Na ons gezamenlijk bezoekje aan Tafelrond in september, hadden we ditmaal afgesproken met onze vriend bij Ogst in Hasselt. Alweer een nieuw culinaire ontdekking. Het interieur zag er alvast veelbelovend uit: een oud herenhuis, dat nadien tot een winkelpand was omgevormd en nu minimalistisch aangekleed als restaurant dienst deed. We spraken kort met de eigenaar die duidelijk erg trots was op het pand en zijn rijke geschiedenis. Ik hield vooral van de mooie houten vloeren, de originele peertjes die het pand verlichtten en de tot op de baksteen gestripte witgeverfde muren. Erg mooi en sober.
Een ideaal interieur om te genieten van deze kleine kunstwerkjes:
appetizers:
schelvis • aardpeer • pickles van ui:
heek• pompoen • visei:
pijlinktvis • boerenkool • yuzu:
hinde • kweepeer • crumble van ‘cazette de bourgogne’:
appel • walnoot • peterselie:
Zoals gewoonlijk hadden we weer bijzonder diepgaande gesprekken. Het doet alleszins deugd om te merken dat er nog mensen zijn die worstelen met de dingen des levens.
En dat terwijl ik het gevoel heb dat de zomer pas achter de rug is. Het is een steeds wederkerend thema op deze blog: de steeds sneller vliedende tijd. Het lijkt alsof ik twee keer met mijn ogen geknipperd heb en ik, zonder dat iemand daarvoor mijn toestemming gevraagd heeft, opeens een oude zak ben geworden, het lidmaatschap van het legioen hippe jongeren definitief ontgroeid.
Vreemd toch, want ik voel me nog jong en aan energie ontbreekt het me zeker niet, maar de realiteit heeft me ingehaald, vrees is. En dan begint het besef te dagen dat ik qua verwezenlijkingen nog niet veel op mijn conto kan schrijven. Al die grootste plannen die ik als kind had, liggen onuitgevoerd in de kast. Geen tijd voor gehad, zeker? Grootse projecten die ik opgestart heb, doven langzaam uit. Het gevoel dat ik het allemaal al eens gezien heb, neemt steeds vaker de bovenhand. En ik worstel ermee dat ik (nog) niets substantieels verwezenlijkt heb op deze planeet. Wellicht heb ik mezelf teveel laten meedrijven op de waan van de dag. Het is makkelijker in de tredmolen te stappen dan je de vraag te stellen ‘waarom?’.
Nope, het English breakfast nog altijd niet beu. Al hield ik mij een beetje in, want ook vandaag hadden we een culinaire lunch gepland. Maar alvorens onze voetjes onder tafel te schuiven, beklommen we eerst de 311 treden van het Monument to the Great Fire of London. Lang niet zo hoog als The Shard of The Sky Garden, maar wel een leuke klim die nadien beloond werd met een heus certificaat ons uitgereikt door een enthousiaste Londenaar op pensioen. Zeer charmant en kleinschalig allemaal. Alleen jammer dat het door het metalen gaas moeilijk was om foto’s te nemen van de omgeving.
Geen nood echter, onze volgende halte was immers restaurant Fenchurch gelegen in de Sky Garden. Jawel, alweer een restaurant dat zich in hogere sferen bevond. Er is duidelijk een trend waarneembaar. 😉 Van al de restaurantbezoeken in Londen tot nu toe was dit het meest hoogstaande, met echt pareltjes van gerechten op ons bord en zeer attente bediening. Alleen was het even slikken toen we zagen hoeveel die twee glaasjes champagne die we als aperitief gedronken hadden, kostten. Toegegeven, we schrokken niet zo hard als die keer in Genève, maar de prijs was toch ook niet alledaags te noemen. Daarnaast vonden we het ook jammer dat de aangepaste wijnen nogal erg zuinig uitgeschonken werden. En bijgevuld werd er al helemaal niet. Nu hoeft dat voor mij niet bij elke gang, maar bij het hoofdgerecht mag dat toch wel.
Chilled Cucumber Soup:
Chopped Sea Trout:
Cornish Turbot:
Goodwood Estate Lamb:
Chocolate Marquise
Uiteraard gingen we na de maaltijd nog wat genieten van het mooie uitzicht op het openluchtterras van de Sky Garden.
Na de maaltijd namen mijn vriend en ik de metro naar Hampstead Heath om mijn gefaald bezoek van de vorige keer goed te maken. Hampstead Heath ligt een heel eind van het centrum van Londen verwijderd en er is geen metrohalte vlakbij, dus we waren wel even onderweg om er te geraken. We hadden speciaal koekjes en graanrepen meegenomen in de hoop wat eekhoorns te kunnen voederen, maar deze bleken zich bij valavond niet graag te laten zien. Gelukkig waren er veel eendjes, meerkoeten en zwanen in het park die ons wel graag van onze koekjes afhielpen. Het park zelf was heel groot een uitgestrekt met een mooi uitzicht op Londen. Ideaal om de hond uit te laten. 😉
Na deze fijne wandeling rustten we even uit met een drankje op het terras (jawel, in oktober!) van The Freemasons Arms. We wandelden op ons gemak terug naar Hampstead station en genoten van de mooie buurt met trendy winkels. Vervolgens namen we de metro naar Covent Garden, omdat een bezoekje aan Londen niet volledig is zonder even langs Covent Garden te passeren.
Op aanraden van een collega aten we een Vietnamees noedelsoepje bij Pho Covent Garden. Het moet niet altijd haute cuisine zijn om lekker te zijn! Vietnamese street food gaat er bij mij vlotjes in! Na een maaltijd in recordtempo (Pho is fastfood, laat daar geen misverstanden over bestaan), slenterden we wat rond in Covent Garden en pikten we wat optredens van straatartiesten mee.
Het was zo’n mooie avond dat we weinig zin hadden om die in een veel te heet metrostel onder de grond door te brengen. We liepen dus van Covent Garden via de chique winkels van Oxford Street, langs de waterpijpen van Edgware Road naar het mooie Paddington Basin vlakbij ons hotel. Echt een bijzonder aangename wandeling. Alleen jammer dat we onderweg nergens een geschikte gelegenheid vonden om iets te drinken. Ofwel waren de drinkgelegenheden die we op ons pad tegen kwamen al gesloten (op een zaterdagavond!) ofwel zaten ze zo stampvol dat we geen zin hadden ons daar nog bij te wringen. En dat op onze laatste avond! Dus moesten we ons noodgedwongen beperken tot een afsluitend drankje in de bar van het hotel om te klinken op een fantastisch verblijf in Londen.
Gisteren waren we op stap in Antwerpen met Kato en Dieter, die voor de gelegenheid hun twee knappe zonen bij de grootouders gelaten hadden. We hadden afgesproken Bij Lam & Yin, wat mijn vriend en mezelf toeliet om met de trein naar Antwerpen te gaan. Toch een veel aangenamere manier van reizen dan met de wagen. Voorzien van een laptop vliegt dat uurtje reistijd zo voorbij en niemand die zich de glaasjes wijn bij het avondmaal moet ontzeggen. Alleen spijtig dat ‘s avonds de treinen al zo vroeg stoppen met rijden. Gelukkig konden we Bij Lam & Yin terecht voor de vroege shift om 18u.
Wat volgde was een bijzonder gezellige avond van culinair hoogstaand niveau. Ik heb oprecht genoten van het gezelschap èn van de verfijnde Chinese keuken van Lam & Yin. Echt een ontdekking! Met als absolute uitschieter de heerlijke Sint-Jacobsvruchten. Ongelooflijk vers! De geweldige sake die ik daarbij dronk, mocht er zeker ook zijn. Jammer genoeg kunnen de foto’s helaas niet de heerlijke aroma’s van de gerechten weergeven.
Het voordeel van de vroege shift, was dat we ons diner al rond half negen afgerond was. Tijd genoeg voor een cocktail of twee bij Dogma Cocktails. De tweede ontdekking van de avond, met dank aan Dieter voor de research. Weggedoken in zalige sofa’s genoten we in de met kaarslicht verlichte kelder van heerlijke én originele cocktails. Ik dronk een classic cosmopolitan (soms durf ik al eens conservatief uit de hoek komen) en een Cobra’s fang. Moeilijk om een favoriet te kiezen, want beide cocktails waren een genot voor de smaakpapillen. De cocktails van mijn tafelgenoten mochten er trouwens ook zijn. Alleen voor de portemonnee is een bezoek aan deze cocktail iets minder goed.
Spijtig dat mijn vriend en ik niet meer in Antwerpen komen. Deze culinaire ontdekkingen smaken alvast naar meer. Dat belooft voor volgende week!
Verloren 130 mensen het leven, mensen zoals jij en ik die gewoon een avondje uit waren met vrienden en familie. De impact die de aanslagen van 13 november op zovele mensen gehad hebben, kan ik onmogelijk bevatten. Ik schreef er toen niets over, omdat de woorden mij ontbraken. En dat is nog steeds het geval.
De soldaten die sindsdien in het Brusselse straatbeeld opdoken, zijn ondertussen vertrouwd geworden. En dat terwijl ik me nog levendig kan herinneren hoe shockerend ik het vond om vele jaren geleden op reis in Egypte elke dag weer met gewapende militairen geconfronteerd te worden. Een mens went aan alles.
Ook aan het idee dat een racist en misogyn persoon binnenkort het hoofd van het machtigste land ter wereld zal worden.
Het was, denk ik, al bijna twee jaar geleden dat we onze vrienden nog eens gezien hadden. De combinatie van hun verhuis naar De Pinte, de geboorte van hun dochter en een job in het DKO waardoor onze vriendin vaak op zaterdag moet werken, maakte dat het gewoonweg niet eerder lukte om af te spreken. Gelukkig is de elfde november een feestdag waarop iedereen vrij is. De combinatie met de cocktailparty de dag voordien maakte dat ik mij niet helemaal in topvorm voelde, maar het was fijn hen terug te zien.
Onze vrienden waren nog geen haar veranderd, maar hun dochter, die we voor het laatst gezien hadden toen ze nog een baby was, had zich ontpopt tot een vrolijke en sociale tweejarige. Het deed me enorm veel plezier dat ons cadeautje zo goed in de smaak viel. Ik had een setje gekocht met een bord, een kommetje, een lepel en een bekertje met daarop een egel. De jongedame heeft er de hele avond mee zitten spelen in haar keukentje en ook haar avondmaal heeft ze uit haar nieuwe bord gegeten. Een schot in de roos!
We werden op culinair vlak trouwens in de watten gelegd! Met dim sum, een kalfsstoofpotje naar oud familierecept en een Brusselse wafel met ijs als dessert. Alleen had wat mij betreft de verwarming een tikkeltje hoger mogen staan. Mijn neus raakte helemaal onderkoeld, daar in De Pinte.
Voor de eerste maal deze vakantie vroeg genoeg wakker om een ochtendlijk zwempartijtje in te lassen. Het zwembad was niet al te groot, maar groot genoeg om baantjes te trekken. Na een heerlijke douche om het chloorwater van me af te spoelen, smaakte het English breakfast dubbel zo lekker. Het zag ernaar dat we het ook deze dag droog zouden houden. Wat een on-Engels weertje! Niet dat we klagen. 😉
Mijn vriend en ik namen de metro tot in de buurt van London Bridge en wandelden van daar langs de Thames naar de Tower over de Tower Bridge naar The Shard. We arriveren net op tijd bij The Shard voor onze reservatie van 12u bij restaurant Oblix. Oblix bevindt zich op de 32ste verdieping van The Shard en beloofde op zijn website een panoramisch uitzicht over Londen. We waren vroeg genoeg om een tafeltje aan het raam toegewezen te krijgen. En jawel, het uitzicht stelde niet teleur. Denk dat ik Londen nog nooit op zoveel verschillende manieren vanuit de hoogte bekeken heb. 😉
Toen we aankwamen was de zaak nog voor de helft leeg. Het leek op sommige momenten wel alsof er meer bediening dan klanten waren. Beetje penibel voor een restaurant op zo’n toplocatie waarvoor wellicht astronomische huurprijzen betaald moeten worden. Gelukkig druppelden naarmate de middag vorderde meer klanten binnen en zat het op het einde van onze lunch bijna helemaal vol. Wellicht lunchen ze in Londen wat later dan 12u. Het eten was alleszins dik de moeite. Ik laat jullie meegenieten:
Grilled Diver Scallops, King Oyster Mushrooms & Hazelnuts:
Na deze overdadige lunch liepen we naar Shakespeare’s Globe. Na mijn mislukte poging van twee dagen geleden, konden we nu wel aansluiten bij een rondleiding. (Klein zijsprongetje: Shakespeare’s Globe kreeg ‘the golden throne’ award voor zijn prachtige en verzorgde toiletten. Welverdiend, wat mij betreft!) De rondleiding in de reconstructie van het theater uit Shakespeare’s tijd was bijzonder interessant. De gids sprak met zoveel passie en in zulk prachtig Engels dat het niet moeilijk was om helemaal betoverd te raken door dit bouwwerk. Het originele Globe Theater dat dateerde uit 1599, werd in 1613 verwoest door een brand, heropgebouwd in 1614 en dan definitief afgebroken in 1644. Het huidige Globe Theatre kwam er door de inzet van acteur-regisseur Sam Wanamaker en werd gebouwd zo’n 230 meter van de originele plek.
Na de rondleiding namen we de metro naar het hotel om ons fototoestel en de rugzak te droppen, we wilden niet te zwaar geladen zijn voor het concert van Jeremy Loops. Een (alweer) pokkehete metrorit bracht ons naar Kentish Town. Ik blijf het ongelooflijk vinden dat de Londense ‘Tube’ haar reizigers zo weinig comfort aanbiedt. Stipt om 19u sluiten we ons aan bij de lange rij wachtenden aan de ingang van het O2 Forum in Kentish Town. Ik heb een bloedhekel aan wachten, maar er zat niet veel anders op dan geduld uitoefenen tot de deur van de zaal geopend zou worden. Helaas bleef het niet bij wachten tot de deuren open gingen. Daarna moesten we ook nog eens een afschuwelijk slecht voorprogramma doorstaan. Ik had al pijnlijke voeten van het rechtstaan en het échte concert was nog niet eens begonnen. Ik voelde me ook een beetje schuldig ten opzichte van mijn vriend, die niet echt een fan is van de muziek van Jeremy Loops en die om mij een plezier te doen, nu meer dan twee uur moest wachten voordat de hoofdact op het podium verscheen. Ik herinnerde me weer waarom we zo zelden naar dit soort concerten gaan. Een klassiek concert begint ten minste op tijd…
Om 21.20u was het dan eindelijk zover: met zijn mondharmonica opende Jeremy Loops het concert. De bassen konden beter afgesteld zijn, maar verder was het een fenomenaal concert. Wat een positieve vibes, wat een uitstraling! De hele zaal was in de ban van de ambiance gecreëerd door de muzikanten op het podium. Het was genieten van de eerste tot de laatste noot. Met een fenomenale afsluiter waarbij grote ballonnen gevuld met confetti de zaal in werden gegooid. Echt zwaar onder de indruk van het concert. Al blijf ik erbij dat een uur vroeger beginnen voor iedereen plezanter was geweest. Om 22.45u zat het concert erop en namen we de metro terug naar ons hotel.
Daar bestelden we voor de allereerste keer in ons leven room service. Kwestie van niet met een rammelende maag te moeten gaan slapen.
Naar wat ondertussen een stevige jaarlijkse traditie is geworden, organiseerden mijn vriend en ik een cocktailparty voor de collega’s van mijn werk. Alvorens in de drank te vliegen, gingen we met een tiental personen eten in de Himalaya. Er zijn slechtere manieren om de avond in te zetten dan met een heerlijke portie Indian Food.
Bij het eten werden voornamelijk non-alcoholische dranken gedronken, kwestie van ons wat te sparen voor de cocktails nadien. En jawel, mijn collega’s hebben zich weer van hun beste kant laten zien. Een paar flessen sterke drank zijn zelfs helemaal leeg geraakt. En de splinternieuwe fles gin die ik had gekocht, is gewoon bijna leeg. In totaal waren we met meer dan twintig personen, een feestelijk groepje!
Gelukkig was er ditmaal niemand ziek en bleven mij nachtelijke schrobpartijen bespaard, maar ik ben er vrij zeker van dat de nieuwe vriendin van mijn collega zich vandaag iets minder goed zal voelen. Kwestie van meteen een goeie indruk na te laten bij de collega’s van haar vriend. 😉 Deze editie zal ongetwijfeld de geschiedenis ingaan als de eerste cocktailparty waar er traantjes vloeiden. Mijn iets boven haar theewater zijnde collega had het moeilijk met de dood van Leonard Cohen, in combinatie met de verkiezing van Donald Trump. Een paar dikke knuffels later ging het al wat beter.
De party werd afgesloten om vijf uur ‘s nachts, nadat we rond half vijf een tevergeefse poging gedaan hadden een taxi te pakken te krijgen voor mijn twee vrouwelijke collega’s. Uiteindelijk was het makkelijker om gewoon de allereerste trein te nemen.
Na een lange en saaie metrorit kwamen we aan in Old Spitalfields Market. Ik val in herhaling, maar de metro van Londen kan niet tippen aan die van Singapore, waar bijna alle reizigers tijdens de rit op hun gsm filmpjes via 4G streamen. In gans het metronetwerk in Londen heb je nergens ontvangst. Noch dataverkeer, noch telefonie zijn mogelijk. Heel frustrerend. Bovendien zijn sommige metrostellen zo warm dat het net lijkt alsof je een sauna binnen stapt. Is het zo moeilijk om moderne metrostellen aan te kopen die uitgerust zijn met klimaatregeling? En het meest frustrerende: de lange reistijd die je nodig hebt om slechts een paar kilometer te overbruggen. Soms was de tijd die je nodig had om te voet te gaan niet eens zoveel langer dan de duur van de metrorit.
De food tour toonde ons, na de grafitti-tour op onze eerste dag in Londen, opnieuw een andere kant van de buurt rond Old Spitalfields Market. Het voorgeschotelde eten was niet altijd helemaal mijn smaak, maar wel een goeie aanleiding om eens uit mijn foodie comfortzone te komen. Na de tour konden we er alleszins voedselgewijs weer voor even tegen en namen we de metro naar Oxford Circus om daar de kaarten voor het concert van Jeremy Loops af te halen. Vanaf Oxford Circus trokken we langs Piccadilly Circus en Trafalgar Square naar The Shard. We genoten van de wandeling langs prachtige, statige lanen in het herfstige Londen. We wilden zoveel mogelijk profiteren van het feit dat de weergoden ons alweer goed gezind waren. Het enige nadeel aan deze lange wandelingen was dat we de batterij van onze gsm zienderogen zagen slinken en ook de twee externe battery packs die we bij hadden, waren bijna helemaal leeg. Gelukkig vonden we vlakbij The Shard een klein souvenirwinkeltje dat (opgeladen!) externe battery packs verkocht. Oef, hoe zouden we zonder onder smartphone door Londen moeten navigeren? (Bijna niet te geloven dat we dat vroeger gewoon deden met de kaarten in onze toeristische gids.)
Stipt op tijd voor ons bezoekje aan The Shard van 17.30u meldden we ons aan met onze vooraf gekochte toegangstickets. Ik had speciaal opgezocht wanneer de zon onderging zodat we optimaal konden genieten van het blauwe uurtje. The Shard is het hoogste gebouw van de UK en een indrukwekkende nieuwe toevoeging aan de Londense skyline. 72 verdiepingen telt dit gebouw en op de allerhoogste verdieping bevindt zich het observatiedek in open lucht. Een zeer bijzondere ervaring om op zo’n hoogte in open lucht te staan, al waren er natuurlijk wel hoge glazen panelen die ons van de buitenwereld scheidden. Met een ticket voor The view from the Shard, krijg je toegang tot de drie hoogste verdiepingen en kan je zo lang als je wil genieten van een indrukwekkend 360 graden uitzicht. Bij goed weer kan je tot meer dan 64 kilometer ver zien. Vanaf de 72ste verdieping zagen we de zon ondergaan en genoten we van het zicht van de lichtjes die één voor één aan gingen. Magisch.
Na een paar gigabyte aan foto’s geschoten te hebben, keerden we terug naar de begane grond. Grote honger hadden we niet na onze food tour uitspattingen, maar een licht avondmaal voor het slapen gaan leek ons een goed idee. Helaas zat de oesterbar waarop we onze zinnen gezet hadden stampvol. De zoveelste keer op rij dat we naar een alternatief voor onze eerste keuze moesten zoeken. Die Londenaars gaan duidelijk meer op restaurant dan de Leuvenaars, want in Leuven vind je op een doordeweekse werkdag altijd wel een plekje.
Volgens tripadvisor was er vlakbij een goed tapasrestaurant. En jawel, weggestopt onder de spoorwegbrug vonden we Lobos Meat and Tapas. Het restaurant zat (surprise, surprise) stampvol toen we binnen stapten, maar de ober zei ons dat we binnen een twintigtal minuten wel een tafeltje zouden kunnen bemachtigen. Prima! De vriendelijke atmosfeer en de jovialiteit van de bediening trok ons meteen over de streep. We zochten ons een plekje aan de bar en bestelden twee glazen cava. De bediening was trouwens volledig Spaanstalig, dus ik heb de hele avond mijn best gedaan om in het Spaans met hen te converseren. Aan de bar raakten we al snel aan de praat met één van de obers. Toen hij hoorde dat we van België waren, verscheen er een grote glimlach op zijn gezicht. Zijn vriend bleek immers een Waal te zijn. Zo grappig.
De wachttijd aan de bar vloog voorbij en veel sneller dan verwacht kregen we een tafeltje toegewezen in een lang, smal tonvormig gewelf. Heel bijzonder! De tapas op de kaart zagen er allemaal zo verleidelijk uit dat we uiteindelijk toch meer aten dan gepland. En dan zwijg ik nog over de heerlijke Spaanse wijnen. Wat een onverhoopte meevaller! Super ambiance, knappe, Spaanstalige ober en uitstekende tapas, met als uitschieter het lamsvlees in kruidenkorst. Wat een zaligheid!
Gisteren woonde ik samen met een aantal collega’s in het Vlaams Parlement een vertoning bij van de documentaire Samuel in the Clouds van Belgische regisseur Pieter Van Eecke. De vertoning werd georganiseerd door United Nations Cinema en de Vlaamse Overheid. Na ‘Before the Flood’ van Leonardo DiCaprio die ik online bekeek, voor mij de tweede Climate Change film in minder dan een week tijd.
Samuel in the Clouds heeft hetzelfde thema als Before the Flood, maar de aanpak is radicaal verschillend. Samuel in the Clouds focust op het hoofdpersonage Samuel, wiens familie al generaties lang werkt op de flanken van de berg Chacaltaya in de Andes in Bolivia. Samuel bediende vroeger de skilift op de hoogste skipiste ter wereld, maar door de oprukkende klimaatverandering verdwijnt de eeuwenoude gletsjer en wordt skiën onmogelijk. Toch blijft hij koppig naar ‘zijn’ berg trekken, in de hoop dat de sneeuw ooit zal weerkeren.
De traag voortkabbelende film beklijft door de prachtige beelden. Al miste ik een beetje duiding bij sommige fragmenten. Doordat de focus zo erg op Samuel lag, bleven andere nevenpersonages, die ongetwijfeld ook een interessant verhaal hadden, onderbelicht. De houding van Samuel, die koppig blijft doen alsof er niets aan de hand is, terwijl hij elke dag de gletsjer kleiner ziet worden, kan dienen als een metafoor voor de mensheid in het algemeen. Het is immers veel gemakkelijker die hele klimaatverandering te negeren dan de noodzakelijke wijzigingen door te voeren om de catastrofe af te wenden. Dat de film volledig in het Spaans gesproken werd, was voor mij natuurlijk een extra meerwaarde.
Het overheersende gevoel dat ik overhield na het bekijken van beide klimaatfilms was moedeloosheid. Het lijkt er, ondanks de klimaatakkoorden van Parijs, niet op dat het de goede kant uit gaat met onze planeet. Zelfs als we nu alle zeilen bij zetten. Die gesmolten gletsjers zullen nooit nog in hun oorspronkelijke toestand terug keren. En binnen een aantal jaren zal de prachtige ijsbeer ongetwijfeld uitgestorven zijn.
Het debat dat na de voorstelling van de film volgde, was dan ook rondom surreëel te noemen. De mensen aan tafel deden hun best om te laten uitschijnen dat het allemaal wel goed zou komen. Vooral de tussenkomsten van Victor Dries, milieu-adviseur van minister Homans deden mij het ergste vrezen. Als we allemaal maar een beetje minder vlees zouden eten en wat meer de fiets zouden nemen, zou het allemaal wel in orde komen. Ik denk dat we het stadium van “alle beetjes helpen” al lang voorbij zijn. Er is nood aan drastische en onpopulaire maatregelen op grote schaal. Al weet ik goed genoeg dat er geen enkele politicus in Vlaanderen genoeg haar op de tanden heeft om zulke maatregelen te nemen. En dan nog, wat kunnen wij als minilandje doen als de rest van de wereld niet volgt? De enige positieve evolutie die ik zie, gebeurt momenteel in China, waar men wel massaal in hernieuwbare energiebronnen begint te investeren. Die Chinezen moeten natuurlijk wel, want in hun steden kan niemand meer adem halen.
Na het meest tenenkrullende debat aller tijden, kon ik een glaasje wijn om dit alles door te spoelen wel gebruiken. Spijtig dat het slechte wijn was.
Het officiële verslag van deze avond vinden jullie hier. Applaus voor de verslaggever die iets zinnigs van het debat wist te maken.