De wachtkamer van de dood

Sinds vorige week is mijn grootmoeder opgenomen in een verzorgingstehuis voor dementerenden. Ze behoort er tot de “betere” bewoners, wat wil zeggen dat ze af en toe heldere momenten heeft. Ze beseft dat ze niet op haar vertrouwde plekje is en ze wil graag naar huis. Ze is er niet gelukkig, dat zie ik, maar ze denkt dat het tijdelijk is, dat ze daar voor haar heupproblemen is en wij, we laten haar in de waan. Ze vindt het niet leuk een kamer te moeten delen met iemand die ze niet kent. Ze vindt het verschrikkelijk dat ze ‘s nachts opgesloten wordt op diezelfde kamer “voor haar eigen goed”. Ze vindt dat die rare mensen te veel ruzie maken en daar kan ze niet tegen.

Mijn grootmoeder zal tot haar dood in dit tehuis blijven. Wachten, langzaam achteruit gaan met steeds minder heldere momenten, verschrompelen, afsterven. Het huis waar ze geboren werd en haar ganse leven in woonde, zal ze nooit meer terugzien. Haar herinneringen zullen vervagen. Ik vind het verschrikkelijk, maar weet dat dit de enige optie is. Het werd te gevaarlijk haar in haar eigen huis te laten. Ze heeft continu toezicht nodig.

Het is misschien cru om dit te zeggen, maar ik hoop dat haar verblijf in dat tehuis van korte duur is.

Bejaarden en medicatie

Vandaag in de Morgen:

Bejaarden in rusthuizen slikken gemiddeld acht verschillende medicijnen per dag, krijgen meer antidepressiva dan nodig en nemen vaak de verkeerde pillen. Tot die conclusie komt het Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg.

Blij dat een krant als de Morgen dit op haar voorpagina plaatst. Dit bericht is naar mijn persoonlijk aanvoelen veel nieuwswaardiger dan het nog maar eens herkauwen van de dood van Joe Van Holsbeeck.

Natuurlijk is het erg dat die jongen op zo’n manier gestorven is. Natuurlijk is dit een drama dat de mensen in zijn omgeving voor de rest van hun leven getekend heeft. Maar laten we eerlijk zijn: dit soort incidenten vallen niet uit te roeien, hoeveel onbemande camera’s en politiepatrouilles je ook de straat op stuurt. En heel die heisa rond het feit dat niemand hem te hulp gesneld is: pffft. Ik kom zelf dagelijks in het Centraal Station: je bent gehaast, je moet je trein halen, je loopt soms zelfs bekenden voorbij zonder hen op te merken. Zo’n steekpartij is een kwestie van seconden. Voordat je hersenen door hebben dat er iets gebeurd is, zijn de daders al gaan lopen.

En ja, ik vind ook dat Joe een schattige krullenbol had en ongetwijfeld was hij een schat van een jongen. Maar hoeveel ouders verliezen hun kind niet in het verkeer? Als we de cijfertjes van “aantal slachtoffers van steekpartijen” en “aantal slachtoffers van verkeersongelukken” naast mekaar leggen, denk ik dat de conclusie snel gemaakt is. Pas op, ik pleit niet voor permissiviteit en elke dode is er één te veel, maar we moeten de dingen niet buiten proportie opblazen. Geweld zit in de menselijke natuur en wat we onszelf ook zouden willen wijsmaken, al die beschaving is eigenlijk maar een laagje vernis. Geweld zit in elk van ons.

Terug naar de duizenden bejaarden die de laatste jaren van hun leven in een rusthuis slijten. Het bericht in de krant verbaast me niks. Ziekenhuizen, bejaardentehuizen, ik ken het wereldje beter dan me lief is. Een arts die met een zeurend oud mens (en de meeste kunnen er wat van, het is een feit) geconfronteerd wordt, zal inderdaad snel de neiging hebben om antidepressiva voor te schrijven. Echte klachten worden zo vaak over het hoofd gezien. Of de arts neemt niet de tijd voor een serieus onderzoek en schrijft te veel voor. Niemand wordt daar beter van: dit voorschrijfgedrag kost de maatschappij handenvol geld en de bejaarden worden er niet mee geholpen. Fijn om te zien dat er politici zijn die zich dit probleem, dat met de oprukkende vergrijzing alleen maar zal verergeren, aantrekken. In deze context vind ik het dubbel jammer dat mensen die in de zorgsector werken zo ondergewaardeerd worden.