart veroverd. Ik zal deze plek missen.

Voor ons allerlaatste ontbijt in Emerald Lake Lodge gaan we voor het ontbijtbuffet. Een beetje een teleurstelling, toch wel. De warme ontbijtopties worden niet erg snel bijgevuld en verder is de keuze niet zo groot. We werpen voor ons vertrek nog een laatste blik op het meer en de hot tub. Snik.

IMG_5953

IMG_5956

IMG_5961

IMG_5963

IMG_5968

IMG_5975

IMG_5980

De shuttle voert ons voor de laatste keer naar de guest parking en dan zijn we weg, om vijf minuten later opnieuw te stoppen bij de Natural Bridge, een bezienswaardigheid die zo dicht bij ons hotel ligt dat we er gewoon nog niet geraakt zijn. Dit is onze laatste kans om dit natuurwonder te bekijken, dus daar moeten we gebruik van maken. De Kicking Horse River rivier heeft in de rotsen een formatie uitgesneden die een natuurlijke stenen brug vormt. Leuk om naar te kijken, geen must see wat mij betreft.

IMG_5982

IMG_5983

IMG_5985

IMG_5991

IMG_5995

IMG_5997

In tegenstelling tot de voorgaande dagen is het deze voormiddag een beetje bewolkt. Dat zijn we niet meer gewoon… Een mens went snel aan mooi weer, heb ik al gemerkt.

Het is de bedoeling om deze dag zoveel mogelijk van Banff National Park te zien. Ik realiseer me dat we wellicht een dag te kort zullen komen om alles in Banff te zien wat ik oorspronkelijk gepland had. Ook de plannen om paard te rijden, lijken opgeborgen te moeten worden. De afstanden zijn in Canada veel groter dan we gewoon zijn en de maximumsnelheden liggen aan de lage kant. Mijn vriend rijdt altijd braafjes op de cruise control, maar de gemiddelde Canadees lijkt zich niet al te veel aan te trekken van die snelheidsbeperkingen en rijdt een pak sneller. We maken nochtans lange dagen en proberen zoveel mogelijk op één dag gezien te krijgen. Twee of zelfs drie dagen extra waren geen overbodige luxe geweest om alles net iets meer op het gemak te bekijken en ook nog een paar leuke activiteiten in te lassen.

We stoppen even kort bij Herbert Lake, omdat dit volgens de folder van Banff National Park ‘a photographers favorite’ is. Ik vond dit meer niet zo uitzonderlijk, maar de oppervlakte was dan ook niet spiegelglad omdat er iemand in het meer aan het zwemmen was. Mochten de omringende bergen weerkaatst worden in een rimpelloos meer, kan ik me voorstellen dat het een ander plaatje zou opleveren.

IMG_6004

IMG_6005

We rijden verder naar Peyto Lake, het meest noordelijke punt dat vandaag op de planning staat. Op het eerste gezicht lijkt Peyto Lake heel toeristisch, met massa’s volk bij het uitkijkpunt, maar wie een beetje verder kijkt dan zijn neus lang is, ontdekt een tweede uitzichtpunt dat erg onduidelijk aangegeven is op de plannen en waarvoor je even moet wandelen. Na een mooie (en gemakkelijke) wandeling wordt je getrakteerd op een fenomenaal uitzicht op het schitterende blauwe meer en de gletsjer die het meer voedt. Ongelooflijk mooi.

We zijn zo diep ontroerd door de schoonheid van deze plek dat we achter een paar boompjes wegduiken om zelf gehoor te geven aan de roep der natuur. Vrijen in zo’n uitgestrekt landschap waarin je alleen op de wereld lijkt, het is erg bijzonder.

IMG_6011

IMG_6013

IMG_6020

IMG_6039

IMG_6040

IMG_6041

IMG_6043

IMG_6056

IMG_6064

IMG_6068

IMG_6069

IMG_6073

IMG_6085

IMG_6088

IMG_6091

IMG_6092

IMG_6093

IMG_6096

IMG_6098

Terug in de wagen maken we rechtsomkeer en rijden opnieuw naar het zuiden. Een beetje verderop stoppen we bij de ons inmiddels vertrouwde Num Ti Jah lodge voor een snelle lunch. Het is inmiddels alweer 15u (yep, we leren het niet). Mijn vriend eet een voorverpakte sandwich en ik eet een kom chili. Chili con carne is in Canada blijkbaar een populair gerecht want er zijn veel plekken waar je dit kan krijgen. De chili con carne uit een kartonnen kommetje smaakt eigenlijk best goed en vult veel meer dan verwacht. Na de lunch maken we nog een korte wandeling langs Bow Lake en steken we zelfs even onze tenen in het water.

IMG_6103

IMG_6105

IMG_6110

IMG_6111

IMG_6113

IMG_6118

IMG_6119

IMG_6121

IMG_6124

IMG_6125

IMG_6128

Opnieuw onderweg zien we een samenscholing van her en der geparkeerde auto’s. Daar moet wildlife in de buurt zijn! Helaas tegen dat ik uitgestapt ben, druipen de meeste mensen het alweer af. Alweer een near bear miss. Het zit ons echt niet mee deze vakantie!

Hoe dichter we Banff naderen hoe slechter het weer wordt. Vanaf de Bow Valley Parkway (zowat onze laatste kans om nog een beer tegen het lijf te hopen) begint het effectief te regenen. Maar net zoals voordien duurt de regen maar kort. Naarmate de kilometers vorderen, neemt ook onze hoop om nog een beer te zien af. Jammer, maar we laten er ons niet door ontmoedigen.

We stoppen nog eens onderweg bij een uitzichtpunt, maar het uitzicht is lang niet zo interessant als de twee kerels die vanop de parking een drone met daaraan een camera bevestigd, laten opstijgen. We mogen zelfs even door de bril kijken waarmee de tweede persoon de drone kan volgen, terwijl de eerste persoon de drone bestuurt. Heel erg cool allemaal. Stiekem voeg ik een drone toe aan mijn lijst met onrealistische wensen.

IMG_6137

IMG_6141

IMG_6142

Het begint ondertussen steeds meer te betrekken en zo nu en dan vallen er een paar druppels uit te lucht. De enige vermeldenswaardige stop is die bij Vermillion Lakes in Banff zelf. We genieten van het mooie uitzicht op de wetlands.

IMG_6146

IMG_6148

IMG_6150

In Banff logeren we in de Brewster’s Mountain Lodge, een historisch hotel in het hartje van van het stadje. We hebben opnieuw een kamer met twee queen siz bedden. Hoera! Het ziet er buiten nog steeds uit alsof elk moment de hemelsluizen kunnen open gezet worden. We opteren er dus voor om sushi te gaan eten bij Sushi Bistro dat redelijke tripadvisor reviews krijgt en gelegen is in hetzelfde gebouw als ons hotel. Er staan wat mensen aan te schuiven om een tafeltje toegewezen te krijgen, altijd een goed teken naar mijn mening. Het duurt nogal lang voordat de lege tafels in het restaurant afgeruimd geraken en raken enkele wachtenden in de rij hun geduld kwijt. En zo schuiven wij een paar plekjes naar voren in de wachtrij. Ik heb mijn zinnen nu echt op sushi gezet!

Na een dik kwartier wachten, krijgen we eindelijk een tafel toegewezen en kunnen we hoofdschuddend aanzien hoe de twee diensters er een absoluut potje van maken. Tot mijn verbazing zijn de diensters allebei Japans. We vangen hier en daar zeer duidelijk Japanse woorden op in hun conversatie. Ze slagen er met z’n tweeën echter niet in de tafels op te ruimen en schoon te maken. Daardoor zijn er veel tafels waar niemand aan zit, maar die volgestapeld zijn met vuile borden. Ze lopen op en af met vuile borden en de bestellingen van de klanten, maar zijn totaal ongeorganiseerd. Een groot dienblad en een tafel van vier is in twee minuten afgeruimd. Echt onbegrijpelijk. Het is alsof ze allebei hun eerste werkdag hebben.

De sushi is uiteindelijk best lekker, al blijkt er om 20.30 al redelijk veel uitverkocht te zijn. Om te bestellen krijgen we een blad om aan te duiden wat we willen. We proberen eens iets nieuws uit: spinazie goma-ae. Een spinaziebereiding met een soort pindasaus, best wel lekker.

IMG_7825

IMG_7826

IMG_7827

IMG_7829

IMG_7830

IMG_7831

IMG_7832

Uiteindelijk verlaten we pas om 22u het restaurant. Te laat om nog te kunnen gaan weken in de whirlpool van Brewster’s Mountain Lodge. Als alternatief kunnen we nog naar de hot springs van Banff rijden, maar daar hebben we geen van beiden de energie voor. We besluiten om gewoon linea recta in bed te kruipen en te profiteren van onze afzonderlijke bedden om wat nachtrust in te halen.

Kootenay National Park – 2 augustus 2015

Deze ochtend ontbijt ik met pancakes. De drie reuzepancakes op mijn bord blijken echter van het goede te veel. Ik laat zowat driekwart pannenkoek liggen en het is niet dat ik mijn best niet heb gedaan.

IMG_7799

Vandaag staat een bezoek aan Kootenay National Park op het programma. Oorspronkelijk waren mijn vriend en ik niet van plan om dit park aan te doen, maar omdat Goofball zo enthousiast was over dit park, hebben we ons programma aangepast. Het is alweer een schitterende dag. De lucht is stralend blauw en er valt amper een wolkje te bespeuren. Het belooft een fantastische dag te worden.

Kootenay Park bevindt zich ten zuiden van Emerald Lake. De weg doorheen het park loop bijna recht naar het zuiden. Om tijd te sparen besluiten we eerst langs de snelweg naar het meest zuidelijke punt van het park te rijden (het badstadje Radium Hot Springs) om van daaruit dwars door het park naar het noorden te rijden. Toch een goeie vijf en half uur rijden in totaal. Goed voor een ganse dag onderweg, alle tussenstops meegerekend.

Het is alweer wachten op de shuttle voordat we kunnen vertrekken. Niet dat de shuttle niet frequent rijdt, je kan dag en nacht naar de receptie bellen en een tiental minuten later staat de shuttle er, maar je verliest gewoon tijd die leuker te besteden valt.

We doen er twee uur over om naar Radium Hot Springs te rijden. Onderweg schrijf ik wat aan mijn reisverslagen en tripadvisor reviews en stoppen we een paar keer om foto’s te maken van ospreys. Overal langs de kant van de weg zijn hoge palen geplaatst met nesten erop. Bijna elke paal heeft een nest. Ik slaag erin een paar echt mooie beelden te maken van de roofvogels.

IMG_5722

IMG_5724

IMG_5733

IMG_5740

Fait divers: onderweg passeren we “world’s largest paddle” ergens zomer midden in een veld neergepoot. Het gegeven is zo absurd dat ik er zelfs geen foto van maak.

Rond de middag zijn we in Radium Hot Springs. De pannenkoeken liggen nog op mijn maag, dus veel honger heb ik niet. We gaan voor een snelle lunch in koffiehuis ‘Meet on higher ground’. Ik bestel een champignonroomsoep, maar de soep is wat aan de koude kant. Jammer, want voor de rest is het wel lekker. Mijn vriend eet een sandwich en drinkt een caramel macchiato, het is een koffiehuis voor iets, he.

Ik weet niet of het aan de pannenkoeken, de soep of de vermoeidheid ligt, maar ik heb vandaag wat last van buikpijn. Al goed dat er geen zware inspanningen op het programma staan.

Jammer genoeg ontbreekt ons de tijd voor een bezoekje aan de Hot Springs waaraan Radium Hot Springs zijn naam te danken heeft. Nog iets waarvoor we zullen moeten terugkomen.

We rijden het park binnen langs de indrukwekkende Sinclair Canyon. Uit het niets reizen spectaculaire rotsmuren uit de grond. We passeren de Redwall Fault en genieten van de mooie landschappen. Onderweg stoppen we om de informatieborden te lezen en komen we meer te weten over de manier waarop Parks Canada de parken beheert en hoe de inzichten op dit vlak geëvolueerd zijn.

In de vorige eeuw probeerde men bosbranden zoveel mogelijk te voorkomen, maar dit verstoorde de natuurlijke cyclus van het natuurgebied. De periodieke bosbranden zijn een belangrijk voorwaarde voor verjonging van de bossen. Nadat een bos is afgebrand schieten er meteen nieuwe scheuten op. Sommige dieren houden zich vooral op in jonge bossen, andere dan weer in oude. De pine beetles, waar ik al eerder over schreef, leggen hun eitjes vooral in oude bomen. Doordat er in de vorige eeuw veel minder bosbranden waren, verouderde het bos en ontstond er een keverplaag. Vandaar dat men bosbranden niet meer bestrijdt maar enkel controleert om te voorkomen dat de brand bewoonde gebieden bereikt.

IMG_5746

IMG_5755

IMG_5756

IMG_5758

IMG_5761

We stoppen ergens onderweg bij een prachtige rivier waarvan het water erg laag staat. We waden tot we aan onze enkels in het ijskoude gletsjerwater staan. Al houden we dat niet echt lang vol. De natuur is prachtig, de temperatuur zeer aangenaam en er zijn in velden of wegen geen andere mensen te bekennen. Dus ja, we hebben de kans aangegrepen voor een fijne vrijpartij.

IMG_5773

IMG_5774

IMG_5777

IMG_5783

IMG_5793

Onderweg naar de Paint Pots spotten we nog eens een hert. Aan herten geen gebrek, hier. De Paint Pots zijn poelen waar vroeger oker gewonnen werd. De okerkleurige grond steekt prachtig af tegen het groen van de bomen en het blauw van de hemel. Erg fotogeniek. Alleen jammer van al de insecten die zich hier duidelijk thuis voelen. Ondanks al de insectenspray op mijn blote armen en benen ben ik alweer een paar beten rijker. In looppas keren we terug naar de auto, in de hoop sneller te lopen dan de insecten vliegen.

IMG_5805

IMG_5808

IMG_5813

IMG_5822

IMG_5829

IMG_5832

IMG_5833

IMG_5836

Onze volgende stop is Marble Canyon. We bewonderen de 35 m diepe dolomieten ravijnen die ingesleten werden door het gletsjerwater van Tokumm creek. Prachtig. Op de hellingen van de omringende bergen zien we overal fuchsia fireweed bloeien. Een bloem die zich typisch thuis voelt op plekken waar net een brand gewoed heeft.

IMG_5841

IMG_5868

IMG_5875

IMG_5879

IMG_5886

IMG_5890

IMG_5898

Vlak voor het einde van Kootenay National Park maken we snel nog een fotootje van de paal die aangeeft waar de continental divide zich bevindt. Verder valt er daar eigenlijk niet veel te zien. We rijden verder naar Lake Louise in Banff National Park. Door het verlengde weekend stikt het er van het volk. Wij komen aan zo rond 18.00u en zien in de andere richting een lange rij auto’s die aanschuiven om weg te rijden van het meer. Ik had hoge verwachtingen van Lake Louise, een echt plaatje op al de afbeeldingen die ik al zag, maar mijn verwachtingen worden niet geheel ingelost. Ik vind het chateau dat aan de oevers van het meer gebouwd is bijzonder lelijk en de massa toeristen die selfies staan te nemen, maken dat ik niet echt kan genieten van deze plek.

We kijken even hoeveel dat het huren van een kano kost. Voor een tocht van een half uur betaal je 55 Canadian dollar (op Emerald Lake betaalden we 66 dollar voor twee uur). Een beetje schandalig vind ik dat. Nu, de rij is sowieso toch veel te lang en de verhuur stopt om 19u. Geen kano voor ons.

IMG_5908

IMG_5911

IMG_5930

IMG_5935

We twijfelen of we in de buurt van Lake Louise zullen avond eten. Het is niet zo ver naar Emerald Lake vanaf Lake Louise, maar die file zou wel eens roet in het eten kunnen strooien. Geen van beiden hebben we veel zin om op zo’n prachtige dag in de file te gaan staan. We lopen Chateau Louise binnen, maar het aanbod van de restaurants weet ons niet te bekoren en het lukt even niet om een 3G-connectie lang genoeg in stand te houden om tripadvisor te hulp te roepen. Het netwerk is waarschijnlijk overbelast door al die mensen die selfies zitten op te laden naar Facebook en Instagram.

Maar kijk, soms zit het al eens mee. Net wanneer we beslist hebben om dan maar naar Emerald Lake terug te keren (we zitten al in de wagen) lukt het toch om tripadvisor ingeladen te krijgen en lees ik dat de Deer Lodge waaraan we net voorbij gereden zijn, goeie reviews heeft. We maken rechtsomkeer, parkeren onze wagen en slagen er ondanks de drukte vlot in een tafeltje te bemachtigen. Het lijkt alsof de meeste mensen die Lake Louise vandaag bezoeken, hun eigen picknick mee hebben.

Mijn buikpijn is verdwenen en om dat te vieren bestel ik en cocktail met de welluidende naam ‘bison in the hills’, met wodka, limoen en bosbessenwijn en daarna nog eentje die ‘the backcountry’ heet, met bourbon, drambuie en honing. Allebei erg lekker. Op de menukaart staat kariboevlees. Hoe vaak krijgt een mens de kans om dit vlees te proeven? Niet zo vaak, dus mijn keuze is snel gemaakt. Ik stel me wel vragen bij het voorvoegsel ‘wild’, want ik kan me moeilijk voorstellen dat Parks Canada het toelaat om kariboes af te schieten in het Nationale Parken. Ik ga ervan uit dat het vlees afkomstig is van gekweekte kariboes.

Het smaakt mij alleszins geweldig. Mocht u ooit in de buurt van het veel te toeristische Lake Louise zijn, de Deer Lodge is een aanrader.

IMG_7810

Bij het naar huis rijden, worden we getrakteerd op een fantastische zonsondergang. Ik schiet wat plaatjes door het raam, maar die doen de schoonheid van deze avond oneer aan.

IMG_5942

IMG_5950

Rond 22u zijn we op de guest parking. Ik bel opnieuw naar de receptie met de vraag de shuttle te sturen en een klein half uur later liggen we te weken in de hot tub. Ditmaal hebben we de hot tub niet voor ons alleen. Drie meisjes uit Vancouver hebben er acht uur over gedaan om Emerald Lake Lodge te bereiken, speciaal om morgen BC Day te vieren. Het is heel donker, dus ik kan hun gezichten niet onderscheiden, maar ze zijn praatgraag en we hebben een fijn gesprek.

We sluiten de avond af in de bar waar we op de valreep (het is 23u) nog een drankje kunnen bestellen. Twee cocktails vind ik meer dan voldoende, dus ik hou het bij een non-alcoholische limonade. We kunnen ons moeilijk concentreren op ons gesprek, want één van de diensters maakt duidelijk een kleine crisis door. Ze laat gedurende het dik half uur dat wij er zitten, maar liefst vijf glazen kapot vallen. Op een gegeven moment denken we echt dat ze op het punt staat om in huilen uit te barsten. Ik ben altijd wel te vinden voor een beetje real life drama, maar ik heb te doen met het meisje. Ik begrijp niet goed waarom de patron haar niet gewoon naar huis stuurt, het is duidelijk dat ze vandaag geen kwalitatief werk meer zal leveren.

Na weer een geslaagde dag kruipen we voor de allerlaatste maal onder de dekens van ons huisje in Emerald Lake Lodge. Ik zal deze magische plek missen!

Back in Belgium!

And we’re back! Jullie hebben ongetwijfeld gemerkt dat het hier de voorbije weken erg stilletjes was. De reden daarvoor is simpel: ik was er even tussenuit samen met mijn vriend. Het was wel degelijk de bedoeling om jullie bloggewijs op de hoogte te houden van mijn belevenissen, maar het internet in Canada was zo horrible slecht, dat ik het niet zag zitten om uren te wachten voordat mijn foto’s opgeladen zouden zijn. Ik schreef tijdens deze trip wel degelijk reisverslagen, maar besloot mijn eigen stressniveau te verlagen door deze pas online te zetten bij thuiskomst. Dus mogen jullie de komende dagen heel wat blogupdates verwachten, wanneer ik één voor één alle verslagen online gooi.

PS: Blij dat hier de zon schijnt!

Yoho National Park – 1 augustus 2015

Wat een schitterende dag vandaag! En hoe heerlijk om te kunnen opstaan en op je eigen balkon de frisse lucht te kunnen inademen terwijl het fabelachtige blauwgroen van Emerald Lake tussen de bomen glinstert. It doesn’t get any better than this. Wat een magische plek. Het is een voorrecht dat wij hier kunnen verblijven.

We starten de dag naar goede gewoonte met een stevig ontbijt. Geen buffet voor ons, we kiezen allebei voor de omelet met boschampignons. Heerlijk. Al moet er mij wel iets van het hart, waarom serveren de Canadezen bij elke ontbijtoptie (de yoghurt met granola uitgezonderd) hashbrowns (gefrituurde aardappelschijfjes)? Geef mij liever wat blaadjes sla of stukjes tomaat in de plaats van deze ongezonde, vette toevoeging. Maar goed, detailkritiek. Ik heb de hashbrowns gewoon laten liggen.

IMG_7770

Na het ontbijt gaan we naar het verhuurpunt voor de kano’s. Emerald Lake ligt er buitengewoon schitterend bij en de beste manier om zo’n meer te verkennen is nog altijd per boot. We zijn duidelijk niet de enigen die er zo over denken, want er dobberen al flink wat kano’s op het meer. Het meer is superkalm, wat het peddelen erg makkelijk maakt. In geen tijd zijn we aan de overkant en meren we aan bij een klein bergriviertje dat ontspringt uit de gletsjer. We steken onze tenen in het ijskoude water, maar je moet al een echte ijsbeer zijn om dat langer dan een paar minuten vol te houden.

IMG_5551

IMG_5558

IMG_5561

IMG_5562

IMG_5564

IMG_5574

IMG_5575

IMG_5587

IMG_5600

IMG_5604

Die twee uren op het meer vliegen voorbij. We zien (en horen) opnieuw een loon, maar dit exemplaar laat zich niet zo makkelijk naderen als de loons op Lac Le Jeune. Lunchen doen we in het café van Emerald Lake Lodge. Ik eet een werkelijk heerlijk stukje zalm met een salade van quinoa, terwijl mijn vriend ontdekt dat een flatbread een soort kruising tussen flammkuchen en pizza is.

IMG_7776

IMG_7775

IMG_7773

Na de lunch staat een verkenning van de rest van Yoho National Park op het programma. De chauffeur van de shuttle die ons terug brengt naar de guest parking moet talloze toeristen ontwijken en zich door een lange rij aanschuivende wagens die een parkeerplek zoeken, wringen. Hij legt ons uit dat dit weekend (het is vandaag zaterdag) een verlengd weekend is. De eerste maandag van augustus wordt in gans British Columbia BC Day gevierd. De dagjes- en weekendtoeristen hebben duidelijk van het schitterende weer geprofiteerd om massaal naar één van de mooiste plekken van BC af te zakken. Nu begrijp ik waarom het tijdens het boeken zo lastig was om in deze periode logement te vinden…

Vanaf de guest parking rijden we een goeie twintig minuten naar onze eerste stop van de dag: Hoodoo Creek. In mijn gids staat een klein fotootje van de bijzondere rotsformaties (hoodoos) dat mijn interesse gewekt heeft. Veel uitleg bevat mijn gids niet, buiten dat de weg naar de hoodoos een ‘kort maar erg steil pad’ is. Na onze klimtochten van de vorige dagen ben ik vol vertrouwen dat dit wel zal lukken.

Enfin ja, blijkt dat een ‘kort maar erg steil pad’ geïnterpreteerd moet worden als een pad van 1,6 km waarop 300m gestegen moet worden. We slikken even, maar besluiten toch door te zetten. Het is vooral tijdens het eerste deel van de helling erg warm, we lopen in de volle zon, zonder schaduw. Ergens in de helft ontmoeten we twee Nederlanders die ons goeie moed geven door te zeggen dat het zwaarste stuk achter de rug is en het volgende gedeelte meer schaduw te bieden heeft. Oef!

IMG_5609

IMG_5611

IMG_5615

IMG_5617

IMG_5618

IMG_5619

IMG_5620

IMG_5626

We raken vrij vlot tot aan een splitsing waar we kunnen kiezen tussen nog meer klimmen naar het bovenste uitzichtpunt of afdalen naar het onderste uitzichtpunt. Wij zijn geen watjes, dus bijten we door en klimmen we naar het bovenste uitzichtpunt. Echt honderd procent de moeite. Vrij snel zien we zachtgele stenen pilaren oprijzen met daar bovenop, als een kroon, een donkere steen. Een heel bijzonder gezicht en absoluut de moeite van de klim waard. De kunstwerken van moeder natuur zijn toch de allermooiste.

IMG_5627

IMG_5628

IMG_5634

IMG_5636

IMG_5648

Wanneer we uit gefotografeerd zijn, dalen we af naar het lagere uitzichtpunt. Je krijgt op dit uitzichtpunt vlakbij de rivier wel een beter overzicht van het geheel, maar de schoonheid van de hoodoos komt hier minder goed tot zijn recht.

IMG_5653

IMG_5654

IMG_5658

Ik heb het nog altijd heel erg warm, dus besluit af te koelen in het ijskoude riviertje met smeltwater van de gletsjers. Niet zo’n slimme beslissing, want nu ben ik de grip op de binnenkant van de zolen van met teva’s kwijt en glibber ik in mijn sandalen op weg naar beneden. Gelukkig drogen die teva’s ook supersnel en gaat het na een erg voorzichtig stuk een pak sneller.

We kloppen onszelf op de borst wanneer we terug bij de wagen zijn. We made it! In totaal zijn we bijna 3 uur onderweg geweest voor twee maal 1,6 kilometer. Dat kan tellen voor een ‘kort’ pad…

Onderweg naar Takakkaw falls spotten we een hert. Ik moet eerlijk zijn, voor een land zo groot en ongerept als Canada valt de hoeveelheid wildlife die we tot nu toe gezien hebben dik tegen. Maar goed, niets aan te doen. De beren komen niet op bevel het bos uit gekropen.

Takakkaw Falls is een fenomenale beleving. De mooiste waterval tot nu toe. Het water stort zich met een donderend geraas van een hoogte van 302 m naar beneden. De ondergaande zon zorgt voor een fantastische regenboog. Mijn vriend en ik proberen de voet van de waterval zo dicht mogelijk te naderen maar worden teruggedrongen door het ijskoude water dat opstuift. Tip: het is een goed idee om een regenjas aan te doen om deze waterval te bezoeken. Onze regenjassen liggen helaas in de auto een stukje terug.

Toch geniet ik van de combinatie van zon en ijskoude druppels op mijn vel. De regenboog is zo groot dat ik hem niet kan vastleggen met mijn 24-70mm lens. Gelukkig is de Gopro een perfect alternatief voor mensen zonder breedhoeklens.

IMG_5694

IMG_5699

IMG_5706

IMG_5716

DCIM100GOPRO

IMG_5717

Half doorweekt keren we lachend terug naar de wagen. We geven de regenjas-tip nog snel mee aan een paar toeristen die vlak bij onze wagen stoppen. Ze kijken ons wat vreemd aan, maar besluiten dan toch maar onze raad op te volgen.

We willen iets gaan eten in Field, maar mijn voeten zijn zo vuil dat ik het niet aandurf om een restaurant binnen te stappen. Gelukkig passeren we ergens een waterkraan in de buurt van een camping. Ik was snel mijn voeten (lang niet zo koud water als dat water van de Takakkaw waterval) en zie er weer min of meer presentabel uit.

Het kleine dorpje Field blijkt niet meteen gigantisch veel eetgelegenheden te hebben en zo belanden we bij de Truffle Pigs, een pub waarover we toevallig de chauffeur van de shuttle al hadden horen praten de avond dat we in Emerald Lake aankwamen.

In tegenstelling tot wat we ondertussen gewoon zijn, moeten we behoorlijk lang op ons eten wachten. Het lijkt alsof we een beetje te laat aangekomen zijn (21u) en het keukenpersoneel al voor de helft naar huis is, omdat ze op zo’n laat uur geen klanten meer verwachten. Maar hey, er is free wifi dat min of meer werkt. We klagen niet.

IMG_7792

IMG_7793

Het eten valt eerlijk gezegd wat tegen. Ik bestelde dezelfde schotel (gnocchi met scampi) als een dame aan een tafeltje vlak bij mij, maar het is duidelijk dat de ingrediënten gedeeltelijk op waren. De gigantische broccolistronk die bij de dame op haar bord lag, is bij mij een klein en verschrompeld geval en van de geroosterde paprika’s waar ik zo’n zin in had, valt geen spoor te bekennen. Gelukkig wil mijn vriend wel een paprika uit zijn bord aan mij afstaan.

We komen alweer veel later dan gepland aan op de guest parking. Ik bel vanuit het wachthuisje naar de receptie om te vragen om een shuttle te sturen. Emerald Lake Lodge heeft een fantastische ligging, maar dat gedoe met die shuttle is toch wel een beetje vervelend.

Rond 22.40u zijn we eindelijk op onze kamer. Ik wil dolgraag nog in de hot tub. Op een drafje trekken we onze badkledij aan en we rennen half naar de hot tub. Op dit uur is de hot tub volledig verlaten en we genieten van de weldoende warmte onder de nachtelijke sterrenhemel (eigenlijk is er op dit tijdstip nog te veel licht in de lucht om goed sterren te kunnen zien).

Normaal sluit de hot tub om 23u, maar het vriendelijke personeel van Emerald Lake Lodge komt ons zeggen dat we ons niet moeten haasten en we nog wat langer mogen blijven weken. We maken dankbaar gebruik van het aanbod.

Helemaal opgewarmd kruipen we na alweer een lange en vermoeiende dag in ons bed.

Icefields Parkway en aankomst in Emerald Lake Lodge – 31 juli 2015

Tijdens onze laatste nacht in Jasper wat beter geslapen, al die lichaamsbeweging zal zijn vruchten afgeworpen hebben. Toch lichte spierpijn deze ochtend en wat last van mijn rechterknie, misschien toch wat te enthousiast geweest bij het dalen.

Geen eieren bij het ontbijt voor mij vandaag. Ik bestel een granola en yoghurt bij Papa George’s. Mijn vriend bestelt de pancakes en krijgt me daar een enorme portie op zijn bord. Ik offer me graag op om hem bij te staan de drie reuzepannenkoeken soldaat te maken.

IMG_7747

IMG_7748

Op aanraden reden we het eerste stuk van onze rit naar Emerald Lake via de 93A. We zouden een goeie kans hebben om hier wildlife te spotten. Wij spotten echter helemaal niks. Jammer. De beren zitten duidelijk liever in het bos dan zich aan ons te tonen. Het is trouwens alweer fantastisch mooi weer en heerlijk warm. Misschien liggen die beren gewoon ergens in de schaduw te puffen.

We stoppen onderweg aan de samenvloeiing van de Whirlpool en Athabasca rivieren. Met onze flipflops gaan we het water in. Dat is ijs- en ijskoud. Gesmolten gletsjerijs, ideaal om wakker te worden, moest je dat nog niet zijn.

IMG_5230

IMG_5232

IMG_5238

IMG_5243

We rijden verder naar de Athabasca falls. Mooie, krachtige waterval met een prachtige regenboog, maar nogal toeristisch naar mijn goesting. Het is drummen om een selfie bij de waterval te maken. Het lukt me niet om met mijn 24-70 mm lens de ganse waterval in beeld te krijgen. Gelukkig biedt de gopro uitkomst. Via de tablet van mijn vriend concentreren we op de wifi van de gopro en zo maken we enkele leuke beelden en filmpjes.

IMG_5232

IMG_5269

IMG_5272

IMG_5295

IMG_5299

IMG_5310

IMG_5322

Ook vandaag hebben we een flinke rit voor de boeg, we proberen dus de stops zo kort mogelijk te houden. Lunchen doen we rond 13u bij Sunwapta Falls in een soort van zelfbedieningsrestaurant, waar je eerst aanschuift om je drank en koude gerechten uit de toog te nemen, maar waar de warme gerechten aan tafel gebracht worden. Ik waag me voor de allereerste keer deze reis aan een burger, een portobello burger dan nog wel! Mijn vriend gaat voor de salmon burger. Allebei zeer lekker, het mag gezegd. Ook fijn dat we buiten op het terras kunnen lunchen, al is het te warm om in de zon te zitten.

IMG_7749

IMG_7750

We rijden de Icefields Parkway verder af en genieten van de fenomenale uitzichten. We stoppen om de haverklap om foto’s te nemen. Achter elke bocht ligt een nog mooier vergezicht. Geweldig.

IMG_5334

IMG_5335

IMG_5336

IMG_5342

IMG_5351

IMG_5374

IMG_5376

IMG_5377

Rond 16u komen we aan bij het Columbia Icefield en de Athabasca gletsjer. Onze hoofdactiviteit van de dag is een ritje met de Ice Explorer op de gletsjer. We schuiven aan om een ticketje te kopen voor het Glacier Adventure en verwachten minstens een uur te moeten wachten alvorens te kunnen vertrekken. Maar hey, we hebben blijkbaar geluk we krijgen toegangstickets voor 16.15u. Het is 16.04 en wij staan nog op sandalen en in korte mouwtjes. De dame aan de kassa verzekert ons echter dat de gletsjer best te bezoeken valt op wandelsandalen. De kou op de top van Whistlers Mountain ben ik echter nog niet vergeten, dus mijn vriend spurt naar de auto heen en terug om onze windstoppers te halen. Just in time!

We worden eerst met een gewone bus naar het vertrekpunt van de rit met de Ice Explorer gebracht. Rijden met de Ice Explorer is op zich al een hele belevenis. Er zijn maar een dertigtal van deze vehikels gebouwd in de wereld. Allemaal in het jaartal 1982. Onze chauffeur, de bijzonder grappige Tall Mike, verzekert ons echter dat de voertuigen door uitstekende mecaniciens onderhouden worden. Het merendeel van deze voertuigen wordt ingezet voor het vermaak van toeristen tijdens het Glacier Adventure, één Ice Explorer doet dienst voor wetenschappelijk onderzoek in McMurdo Station en de laatste is een promotievoertuig om reclame te maken voor het Glacier Adventure. Eén Ice Explorer kost 1,3 miljoen Canadian dollar en één wiel van een Ice Explorer kost 3000 dollar (elke Ice Explorer heeft zes wielen).

Tall Mike beweert dat de banden van het voertuig zo ontworpen zijn dat ze de gletsjer zelf geen schade berokkenen. Om te vermijden dat de voertuigen partikels van elders op de gletsjer achterlaten, rijden alle voertuigen eerst door een beek met stromend water. Of dit echt het beoogde effect heeft, durf ik te betwijfelen, maar Tall Mike heeft een punt wanneer hij zegt dat er genoeg andere invloeden zijn die een negatief effect op de gletsjer hebben.

Het spectaculairste moment van de rit is de ongelooflijke helling van 32 procent (neen, geen typfout) die we moeten nemen om de gletsjer te bereiken. Yikes! En dan is het eindelijk zover. We mogen uitstappen en een kwartier lang op de Athabascagletsjer rondlopen. Echt fenomenaal om met sandalen en blote benen op een gletsjer te staan. In IJsland is het er niet van gekomen. gelukkig zijn de weergoden ons in Canada beter gezind!

Dat kwartiertje is uiteraard veel te snel voorbij en na nog een allerlaatste foto nemen we opnieuw plaats in de Ice Explorer voor de terugrit langs diezelfde ijzingwekkend helling. Oja, nog interessant om mee te geven. De ongelooflijk blauwe kleur die meren zoals Lake Louise hebben, wordt veroorzaakt door rock flour (zeer fijn steenstof dat door de bewegingen van de gletsjer over de rotsen wordt geproduceerd). De breking van het licht verandert door de aanwezigheid van het stof waardoor de kleuren zo fenomenaal zijn. Rivieren met heel veel rock flour zijn trouwens wit van kleur.

Als afsluiter nog een klein grapje van Tall Mike. Waar staat de naam van het stadje Jasper voor? Just Another Small Place Extracting Revenue. :-)

Deze trip naar de gletsjer en terug samengevat in één woord. Awesome!

IMG_5394

IMG_5400

IMG_5401

IMG_5405

IMG_5413

IMG_5419

IMG_5421

IMG_5425

IMG_5440

IMG_5451

IMG_5458

IMG_5468

IMG_5484

IMG_5486

We twijfelen nog even om een korte wandeling naar het uiteinde van gletsjer te maken, maar er steekt een koude wind op en we hebben nog een serieuze rit voor de boeg. Onderweg stoppen we om te tanken (de tankstations zijn in de natuurparken niet bepaald dik gezaaid). Het is ongeveer etenstijd, dus ik stel voor om even naar het aanbod te kijken. Het dinner buffet ziet er erg aantrekkelijk uit, maar we krijgen de mededeling dat we 20 minuten moeten wachten op een tafel. Mijn vriend ziet het niet zitten om twintig minuten van onze kostbare tijd te verspillen. Verder dus.

IMG_5493

IMG_5496

IMG_5504

IMG_5507

IMG_5519

IMG_5526

Mijn maag begint ondertussen erg te rammelen en mijn humeur zakt zienderogen tot daar opeens een bord opduikt dat ons de weg wijst naar de Num Ti Jah Lodge. Een zeer mooie lodge gelegen aan de oevers van het Bow Lake en met uitzicht op de Bow Glacier. We moeten tien minuten wachten (tot 20u) voordat we een tafel kunnen krijgen in de Elkhorn Dining Room, maar ditmaal houden we vol. We wandelen even tot aan de oevers van het Bow Lake en terug en onze tafel is klaar.

IMG_5530 IMG_5532

Ik heb gehoord dat het rundvlees in Canada zo lekker is, dus ik bestel voor de eerste maal deze reis beef tenderloin. Zonder overdrijven, fenomenaal lekker stukje vlees. Heerlijk sappig, goed gekruid, maar niet te veel. Fantastisch!

IMG_7754

Rond een uur of tien komen we eindelijk aan bij Emerald Lake. Enfin ja, we parkeren onze auto op de guest parking en staan ons net af te vragen hoe we in godsnaam bij de Emerald Lake Lodge moeten geraken wanneer er een shuttle busje opduikt dat ons en onze bagage netjes aflevert aan de receptie en ons na het inchecken afzet voor ons eigen huisje dat opgedeeld is in vier logeerkamers met bijhorende badkamer.

Het is ondertussen al flink donker, dus veel zien we niet van onze omgeving. Onze kamer ziet er gelukkig fantastisch uit met een eigen zithoek en hout dat klaarligt om een haardvuur aan te maken (lijkt ons wat overdreven met temperaturen die in de buurt van de dertig graden komen). Ik kan haast niet wachten om het eilandje waarop Emerald Lake Lodge ligt, morgen verder te verkennen!

IMG_5535

IMG_5539

Jasper National Park – 30 juli 2015

Alweer een suboptimale nacht. Omdat wij soms liever lui dan moe zijn, maken we het onszelf makkelijk en ontbijten we opnieuw bij Papa George’s. Ik bestel ditmaal de eggs benedict met zalm. Het smaakt me minder dan gisteren, de kok heeft ditmaal wat overdreven met de sauce hollandaise. Ik laat een grote kwak op mijn bord liggen.

Het ziet ernaar uit dat het vandaag een mooie en zonnige dag wordt. Ideaal om de Jasper Skytram te nemen die ons langs de flanken van Whistlers Mountain omhoog zal voeren. Het ritje met de Skytram duurt amper 7 minuten. We zijn duidelijk niet de enigen die wilden profiteren van het mooie weer, onze gondola zit stampvol mensen. Tijdens de 7 minuten naar boven krijgen we uitleg van een vriendelijke jobstudent over de ons omringende bergen.

Dat we op die 7 minuten fel gestegen zijn, moge duidelijk zijn. Bij het grondstation was het nog een gezellige 23 graden, boven halen we amper de 12 graden. Al een geluk dat we zo slim waren om onze windstoppers mee te nemen. Vanaf het aankomststation van de SkyTram wacht ons een steile klim van 2300 naar 2500 meter hoogte. Laat het er ons op houden dat ik heel veel gepuft heb. Voor een lange wandeling draai ik mijn hand niet om, maar zulke steile hellingen zijn mijn kuiten niet gewoon. De beloning was echter groot: wat een fabelachtig uitzicht op Jasper en de omringende bergen. Ik kan amper ophouden met foto’s maken.

IMG_4948

IMG_4951

IMG_4953

IMG_4954

IMG_4964

IMG_4968

IMG_4972

IMG_4978

IMG_4979

IMG_4984

De fotograaf die we aanspreken om een foto van ons tweetje te nemen, geeft nog wat gratis fotografietips mee. Hij is een grote voorstander van het gebruik van HDR in deze omstandigheden. Ik heb effectief een HDR functie op mijn toestel, maar ben zelf eerlijk gezegd niet zo’n grote fan van HDR. Het resultaat ziet er altijd wat artificieel uit en je moet je toestel enorm goed stil houden als je geen statief bij hebt. Enfin, ik zal het eens een kans geven en de resultaten vergelijken met mijn andere foto’s. [nvdr: de meeste HDR foto’s die ik vanuit de losse hand nam, vond ik gewoon niet scherp genoeg, geen HDR zonder statief dus, voor mij]

We klauteren op wat rotsen voor wat leuke kiekjes, vangen een glimp op van Mount Robson die even van tussen de wolken komt piepen en vatten vervolgens de terugweg naar de gondola aan. Onderweg vragen we een vriendelijke meneer nog een foto van ons beiden te maken. De heer heeft toch alle tijd van de wereld, want zijn vrouw is nog bezig met de afdaling.

Na een kort ritje met de SkyTram staan we terug beneden. Een ritje heen en terug met de SkyTram kost 37 Canadian dollar. Een flinke smak geld voor 14 minuten, zou je denken, maar de klim en het fantastische uitzicht maken dat dit een faire prijs is voor wat je krijgt. Een aanrader.

Bij het binnenrijden van Jasper National Park twee dagen geleden kregen we een handige brochure met een aantal voorstellen voor een dagplanning. Het is ongeveer middag en wij beginnen nu aan de dagplanning. We rijden doorheen Jasper naar Miette Hot Springs, de heetste hot springs van de Rocky Mountains. De temperatuur van het water kan oplopen tot 53.9 graden. Gelukkig wordt het water in de thermale baden voor de bezoekers afgekoeld tot 39 graden.

Onderweg naar Miette Hot Springs spotten we eindelijk nog eens wat wildlife dat de moeite waard is. Langs de kant van de weg liggen een paar prachtige rendieren te herkauwen. En nog wat verder lopen er een paar berggeiten op hun gemak op de pechstrook. Tip: je weet dat er wildlife in de buurt is, wanneer je een ganse hoop auto’s stil ziet staan langs de weg zonder dat er een stopplaats in de buurt is. Meestal zwermen er rond die auto’s ook een paar mensen met fototoestellen rond.

IMG_5063

IMG_5064

IMG_5065

IMG_5073

IMG_5083

IMG_5105

Rond 14.15 zijn we bij Miette Hot Springs. Onze magen rammelen. Het blijft moeilijk om een gezonde regelmaat in ons eetpatroon in te bouwen. Vlakbij de baden is er gelukkig een lodge met een bijhorend restaurantje. Het dagaanbod ziet er niet slecht uit en we besluiten het erop te wagen. We zijn een beetje verrast vast te stellen dat we in deze uithoek op een Grieks restaurant gestuit zijn met authentieke Griekse specialiteiten op de kaart.

Ik ga voor de lunchsuggestie, de tuna sandwich en mijn vriend voor (rarara) een burger. We genieten van het zonnetje op het mooie met bloemen versierde terras. Tijdens onze lunch lopen er op hun dooie gemak een stuk of tien berggeiten langs. Eerst zijn we nog voorzichtig, maar we merken dat de beesten zich bijzonder goed laten benaderen (ik vermoed dat ze, ondanks de verbodsborden die overal staan, nu en dan wat toegestopt krijgen).

IMG_5122

IMG_5130

IMG_5134

IMG_5136

Blijkbaar ontbreekt in het dieet van berggeiten zout en laat wagens na de lange Canadese wintermaanden nu eens een goeie bron van zout zijn. We zien dus de geiten samen gezellig aan de wagens op de parking likken.

Na de lunch is het tijd voor wat lichaamsbeweging. De brochure raadt ons de ‘moderately challenging’ Sulphur Skyline Hike aan. Een wandeling van heen en terug zo’n 8 km. Op het bord van de wandeling staat dat je de eerste helft maar liefst 700 meter stijgt, de tweede helft daal je langs hetzelfde pad weer naar beneden. We twijfelen even, maar ‘moderately challenging’, dat moet toch doenbaar zijn?

Ik kan jullie bij deze meegeven dat de Canadezen gans iets anders verstaan onder ‘moderately challenging’ dan ik. My god, wat een zware wandeling. Het pad gaat steil omhoog, op geen enkel moment kan je even recupereren op een vlak of dalend stuk. Klimmen, klimmen, klimmen, vier kilometer aan een stuk. Mijn kuitspieren beginnen te protesteren en mijn hoofd ziet ongetwijfeld knalrood. We moeten meermaals een rustpauze inlassen of worden daar min of meer toe gedwongen wanneer we een soort parelhoen zien passeren op onze weg. Verder zien we naar goede gewoonte heel veel squirrels en chipmunks.

IMG_5138

IMG_5139

IMG_5145

IMG_5149

IMG_5150

IMG_5161

IMG_5167

IMG_5169

Wanneer we aankomen op een plek waar een grote witte steen ligt en we een groep hikers eten zien klaarmaken op een kampvuurtje denken we dat we er zijn. Helaas, de applicatie op de smartphone van mijn vriend duidt de top nog een stukje verder aan. Het venijn zit zoals altijd in de staart: het laatste stuk is zo mogelijk nog steiler dan het voorgaande met als extra moeilijkheidsgraad dat het nu klimmen op losliggende kiezelstenen is. Spannend.

Na heel veel gezucht, gekreun en geklaag (van mij dan toch, mijn vriend lijdt in stilte) bereiken we de top. Met dank aan de vele aanmoedigingen (nog zoveel meter…) van mijn vriendje. Het is duidelijk dat ik niet veel klimervaring heb, maar wat een ongelooflijk uitzicht. Nu begrijp ik waarom de brochure deze wandeling aanraadt. Al vraag ik mij nog altijd af wat die Canadezen dan wel onder challenging verstaan.

IMG_5182

IMG_5184

IMG_5185

IMG_5186

IMG_5189

IMG_5191

IMG_5192

IMG_5199

IMG_5216

We zijn wat fotootjes van elkaar en van het uitzicht aan het maken wanneer een koppel met hun vier kinderen vlak na ons de top bereikt. Ze vragen vriendelijk om een familiefoto van hen allen te maken. Al is dat duidelijk niet naar de zin van Christian, de oudste zoon die overduidelijk aan het puberen is. De klimmers blijken uit Minneapolis afkomstig te zijn. De vader vertelt dat ze de dag voordien met hun campervan uit hun thuisstad Minneapolis vertrokken zijn en door pech pas deze nacht om 2 uur gearriveerd zijn. Ik complimenteer hem en zijn gezin op hun fitheid, ik denk niet dat ik zo’n berg op zou geraken zonder een fatsoenlijke nachtrust.

Het voordeel van een hele steile klim is dat de terugweg een eitje is. Aan een stevig tempo gaan we terug naar beneden. Enfin ja, het eerste stuk met de kiezel gaan we behoorlijk traag naar beneden, we hebben geen zin om uit te glijden en op ons gezicht te vallen. Eens we echter het bospad bereiken gaat het snel. Om 19.30u zijn we beneden. In totaal hebben we net geen vier uur over deze hike gedaan. We vertrokken om 15.40u.

IMG_5218

IMG_5220

IMG_5223

IMG_5225

IMG_5226

De klim was een hele uitdaging voor mij, maar achteraf gezien ben ik toch blij dat ik heb doorgezet. Na zo’n inspanning hebben we wel een lekker avondmaal verdiend! We wandelen op een rustig tempo (mijn kuiten beginnen flink zeer te doen) naar het café van Miette Hot Springs. Het aanbod daar ziet er echter bijzonder teleurstellend uit. En het café zelf ziet er ook niet zo proper uit. Gelukkig kunnen we uitwijken naar dezelfde Griek waar we deze middag al geluncht hebben.

Ditmaal ga ik voor de moussaka. Ben normaal niet zo’n echte fan van dit gerecht, maar als er één plek is waar ze weten hoe een moussaka te bereiden, zal het wel in een authentiek Grieks restaurant zijn. Mijn vriend kiest voor de kip souvlaki. Excellent choices, zegt de dienster, die me in één moeite door complimenteert met mijn oorbellen (die fooi, weet u wel).

IMG_7740

IMG_7741

Het diner smaakt enorm! De strawberry daiquiri is de kers op de taart:

Op naar de Miette Hot Springs om onze spieren wat te laten ontspannen in het warme water. Het is nodig, want ik voel ze nu al opstijven. De kleedruimten mochten wel wat properder zijn (is altijd een probleem bij dit soort badfaciliteiten, er wordt gewoon niet genoeg gekuist, alleen bij de Blue Lagoon en in de Japanse onsen was alles mooi netjes).

De baden doen deugd, maar het is wel jammer dat er chloor wordt toegevoegd aan het badwater. Maakt dat ik toch twijfel aan de zogezegd heilzame werking van het badwater. Om wat af te koelen maak ik gebruik van de koude baden en oh boy, het contrast is groot met het warme water. Maar hey, wisselbaden schijnt goed voor de gezondheid te zijn.

Na een uurtje in de baden waarbij we de hemel langzaam donker zien worden en onze vingers rimpelig, vinden we het welletjes. We vatten de nachtelijke rit naar Jasper aan onder een prachtige volle maan.

Wat een schitterende dag!