Deze ochtend nog naar mijn werk gespoord voor de zoveelste corona-crisisvergadering. Bijzonder rustige treinrit, moet ik zeggen. Het is dan toch waar wat de NMBS altijd zegt: het zijn de passagiers die voor de vertragingen zorgen. 😉 De crisisvergadering zelf vond ik eerlijk gezegd een een maat voor niks. Een beetje meer doortastendheid in deze tijden is toch wel aangewezen, vind ik.
Na een ganse voormiddag fysiek vergaderd te hebben, op respectabele afstand van mekaar, uiteraard, ondersteunde ik de arme mensen van de catering in ons bedrijf door een broodje en een kommetje soep te kopen. De catering zit immers met gigantische overschotten, omdat hun bestellingen al geplaatst waren voordat quasi iedereen bij ons is beginnen telewerken. De self service in onze cafetaria was volledig afgeschaft en ook de aanraakschermen om af te rekenen, mochten we niet aanraken. Die werden door één van de collega’s van de catering bediend. Speciaal, moet ik toch wel zeggen.
In de namiddag had ik nog twee teleconferenties en toen hield ik het zelf ook voor bekeken. Op dat moment was ik nog de enige persoon op onze verdieping, dus deed ik het licht uit en trok de deur achter mij dicht. Niet wetende wanneer ik weer terug op post zou zijn. Vanaf morgen doe ook ik aan telewerken.