Het roltrapincident

Na mijn eerste vergadering thuis via teams (serieus, op een maandagochtend de werkweek starten met een vergadering om 9u, why?) wandelde ik naar Leuven station om de trein naar Brussel te nemen. Ik stapte op de roltrap naar het perron en stond ongeveer op het niveau van de derde trede toe opeens de dame met het rolkoffertje drie treden voor mij achterover viel. In een reflex deed ik een stap naar voren om haar op te vangen en haar val zo goed mogelijk te breken. Doordat ik de val had zien gebeuren, had ik me schrap kunnen zetten en stond ik stabiel genoeg om zelf niet te vallen. Het lukte mij echter niet om de dame, die gewoon stokstijf in mijn armen op de roltrap bleef liggen terug overeind te duwen. Zelfs niet met de hulp van de man achter mij die het voorval had gezien. De dame leek zelf niet echt onder de indruk te zijn van het gebeuren en zei dat we haar maar gewoon moesten laten liggen tot we boven kwamen.

Omdat ik haar echt niet recht kreeg, was dat inderdaad de enige optie. Bovenaan liep het echter bijna mis. Hoe hard ik ook probeerde aan haar te sleuren, de dame geraakte niet recht en blokkeerde de roltrap, die gewoon verder bleef gaan. Hierdoor raakte ik bovenaan de trap geblokkeerd en viel ik bijna zelf de trap naar beneden. Gelukkig was er een andere treinreiziger bovenaan de trap die gemerkt had dat er iets mis was en die mij bij mijn arm greep en zo over de dame heen sleurde. Tot mijn grote verbazing had de dame in kwestie niets aan haar val over gehouden en besloot ze gewoon verder te reizen. Haar ongewone kalmte deed me vermoeden dat ze onder de medicatie zat. Mijn hart klopte door het voorval nochtans in mijn keel en het duurde de ganse treinrit voordat de adrenaline-opstoot verwerkt was.

Enfin, blij dat uiteindelijk alles goed is afgelopen, want dit had veel erger kunnen zijn.

Horta Gallery

Pijn aan mijn hart doet het, elke keer als ik ‘s ochtends en ‘s avonds langs de prachtige gallerij kom. De restauratie van dit prachtige stukje architectuur dateert van september 2008, goed anderhalf jaar geleden dus. En de eerste sporen van aftakeling zijn al duidelijk zichtbaar.

Probleem nummer 1: De handelszaken die er waren, sluiten één voor één de deuren: het koffiehuis waar nooit iemand een kopje koffie bestelde en de muffins veel te duur waren, de goedkope schoenenzaak die na een jaar open geweest te zijn, nog steeds dezelfde schoenen in het uitstalraam had staan, het gloednieuwe restaurant L’Express Orient waar nooit klanten zaten. De nieuwe bar, de kapperszaak en het pastakraampje blijven voorlopig nog open, maar hoe lang nog? Probleem is dat de pendelaars die er dagelijks passeren, geen tijd nemen om te stoppen en men er blijkbaar niet in slaagt andere klanten aan te trekken, ondanks alle mooie campagnes van de NMBS die stations ook wil profileren als plaatsen om te winkelen, te eten en te ontspannen. Zelf koop ik af en toe een kop verse soep aan het pastakraampje, omdat die mevrouw altijd zo blij lijkt dat ze eindelijk eens een klant ziet.

Probleem nummer 2: Vocht. Op de mooie witte plafonds tekenen zich lelijke bruine vlekken af van het binnensijpelend water. Soms staan er emmers om het druppelende water op te vangen of werden er hekken geplaatst rond een plas water. Het hoeft maar een beetje hard te regenen en het druppelt binnen in de gallerij. De schade is duidelijk zichtbaar en lijkt me niet zo makkelijk weg te werken. Wie wil er bovendien een winkelruimte huren waar het water binnen stroomt? Ik snap niet dat hier niets aan gedaan wordt. Dit lijkt me toch duidelijk een gevolg van een constructiefout. Waarom wordt de aannemer niet gesommeerd de boel te repareren? Hoe langer hoe water binnensijpelt, hoe meer geld het zal kosten om de schade te repareren.

Probleem nummer 3: Het is vanop de Grasmarkt en het Spanjeplein volstrekt onmogelijk om te weten dat er een paar meter verder een toegang ligt tot het station. Een toerist die de ingang niet weet zijn, zal zich spontaan nooit begeven naar de ingang die gewrongen ligt tussen hotels. Het lijkt een doodlopend binnenplein te zijn.

Gelukkig zijn er hier en daar lichtpuntjes: de gallerij wordt soms gebruikt voor feestjes of om reclame te maken voor lelijke auto’s. Zo heeft de ruimte toch zijn nut. Maar het blijft zonde, doodzonde.

De exodus is begonnen

Jaja, deze ochtend waren ze massaal aanwezig in het station van Leuven: de bepakte en bezakte Werchtergangers. Voorzien van tent, slaapzak, het nodige voedsel en de onontbeerlijke drank om het verblijf op de camping zo aangenaam mogelijk te maken. In rijen stonden ze aan te schuiven om de bussen naar Werchter te nemen.

Ik word altijd een beetje vrolijk en triestig tegelijkertijd van zoveel jonge mensen samen. Ik hou van het enthousiasme, de vrijheid en blijheid die ze uitstralen. Het geloof in de toekomst. En het maakt mij een beetje triest dat die tijden voor mij voorbij zijn. Niet dat ik zo nodig met een tentje een weekend in de modder wil gaan kamperen, maar dat jeugdige enthousiasme, ergens onderweg ben ik het kwijtgespeeld. Jammer.

Ik mis…

Mijn vorige bakker in de Parkstraat. Van Huyck-Vandenplas heeft volgens mij het beste brood van heel Leuven. Mijn favoriete brood daar, nog steeds ongeslagen op één: het Siroccobrood. Absoluut jummie. Zelfs nog lekker en zacht als het al twee dagen oud is. Een heel verschil met het brood van de bakker aan het station dat vaak al oudbakken is als je het ‘s avonds koopt. De winkel aan het station kan wat mij betreft ook een facelift gebruiken. De winkel heeft een afgeleefde uitstraling en nodigt niet bepaald uit tot het kopen van gebakjes en zoetigheden. Maar ja, door luiheid en gemakzucht gedwongen, halen we nu daar ons brood.

Ik moet mij dringend eens een fiets aanschaffen.

Zellik versus Zinnik

Omdat ik deze namiddag in Zinnik (oftewel Soignies) moest zijn, besloot ik ‘s ochtends in het station van Brussel alvast een treinticketje voor deze bestemming te kopen. Als ik mij dan ‘s middags naar de trein moest haasten, was mijn biljet tenminste in orde. Ik naar het loket alwaar ik bijzonder duidelijk articulerend (ik denk niet dat Zinnik zo’n voor de hand liggende bestemming is) om een biljet heen en terug naar Zinnik vroeg. Toen de meneer aan het loket zei dat dit biljet mij 4.40 euro zou kosten, leek mij dit weinig, maar hey, zoveel te beter, nietwaar? Wie weet was er stond de rit Brussel-Zinnik wel in promotie vandaag.

Ik had natuurlijk beter moeten weten, want, toch een beetje achterdochtig geworden, controleerde ik een paar minuten later mijn biljet. En wat stond daarop? Jawel, Zellik ipv Zinnik. Zucht. Ik had geen tijd om terug naar het loket te gaan, dus liet ik het maar zo. Nu, ik kan deze fout natuurlijk aangeven bij de ombudsdienst, maar na aftrek van administratieve kosten, zal er van die 4.40 euro niet al te veel meer overschieten. En eerlijk, ik heb niet veel zin om een brief te schrijven en blabla voor die paar euro. Ik zal die 4.40 euro maar zien als een kleine bijdrage van mijnentwege om de werking van de NMBS te verbeteren. God weet dat het nodig is. 😉

Bejaarden en medicatie

Vandaag in de Morgen:

Bejaarden in rusthuizen slikken gemiddeld acht verschillende medicijnen per dag, krijgen meer antidepressiva dan nodig en nemen vaak de verkeerde pillen. Tot die conclusie komt het Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg.

Blij dat een krant als de Morgen dit op haar voorpagina plaatst. Dit bericht is naar mijn persoonlijk aanvoelen veel nieuwswaardiger dan het nog maar eens herkauwen van de dood van Joe Van Holsbeeck.

Natuurlijk is het erg dat die jongen op zo’n manier gestorven is. Natuurlijk is dit een drama dat de mensen in zijn omgeving voor de rest van hun leven getekend heeft. Maar laten we eerlijk zijn: dit soort incidenten vallen niet uit te roeien, hoeveel onbemande camera’s en politiepatrouilles je ook de straat op stuurt. En heel die heisa rond het feit dat niemand hem te hulp gesneld is: pffft. Ik kom zelf dagelijks in het Centraal Station: je bent gehaast, je moet je trein halen, je loopt soms zelfs bekenden voorbij zonder hen op te merken. Zo’n steekpartij is een kwestie van seconden. Voordat je hersenen door hebben dat er iets gebeurd is, zijn de daders al gaan lopen.

En ja, ik vind ook dat Joe een schattige krullenbol had en ongetwijfeld was hij een schat van een jongen. Maar hoeveel ouders verliezen hun kind niet in het verkeer? Als we de cijfertjes van “aantal slachtoffers van steekpartijen” en “aantal slachtoffers van verkeersongelukken” naast mekaar leggen, denk ik dat de conclusie snel gemaakt is. Pas op, ik pleit niet voor permissiviteit en elke dode is er één te veel, maar we moeten de dingen niet buiten proportie opblazen. Geweld zit in de menselijke natuur en wat we onszelf ook zouden willen wijsmaken, al die beschaving is eigenlijk maar een laagje vernis. Geweld zit in elk van ons.

Terug naar de duizenden bejaarden die de laatste jaren van hun leven in een rusthuis slijten. Het bericht in de krant verbaast me niks. Ziekenhuizen, bejaardentehuizen, ik ken het wereldje beter dan me lief is. Een arts die met een zeurend oud mens (en de meeste kunnen er wat van, het is een feit) geconfronteerd wordt, zal inderdaad snel de neiging hebben om antidepressiva voor te schrijven. Echte klachten worden zo vaak over het hoofd gezien. Of de arts neemt niet de tijd voor een serieus onderzoek en schrijft te veel voor. Niemand wordt daar beter van: dit voorschrijfgedrag kost de maatschappij handenvol geld en de bejaarden worden er niet mee geholpen. Fijn om te zien dat er politici zijn die zich dit probleem, dat met de oprukkende vergrijzing alleen maar zal verergeren, aantrekken. In deze context vind ik het dubbel jammer dat mensen die in de zorgsector werken zo ondergewaardeerd worden.

Treinproblemen

Problemen tussen Aarschot en Leuven tijdens de vrijdagavondspits. Een vernielde spoorwissel en een hoop ellende voor de treinreizigers. Mijn trein had een achttal minuten vertraging. Niets om van wakker te liggen. In het station van Leuven was het daarentegen chaos troef. Afgeschafte treinen, gestrande studenten met grote rugzakken, gepakt en gezakt voor het weekend, ‘t was me wat. Alleen de Panos kon zich in de handen wrijven, want veel van die uitgehongerde studentjes hadden wel zin in een broodje of een koffiekoek.

Mijn vriend, die uit de richting van Antwerpen komt, zat ook vast in Aarschot. Beetje vervelend, want we hadden afgesproken om vanavond gezellig te gaan dineren in restaurant Himalaya. Gelukkig kreeg ik al snel een berichtje van hem dat er extra bussen ingelegd werden tussen Leuven en Aarschot. Dus maakte ik van de gelegenheid gebruik om wat tussen de sms’ende en bellende studentjes rond te lopen en de vooruitgang van de eeuwigdurende werken aan de overkapping van Leuven station te inspecteren. Niemand van de gestrande reizigers scheen écht zwaar te tillen aan het ongemak, want ook hier kwam snel het bericht dat er bussen ingelegd werden naar Aarschot.

Mijn vriend was al bij al maar een half uurtje later thuis dan gewoonlijk, waardoor we een klein beetje meer honger hadden en het eten nog dubbel zo hard smaakte. (Wonton soep en Himalaya Thali, mmm.)

Een pluim voor de snelle reactie van de NMBS.

Deze ochtend bij de Panos Rail

Nog half slapend sta ik aan te schuiven voor een dubbele chocoladekoek (jaja, ik weet het, niet bepaald een gezond ontbijt). D’r waren een stuk of zeven wachtenden voor mij, maar ik had de tijd en een Metrokrantje om die tijd te doden. En wie zie ik daar plots opduiken vanuit mijn ooghoek? Jawel, Patricia Ceysens. Zonder scooter deze keer, maar mét stoere helm. Ze wisselt een blik van herkenning met iemand twee plaatsen voor mij in de rij en begint een praatje. En terwijl ik naar de overdreven mimiek op haar gezicht kijk, kan ik met moeite een glimlach onderdrukken.

Al goed dat ze deze blog niet leest. 😉