Het GPS-gemis

Sinds we met een huurwagen rondrijden, hebben we geen GPS meer. Neen, wij hadden geen TomTom of ander hip spulletje, maar wel een oerdegelijke ingebouwde GPS. Nu de wagen helaas ergens op een autobewaarplaats staat te wachten tot de expert van de verzekeringen goesting heeft om hem perte totale te verklaren, zitten we zonder GPS. En dan besef je pas hoe snel je aan luxe gewoon bent. Lang geleden dat we nog eens met afgeprinte kaartjes van Google maps rondreden. En jawel, zowel eergisteren (toen we naar het gentblogt feestje reden) als gisteren (toen we richting Willebroek trokken) zijn we verkeerd gereden. Maar geen nood, beide bestemmingen werden verder zonder al te veel problemen bereikt.

Naar het schijnt was de dj vrijdag erg goed. Willen jullie wel geloven dat ik zoveel gebabbeld heb dat ik niet eens een flauw idee heb van het soort muziek dat er gedraaid werd? De frietjes hebben we ook gemist, want Gent is nu eenmaal niet bij de deur voor mensen uit Leuven en ik wilde toch een beetje fris zijn voor mijn eerste Russische les van het semester. Mijn vriendje was trouwens ook niet in topvorm. Blijkbaar heeft hij het virus dat mij vorige week velde overgekregen. Tiens, tiens, hoe zou dat nu komen?

Valentijn

Wat ik deed op Valentijn:

  • Iets langer in mijn bed blijven liggen dan normaal.
  • Vertrekken naar de eerste dag van een tweedaagse conferentie.
  • Netwerken.
  • Een beetje stressen over het feit dat ik op de tweede dag van de conferentie deelneem aan het afsluitende debat.
  • Businesskaartjes uitwisselen.
  • Een glaasje witte wijn drinken op de afsluitende receptie.
  • Toevallig in een overvolle trein tegenover een collega belanden.
  • Mijn voorbereidingstijd voor het debat meteen in rook zien opgaan.
  • Thuis komen en snel iets eten.
  • Blij zijn met de bloedmooie rode roos die ik van mijn vriendje kreeg.
  • Naar een voorbereidende vergadering van Leuven in Scène gaan.
  • Een fles witte wijn laten kapotvallen.

En wat deden jullie?

Tijdverdrijf

Vandaag hebben ze (ik zal niet in detail ingaan op wie “ze” zijn) bij onze administratieve medewerkers (aka het secretariaat) 30.000 flyers gedropt. Tegen vrijdag te verdelen in hoopjes van 10. Elk hoopje moet samen met een begeleidend schrijven in een briefomslag gestoken worden en al de briefomslagen moeten van etiketten voorzien worden om vrijdag op de post te kunnen doen. ‘k Ben uit medelijden daarstraks even mee hoopjes gaan maken. Ocharme die meisjes.

De vervelende vergadering

Deze voormiddag heb ik een niet zo aangename vergadering bijgewoond. Een vergadering waarin onze projectverantwoordelijke zijn ontevredenheid over onze outsourcer op zeer duidelijke wijze luchtte. Pas op, ik ben het helemaal eens met onze projectverantwoordelijke en deel zijn ongenoegen, maar soms is het beter niet boos te worden en het probleem op een andere manier aan te kaarten. Je merkt dat dadelijk, de ene partij wordt boos en verliest zijn geduld en de andere partij zet meteen de stekels op en gaat in de tegenaanval. Naar mijn mening is het moeilijk om in die omstandigheden tot een constructieve oplossing te komen voor het probleem.

Let op, ik ben in mijn privèleven vaak alles behalve het toonbeeld van zelfbeheersing, maar in professionele context doe ik erg mijn best om steeds het hoofd koel te houden. Ik vind het niet kunnen dat vergaderingen in halve scheldpartijen ontaarden en als ik soms de zin voel opkomen om eens goed uit mijn krammen te schieten, dan probeer ik even diep in en uit te ademen en met de glimlach mijn standpunt te herhalen.

En thuis kan ik dan ‘s avonds uitgebreid mijn hart luchten bij mijn arme vriendje. 😉

Moe, moe, moe

Mmm, ik was vandaag beter nog een dagje thuisgebleven van het werk, want helemaal gezond voel ik mij nog niet. Al een geluk dat de vergadering in Leuven deze namiddag anderhalf uur vroeger gedaan was dan gepland, waardoor ik opeens wat tijd op overschot had (een ongekende luxe) en ik op mijn gemak een bezoekje kon brengen aan de Artefact expo. Daarna was het drieënhalf uur doorbijten in de eerste les Japans na de examens. Gelukkig was mijn schitterende uitslag een serieuze opsteker. 😉

Babyborrel

Zeg nu eens eerlijk, vinden jullie dat ook zo’n raar woord? Al moet ik zeggen dat het wel lekker over de tong gaat, met die rollende r. Gisteren zijn we naar de babyborrel geweest van wat ongetwijfeld het braafste kind ter wereld moet zijn. Ongeveer drie maanden oud, met mooie bolle wangetjes. Zonder een kik te geven ging ze van schoot tot schoot. En er waren toch zeker een stuk of veertig schoten. Een droombaby. Mijn vriend en ik kenden buiten de gastheer en de gastvrouw niemand, maar dat stoorde niet. De aanwezige mensen waren erg vriendelijk en deden me door hun sappige Limburgs terugdenken aan mijn jeugd. Ik heb ongetwijfeld zelf nog een Limburgse tongval, maar door jarenlang in Leuven gewoond te hebben, is dat accent (gelukkig) wat verwaterd. De gastheer deed trouwens erg zijn best om mij vol champagne te gieten. Mijn glas was amper leeg of hij kwam al informeren of het niet bijgevuld moest worden. Zo horen geboortes gevierd te worden! Met champagne en veel hapjes.

Van de trotse ouders kregen we een rondleiding in hun pasgebouwde huis. Appartementsbewoners als wij zijn, waren we danig onder de indruk van de ruimte aanwezig in het huis. Dat begon al in de kelder: maar liefst driehonderd vierkante meter kelder. Jawadde. Indrukwekkend. Nu, voor een gezin met (tot nu toe) drie kinderen heb je wel wat ruimte nodig, maar hun huis was toch wel erg riant. Ze hadden ook allerlei wilde plannen met al de aanwezige nog niet in gebruik genomen kamers: een muziekstudio, een knutselkamer, een wijnkelder, een fitnessruimte en helemaal in de nok van het dak een ruimte met bar en biljarttafel. Al die plannen klinken mij vreselijk duur in de oren, dus benieuwd wanneer ze gerealiseerd zullen raken. Ik heb alvast aangeboden om de bar te komen inwijden van zodra ze er staat. 😉

Ik ben besmettelijk!

Na een rotslechte nacht toch maar wijselijk besloten thuis te blijven van het werk en een bezoekje aan de dokter te brengen. Het verdict: een virus. Uitzieken dus. Met de juiste symptoombestrijdingsmiddelen hoop ik toch morgen al genoeg opgelapt te zijn om er weer tegenaan te kunnen gaan.