Marktrock

Het komende weekend zal geheel en al in teken van Marktrock staan, het Leuvense stadsfestival dat alweer een facelift kreeg (hopelijk een betere dan die van vorig jaar, toen had de chirurg van dienst een beetje te veel weggesneden).

Nu moet ik jullie iets verklappen: ik ben helemaal geen festivalliefhebber en van wat hip en cool is in het huidige muziekwereldje heb ik totaal geen kaas gegeten. Mijn muzieksmaak is blijven steken ergens in de jaren 90′. Al een geluk dat Isabelle A, Anouk en the Levellers komen, die ken ik nog van vroeger. En wie weet kan ik dit weekend keihard “One way” meebrullen, da’s ook al ettelijke jaren geleden.  😉

The dark knight

Goeie film, maar te deprimerend en te donker naar mijn smaak. Op sommige momenten moest ik moeite doen om de actie goed te kunnen volgen, zo’n verwarrende chaos aan beelden: wie was er nu op wie aan het schieten en wie zit nu op welke verdieping? Aan de andere kant zaten er dan weer fantastische, visueel boeiende beelden in, waar je letterlijk hoogtevrees van kreeg. En ja, Heath Ledger is geweldig in deze film, jammer dat hij op zo’n belachelijk manier aan zijn einde is gekomen. Verspild talent, wat een zonde.

Levenswil

Mijn vriend en ik zijn gisteren mijn bomma in het ziekenhuis gaan bezoeken. Ze ligt er al een tijdje en ze zal er waarschijnlijk nog een tijdje verblijven. Ze heeft een barstje in het heupgewricht in combinatie met botontkalking, enfin zoals gewoonlijk zijn de dokters weer redelijk vaag. Buiten het feit dat ze heel moeilijk kan stappen, is het allemaal niet zo ernstig. Ze heeft geen pijn, maar door haar hoge ouderdom is het een genezingsproces van lange adem.

Haar geestelijk achteruitgang is echter niet meer te stoppen. Ze herhaalt dingen die ze enkele minuten daarvoor al gezegd heeft, herkent ons totaal niet meer, heeft soms woedeaanvallen omdat ze naar huis wil en niet begrijpt waar ze is en sluit elk bezoek af met: “Jullie komen toch gauw terug?” En dat beloof ik dan maar, wetende dat ze ons bezoek tien minuten later toch vergeten is.

En dan denk ik: zo zou ik niet oud willen worden. Langzaam uitdoven tot er niks meer overblijft. Geef mij maar een bang en een boem. Paf, gedaan. En toch zie ik de wil om te leven in de ogen van mijn bomma, ze laat het leven niet los. Komt dit omdat ze de dood al in de ogen gekeken heeft (ze kreeg tientallen jaren geleden het Heilig Oliesel toegediend)? Of klopt het toch dat je met het ouder worden, je beperkte mogelijkheden leert aanvaarden, iets wat ik mij nu nog niet kan voorstellen.

Ik heb geen angst voor de dood, die elk mens vroeg of laat onherroepelijk treft, maar wel voor het proces dat leidt naar de dood. Een proces dat door de moderne geneeskunde, naar mijn mening, vaak te lang gerokken wordt. Ik had mijn bomma een aangenamere weg naar de dood gewenst dan dit totaal vervreemden van alles wat rond haar is.

Ik zou…

Nog zoveel dingen willen/moeten doen, maar ik ben te lui. Ik dacht altijd van mezelf dat ik ambitieus was, maar ik denk dat dit een verkeerde inschatting is. Ik blijf maar ter plaatse trappelen, geraak geen millimeter vooruit. Frustrerend, vooral omdat dit enkel en alleen aan mezelf te wijten is.

Blufboeken

Omdat jullie ongetwijfeld denken dat ik tegenwoordig niks anders doe dan feesten en op terrasjes zitten, een klein tegengewicht. De lijst met 100 blufboeken doet al een tijdje de ronde in het blogwereldje, maar ik was er nog niet aan toe gekomen na te gaan welke boeken uit deze lijst ik gelezen heb. Gelukkig was er dit berichtje bij Ruben om mij hieraan te herinneren. Boeken met een sterretje achter heb ik gelezen, boeken met twee sterretjes heb ik gelezen én staan in mijn boekenkast/

  • Umbert Eco, De naam van de roos (**): echte aanrader: geweldig, fantastisch en nog een heleboel superlatieven;
  • Arundhati Roy, De god van kleine dingen (**): mooi en intriest verhaal;
  • Gabriel Garcia Marquez, Honderd jaar eenzaamheid (**): ben een groot fan van het Zuidamerikaans magisch realisme;
  • Isabel Allende, Het huis met de geesten (*): ik heb nog geen enkel boek van haar gelezen dat ik niet goed vond;
  • Jung Chang, Wilde zwanen (*): ik heb dit gelezen toen het pas vertaald was, vooral interessant omdat het een mooi overzicht van de Chinese geschiedenis geeft en de waanzin van de grote sprong voorwaarts verbeeldt;
  • Salman Rushdie, Middernachtskinderen (**): toevallig bezig aan de laatste honderd bladzijden van dit boek, bespreking is voor later;
  • George Orwell, Nineteen Eighty-Four (*): een angstaanjagend toekomstbeeld dat nog steeds relevant is;
  • Milan Kundera, De ondraaglijke lichtheid van het bestaan (**): loved it!
  • Donna Tartt, De verborgen geschiedenis (**): enige boek in de rij dat ik tweemaal gelezen heb, zegt genoeg, denk ik;
  • Douglas Adams, The Hitchhiker’s Guide To The Galaxy (**): het begin is geweldig grappig, maar ik vond het daarna snel teveel van hetzelfde, het hoorspel waarop het boek is gebaseerd, vond ik beter;
  • Harry Mulisch, De ontdekking van de hemel (**): ongelooflijk hard van genoten, sommige passages hebben mij echt geraakt;
  • Günter Grass, De blikken trommel (**): heeft mij nogal wat moeite gekost om uitgelezen te krijgen; is ook niet zoveel van blijven hangen, behalve dat ik het dwerghoofdpersonage verschrikkelijk onsympathiek vond;
  • Patrick Süskind, Het parfum (**): magistraal, in één ruk uitgelezen tot aan de climax.

En één blufboek staat nog ongelezen in mijn boekenkast:

  • J.D. Salinger, The catcher in the Rye

13,5 op 100. Nog veel ruimte voor verbetering, dus. 😉

The day after

De keuken en de leefruimte zien eruit als rampgebied, ik heb met moeite vierenhalf uur geslapen en ik denk dat we met meer drank geëindigd zijn dan de hoeveelheid waarmee we begonnen zijn, maar het was de moeite. We kunnen concluderen dat ons appartementje zo’n 55 mensen kan slikken, zonder echt té vol aan te voelen.

Op naar het volgende!

Ik heb er zin in!

Straks feestje op ons appartement. Doordat ik iets te enthousiast geweest ben bij het uitnodigen, komt er behoorlijk veel volk. Meer nog, er zal nog nooit zoveel volk tegelijkertijd in ons appartement aanwezig geweest zijn. Maar geen nood, we gooien de terrasdeuren open en dan maar hopen dat de buren niet komen klagen. 😉