Een onverwachte gast

Vandaag kreeg ik ergens rond de middag een telefoontje van vriendin L. Ze had op het laatste nippertje te horen gekregen dat ze voor haar werk naar een congres in Leuven moest. En aangezien ze ergens in het verre West-Vlaanderen woont, zag ze het niet zitten om vrijdagochtend supervroeg op te staan om de files te trotseren. Ze was, m.a.w., op zoek naar logies.

Nu wil het toeval dat wij een mooie logeerkamer heb met daarin een stapelbed uitermate geschikt voor logeerpartijtjes. Enig nadeel was dat noch ik, noch mijn vriend vóór kwart voor tien thuis zouden zijn. We spraken af dat mijn vriend, die naar een laatavondvergadering moest in de buurt van ons appartement, vriendin L even zou binnen laten en dan zou terugkeren naar zijn vergadering.

En zo werd ik vanavond na de Russische les verwelkomd door een vrolijke vrouwenstem. Het is eens iets anders. 😉

Werk, werk, werk

Ik slaag er tegenwoordig steeds moeilijker in de scheiding tussen werk en privé intact te houden. Hoe hard ik ook mijn best doet, mijn werk lijkt steeds vaker in mijn privéleven over te vloeien. Ik zit mails te beantwoorden in mijn privétijd. Ik lig ‘s nachts in bed mijn werk te overlopen en sta er ‘s ochtends mee op. Ik heb het steeds moeilijker om na het thuiskomen de knop om te draaien en aan iets anders te denken. Terwijl ik het vroeger heel makkelijk vond om afstand van mijn werk te nemen, beginnen de grenzen tussen mijn werk- en privépersona te vervagen. En dat zint me hoegenaamd niet.

Brandje blussen

Deze ochtend op het werk een uitslaand brandje mogen blussen (figuurlijk). Mijn naam en die van een collega waren, zonder dat wij daarvoor toestemming gegeven hadden, terecht gekomen onder een brief aan een héél belangrijke instantie met daarin een aantal zéér bedenkelijke passages waar wij het onmogelijk mee eens konden zijn. Gelukkig werden wij er bijtijds op geattendeerd dat onze naam onder deze communicatie stond en konden wij dit laten rechtzetten. Tegelijkertijd was die bedenkelijke brief verspreid geraakt langs allerlei kanalen (ongelooflijk hoe snel dat gaat), waardoor we een lawine van mails te verwerken kregen, waarin men ons op boze toon ter verantwoording riep. Een halve voormiddag heb ik verloren aan iedereen geruststellen.

Toch wel straf, je stuurt een medewerker als waarnemer naar een vergadering en voor je het weet, staat je naam te prijken onder een brief die je nog nooit onder ogen gekregen hebt. Knap staaltje van wishful thinking, vind ik dat. Bleek dat het merendeel van de mensen wiens naam onder deze brief stond, in hetzelfde schuitje zaten. Al snel volgde er een verontschuldiging en rechtzetting van de initiatiefnemers van de brief, maar ik zal in het vervolg dubbel op mijn hoede zijn als ik met hen in contact kom.

Een baaldag

Vandaag moest er een belangrijke beslissing genomen worden op het werk, een beslissing die de verdere werking van mijn team serieus kan beïnvloeden. En ondanks het feit dat ik heb proberen weerstand te bieden, ben ik uiteindelijk gezwicht voor de druk van de grote baas en heb ik een beslissing genomen waarmee ik het in mijn hart niet eens ben. Ik was het op den duur gewoon zo beu dat ik mijn verzet gestaakt heb en voor de overgave gekozen heb. En daarna voelde ik mij een ontzettende zwakkeling.

Kwam daar nog eens bij dat op het eind van de dag (iedereen was al naar huis) een collega aan kwam zetten met iets kleins wat ik snel had willen afhandelen, maar waarbij ze allerlei complicaties zag. Zaken die ik me niet eens gerealiseerd had. Ze heeft tijdens ons een half uur durend gesprek zeker vijf keer gezegd: “Jamaar dat is geen verwijt naar u toe.” Waardoor ik het natuurlijk wel als een verwijt opvatte en ik me een nog grotere loser voelde.

En dan eindigde de dag met een supertoffe Algemene Vergadering (ja, u leest het goed een Algemene Vergadering van de mede-eigenaars die eind september gehouden wordt…) waar we een half uur gebekvecht hebben over het feit dat één van de mede-eigenaars, een vereniging, niet wil meebetalen aan de kosten voor de algemene delen. Het gaat hier over een schamel bedrag van 150 euro per jaar. En het is een vereniging met veel leden. Enfin, zo kleinzielig, het werd op den duur lachwekkend. En ze hadden speciaal om dat punt te maken een notaris-penningmeester opgetrommeld, die natuurlijk vlak na dat agendapunt vertrok. En oja, die voorlopige oplevering van de algemene delen, die zal tot nader order ook nog wel even op zich laten wachten. Nihil novi sub sole. (hey ik kan ook Latijn!)

Eerste les Spaans

Wat een contrast met drie jaren zwoegen en zweten op Russisch en Japans! Zo vlot dat die eerste les ging, ongelooflijk. Alle woordjes makkelijk te verstaan, geen nieuw schrift moeten leren, meteen vertrokken voor een kennismakende babbel in het Spaans en een nieuwsbericht begrijpen bleek ook een fluitje van een cent te zijn. Piece of cake. Alleen opletten dat ik Spaans en Italiaans niet door mekaar begin te mixen, want er durfde al eens een Italiaans woord in mijn zinnen sluipen. En de uitspraak, daar zal ik ook nog wat op moeten oefenen.

PS: Ja, ik weet dat het waanzin is om drie talen te volgen, maar mijn vriend wilde er graag een tweede taal bijnemen (hij volgt geen Russisch) en ik kon hem toch moeilijk Spaans zonder mij laten doen! Het is sowieso het laatste jaar Japans, dus nog even doorbijten.

Trouwfeest

Eens te meer is gebleken dat de feestjes waar je het minste van verwacht, altijd een meevaller zijn. Gisterenavond werden we verwacht op een tuinfeest/huwelijksfeest. Het feest vond plaats in de (niet zo grote) tuin van het koppel. Het koppel zelf was in intieme kring getrouwd in het verbluffend mooie Toscane (aan de foto’s te zien, zelf ben ik er nog nooit geweest). Ik had er niet zoveel zin in. Het weer leende zich niet echt voor een tuinfeest en ik wist dat ik op het feest bijna niemand zou kennen.

Gelukkig hadden bruid en bruidegom tenten en gasbranders voorzien om hun gasten droog te houden. We hadden afgesproken met de enige persoon die we nog kenden om op hetzelfde tijdstip aan te komen. Er was superlekker barbecuevlees van een Turkse slager, massa’s groentjes en Limburgse vlaaien als dessert. De ouders van de bruidegom bleken supertoffe mensen te zijn. En aangezien de vader ook fotografie als hobby had, was er meteen een gemeenschappelijk onderwerp gevonden.

We zijn niet tot de laatste man gebleven, want op den duur begon ik toch koude voeten te krijgen, maar het was gezellig. En de limoncello als afsluiter vormde een perfect tegengewicht voor het druilerige weer.

Glas op wit

Onze eerste studio-opdracht dit jaar. Ik hou wel van studio-opdrachten, want door de grotere techniciteit van het werken met studiolampen, ben je verplicht om goed na te denken over de instellingen van je toestel en de plaatsing en intensiteit van de lichtbronnen. Jammer genoeg kan ik jullie geen resultaten laten zien van ons experiment van vandaag. Het was een groepswerk en we gebruikten het toestel (en geheugenkaartje) van een medestudent. Volgende week maken we een selectie uit de beste beelden en krijgen we de RAW-bestanden mee naar huis om er elk een eigen bewerking van te maken. Ik ben benieuwd.

Op de trein

Ik had hem direct in de gaten, toen ik de trein opstapte, een lange blonde man, druk aan het praten in zijn gsm in een taal die ik dadelijk herkende als Russisch. En aangezien Russen altijd mijn interesse opwekken, hield ik hem en zijn kroost vanachter mijn lectuur in de gaten. Hij reisde samen met een stuk of vijf jongens van lagereschoolleeftijd, die verspreid in de wagon zaten te spelen en te kleuren. En wat ik zo prachtig vond: hij sprak Russisch tegen de kinderen, terwijl zij de ene keer in perfect accentloos Nederlands en de andere keer in het Russisch antwoordden. Schijnbaar moeiteloos switchten ze tussen deze twee talen. En dat de vader het Nederlands zelf goed onder de knie had, bleek uit een telefoongesprek waarin ik hem foutloos Nederlands (met een prachtig Russisch accent) hoorde spreken.

Ooit hoop ik zo vlot in het Russisch te zijn, als die man was in het Nederlands. Al realiseer ik me maar al te goed, dat je daarvoor voor een langere periode naar Rusland zou moeten gaan.

Kilometers

Vandaag wandelde ik door de straten van Brussel en ontdekte ik de prachtige art nouveau en art deco pareltjes van onze hoofdstad. Samen met mijn collega’s genoot ik van de schitterende rustige lanen met chique huizen en verzuchtten we dat het daar wel goed, zij het duur, wonen zou zijn. Alleen jammer dat we ons zo misrekend hadden voor de lunch. Uiteindelijk waren we pas om half drie in het restaurant waar we gereserveerd hadden i.p.v. om één uur. En het eten was dan nog niet eens bijster lekker, zélfs niet met een hongersausje. Alhoewel we er stevig de pas in zetten, leken die laatste kilometers voordat het we het restaurant bereikten, wel eeuwen te duren. Tijd en relativiteit, Einstein zei het al. Gelukkig waren de laatste drie kilometers daarna een fluitje van een cent.

Het blijft een feit dat ik telkens weer verbaasd sta van de schoonheid en veelzijdigheid van onze, helaas onbeminde, hoofdstad.