Total make-over

Jaja, naar de kapper gaan is heel de rage tegenwoordig in blogland. Dus konden yab en vriend niet achterblijven. Voor mijn vriend was het een extra spannend bezoekje. Na meer dan tien jaar de kapper gemeden te hebben als de pest, werden schaar en trimmer bovengehaald voor een totaal nieuwe look. Ik denk dat er veel mensen zullen opkijken als ze hem de eerste keer met zijn nieuwe haar zien.

Om hem niet alleen onder de schaar te laten gaan, ging ik mee. De kapster viel naar mijn mening iets té enthousiast aan op mijn haar. Ik wilde het korter, maar nu ook weer niet zó kort. Nuja, mijn haar groeit snel, een paar maanden sparen en je ziet er niets meer van.

Het eindresultaat:

Een nieuw kapsel voor de vriend van yab

Nieuw kapsel yab

A family affair

Gisteren waren we uitgenodigd voor een etentje bij X, de broer van mijn vriend. X woont al sinds mei samen met zijn vriendin, maar tot op heden hadden we nog geen tijd gevonden om hun liefdesnestje te keuren. We kregen niet alleen voor het eerst het appartement te zien waar X zich door zijn vriendin laat vertroetelen (en dat mogen jullie gerust letterlijk nemen, het klassieke rollenpatroon is blijkbaar weer helemaal terug), het etentje was ook de vuurdoop van het nieuwe vriendje van W, de zus van mijn vriend. (Sorry mensen, de knappe vrijgezelle zus van mijn vriend is van ‘t straat. Jullie mogen allemaal in een hoekje gaan zitten huilen.)

Het mag gezegd: de nieuwe aanwinst voor de familie heeft zijn maidentrip met glans overleefd. We waren zelfs erg blij toen K en W na wat vertraging arriveerden. Het gesprek met broer X en zijn vriendin verliep een beetje stroefjes. Broer X en zijn vriendin zijn een beetje aan de stille kant en we hebben niet zo heel veel met elkaar gemeen, wat soms zorgde voor ongemakkelijke stiltes. Van ongemakkelijke stiltes in het gezelschap van nieuwe aanwinst K was er echter geen sprake. Een vlotte babbelaar met een brede glimlach. Alleen jammer dat hij van Antwerpen is. 😉

"Uwe man"

Beste mensen, laat het voor eens en voor altijd geweten zijn: mijn vriendje is níet mijn man en zal ook nooit mijn man worden. Ik hecht geen enkel belang aan een ouderwetse en (naar mijn mening) achterhaalde instelling als het huwelijk. Als andere koppels wel graag zo’n boterbriefje willen, geen enkel probleem mee. Meer nog, ik kom zelfs graag dansen op jullie trouwfeest, maar mij zal u nooit geringd zien rondlopen. Spreek mij dus alstublieft niet aan met mevrouw “vriend van yab”, want daar krijg ik het van op mijn heupen. Ik heb een (zeer fijne, dankuwel) relatie, maar getrouwd, neen dat ben ik niet.

Terug!

Vermoedelijk hebben jullie niet eens gemerkt dat ik weg was, maar ons weekendje Utrecht is alweer achter de rug. ‘k Ben doodop van de lange, donkere terugrit van Utrecht naar Limburg (waar we mijn broertje afgezet hebben) en van Limburg naar Leuven. Mijn bedje lonkt verleidelijk. Een uitgebreid verslagje en eventueel foto’s zullen voor een andere keer zijn. Morpheus wenkt.

Verrast

Het was me het weekend wel. Vrijdag verjaarde ik en da’s altijd een goeie gelegenheid om te vieren. Niet dat ik mijn geboortedag zo bijzonder vind of dat ik erop sta te springen om alweer een jaartje extra op de teller te zien verschijnen (integendeel zelfs), maar ik sta nu eenmaal bekend als iemand die een feestje niet afslaat, tenzij voor een ander feestje. 😉

Mijn vriend had het één en ander in elkaar gestoken om mijn verjaardag op gepaste wijze te vieren en had mij vrijdag ook enkele hints gegeven over wat mij te wachten stond. Het restaurant waar we vrijdagavond gingen eten, had ik al meteen geraden. Zelfs zonder de hints want hij was iets te loslippig geweest door te zeggen dat ik er al eens binnen geweest was, maar er nog nooit gegeten had. Zoveel Leuvense restaurants vallen er niet in die categorie. De tip ‘Alexandre Dumas’ maakte het overduidelijk dat we restaurant D’Artagnan met een bezoek zouden vereren. De zaterdagnamiddagactiviteit had ik ongeveer juist, maar zaterdagavond bleef mij een raadsel. Mijn vriend had tickets gekocht voor iets, zei hij. Nuja, ik was benieuwd.

Vrijdagavond trokken we dus met ons tweetjes naar restaurant D’Artagnan. We lieten ons verleiden door de degustatiemenie met aangepaste wijnen. Als er één ding is waar ik ongelooflijk van kan genieten, dan is het een lekkere maaltijd onder ons tweetjes met een goed glas wijn erbij. De gangen die we voorgeschoteld kregen, waren om duimen en vingers af te likken. Met als uitschieter de hertenfilet. Boterzacht. De aangepaste wijnen waren allemaal zeer lekker en ons glas werd net genoeg bijgevuld, waardoor we na de maaltijd niet wankelend de uitgang moesten zoeken. Door zijn prijsklasse is restaurant D’Artagnan geen restaurant dat je elke dag bezoekt, maar wel een aanrader als je iets te vieren hebt.

Zaterdagochtend begaf ik mij naar de Russische les, terwijl mijn vriendje vanalles aan het bekonkelfoezen was. Hij zou me komen ophalen aan het CLT en we zouden onderweg een broodje eten. We begaven ons richting Limburg, de plek waar ooit mijn wiegje stond, voor een namiddagje monumenten fotografen. Klinkt saai, maar soms ben ik gewoon een beetje saai. 😉 Jammer genoeg waren er veel beschermde gebouwen slecht onderhouden. Zo zagen we oude vierkantshoeves waarvan de muren ingestort waren en die in erbarmelijke staat verkeerden. Jammer dat ons erfgoed zo verwaarloosd wordt.

Het avondmaal nuttigden we de Blue Olive in Hasselt. Het eten werd geserveerd in een modern decor opgevrolijkt door Halloweendecoratie. Beetje bizarre combinatie vond ik, maar het eten was wel lekker: eend in appelsiensaus met spruitjes (al van jongsaf mijn favoriete groente) en kastanjes. Tijdens het avondmaal heb ik een klein beetje (veel) zitten vissen naar de verrassing die mij ‘s avonds te wachten stond. Want het ticketsverhaal van mijn vriend rammelde een beetje. Het aanvangsuur was niet echt nauwkeurig bepaald en hij wist ook al niet goed te zegegn hoe laat het gedaan zou zijn. Verdacht! ‘k Heb zeker vier keer gevraagd of hij toch echt, echt geen verrassingsfeestje voor mij georganiseerd had. ‘k Heb zelfs een beetje gedreigd, maar hij gaf geen krimp.

Na het avondeten reden we terug naar Leuven. Op het gemakske, ons mooi aan de snelheidslimiet houdend (verdacht!), onderweg nog gestopt om te tanken en wat te flikflooien en toen waren we in Leuven. (Opvallend: de berichtjes die sms-gewijs bij mijn vriend aankwamen. Alweer iets verdachts in mijn wantrouwige ogen.) “Goh,” zegt mijn vriendje, “ik ben de tickets vergeten op ons appartement. Kan jij die even snel gaan halen. Ze liggen op mijn bureau onder mijn muismatje. Ik wacht wel in de auto.” Dus ik naar boven (soms doe ik gewoon de dingen die hij vraagt zonder morren). Ik steek de sleutel in het slot en mijn eerste gedachte is: “Hee, die deur is niet op slot. Hoe ontypisch voor mijn vriend om zoiets te vergeten.”

Ik stap het donkere appartement binnen en ja, daar stond een man of veertig op mij te wachten. Suprise! ‘k Moet zeggen dat ik, ondanks mijn vermoedens, toch een gilletjes van het verschieten geslaakt heb. Al dat volk dat speciaal voor mij gekomen was en zich de longen uit het lijf geblazen had om het appartement met meer dan honderd ballonnen te vullen. Zelfs mensen helemaal uit Gent (Joke, je hebt nog wat cocktails van mij te goed). Op zo’n moment voel je je wel bijzonder geliefd. Ik werd dan ook nog eens bedolven onder de leuke cadeaus: een externe flash voor mijn fototoestel, bongobonnen voor allerlei leuke activiteiten, dvd’s van House, de enige serie waarvan ik een aflevering meer dan één keer kan bekijken, chocolade, fnac-bonnen, parfumbonnen, boeken, een nieuw spelletje, drank, geldelijke bijdrages voor mijn nieuwe bureaustoel, bloemetjes, hopen kaartjes,… Ja, ik werd echt verwend.

Gelukkig duurde de nacht van zaterdag op zondag een uurtje langer dankzij de overschakeling van zomer- naar winteruur en kan ik zeggen dat we het feestje op een deftig uur (half drie nieuwe tijd) afgesloten hebben.

Moraal van het verhaal: ik heb het beste vriendje van de hele wereld.

Nachtmerrie

Deze ochtend iets na zeven wekte ik mezelf en mijn hevig geschrokken vriendje met een luide schreeuw. Een nachtmerrie. Lang geleden dat er zo nog eens eentje langskwam, maar dit paard zal ik toch niet zo snel vergeten.

Ik droomde dat plotseling de deur van ons appartement open ging. Heel vreemd. Mijn vriend ging in de gang op onderzoek uit en ik bleef alleen in ons appartement achter. Opeens glipte er een wildvreemde, dronken man binnen en deed de voordeur achter zich op slot. De man had duidelijk niks goeds in de zin en ik probeerde hem af te weren met alle mogelijke verdedigingstechnieken mij gekend (vingers in de ogen, een knietje in zijn edele delen). Niets hielp echter. Hij scheen ongevoelig en kwam steeds dichterbij. Zo dichtbij dat ik mij nog elke trek van zijn gezicht voor de geest kan halen: een man van vooraan in de vijftig, neutrale kledij, kort peper en zoutkleurig haar en een kort geschoren baardje. Op zich geen angstaanjagend uiterlijk. Op het moment dat ik voelde dat ik de ongelijke strijd aan het verliezen was, heb ik heel hard de naam van mijn vriendje uitgegild en ben ik wakker geworden met een bonkend hart.

Ik was er echt niet goed van.

Mijn dag

Vanochtend wreef ik de slaap uit mijn ogen in Leuven. Ik nam de trein naar Gent. Miste vervolgens mijn bus, maar moest gelukkig maar tien minuten wachten op de volgende. Ik vergaderde en gaf nuttige input (althans dat deed men mij geloven). Ik kreeg een lift naar Brussel. In Brussel aangekomen, griste mijn laptop van mijn bureau en spurtte naar de volgende vergadering. Straks neem ik de trein naar Mortsel en zal mijn vriendje mij aan het station oppikken om samen naar een feestje in Wilrijk te gaan.

En vannacht zal ik ongetwijfeld heerlijk slapen in mijn bedje in Leuven. 😉

Opendeurdag in Abdij Keizersberg

Zondag zijn we naar de opendeurdag van Abdij Keizersberg geweest. Vreemd toch dat we tijdens al die jaren in Leuven nog nooit een bezoekje aan deze abdij gebracht hebben en dat terwijl ik een grote liefde heb voor deze sacrale gebouwen. Het is een trend die je wel vaker ziet, mensen die verre reizen maken en het moois vlak voor hun neus negeren. Nu steek ik niet onder stoelen of banken dat ik graag verre reizen maak, maar ik probeer dit te compenseren door een gezonde aandacht aan de dag te leggen voor de mooie dingen in mijn buurt. België is een minilandje, maar heeft op het vlak van cultuur en ja, zelfs natuur, zeker het één en ander te bieden.

Dus toen mijn vriend enkele weken geleden mij erop attent maakte dat Abdij Keizersberg op 30 september een opendeurdag hield, kruiste ik die dag meteen aan in mijn agenda. Veel te vroeg naar mijn goesting (het wii-feestje had langer geduurd dan verwacht) kropen we de dag zelf uit ons bed. Het oorspronkelijk plan was te voet naar de abdij te trekken. Een goeie klim ga ik immers nooit uit de weg. Doordat ik echter moeilijk uit mijn bed raakte en we absoluut de Gregoriaanse mis om 10.00u wilden bijwonen, moesten we de wagen nemen om niet te laat te komen.

Bij de abdij aangekomen, was het even zoeken naar een parkeerplaatsje, we waren duidelijk niet de enige die op zondagochtend naar de mis trokken. De kerk zat goed vol. 70 à 80 procent van de aanwezigen, was ouder dan zestig. Mijn vriend en ik sprongen tussen al dat grijze haar serieus in het oog. Denk dat we, met uitzondering van een paar kleuters, veruit de jongste aanwezigen waren. De mis was behoorlijk indrukwekkend. De mooie gezangen van het mannenkoor vulden de ganse ruimte en toen de gelovigen invielen (bijna iedereen zong mee), kreeg ik, doorwinterd atheïst, toch even kippenvel. Zeer, zeer mooi. Een echte belevenis.

Minder mooi vond ik de stukken uit het evangelie die werden voorgelezen. Veel stukken die over schuld en boete gingen, over branden in de hel en zo. Ik kan me voorstellen dat deze teksten in vroeger tijden de gelovigen een heilige schrik voor de zonde aanjaagden. De gekozen stukken schetsten een beeld van een onvergevingsgezinde god die elke misstap van zijn volgelingen genadeloos afstraft in het hiernamaals. Gelukkig milderde de priester de inhoud van de teksten door ze op een symbolische manier te verklaren. Maar toch.

Na de Gregoriaanse mis gingen de deuren van de abdij open. De abdij is nog redelijk recent. Ze vierde dit jaar haar honderdjarig bestaan en ademt dus niet de sfeer van ouderdom en eeuwigheid uit die je bijvoorbeeld wel in het de Abdij van ‘t Park vindt. Het gebouw op zich is echter meer dan interessant genoeg. In de eerste plaats omdat de plek waar de abdij gebouwd is, de Keizersberg, een zeer rijke geschiedenis heeft. In de dertiende eeuw werd op deze heuvel een burcht gebouwd, die eeuwen later als verblijfplaats diende voor de jonge Keizer Karel die de burcht later verfraaide en uitbreidde. In de achttiende eeuw was de burcht echter in verval geraakt en beval keizer Jozef II de afbraak. Alleen de schoormuur en de 36 meter diepe waterput (die we op politiebevel niet mochten bekijken) bleven gespaard.

De heuvel heeft echter niet alleen een seculiere geschiedenis. Aan de oostelijke zijde van de heuvel, “Wolvenberg” genoemd, bouwden de graven van Leuven in 1187 een huis voor de Tempelridders. Na de opheffing van de orde van de Tempeliers, vestigden de Hospitaalridders van Sint-Jan zich in deze commanderij tot de komst van de Fransen in 1789. De kerk van de commanderij werd afgebroken en de gebouwen van de commanderij verkocht. Het eeuwenoude kloostergebouw werd helaas helemaal vernield tijdens het nachtelijke bombardement van mei 1944.

Het indrukwekkendste vertrek in de abdij vond ik de bibliotheek. Zeer oude en interessante boeken, waarvan de handgeschreven fiches te raadplegen zijn in een prachtige houten fichekast. De bibliotheek van de abdij bezit ongeveer 250.000 boeken. Je kan de bibliotheek alleen consulteren na een afspraak gemaakt te hebben.

Na wat rondgewandeld te hebben in de kloostergang en de verschillende vertrekken, pauzeerden we even in de eetzaal met een stukje taart en een goudgeel aperitiefwijntje (voor mij) en een Keizersberg bier en een boterham met abdijkaas (voor mijn vriend). Kanttekening: in de abdij zelf werd nooit bier gebrouwen, de abdij leende slechts zijn naam aan dit streekproduct. We zaten nog maar net aan tafel toen twee nonnetjes ons vervoegden. Toen we zeiden dat we ‘s ochtends naar de mis waren geweest, kon ik zien dat ze onder de indruk waren. Je zag ze zo denken: “D’r zijn dan toch nog jonge mensen die naar de mis gaan.” 😉

Bij het verlaten van de abdij passeerden we allerlei standjes met christelijke en iets minder christelijke producten. We konden het niet laten en schaften ons een mooie uitgave over bier van het Davidsfonds aan. We kochten ook een flesje van de lekkere goudgele aperitiefwijn. Leuk voor als we gasten hebben.

Conclusie: breng zeker eens een bezoekje aan Abdij Keizersberg. Voor de liefhebbers van liturgische gezangen is het bijwonen van de Gregoriaanse mis zeker een aanrader.

Wii!

Mijn vriend en ik waren gisteren uitgenodigd op een barbecue bij één van zijn collega’s. De gastvrije collega was al meer dan een jaar verhuisd en had zijn collega’s (zo gaat dat in van die kleine, gezellige bedrijfjes) eindelijk uitgenodigd om zijn nieuwe stekje te bewonderen. Het barbecueplan werd trouwens snel opgeborgen wegens gebrek aan barbecueweer.

Gelukkig gaat er niks boven een lekkere fondue om het een beetje warm te krijgen. Alhoewel dat warm krijgen toch te wensen overliet. Het was bepaald kil in het nieuwe huis. Ik heb de ganse avond zitten bibberen en mijn handen voelden als ijsklompjes. Zelfs dicht bij het fonduestel kruipen, bracht geen soelaas. De collega was vergeten de chauffages op te zetten en die werden blijkbaar niet snel genoeg warm om de temperatuur wat behaaglijker te maken. Een schoonheidsfoutje.

Verder was het een mooi huis, met een prachtige living gekoppeld aan een veranda met glazen dak, waardoor je op mooiweerdagen de sterrenhemel kunt zien. Het huis had ook een prachtige tuin omzoomd door mooie, grote bomen die al een beetje herfstkleuren vertoonden. Alleen jammer van al de trapjes en niveauverschillen in het huis. Het huis was vroeger een fermette waaraan met stukjes en beetjes verbouwd is. Op het bovenverdiep waren er maar liefst vier niveauverschillen. ‘k Zou nogal vaak op mijn gat gaan, ‘s nachts als ik half slapend naar het toilet moest. 😉

Op het einde van de avond, om het eten te verteren, werd de Wii boven gehaald. Na een tennispartijtje of twee kwam mijn bloedsomloop weer op gang. Echt plezant, zo’n wii. De enige spelconsole die mij kan bekoren. Wie weet, als we ooit eens een tv hebben. 😉