Conferentie

Best wel vermoeiend, zo’n tweedaagse conferentie, zelfs al heb ik niet veel meer moeten doen dan aandachtig luisteren, netwerken tijdens de pauzes, een plaatsje vinden voor al dat lekker eten en drinken tijdens het conference dinner en complimentjes in ontvangst nemen voor de inzet van mijn team. Enfin, moe maar tevreden, sums it up quite nicely.

Een mooie avondwandeling

Meestal streven mijn vriend en ik ernaar om ons zo snel mogelijk van punt A naar punt B te verplaatsen. Elk oponthoud wordt gezien als tijdverlies. Maar soms kan het ook anders. Vanavond wandelden we langs het station, de gebouwen van het stadskantoor en KBC-verzekeringen (zo’n prachtige architectuur en dan zetten ze daar een groot lelijk blauw spandoek met ‘verzekerd’ voor, een schande is het), het provinciehuis, een mooi stukje groen van de Leuvense ring, de hoogstamboomgaard aan de Sportoase en dan over de Philipssite naar de Abdij van ‘t Park om de opening van het keramiekparcours bij te wonen. Ik heb enorm genoten van de wandeling heen in de avondzon en weer terug onder de sterrenhemel. Jammer dat we zo weinig tijd hebben om meer van deze momenten in te lassen.

PS: Het keramiekparcours zelf is zeker een bezoek waard.

De logica van het moorden – Aifric Campbell

Een interessant boek dat een aantal thema’s aanhaalt die me zeer boeien: de zin en onzin van de psychoanalyse en het voorschrijven van anti-depressiva, aangevuld met een snuifje linguïstiek en semantiek, gekruid met een murder mystery. Het hoofdpersonage is de weerzinwekkende en ijskoude psychoanalyticus Jay Hamilton. Het boek laat er weinig twijfel over bestaan dat psychoanalytici kwakzalvers zijn. Een gegeven dat misantroop Jay simpelweg bevestigt. Hij ziet zijn patiënten als inspiratiebronnen voor de romans die hij onder een pseudoniem schrijft en voelt geen greintje mededogen met hen. Integendeel, hij duwt hen vaak dieper de miserie in. Maar het hart van het verhaal ligt elders. Dat gaat over de onopgeloste moord op een briljante wetenschapper, Robert Hamilton, de broer van Jay. Een flamboyante persoonlijkheid met een voorliefde voor ruwe seks met zwarte mannen. Het boek flitst heen en weer tussen het hedendaagse Londen en het Californië van de jaren vijftig-zestig.

Het boek is een prachtige illustratie over wat gebrek aan liefde met een mens kan doen, maar om de één of andere reden ben ik toch niet laaiend enthousiast over. Ligt dat aan het feit dat ik al snel wist hoe de vork in de steel zat met die onopgeloste moord? Ik denk het niet, want de moord is slechts een kapstok. Soms vond ik het hele verhaal wat gekunsteld overkomen. Alsof de auteur te erg haar best gedaan had om er iets bijzonders van te maken en ze te veel slimmigheidjes in haar plot wilde verwerken. Maar de hoofdreden ligt wellicht in mijn diepe afkeer voor het hoofdpersonage Jay Hamilton, waardoor het boek enkel gevoelens van afkeer in me opriep. Wat natuurlijk ook een verdienste is.

PS: Jammer dat de titel verkeerd vertaald werd uit het Engels. De oorspronkelijke titel luidt: The semantics of murder, wat veel beter aansluit bij de inhoud van het verhaal.

Vandaag

Zal de annalen ingaan als de dag dat ik de brief opstelde om mijn naam uit het doopregister te laten schrappen. Ik was al jaren van plan dit te doen, maar stelde dit uit luiheid steeds uit. Dit artikel herinnerde me opnieuw aan mijn voornemen en vandaag heb ik er dan eindelijk werk van gemaakt. De katholieke kerk is een instituut waarmee ik niets wens te maken te hebben.

20 jaar geleden

Overleed Wim De Craene, samen met Boudewijn de Groot en Stef Bos, één van mijn favoriete Nederlandstalige kleinkunstenaars. Toen ik nog jong en idealistisch was, kocht ik een cassette met zijn grootste hits. Ik heb geen flauw idee waar het ding zich nu bevindt, maar ik heb het uren en uren na mekaar gespeeld toen ik op kot zat. Wim De Craene was uitermate geschikt voor melancholische momenten en introspectie, zaken waar ik nu, wegens veel te weinig tijd, gewoon niet meer aan toe kom. Met het ouder worden lijken al die grote drama’s van vroeger ook zo futiel. Maar Wim De Craene heeft nog steeds een plekje in mijn hart.