Indigestiezondag

Jawadde, ik denk dat ik na vandaag een paar dagen ga vasten. Het vreetfestijn begon deze namiddag met een tasje koffie (water voor mij, het vieze bruine goedje dat koffie heet, krijg ik niet binnen) en heerlijke gebakjes van Demeestere. Een vervroegde traktatie van mezelf voor mijn familie ter ere van mijn verjaardag, die ik op een ander continent zal vieren. Ik kreeg wat zakgeld voor de reis, een Dirkjan strip en het boek “De boekhandelaar van Kaboel” van Asne Seierstad cadeau. Die gebakjes van Demeestere zijn zo lekker dat je heel even vergeet (of doet alsof) hoeveel calorieën deze kleine kunstwerkjes bevatten. En eentje is geentje, nietwaar?

Na ons bezoekje aan het thuisfront, ging het richting schoonfamilie. Voordat ik er erg in had, lag er een gigantische berg pasta op mijn bord. Echt zo’n portie waar je met twee personen van kan eten. Het was erg lekker en als beleefde gast wilde ik geen restjes op mijn bord achterlaten (stom, ik weet het). Na puffend het laatste beetje spaghetti binnengewerkt te hebben, kon mijn maag aan het verteerwerk beginnen. Maar dat was buiten het dessert gerekend. Pannenkoekjes met ijs en chocoladesaus. Normaal ben ik daar dol op, maar nu heb ik het op één minipannenkoekje met een beetje saus en helemaal géén ijs (onvoorstelbaar!) gehouden. Ik kon nog net pap zeggen.

Hmmm, had ik morgenochtend niet een ontbijtvergadering met koffiekoeken? Aiaiai, dat komt niet meer goed.

Een vroeg verjaardagsfeestje

Gisteren heb ik  onverwacht kaarsjes voor mijn verjaardag mogen uitblazen na het diner bij de schoonfamilie. Nu verjaar ik pas binnen een paar weken, maar omdat mijn vriend en ik dan in Australië zitten, besloten ze het nu al te vieren.

Ze hadden speciaal voor mij pannenkoeken gebakken, omdat ik dat zo lekker vind. Alleen spijtig dat ze het idee hadden om pannenkoeken met appeltjes te maken. Allez, niet dat ik iets heb tegen pannenkoeken met appeltjes, integendeel, maar het bleek niet zo’n goed idee om de gesneden appeltjes al op voorhand te mengen met het deeg. De eerste pannenkoeken zagen er behoorlijk aangebrand uit. 😉 Gelukkig was er nog wat deeg over en werden het dan maar gewone pannenkoeken met suiker (en kaarsjes!). Ook lekker! En ik kreeg voor mijn verjaardag een dikke cadeaubon voor het Besloten Land. Kunnen we onze stripcollectie weer wat uitbreiden. Jui!

Ok, de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik niet zó verrast was als bovenstaand stukje laat uitschijnen. Mijn vriend had de dag ervoor gevraagd wat ik graag voor mijn verjaardag wilde hebben en ik wist dat hij om die bon gegaan is. Maar de kaarsjes en het bedrag waren een leuke verrassing. En natuurlijk heb ik gedaan alsof ik helemaal van niks wist. 😉

De wachtkamer van de dood

Sinds vorige week is mijn grootmoeder opgenomen in een verzorgingstehuis voor dementerenden. Ze behoort er tot de “betere” bewoners, wat wil zeggen dat ze af en toe heldere momenten heeft. Ze beseft dat ze niet op haar vertrouwde plekje is en ze wil graag naar huis. Ze is er niet gelukkig, dat zie ik, maar ze denkt dat het tijdelijk is, dat ze daar voor haar heupproblemen is en wij, we laten haar in de waan. Ze vindt het niet leuk een kamer te moeten delen met iemand die ze niet kent. Ze vindt het verschrikkelijk dat ze ‘s nachts opgesloten wordt op diezelfde kamer “voor haar eigen goed”. Ze vindt dat die rare mensen te veel ruzie maken en daar kan ze niet tegen.

Mijn grootmoeder zal tot haar dood in dit tehuis blijven. Wachten, langzaam achteruit gaan met steeds minder heldere momenten, verschrompelen, afsterven. Het huis waar ze geboren werd en haar ganse leven in woonde, zal ze nooit meer terugzien. Haar herinneringen zullen vervagen. Ik vind het verschrikkelijk, maar weet dat dit de enige optie is. Het werd te gevaarlijk haar in haar eigen huis te laten. Ze heeft continu toezicht nodig.

Het is misschien cru om dit te zeggen, maar ik hoop dat haar verblijf in dat tehuis van korte duur is.

Familiefeest in Oostakker

Hoe komt iemand met Limburgse roots in godsnaam op een familiefeest in Oostakker terecht, vragen jullie je ongetwijfeld af. Wel, dat is een beetje een lang verhaal. Enkele jaren terug werd ik gecontacteerd door een genealoog die een foto van mij wilde gebruiken ter illustratie van een boek waaraan hij werkte. Omdat ik soms wel eens een vriendelijk mens ben, gaf ik toestemming voor het kosteloos gebruik van mijn foto.

We bleven wat over en weer mailen. Ik gaf hem wat advies over het online plaatsen van zijn eigen foto’s, hij verwerkte nog een andere foto van mij in zijn boek en vorig jaar vroeg hij of ik geen zin had om foto’s te nemen op een familiereünie in Oostakker. In ruil mochten ik en mijn vriend gratis naar het feest. Ok, ik weet dat geen enkele professionele fotograaf het in zijn of haar hoofd zou halen om helemaal de verplaatsing van Leuven naar Oostakker te maken om daar van tien tot half zeven foto’s te nemen in ruil voor twee maaltijden, maar hey, het is een hobby en ik vind het altijd leuk om nieuwe mensen te leren kennen. Bovendien zijn mijn foto’s helemaal niet professioneel genoeg om te kunnen concurreren met échte fotografen.

Zondagochtend stonden mijn vriend en ik dus veel te vroeg op, om ons met slaapoogjes richting Oostakker te begeven. De familiereünie begon met een misviering in de basiliek van Oostakker opgedragen door één van de jongste bisschoppen ooit (ondertussen was hij al wel een dagje ouder): een Canadees met Belgische roots die lid van de familie was. De kerk zat stampvol en ik was zeer onder de indruk van het Nederlands dat de bisschop sprak. Niet evident voor iemand die in het buitenland is opgegroeid.

De familiereünie bleek iets groter te zijn dan ik me op voorhand had voorgesteld: de organisator was erin geslaagd maar liefst 375 familieleden op te trommelen van overal in de wereld. Er waren familieleden uit Nederland, Engeland, Frankrijk, Portugal, de Verenigde Staten en Canada. Voorts bleken er nogal wat voorname mensen onder de genodigden te zijn. Minstens twee burgemeesters, heb ik me laten vertellen en de monseigneur uit Canada was ook heel populair.

In het begin was het wel even zoeken naar de organisator zelf, want ik had geen flauw idee hoe hij eruitzag. Ondertussen waren mijn vriend en ik al aan de praat geraakt met talrijke aanwezigen, die allemaal wilden weten of we ook lid van de familie waren (quod non). Genealoog Q en zijn vrouw bleken een zeer beminnelijk koppel te zijn die zeer dankbaar waren voor de inspanningen die we deden om al die 375 mensen toch minstens één keer op de foto te krijgen. Respect trouwens voor het werk dat Q en zijn vrouw verricht hebben: al die mensen optrommelen voor een reünie, dat is niet evident.

Het was een geweldig feest. Lekker eten (voorgerecht, hoofdgerecht en een dessertenbuffet waarbij ik mezelf en beetje heb laten gaan) in ‘t Boerenhof, goeie sfeer, vriendelijke mensen die allemaal graag hun familiegeschiedenis uiteen wilden zetten, vriendelijke bommaatjes die mijn vriend als de ideale schoonzoon zagen, aangeschoten venten die dolgraag met mij op de foto wilden, enfin, we amuseerden ons kostelijk. Aan tafel had ik ook nog leuke gesprekken met een Canadese en een Portugese dame van wie ik allebei de contactegegevens gekregen heb. Ze verzekerden ons dat als we eens in de buurt waren, we zeker mochten langskomen. Verder hebben mijn vriend en ik hopen visitekaartjes zitten uitdelen. Je weet nooit waar het goed voor is. 😉

Om 6 uur ‘s avonds was mijn pijp echt uit. We zijn afscheid gaan nemen en hebben na een uurtje rijden nog wat thuis zitten suffen achter de computer. Mijn vriend was zo doodop dat hij al om half tien in bed gekropen is! En nu heb ik iets van een duizend foto’s te verwerken.  Joy!

10 wijze raadgevingen voor het huwelijk

  1. Blijf altijd het jawoord trouw.
  2. Leef in liefde als man en vrouw
  3. Nooit klagen of elkaar vervelen
  4. Geluk en leed samen delen
  5. Have en goed om bestwil beheren
  6. Geldzaken overleg je minstens 7 keren
  7. Koken zal ‘t vrouwtje voor haar man
  8. Hij, nooit klagen dat het beter kan
  9. Liedevol zullen jullie paren
  10. Om gezonde nakomelingskens te baren.

Wat men zoal niet in familie-albums vindt (let op, niet in die van míjn familie ;-)).

Vrijgezellen: de mannelijke versie

Terwijl de vrouwen het braafjes hielden op een (ultrakort) spelletje met de Wii, gingen de heren in kwestie voor paintball. Paintball is een spel dat me vanop een afstand wel leuk lijkt (jui, schieten op elkaar!), maar waarvan ik weet dat ik er mij beter niet aan waag, wil ik niet bont en blauw zijn de weken nadien.

Het paintballgedeelte verliep redelijk kalmpjes, want mijn spion ter plekke heeft er niet veel over verteld. Na het painballen zouden de heren een pizza eten op ons appartement en de bruidegom wat opdrachtjes laten uitvoeren. Tot zover liep alles goed. Eerste kink in de kabel: ergens in de namiddag zijn de heren shotjes wodka en andere sterke drank beginnen drinken. Eerste slachtoffer gemeld via sms om 18.20u, ik citeer: “Er heeft er al ene gekotst.” Eerst dacht ik dat mijn vriendje me voor de gek aan het houden was. Niet dat ik opkijk van kotsende zatte venten, maar om 18.20u, dat was toch wel heel vroeg. De foto’s die ik de dag erna te zien kreeg, maakten echter heel duidelijk dat het géén grap was.

Wat doen zatte venten met een nóg zattere vent? In bad zetten (in mijn mooie, pas gepoetste badkamer) en met koud water afspoelen. Ijsblokjes kwamen er ook aan te pas, zo heb ik gehoord. Ook hier is fotografisch bewijs van. Onze collectie potentiële chantagefoto’s is sinds dit weekend flink aangegroeid. 😉 Daarna hebben ze hem zijn roes laten uitslapen op ons bed (gelukkig niet op míjn kant en het eerste wat ik zondag gedaan heb, is de lakens verversen).

Wat volgde was meer drank en meer zattigheid, maar gelukkig bleef het kotsen beperkt tot dit ene geval en was het mooi in een emmer (een mens moet vooruitziend zijn). Na een drietal uur was de zieke trouwens al genoeg gerecupereerd om weer meer te doen met de rest. Tijdens het spelevechten met de bruidegom, speelde één van de gasten het echter klaar om zijn zwakke, pas geopereerde pols te blesseren. Het deed blijkbaar stevig pijn. Genoeg pijn om mijn vriend en zijn neef, die kinesist is, te laten beslissen om naar spoed te gaan.

Een kleine delegatie van drie man ging dus naar spoedgevallen, de rest ging naar de Oude Markt. Men vertelt mij dat de bruidegom in spé zo ver heen was dat hij niet eens besefte dat zijn clubje drie man minder telde. In het ziekenhuis werden ondertussen platen genomen van de gekwetste arm. En ja, er zou een klein barstje in zitten. De arm in het gips en na een uur of zo konden de drie ontsnapten de rest weer vervoegen. Een arm in het gips is geen reden om niet verder te feesten, dus kreeg de gekwetste meteen een pint toegestopt. Achja, al die alcohol verdooft de pijn, he?

Verder zijn er nog hilarische filmpjes en foto’s van vrouwen die er een sadistisch genoegen in schepten, de benen en de borstkas van de toekomstige bruidegom te ontharen. De bruidegom in kwestie was verkleed als wielrenner, vandaar. Echt de blik in de ogen van die dames, duivels gewoon. De bruidegom heeft met zijn bmx’je ook nog een race gewonnen tegen een andere als wielrenner verklede vrijgezel op een damesfiets. Met zijn tweeën raceten ze de Collegeberg op. Tja, dan ben je met die kleine wieltjes natuurlijk serieus in het voordeel. Na de race was de bruidegom wel even buiten strijd. 😉

Ik vermoed dat de mensen die zaterdagavond een terrasje op de Oude Markt deden veel gratis entertainment erbij kregen. Ik heb mij alvast een breuk gelachen met de foto’s en de filmpjes.

Een dubbele vrijgezellenavond

Vannacht een poging tot bijslapen gedaan, maar de gevolgen van het weekend laten zich nog steeds voelen. Al een geluk dat we deze week niet te veel gepland hebben, kan ik eindelijk wat knabbelen aan mijn gigantische foto-achterstand.

Goed, het verslagje van de vrijgezellen dus. Het kleine broertje van mijn vriend trouwt binnenkort (veel te snel, vind ik persoonlijk) en aangezien mijn vriend getuige is, was het zijn taak om de vrijgezellen te organiseren. Zelf werd ik vriendelijk uitgenodigd op de vrijgezellen van de toekomstige schoonzus. Al een geluk, want ons appartement was het hoofdkwartier voor de liederlijke uitspattingen van de mannen.

En zo trok ik zaterdagnamiddag richting Bouwel, een boerengat ergens in de Kempen. Niet evident om daar met het openbaar vervoer te geraken, ondervond ik al snel. Anderhalf uur zou ik onderweg zijn naar het station van Bouwel. Van die anderhalf uur zou ik een dik half uur moeten doorbrengen in het station van Lier. Nuja, ik reis altijd met een boek in de bagage, dus heel erg vond ik dat niet. En de zon scheen.

Uiteindelijk deed ik geen anderhalf uur over mijn reis, maar tweeënhalf uur. Hoe dat kwam?  Ik slaagde erin na mijn overstap in Lier de foute trein te nemen, niet de trein richting Turnhout, maar de trein richting Leuven (juist; de richting waarvan ik kwam). Beide treinen kwamen aan op hetzelfde spoor. Die naar Leuven om 16 na het uur, die naar Bouwel om 20 na het uur. Helaas had de trein naar Leuven wat vertraging en omdat ik aan het lezen was, heb ik niet goed opgelet.

Scenario: er komt een trein aan op het spoor dat je verwacht op het uur dat je verwacht. Er wordt niet afgeroepen welke trein het is en op de sporen is ook geen signalisatie die aangeeft over welke trein het gaat. Je stapt op de trein, maar begint achterdochtig te worden op het moment dat je een paar stations ziet voorbijkomen die je je nog herinnert van de heenrit. Je klampt een conducteur aan met de vraag of dit de juiste trein is. Je vermoeden wordt bevestigd: je zit op de trein naar Leuven. Je vloekt eens hard, stapt af in Heist-op-den-Berg. Belt naar het thuisfront om te informeren wat je opties zijn en belt vervolgens naar de zus van je vriend die je normaal in Bouwel zou komen ophalen.

Beetje gevloekt, een trein terug richting Lier genomen en dan daar op een marginaal terrasje bij een frituur een flesje water gedronken om wat te bekomen. Gelukkig was de zus van mijn vriend zo vriendelijk om mij in Lier te komen ophalen. Uiteindelijk waren we drie kwartier te laat op de afspraak. De rest van de dames hadden hun uitrusting (alle dames met duivelshorentjes en een staf met een hartje en de bruid in het wit met een sluier, hoe origineel!) al gekregen en de eerste opdracht was net gestart. Zo erg was het dus niet, maar ik vond het toch een beetje vervelend.

Dat het mijn dagje echt niet was, bleek tijdens de cocktailworkshop. Ik zweer dat ik nog maar één cocktail op had toen ik door mijn onoplettendheid knal tegen de terrasdeur liep, die (dat zweer ik ook) even voordien nog open stond. Gevolg: een plek op de ruit, een gebroken glas en gekwetste trots. Enfin ja, scherven brengen geluk, dus hopelijk was dit een goed voorteken voor de toekomstige bruid en bruidegom. En toen ik naderhand de uitspattingen van de heren te horen kreeg, leek mijn kleine akkefietje opeens maar een detail.

Wat deden we de rest van de avond nog? We speelden drie seconden op de Wii, gingen naar ‘t stad, lieten de bruid daar nog wat dingen verkopen om de pot te spijzen, spotten een BV-in-wording die een programma zou gaan presenteren waar ik nog nooit van gehoord had en trokken voor een dansje naar Café Local. Het was allemaal wel ok, maar geweldig goed geamuseerd heb ik me niet. Het klikte niet zo tussen mij en de dames in het gezelschap. Met de bruid in spé heb ik heel weinig gemeen. Zo weinig dat het lijkt alsof we op andere planeten wonen. Onze gesprekken blijven beperkt tot het uitwisselen van algemeenheden over het weer en het werk. En met de aanwezige vriendinnen was het ook van dat. Gelukkig was er de zus van mijn vriend, waar ik wel heel goed mee overweg kan. Achja, het kan niet met iedereen even goed klikken en de bruid vond het allemaal heel leuk, dat is het voornaamste.

Ik merk dat dit berichtje al langer geworden is dan verwacht. Het verhaal van de heren bewaar ik voor morgen. Ik moet zeggen dat hun avond iets avontuurlijker verliep dan die van ons, dus kom zeker terug om te lezen. 😉

Maharadja

Bijna een jaar geleden kreeg ik voor mijn verjaardag het bordspel Maharadja cadeau. Gisteren zijn we er eindelijk toe gekomen het spel uit te pakken en het effectief te spelen. Het is niet dat ik niet graag gezelschapsspelen speel, het komt er gewoon nooit van. Gebrek aan tijd, het meest gebruikte excuus ooit, jullie kennen dat wel.

Telkens als ik de gulle schenkers zag, voelde ik me een beetje schuldig omdat ik hun cadeau nog altijd niet gespeeld had. En ik probeerde altijd zorgvuldig rond dit gespreksonderwerp te laveren. Omdat het spel al bijna tien maanden stof lag te vergaren in onze kast, besloot ik de koe bij de horens te vatten. Ik legde een datum vast om het spel uit te proberen samen met mijn vriend (helemaal geen liefhebber van gezelschapsspelen), mijn broertje en zijn vriendin.

De avond startte met een flesje Groot Geluk die, tot onze verbazing, besloot helemaal in zijn eentje van de tafel te springen. Door de grote druk in de fles spoot de schuimwijn in het rond. Gelukkig bleef de fles heel, maar de inhoud lag verspreid over onze ganse leefruimte. Enfin, niet getreurd, beetje gedweild, ander flesje open gedaan, de dranklucht genegeerd, Indisch eten besteld en begonnen met het lezen van de spelregels. Die spelregels bleken niet mee te vallen. Maar goed, we gaan een uitdaging niet uit de weg.

Maharadja heeft enorm veel vrijheidsgraden, waardoor er vanalles gebeurt dat je onmogelijk kan voorzien. Ik denk dat je het toch een aantal keer moeten spelen om het goed onder de knie te hebben. Het is wel zo dat wie start vanuit een gunstige positie al van bij het begin van het spel een voordeel kan opbouwen dat nog moeilijk ongedaan te maken valt. Zo was mijn vriend (tot zijn grote vreugde, grommel, grommel) al gewonnen na twee beurten. Het duurde echter nog zes beurten eer wij dat doorhadden. Ik denk wel dat er potentieel in dit spel zit, maar daarvoor moet ik het echt nog een paar keer spelen. En oja, welke dommerik heeft de rode en de paarse stenen zo hard op elkaar laten lijken?