Na het ondertussen gekende simpele ontbijt, wandelen we naar één van de winkels vlakbij om twee nieuwe strandhanddoeken te kopen. We hebben wel van die dunne, snel drogende handdoeken van de Decathlon in de koffer meegenomen, maar die zijn niet zo aangenaam om op het strand te liggen. Dus kopen we twee gloednieuwe handdoeken in de hoop hiervan de rest van de vakantie nog veel gebruik te kunnen maken.
Na grondig onderzoek via googlemaps hebben we een strand gevonden dat ons ideaal lijkt om te paddle boarden, iets verder weg van de drukke stranden vlakbij Dinard. We doen ons badpak onderaan en rijden met de wagen naar Plage de Longchamps in Saint-Lunaire. We vinden verrassend makkelijk een plek om onze auto te parkeren, vissen uit waar je een paddle board kan huren (enkel in de namiddag blijkbaar) en besluiten dan de rest van de voormiddag een wandeling te maken naar de Pointe de la Garde-Guérin. Alweer een zeer mooie wandeling langs de grillige Bretoense kustlijn.
Voor het middagmaal hebben we ons oog laten vallen op Le Surf de Josephine, want ja, kreeft op de menukaart. Helaas, alle (!) tafeltjes blijken gereserveerd te zijn. Ik kan het amper geloven. Verder dan maar naar de enige andere eetgelegenheid op de dijk: L’Alizé, een simpele barak met daarvoor plastieken stoeltjes met rode parasols. Het terras zit stampvol, gelukkig weten we nog net een vrij gekomen tafeltje te bemachtigen, dat de vriendelijke jongedame die ons bedient, snel voor ons ontsmet.
Bij het openen van mijn iphone beschermingshoes, merk ik opeens dat mijn bankkaart en maaltijdcheques-kaart verdwenen zijn. Beide kaarten bevonden zich in de bovenste gleuf van mijn hoes, die met de tijd en het vele gebruik wat losser is geworden. Komt daarbij dat ik vlak voor vertrek een aantal kaarten uit de hoes gehaald heb die ik niet nodig had op vakantie. Gevolg: beide kaarten moeten ergens ongemerkt uit mijn hoes geglipt zijn. We overwegen even om de wandeling opnieuw te doen, maar realiseren ons snel dat dit hopeloos is. Die kaarten vinden we nooit meer terug. Gelukkig gaat het om mijn gewone bankkaart en niet om mijn mastercard. Ik zal deze avond naar Card Stop bellen en bij terugkomst een nieuwe kaart aanvragen bij mijn bank.
Als middagmaal bestel ik mij een tartine Breton, een lekkere geroosterde boterham die vlotjes binnen gaat. Van al die zeelucht krijgt een mens honger…
Om 14u begeven we ons naar de barak waar ze paddle boards verhuren. We reserveren twee boards voor anderhalf uur. Het is ondertussen alweer een tijdje geleden dat we nog op zo’n plank stonden en in het begin is het toch weer even wennen. Zeker omdat paddle boarden door de golven op zee net iets meer uitdaging biedt dan paddle boarden op het meer van Genève. We vallen uiteraard allebei een paar keer van onze plank, maar al bij al gaat het verbazingwekkend vlotjes. Bij één zo’n val speelt mijn vriend bijna zijn zonnebril kwijt (iets waarin ik zelf ook ervaringsdeskundige ben). Bij het boven water komen, realiseert hij zich dat hij zijn bril kwijt is en hij duikt er meteen achteraan. Doordat het water zeer helder is en de bril traag zinkt, slaagt hij er wonder boven wonder in zijn bril te redden. Oef, want zo’n zonnebril op sterkte vervang je niet zo gemakkelijk op reis.
Tijdens het paddle boarden komen we een Antwerps koppel tegen dat één plank voor hun tweetjes heeft gehuurd. Een beetje raar, want dat maakt dat er altijd één persoon in het water moet liggen wachten terwijl de tweede op de plank staat. Staande op mijn paddle board doe ik een babbeltje met het meisje van het koppel. Over corona en de situatie in Antwerpen, tja, waarover babbelt een mens anders?
Na deze sportieve inspanning, kiezen we een plekje op het strand, spreiden onze nieuwe handdoeken uit en genieten we van het zonnetje. Het is merkelijk warmer dan de voorbije dagen.
Na een tijdje geluierd te hebben, rijden we terug naar Dinard. We parken opnieuw in dezelfde parking, lopen snel even langs het hotel voor een sanitaire stop en gaan nog snel even zwemmen bij het Plage de L’Ecluse. Het is bijzonder druk op het strand en het lijkt wel alsof de meeste aanwezigen nog nooit van het coronavirus gehoord hebben. We laten onze spullen achter bij een vriendelijk Nederlands koppel: “Nou, leg het maar onder de bolderkar!” en trekken het water in. Lang zwemmen we niet, want het water is erg frisjes en we vinden het toch wat te druk.
In het hotel nemen we de tijd om uitgebreid al het zand en zout van ons af te spoelen en ons een beetje op te dirken voor ons avondje uit bij Didier Meril. We krijgen een mooi tafeltje voor twee toegewezen met uitzicht op de Plage du Prieuré. We besluiten een beetje gek te doen en gaan voor de ménu dégustation (acht gangen) mét aangepaste wijnen. Terwijl wij zitten te genieten van het ene verfijnde gerecht na het andere, zien we vlak voor zonsondergang een groep kajakkers aan land komen. Doordat het ondertussen eb is, moeten ze een flink eind sleuren met hun kajak, wat ons meteen de nodige entertainment oplevert.
Het eten blijft maar komen en vooral, de glazen wijn worden zeer vlotjes bijgeschonken. Bij de kaas krijgen we zelfs niet één, maar drie glazen aangeboden. Proevertjes van de lokale specialiteiten waaronder de onvermijdelijke cider. Het is allemaal zeer lekker, maar ook nét van het goede te veel. Ik hou mijn hart vast voor de gevolgen morgen….