Mijn vriendje is blij

En als mijn vriendje blij is, ben ik blij (allez, soms toch). Zijn nieuwe leasewagen is eindelijk aangekomen. Zijn we voorgoed verlost van de stinkmobiel. Blijkt dat leveringstermijnen in de automobielsector al bijna even onbetrouwbaar zijn als die in de bouw. De nieuwe wagen moest er eind maart/begin april zijn. ‘t Is uiteindelijk eind mei geworden.

Maar we klagen niet. Eindelijk weer een ingebouwde GPS om ons de weg te wijzen. Gemist dat we dat ding hebben, jullie hebben er geen gedacht van. De achterbank van de stinkmobiel was ondertussen helemaal ondergesneeuwd geraakt met afgeprinte googlemaps. Een GPS redt bomenlevens! (En je doet minder kilometers omdat je niet verloren rijdt.)

Nu alleen maar hopen dat de ‘nieuwe auto’-geur niet te erg is.

Het GPS-gemis

Sinds we met een huurwagen rondrijden, hebben we geen GPS meer. Neen, wij hadden geen TomTom of ander hip spulletje, maar wel een oerdegelijke ingebouwde GPS. Nu de wagen helaas ergens op een autobewaarplaats staat te wachten tot de expert van de verzekeringen goesting heeft om hem perte totale te verklaren, zitten we zonder GPS. En dan besef je pas hoe snel je aan luxe gewoon bent. Lang geleden dat we nog eens met afgeprinte kaartjes van Google maps rondreden. En jawel, zowel eergisteren (toen we naar het gentblogt feestje reden) als gisteren (toen we richting Willebroek trokken) zijn we verkeerd gereden. Maar geen nood, beide bestemmingen werden verder zonder al te veel problemen bereikt.

Naar het schijnt was de dj vrijdag erg goed. Willen jullie wel geloven dat ik zoveel gebabbeld heb dat ik niet eens een flauw idee heb van het soort muziek dat er gedraaid werd? De frietjes hebben we ook gemist, want Gent is nu eenmaal niet bij de deur voor mensen uit Leuven en ik wilde toch een beetje fris zijn voor mijn eerste Russische les van het semester. Mijn vriendje was trouwens ook niet in topvorm. Blijkbaar heeft hij het virus dat mij vorige week velde overgekregen. Tiens, tiens, hoe zou dat nu komen?

Tienen?

Toen ik deze ochtend met de slaap nog in mijn ogen naar de Russische les stapte, stopte er een auto langs de kant van de weg. Een meneer stapte uit en vroeg aan mij: “Is dit Tienen?” Mijn mond viel lichtjes open en eerst dacht ik dat het een grapje was, maar de mens was doodernstig. Nochtans kon ik geen tekenen van dronkenschap bij hem ontwaren. Ik heb hem dan maar vriendelijk de juiste richting gewezen en bij mezelf gedacht dat voor sommige mensen een GPS werkelijk onontbeerlijk is.