De juf Koreaans stopte iets later dan gewoonlijk vandaag, waardoor ik, zelfs indien ik een wereldrecord op mijn naam zou schrijven, onmogelijk nog mijn normale trein naar Leuven kon halen. Geen nood, kon ik van de gelegenheid gebruik maken om de Minwha tentoonstelling in het Korean Cultural Center te bewonderen. Minhwa zijn schilderijen van mythische figuren en dieren geschilderd in een eenvoudige, naïeve stijl. Ik moet zeggen dat de tentoonstelling me erg aansprak. De felle kleuren en de stilistische weergaven van de dieren, is helemaal mijn ding. Ware het niet dat we binnenkort gaan verhuizen, ik zou het niet erg vinden zo’n schilderijtje te zien pronken aan onze muur.
Omdat mijn trein pas over een half uur vertrok, besloot ik nog een kleine wandeling in het Warandepark te maken. Die kleine wandeling werd een grote, want ik werd afgeleid door de foodtrucks en het muziekpodium die opgesteld stonden voor het Koninklijk paleis. Ik kocht me een soepje en at dit met smaak op in het zonnetje op een bank in het park. Het was duidelijk dat de zonnestralen veel mensen naar buiten gelokt hadden. Het was behoorlijk druk. Overal zaten mensen op het gras te picknicken of gewoon van het zonnetje te genieten. Uiteindelijk nam ik de trein een uur later dan oorspronkelijk de bedoeling was. Zo genoot ik van de ambiance en de zon op mijn gezicht.
Toch opmerkelijk hoe goed gezind een mens wordt van een beetje zonlicht.
Iet of wat gegeneerd informeerde onze vriend of we toch wel zalm lustten? Want dat was een belangrijk ingrediënt voor zowel zijn voor- als hoofdgerecht, klaargemaakt in de gloednieuwe keuken van zijn prachtige appartement. Of dat een retorische vraag was, riposteerde ik, want zalm staat hoog genoteerd in mijn top honderd van favoriete etenswaren. Samen met asperges. En kijk, laat onze vriend als het voorgerecht nu net een combinatie van beide geserveerd hebben, afgewerkt met een prachtig gepocheerd eitje. Wat een heerlijkheid!
De officiële rondleiding in zijn appartement hadden we al gehad, dus het werd een gezellige avond met een flesje champagne (of twee), een glaasje witte wijn én een glaasje Maker’s Mark bourbon die onze vriendin (ook een vriendschap overgehouden aan de Spaanse les) had meegebracht na haar verblijf in Cincinatti. Uiteraard wilden we graag horen van haar ervaringen als expat. Kwestie van al een beetje voorbereid te zijn op wat zal komen.
Eén ding is zeker, zulke verwennerijen zijn voor herhaling vatbaar.
Het voorbije weekend had ik een wel heel grillig fotomodel voor de lens. Jawel, ik legde zowaar een paard op de gevoelige plaats vast. Toegegeven, het paard was eerder bedoeld als rekwisiet voor de communiefoto’s van het petekindje van mijn vriend, maar het diva-gedrag van het paard oversteeg ruimschoots dan van onze communicant. Het kostte heel wat overtuigingskracht om het paard te laten poseren op de manier waarop in het wilde. Er was dan ook zoveel heerlijk groen gras dat er zoveel aantrekkelijker uitzag dan de lens van mijn fototoestel. Maar goed met wat gesleur en getrek slaagden we er toch in enkele leuke foto’s te maken. Al moet ik zeggen dat ik best wel opgelucht was dat het paard terug op stal ging en ik mij volledig kon concentreren op het communicantje in spé.
Na de fotoshoot gingen we gezellig iets eten met de zus van mijn vriend (en mama van zijn petekindje) en haar gezin. We belandden in brasserie Den Hertog in Olen, waar het vlees uitstekend was, maar de bediening echt ondermaats. Jammer, want zo’n zaak verdient beter. Gelukkig maakte het gezelschap veel goed!
Foto van het wagyu jodenhaasje dat ik echt wel verdiend had na de inspanningen van de namiddag:
Voorbij zijn de tijden dat we samen tikkertje speelden, zandkastelen ontwierpen of kampen bouwden in het bos. Mijn neefje (tweede in een rij van vier zonen) is papa geworden. Een meisje in een bastion van mannen. Benieuwd wat dat zal geven!
Deze eerste mei was hét geknipte moment om mijn achternichtje te gaan bewonderen. Mijn vriend en ik spraken met mijn broertje en zijn vriendin af om samen naar Antwerpen-Centraal te sporen. Veel keuze aan treinen hadden we niet, maar om de twee uur reed er toch een trein van Limburg over Leuven naar Antwerpen. Een korte wandeling later kwamen we aan bij de woonst van mijn vriend. Een woonst die mijn neef en zijn vriendin voor het eerst betrokken na terugkomst uit het ziekenhuis met hun kersverse dochter. Het bed moesten zijn ouders ‘s de avond voordien nog ineen vijzen. Kwestie van zoveel mogelijk grote veranderingen ineens achter de rug te hebben. 😉
Mijn neef en zijn vriendin hadden smakelijke hapjes voor ons voorzien en na hun dochter uitgebreid bewonderd te hebben (wat een braaf kindje!) kregen we een rondleiding in hun nieuwe huis. Mijn neef heeft de maanden na de aankoop al flink gewerkt, maar er is nog veel werk voor de boeg. Niet ideaal met een baby’tje in huis, maar moeilijk gaat ook, zeker?
De namiddag vloog voorbij en we namen afscheid met de belofte nog eens terug te komen voor een zomerse barbecue (als mijn vriend en ik dan toevallig in het land zijn).
Alvorens terug te keren naar Leuven/Limburg gingen we nog snel ramen eten bij de Wagamama. Best wel ok, maar niet te vergelijken met échte Japanse ramen. Misschien bij gelegenheid nog eens naar Zaventem sporen. 😉
Gisteren waren we te gast bij een vriend in Kampenhout, ons eerste bezoek aan zijn gloednieuwe huis, hypermodern en voorzien van de laatste snufjes (o.a. een dampkap ingebouwd in het keukeneiland die naar beneden afzuigt, ik was onder de indruk). Er was nog wat werk aan de winkel (deuren en badkamer ontbraken, er moest nog geschilder worden), maar het huis was verder perfect bewoonbaar.
Ik was erg onder de indruk van het huis en dan meer specifiek van de oppervlakte. Ik denk dat ons Leuvense appartement tweeënhalve keer in zijn huis paste en hij woont er in zijn eentje. Niet dat ik onze vriend zijn grote, mooie, moderne huis niet gun, maar het valt me tegenwoordig steeds meer op hoeveel vierkante meter de modale Vlaming nodig heeft voor zijn woonst in vergelijking met woningen in het buitenland.
Mijn vriend en ik zullen in Genève alvast een pak kleiner wonen dan in Leuven. En dat geeft me ergens ook wel rust: minder plek om rommel te verzamelen. De laatste jaren heb ik stelselmatig dingen weggegooid of weggegeven. En met onze verhuis zullen we noodgedwongen nog een paar grote opruimacties moeten organiseren. Wie weet geef ik hier op yab.be wel een paar dingen weg. Lang leve de minimalistische levensstijl!
Oja, de Thaise curry door onze vriend klaargemaakt in de blinkend nieuwe keuken, smaakte alvast heerlijk:
Wakker voordat de wekker afgaat. Die stond om 7.30u omdat ik mijn allerlaatste voormiddag graag nog snel het Gyeongbokgung wilde meepikken. Ik pak snel mijn valies, die ongetwijfeld flirt met het maximum toegelaten gewicht en geniet van mijn allerlaatste Koreaanse ontbijt in mijn traditioneel Hanok guesthouse.
Na het ontbijt snelwandel ik naar Gyeongbokgung, het grootste paleis van de vijf paleizen gebouwd door de Joseon koningen. Het terrein is immens en ik loop aan hoog tempo van het ene schitterende bouwwerk naar het andere. Jammer dat ik niet meer tijd heb om al deze pracht en praal rustig in me op te nemen. Maar hey, ik ben al blij dat ik er alsnog in geslaagd ben een glimp van dit paleis op te vangen. Het had vandaag ook gesloten kunnen zijn wegens onlusten of zo.
Ook deze laatste dag is de zon volop van de partij. Ik neem nog snel wat gopro selfies bij Gyeonghoeru, een constructie gebouwd op palen die weerspiegeld wordt in een prachtige vijver. Daarna ren ik om het wisselen van de wacht op het hoofdplein mee te pikken. De kleurrijke ceremonie is een ideale manier om mijn trip naar Korea af te sluiten. Prachtig.
Met spijt in het hart keer ik terug naar het hotel om mijn valiezen op te halen en mijn schuld af te lossen. De eigenaar zegt me dat om wille van de betogingen de airport shuttle wellicht niet zal stoppen aan de halte vlakbij. Ik besluit het er toch op te wagen en loop naar de halte. Helaas, aan de halte hangt inderdaad een papier dat niet veel goeds doet vermoeden. Ik spreek één van de honderden politieagenten aan die nog altijd op straat patrouilleren en vraag hen voor mij te vertalen wat er staat. Ik zou naar een nummer moeten bellen voor meer info. Aangezien ik echter een Koreaanse sim-kaart heb die enkel dataverkeer toelaat, besluit ik van plan te veranderen en te bekijken of de metro een optie is.
Ik sleur mijn meer dan twintig kilo zware valies een paar trappen af (geen lift of roltrap te vinden), maar het lukt me niet om in dertig seconden het metrosysteem te ontcijferen en het infopunt waar ze mij zouden kunnen verder helpen is gesloten. Ik besluit na deze halfslachtige poging geen kostbare tijd meer te verliezen: ik sleur mijn valies opnieuw een aantal trappen op en houd de eerste de beste taxi aan die mij wil meenemen. De taxi is niet meteen het meest luxueuze voertuig waarin ik ooit gezeten heb. Het lukte me amper om mijn valies in de kleine koffer te krijgen en het interieur ziet er een beetje afgeleefd uit. Maar ik ben al blij dat ik onderweg ben richting luchthaven.
Na een lange rit waaraan geen einde lijkt te komen, kom ik stipt om 12.30u in de luchthaven aan, twee uur voordat mijn vlucht vertrekt. Ik betaal de taxichauffeur 54.600 won (6600 won tol inbegrepen) en begeef mijn naar de checkin balie. Vol spanning kijk ik het weegmoment van mijn valies tegemoet, maar kijk, ik heb geluk, mijn valies weegt 22,7 kilo, nog driehonderd gram overschot!
Helaas realiseer ik me dat ik in mijn haast mijn nekkussen vergeten ben in het hotel. Jammer, maar dat kussen zal de rest van zijn bestaan in Korea moeten slijten. Ik vind een plek waar ze heerlijke pho noedelsoep serveren (en ja, ik weet dat pho Vietnamees is, maar dat laat ik even niet aan mijn hart komen). De heerlijk warme soep doet deugd en ik voel me na de ietwat gejaagde ochtend weer tot rust komen.
Mijn vlucht naar Schiphol verloopt zonder problemen. Ik ben blij dat er voor het diner bibimbap geserveerd wordt, schrijf wat aan mijn reisverslagen, kijk wat series en een Koreaanse film (te bespreken voor de les Koreaans, uiteraard!) en doe een poging om naar La La Land te kijken. De film weet me echter maar matig te boeien en ik sukkel in slaap voor het einde.
In Schiphol heb ik tweeënhalf uur tijd voor de overstap. Ik koop me een smoothie en vind een plek om mijn laptop op te laden. Na een bijzonder kort vluchtje naar Zaventem, arriveer ik om 22.10u in Brussel alwaar mijn vriend me staat op te wachten in de aankomsthal.
Mijn trip zit er helaas op. Een onvergetelijke eerste kennismaking met Zuid-Korea die zeker naar meer smaakt!
Donderdagavond hadden we afgesproken met vrienden om (nu het nog kan) een nieuw Leuvens restaurant te verkennen: Merkat is gelegen vlak naast de Essenciel en is van dezelfde uitbaters. Mijn verwachtingen waren dus hoog gespannen. En jawel, de verwachtingen werden moeiteloos ingelost. In een interieur dat iets te hip voor mijn smaak was, genoten mijn vriend en ik samen met ons gezelschap van overheerlijke Spaans geïnspireerde tapas. Heel erg blij dat het sharing concept in België nu definitief voet aan aan de grond gekregen heeft, niets is leuker dan samen met vrienden een gerechtje delen en vervolgens bespreken of het al dan niet in de smaak valt. Dit concept biedt ook de mogelijkheid om veel verschillende gerechtjes uit te proberen en als er eentje tegen valt, niet getreurd, een nieuw gerechtje is snel besteld.
Absolute uitschieter van de avond was het krokante buikspek. Ongelooflijk lekker. Zó lekker dat dit het enige gerecht is, waarvan we twee porties besteld hebben. Om duimen en vingers af te likken, om het met een huizenhoog cliché te zeggen.
Een greep uit het aanbod:
Octopus met amandel:
Aardappel met gerookte forel:
Tortilla:
Arroz negre:
Krokant buikspek:
Gelakte bonito:
Iberico kroketjes
Entrecôte
Postres (crème catalan, churros en een éclair met pistache:
En jawel, ook hier verbaasde reacties bij het vernemen van ons grote nieuws. Blijkbaar waren veel mensen overtuigd dat mijn vriend en ik definitief wortel geschoten hadden in Leuven. Het voorbije jaar merkte ik echter bij mezelf dat mijn enthousiasme voor Leuven tanende was. Ik kreeg meer en meer het gevoel dat ik in deze universiteitsstad alles gezien had wat er te zien viel. En steeds vaker werd ik geplaagd door een gevoel van déjà vu als ik de zoveelste keer naar de opening van alweer hetzelfde event ging. Dat het stadsbestuur besliste mijn favoriete event Leuven in Scène te schrappen en te vervangen door zoiets ongedefinieerd als het Groot Verlof, was voor mij de spreekwoordelijke druppel. Onze beslissing om te verhuizen naar het buitenland komt dus echt op het juiste moment.
Een mens zou denken dat we na al die bezoeken aan distilleerderijen in Schotland wel eventjes genoeg van whisky zouden hebben, niets is echter minder waar. Ons tiendaags tripje was slechts de opwarming voor de whiskyproeverij bij onze vrienden in Boortmeerbeek. Natuurlijk brachten we enkele kersverse flesjes mee uit Schotland, maar ook oude klassiekers mochten niet ontbreken.
Het werd een gezellige avond waarbij we genoten van lekkere zalmhapjes en heerlijke whisky, terwijl we tussen de drams door tijd maakten om de steeds verder vorderende verbouwingen in het huis van onze vrienden te bewonderen. Het klikte wonderwel met ons groepje van zeven (waarvan sommigen elkaar nog nooit gezien hadden) en de avond vloog zodanig hard voorbij dat het opeens 1 uur gepasseerd was. Oeps, want de vrienden die ons van een lift naar Boortmeerbeek voorzien hadden, hadden aan hun babysitter gezegd dat ze rond middernacht terug thuis zouden zijn. Niet gelukt dus.
We namen afscheid met de belofte deze traditie zeker in ere te houden. Wie weet komt er binnenkort wel een editie in Genève?
Op de terugweg naar Leuven werden we nog tegengehouden voor een alcoholcontrole, waarbij drie personen in de wagen (letterlijk) hun adem inhielden en onze bob helemaal safe blies. Hoera! Die flitsboete voor te snel rijden onderweg (de babysitter had al lang genoeg moeten wachten), namen we er met de glimlach bij.
Mijn favoriet in onderstaand rijtje: de Japanse Yoichi.
Volgens de overlevering zou Rome gesticht zijn op 21 april 753 voor Christus. Een heuglijk feit dat mijn vriend en ik al enkele jaren vieren op de receptie van S.P.Q.R. Er wordt dan niet alleen overvloedig met hapjes rondgegaan en drank geschonken, bij deze gelegenheid reikt de Leuvense Romevereniging S.P.Q.R. ook haar jaarlijkse Romulus-prijs uit. Dit jaar ging deze prijs naar een nobele onbekende, dichter Robert Bogaerts, die de ‘Premio Internazionale Letteratura poesia narrativa saggistica’ ontving voor zijn dichtbundel ‘Mi piove nell’anima’. De man was duidelijk ontzettend blij met zijn prijs, zo glunderen dat hij deed.
En ik genoot met een glas prosecco in de hand van zijn voordracht van het (volledig in het Italiaans geschreven) gedicht “Divento te”, opgedragen aan zijn moeder. Wat deze voordracht extra bijzonder maakte, was dat zijn kleinzoon naast hem stond om het gedicht naar het Nederlands te vertalen voor zij die geen Italiaans verstonden. Op het einde schoot de dichter een brok in de keel, erg mooi.
Knap, dat een Vlaming voor wie het Italiaans geen moedertaal is, erin slaagt in Italië een poëzieprijs te winnen. Hoog tijd dat ik zelf nog eens het stof van mijn Italiaans blaas.
Deze middag maakte ik bij deBuren kennis met wat ongetwijfeld mijn droomjob is: food designer! En als u zich nu afvraagt: wat is in godsnaam een food designer, dan bent u niet alleen, tot gisteren was ikzelf ook totaal onwetend dat er zo’n fantastische manier bestaat om je geld te verdienen. Een food designer is eigenlijk een kunstenaar met voedsel. Katja Gruijters toonde de resultaten van haar werk in een zeer boeiende presentatie. Wat haar job zo uniek maakt, is dat het niet enkel over een mooie presentatie gaat, maar dat haar werk ook tot nadenken stemt: veel van haar projecten tonen consument en producent waar het mis gaat in onze huidige voedselketen. Zo heeft ze enkele boeiende projecten gecreëerd om de aandacht te vestigen op al het perfect goede eten dat wij in onze Westerse samenleving dagelijks weggooien.
Een boeiende, oogstrelende lezing, vergezeld van het lekkerste eten dat ik ooit bij deBuren at.