Sportief

Gisteren was voor mij denkelijk de sportiefste dag van 2007. Maar liefst drie uur gesport. Al moet ik toegeven dat dat laatste uur niet echt bijzonder intensief was.

Goed begonnen met een uurtje aerobics tijdens de middagpauze. Geen betere manier om met een frisse geest in de namiddag de werktaak te hervatten. Dan een uurtje fitness tussen zes en zeven (ik háát fitness, vraiment). En ‘s avonds heb ik vriendin U, die de danskriebels te pakken heeft, vergezeld naar een proefles “hedendaagse dans“. Nu moet u weten dat ik op voorhand mijn reserves had bij het concept “hedendaagse dans”, maar ik moet toegeven: het viel nog mee. Al zal ik nooit een fan worden van het grondwerk dat een belangrijk onderdeel van hedendaagse dans vormt. De vloer veeg ik liever op een andere manier. 😉 Ik denk dan ook dat het bij deze ene proefles zal blijven. Maar toch, leuk om eens geprobeerd te hebben.

Om jullie jaloers te maken

Gisteren hadden we bezoek van E, T en hun elfactig dochtertje M. Reden genoeg om de kookboeken nog eens boven te halen en een fijne menu in mekaar te flansen. Ondertussen zijn we al zeer goed geworden in het kiezen van gerechten die niet al te veel inspanning vragen, maar toch zeer lekker zijn.

Als voorgerecht serveerden we geplette kerstomaatjes met groene olijven, rucola en een paar blaadjes basilicum. Een recept van Jamie Oliver dat uitblinkt in eenvoud en al meermaals zijn deugdelijkheid heeft bewezen.

Als hoofdgerecht kozen we een gerecht dat we nog nooit gemaakt hadden: een eenvoudige wokschotel met rundsvlees, peultjes, taugé, minimaïs, sabal, gember, knoflook en rode pepertjes. Een tikkeltje pikant, maar niet té. De hoeveelheid die we gemaakt hadden, was net voldoende voor ons vieren. (Elfachtige dochters eten nu eenmaal niet zo veel.) Als we dit nog eens maken en we écht grote eters over de vloer krijgen, zullen we de ingrediënten maal anderhalf moeten doen, om zeker te zijn dat we genoeg hebben.

Het dessert ten slotte bestond uit aardbeien gemarineerd in balsamico en suiker geserveerd met een flinke kwak mascarpone. Het was de allereerste keer dat ik de combinatie aardbeien en balsamico uitprobeerde en ik kan jullie verzekeren dat dit een aanrader is. Zeer, zeer lekker. Gelukkig was er wat overschot zodat ik er vandaag ook nog van kon genieten. 😉

Onze gasten vonden het alleszins zeer lekker. Zelfs T, die toch een beetje een moeilijke eter is, heeft al haar bordjes mooi leeggegeten. Een geslaagde avond.

Squash

Tot mijn scha en schande moet ik bekennen dat het sinds gisteren meer dan drie maanden geleden was dat ik nog eens een squashracket ter hand genomen had. De zomermaanden zijn meestal geen drukke squashmaanden, maar om de één of andere reden lieten mijn squashpartners het deze zomer massaal afweten.

Gisteren heb ik echter de draad weer opgenomen. Ik had afgesproken om tien uur ‘s avonds afgesproken met N. Een beetje te laat op de avond naar mijn goesting, maar er was op geen enkel vroeger tijdstip nog een veldje vrij. Nu moeten jullie weten dan N erom bekend staat nooit, maar dan ook nooit op tijd te komen. Het is ook al meermaals gebeurd dat hij niet kwam opdagen op een squash- of andere afspraak. Dus ik had mij er zo wat half en half bij neergelegd dat ik waarschijnlijk een gans uur tegen de muur zou mogen spelen.

En ja, mijn voorgevoel leek bewaarheid te worden: de minuten tikten voorbij en nog steeds geen N te zien. Meestal erger ik mij dood aan zulke situaties. Ik ben iemand die nogal gesteld is op stiptheid en ik vind niets ergelijker dan mensen die beloven dat ze zullen komen, vervolgens niet komen opdagen en dan nog niet eens het fatsoen hebben om zich achteraf te excuseren. Maar gisteren was ik totaal zen. Behoorlijk atypisch voor de eerder heetgeblakerde yab. En toen N na een dik kwartier dan toch eindelijk kwam opdagen (hij was te laat vertrokken en vond vervolgens de squashzaal niet), heb ik zelfs geen enkele stekelige opmerking gemaakt!

En het squashen. Wel, d’r zat een beetje roest op, maar ‘k heb toch maar gewonnen en da’s het belangrijkste. 😉

Lunchdate

Deze middag lekker Thais gegeten (en mij half verslikt in een toch wel heel pikant stukje rode peper) ergens in een restaurant in Brussel en fijn gebabbeld met the Lord. Hij vertrekt bijna op vakantie (jaloers dat ik ben) en dit was ons laatste afspraakje voor zijn vertrek. Als hij daar in verre en warme oorden een knappe inboorlinge tegen het lijf loopt en beslist niet meer terug te keren naar België, heb ik tenminste op gepaste wijze afscheid kunnen nemen. 😉

Monumentjes kijken

Mijn vriendje en ik besloten ons dit jaar richting ‘t Stad te begeven voor het traditionele uitstapje ter gelegenheid van Open monumentendag. In de voormiddag had ik gereserveerd voor een rondleiding in het voormalig Koninklijk Paleis op de Meir. Nog een geluk, want daar aangekomen, bleken er veel gegadigden te zijn die helaas allemaal moesten afdruipen omdat de rondleidingen volzet waren.

Nog iemand met koninklijke interesse was minister Bourgeois. Nadat hij uitgebreid geïnterviewd was door ATV, kregen hij en zijn gevolg een rondleiding in het Paleis. Er gaat veel Vlaams geld naar de restauratie van het Paleis en de minister wou waarschijlijk met eigen ogen bekijken of dat geld wel goed besteed wordt. 😉 Te oordelen aan de prachtig gerestaureerde spiegelzaal, zijn de restaurateurs alvast goed bezig. Al zullen er nog zware inspanningen geleverd moeten worden. Het verval was overal duidelijk zichtbaar. De Vlaamse Overheid heeft het gebouw in erfpacht gegeven aan Erfgoed Vlaanderen die het gebouw na de restauratie zal beheren. Ik ben alvast benieuwd naar het resultaat van de restauratie.

Voor een klein beetje ergernis zorgde onze gids, die duidelijk starstruck was door haar eerste ontmoeting met een Echte Minister. We hadden gereserveerd voor de rondleiding van 10.45u, maar omdat de minister zijn groepje zich vlak voor ons gewrongen had, moesten we langer wachten en de gids durfde gewoon niet naar binnen gaan, want ja dan stoorden we misschien de minister. Oink? Als we in dezelfde ruimte als de minister hadden gestaan, dan had ik dat wel begrepen, maar hij was ondertussen al naar een volgende zaal. Gelukkig is de verantwoordelijk na een tijdje dan toch aan de gids komen zeggen dat ze maar naar binnen moest gaan en aan de rondleiding beginnen.

Tijdens de rondleiding was ze ook heel grappig. Soms kruisten we het gezelschap van de minister en dan stopte de gids heel eerbiedig met haar uitleg. Want ja, als ministers passeren, dan moet je toch wel stil zijn en deemoedig naar de grond staren en zo. Ministers zijn ook maar mensen, he! Ben trouwens bij het verlaten van één van de laatste zalen nog bijna tegen Bourgeois opgelopen (ik was nog een paar fotootjes aan het nemen en niet zo goed aan het uitkijken). Al goed dat de gids dat niet gezien heeft, want anders had ze zeker een hartaanval gekregen. 😉

Na de rondleiding kregen we een Palm Royale, om van de doorstane emoties te bekomen. Aangezien ik geen bierdrinker ben, heeft mijn vriendje mijn glas ook mogen leegdrinken. En vrolijk dat hij was na twee drieëndertigers op zijn bijna nuchtere maag… We stonden trouwens bij twee zeer sympathieke Antwerpenaars aan het tafeltje. Ze gaven ons de tip om zeker een bezoekje te brengen aan het Begijnhof, wat we dus maar gedaan hebben. En ze hadden gelijk, het was de moeite. Een poëtisch stukje stad in de stad.

Omdat mijn maag ondertussen wat tegenpruttelende geluiden begon te maken, hebben we een uitgebreide maaltijd tot ons genomen in ‘t Brantyser. Dertig euro voor een driegangenmenu, de verleiding was gewoon te groot. Maar het smaakte voortreffelijk! ‘t Was soms wel een beetje bibberen op het terras als er een koud windje opstak, maar we hebben doorgebeten. (Waar blijft die schitterende nazomer?)

Voor de namiddag hadden we niet direct een programma uitgestippeld. We zijn onze neus en de blauwe open monumentendagvlaggen gevolgd. Hebben we nog bezocht: de Bontwerkersplaats en het Gesticht L.J.J Somers in de Wolstraat, De Groten Sot/ het Brantijser op de Sint-Jacobsmarkt, het Hotel du Bois de Vroylande, het Herenhuis In de Gouden Scepter van Spagniën en het Sint-Barbaragodshuis, alledrie gelegen op nummer 95 in de Lange Nieuwstraat en tot slot de Sint-Jacobskerk. Om de dag af te ronden, hebben we nog iets gedronken op het Sint-Nicolaasplein, een leuk binnenpleintje met theaters en een schattige poppenschouwburg.

En nu ben ik een beetje moe.