Een transitdag vandaag, want we vliegen naar Jeju Island. Om 7u gaat de wekker af. We nemen een snelle douche, pakken onze koffers, laten de sleutel van onze kamer achter in het mandje aan het onbemande onthaal en vertrekken. We stoppen in een service station onderweg alwaar we ontbijten met een voortreffelijke bibimbap. Echt waar, de wegrestaurants in Korea serveren heerlijk eten. Wat een contrast met de triestige restaurants langs de Europese wegen.
Vlak voor we op de luchthaven aankomen, gooien we de tank vol en dan is het zoeken naar de juiste plek om onze huurwagen in te leveren op de luchthaven. Dat blijkt iets minder evident dan verwacht en uiteindelijk moet ik iemand aanspreken en om hulp vragen. Gelukkig komt alles in orde en zijn er geen problemen met de huurwagen.
De luchthaven van Gwangju is pieterig klein, met slechts een zestal gates. Veel valt er dus niet te beleven. We zetten ons tussen een hoop schoolkinderen aan onze gate en kijken wat filmpjes. Tien minuten voordat onze vlucht vertrekt, komt er opeens een Koreaanse luchtvaartbediende op ons afgestapt. Ze legt ons in gebrekkig Engels uit dat er een probleem is met onze bagage. Wellicht hebben ze eerder al onze namen afgeroepen, maar op zo’n manier dat deze niet voor ons verstaanbaar waren. We moeten zowat de enige westerlingen op gans de luchthaven zijn, dus niet moeilijk om ons te identificeren tussen al die donkerharige Koreanen.
We volgen de dame helemaal terug in de omgekeerde richting: door security tot aan de incheckbalie waar we onze bagage hebben afgegeven. We worden naar een afgesloten ruimte geloodst waar scanners staan voor de bagage. De dames aan de bagage wijzen naar mijn reusachtige valies en vragen of er batterijen in steken. Ik maak op hun vraag de koffer open en ga op zoek naar iets wat een batterij zou kunnen bevatten: mijn epileerapparaat, mijn reserve-gsm? De dames schudden heftig van neen. Neen, neen, dat is niet het probleem. Ik begin een beetje ten einde raad te geraken, want ik heb zowat elk stukje elektronica dat ik kan bedenken uit mijn koffer gevist. Uiteindelijk gebaart één van de dames naar de merknaamtag aan de voorkant van mijn valies. Ze knikken allemaal opgelucht en mijn vriend en ik mogen opnieuw beschikken. Niet helemaal zeker van wat er nu juist aan de hand was, maar blij dat we uiteindelijk toch het vliegtuig op mogen.
Op een drafje keren we op onze stappen terug, half rennend opnieuw door de security naar onze gate. Al een geluk dat dit een petieterig kleine luchthaven is. We zijn (uiteraard) de allerlaatsten aan boord. Na dit bizarre incident (die koffer gaat al een paar jaar mee en nog nooit problemen mee gehad), verloopt de vlucht vlekkeloos. Drie kwartier later landen we op de Jeju Island.
Op de luchthaven halen we onze tweede huurwagen van de reis op. We vertrekken rechtstreeks naar ons hotel, want dat bevindt zich helemaal aan de andere kant van het eiland. We rijden met onze wagen dwars door het Hallasan National park richting Seogwipo in het zuiden. Helaas verslechtert het weer naarmate onze bestemming nadert en zien we dikke regenwolken zich samen pakken boven onze hoofden. Onderweg stoppen we bij een restaurant in Hallasan National Park. Het is ondertussen flink beginnen regenen, dus beperken we ons bezoek tot een simpele lunch met udon noodles en pajeon.
Uiteindelijk komen we pas na 16u aan in Hotel Howard Johnson in Seogwipo. We checken in, droppen onze bagage af in de kamer en rijden meteen weer verder om nog van het laatste daglicht te profiteren. We rijden met de huurwagen naar het zuidwesten van Jeju. In de verte vangen we zo nu en dan een glimp van de zee op, maar er is blijkbaar geen weg die vlak langs de kunstlijn loopt. Jammer. Na een half uurtje rijden stoppen we bij de parking van Daepo Jusangjeolli Cliff. Naar goede gewoonte moeten we apart voor de parking en de inkom betalen. We zijn er vlak voor zonsondergang en kunnen nog net de grillige kustlijn zien, versierd met zeshoekige basaltzuilen die ons meteen terug doen denken aan de schoonheid van Fingal’s Cave.
We blijven er tot zonsondergang en keren dan terug naar ons hotel. Helaas blijkt bij aankomst gans de parking van het hotel vol te staan. Geen erg, er is valet parking voorzien. Voor de allereerste keer in ons leven staan mijn vriend en ik onze autosleutel af aan een volkomen vreemde die onze auto op een voor ons onbekende plek gaat parkeren. Toch wel spannend.
Voor het avondmaal trekken we het charmante stadje Seogwipo in. We komen terecht in één van de restaurants die het hotel ons aanraadde: Chef Jung Sub. Het eten is heerlijk en voor één keer eens niet een veel te grote portie. Na het eten slenteren we door de overdekte Maeil Olle Market, waar de meeste kraampjes aan het sluiten zijn. Hét typische streekproduct van Jeju island is de mandarijn. Overal rondom ons verkopen de stalletjes verse mandarijnen en versgeperst mandarijnensap. Aangezien ik nog zin heb in een ijsje, koop ik in potje met mandarijnensorbet in een artisanale gelato zaak. Lekker verfrissend en een mooie afsluiter van deze dag.