A family affair

Gisteren waren we uitgenodigd voor een etentje bij X, de broer van mijn vriend. X woont al sinds mei samen met zijn vriendin, maar tot op heden hadden we nog geen tijd gevonden om hun liefdesnestje te keuren. We kregen niet alleen voor het eerst het appartement te zien waar X zich door zijn vriendin laat vertroetelen (en dat mogen jullie gerust letterlijk nemen, het klassieke rollenpatroon is blijkbaar weer helemaal terug), het etentje was ook de vuurdoop van het nieuwe vriendje van W, de zus van mijn vriend. (Sorry mensen, de knappe vrijgezelle zus van mijn vriend is van ‘t straat. Jullie mogen allemaal in een hoekje gaan zitten huilen.)

Het mag gezegd: de nieuwe aanwinst voor de familie heeft zijn maidentrip met glans overleefd. We waren zelfs erg blij toen K en W na wat vertraging arriveerden. Het gesprek met broer X en zijn vriendin verliep een beetje stroefjes. Broer X en zijn vriendin zijn een beetje aan de stille kant en we hebben niet zo heel veel met elkaar gemeen, wat soms zorgde voor ongemakkelijke stiltes. Van ongemakkelijke stiltes in het gezelschap van nieuwe aanwinst K was er echter geen sprake. Een vlotte babbelaar met een brede glimlach. Alleen jammer dat hij van Antwerpen is. 😉

Bomma

Mijn bomma weet niet meer wie ik ben. Het begon een klein jaar geleden. Spullen die ze ergens legde en daarna niet meer kon terugvinden. Vreemde mensen die in haar verbeelding ‘s nachts zomaar haar kamer binnen wandelden. ‘s Nachts wakker worden en zich beginnen aankleden omdat ze dacht dat het tijd is om op te staan. Namen die vergeten werden, mensen die vergeten werden. Het verergde stap voor stap. Eerst langzaam, nu steeds sneller. Elke dag gaat er een stukje geheugen verloren.

Ik zeg: “Dag bomma.” Ze kijkt me aan met grote verbaasde ogen. Ik zeg: “Dag, alles goed?” Mijn broer wijst naar mij en vraagt: “Weet je nog wie dat is?” Mijn bomma zegt: “Oei, ik ben het vergeten.” Ik zie aan haar gezicht dat ze rondzoekt in de diepste, duistere hoekjes van haar geheugen. Ze zoekt wanhopig, maar vindt niks. Ze weet het niet meer. Ze is het vergeten. Ze glimlacht naar mij: “Je komt toch nog eens terug, he? Wanneer kom je weer op bezoek?” Ik zie aan haar ogen dat ze geen flauw idee heeft wie er voor haar staat, maar ze probeer de schijn op te houden. Ik zeg: “Ik kom gauw weer.”

De tijd is genadeloos.

Gisteren, zondag

Donderdag is het dochtertje van F, mijn beste vriendin uit het middelbaar, geboren en omdat we natuurlijk heel nieuwsgierig waren naar dit nieuwe leventje, spoedden we ons zondagmiddag naar het Sint-Trudo ziekenhuis in het verre Limburg. F zag er moe, maar gelukkig uit. En kersverse papa K was duidelijk in de wolken met zijn prachtige dochter. Ze hadden ons wel mooi bij de neus, want bijna iedereen dacht dat het een jongen zou worden. Na veel kusjes en gelukwensen uitgedeeld te hebben, was het tijd voor de traditionele bevallingsverhalen. Ondertussen ben ik al bevallingspecialist zonder zelf ooit een bevalling meegemaakt te hebben. 😉

‘t Was gezellig, maar omdat we een afspraakje hadden met de ouders van mijn vriendje konden we niet zo lang blijven. We kregen een doosje doopsuiker en een doopkoekje in de vorm van bloem met gekleurde suiker mee, deelden nog wat kussen en complimentjes uit en hup, daar zaten we al in de wagen richting Dessel. Aldaar aangekomen verorberden we met smaak een dikke pannenkoek (die achteraf wel wat op mijn maag is blijven liggen, maar kom), beklommen we de Sas 4 Uitkijktoren en maakten we als afsluiter een mooie wandeling langs het kanaal, dat er erg rustig bij lag in het avondlicht. Meer moet dat niet zijn.

Bomma op bezoek

Vandaag is mijn bomma in ons nieuwe appartementje op bezoek geweest. Met dank aan mijn broertje die zo vriendelijk is geweest haar een lift te geven vanuit het verre Limburg. We hadden voor koffie en taart (geen Limburgse vlaai, maar het leek er toch op) gezorgd, want een bezoekje van de bomma is niet compleet zonder koffie en taart. Al een geluk dat mijn vriendje gisteren het koffiezetapparaat na jaren inactiviteit heeft uitgekuist. 😉

Toen ik nog een mini-yabje was, zorgde mijn bomma voor mij wanneer mijn mama er niet was. Ze woonde naast mijn ouderlijk huis en daar woont ze nu nog steeds. Vroeger waren we erg close, maar helaas is die band in de loop der jaren verwaterd. Ik probeer haar nog steeds te zien als de energieke oma met wie ik samen kleurwedstrijdjes hield (en ja, natuurlijk won ik altijd…), maar de tol der jaren valt van haar gezicht af te lezen. Het lichaam sputtert tegen, allerlei kleine en minder kleine (ouderdomssuikerziekte) kwaaltjes steken de kop op. Het ergste is echter dat ze geestelijk fel achteruit gegaan is. Ze is in de war, weet soms niet meer goed wie ik ben en ziet mensen die er niet zijn. Ze vraagt twee tot drie keer hetzelfde en beseft van zichzelf niet dat ze in herhaling valt.

En ik moet bekennen: het hele ouderdomsproces jaagt mij angst aan. Het lijkt me vreselijk te beseffen dat je lichaam niet meer mee wilt. Of te merken dat je vergeetachtig begint te worden. Niet meer zelfstandig te kunnen zijn en voor de gewoonste zaken (een bad nemen, eten klaarmaken) op een ander aangewezen te zijn. Gelukkig kan mijn bomma met externe hulp (dienstencheques, familiehulp, de nabijheid van familie,…) in haar eigen huis blijven wonen. Maar ik weet dat er een dag zal komen dat thuiszorg niet meer mogelijk is. En ik vrees dat het haar hart zal breken om het huis te moeten achterlaten waarin ze geboren is, waarin ze haar kinderen heeft grootgebracht en waar haar man gestorven is.

Ik ben blij dat we samen deze gezellige namiddag hebben kunnen doorbrengen. En dat mijn bomma ons appartementje mooi vond. “Amai, zoiets heb ik nog nooit gezien. Amai, je hebt toch wel geluk dat je zo mooi woont.” In sappig Limburgs dialect, natuurlijk. Want wie weet is ze er binnenkort niet meer. 87 worden, het is niet iedereen gegeven.

Shoppen!

Ha, een vruchtbare ochtend achter de rug! Redelijk op tijd uit bed gekropen en na het ontbijt naar het winkeltje van de neef van mijn vriend gereden. Allez ja, voorlopig werkt neef S daar nog als verkoper, maar hij heeft grootse plannen. 😉 Neef S is toevallig ook de zoon van nonkel K. We zijn ons helemaal aan het inwerken in dat deel van de familie. 😉

Een paar interessante koopjes gedaan: twee rode fleeces (eentje voor mij en eentje voor mijn vriend), een paar nieuwe sportschoenen om te gaan squashen voor mij, nieuwe schoenen voor mijn vriend en een zwembrilletje om het chloor uit de ogen van mijn vriend te houden. En dan zag ik nog mijn favoriete ondergoed-van-het-moment (Sloggi Hot Hips, stomme naam, sexy ondergoed) aan de kassa liggen in een hip, groen kleurtje (limited edition!). Dat kon ik toch niet laten liggen. 😉

Redelijk veel geld uitgegeven, maar die fleeces en schoenen zullen zeker nog goed van pas komen in Warschau. Jaja, een vruchtbare ochtend.

0110

Neen, de eerste oktober van het gezegende jaar tweeduizend en zes was ik niet op de 0110-concerten (tja, what can I say, ik ben nu eenmaal onverdraagzaam 😉 ). Misschien heeft u even naar mij gezocht op de Open Bedrijvendag, maar ook hier was ik niet te vinden. Neen, een kleinschaliger “event” mocht op mijn belangsteling rekenen: het Burchten- & Fortenweekend van het Davidsfonds. Omdat ik nu eenmaal dol ben op hopen stenen met een historisch verhaal erachter.

We waren de dag begonnen met een initiatie nordic walking, die niet echt een onverdeeld succes was. Lees: we voelden ons nogal belachelijk met die stomme stokjes en mijn vriend was de enige deelnemer van het mannelijk geslacht. Dat laatste lijkt natuurlijk een pluspunt voor hem, maar jammer genoeg was de opkomst van fraaie vrouwelijke exemplaren niet echt massaal te noemen. 😉

Daarna een klein spurtje getrokken naar de auto (om toch nog wat aan sport te doen) en vertrokken naar de Citadel van Diest. Een schitterende citadel, gebouwd om België te verdedigen tegen een mogelijke inval van de Hollanders. Gelukkig heeft Willem I die oorlogsplannen na 1831 opgeborgen, met als gevolg dat de citadel nooit zijn deugdelijkheid heeft moeten bewijzen. De snelle evolutie van de toenmalige oorlogstechnieken maakte trouwens dat het hele bouwwerk al achterhaald was op het moment van voltooiing.

Momenteel zijn er in de citadel van Diest para’s gelegerd, die op de terreinen rondom oefeningen houden. Het leukste aan ons bezoekje vond ik de tocht door de kazematten: hier een daar een straaltje licht dat door de schietgaten naar binnen drong, maar voor de rest was het er aardedonker. Mijn vriend had zelfs last van ongewenste intimiteiten: een bezoeker die in het donker de weg kwijtraakte, zocht steun bij hem. 😉

De rest van de dag stond in het teken van ons beider families. De familiebanden wat nauwer aanhalen bij een stukje taart en een kopje koffie (niet voor mij, neen, danku bomma, neen, echt niet) en een avondmaaltijd met te veel kip in. Gezellig.