Toegegeven, na een lange en zware werkdag volgend op een toch wel emotionele dag fietste ik gisterenavond met lichte tegenzin naar de brainstormsessie die al maanden geleden vastgelegd was. Mijn initiële enthousiasme voor het project waarvoor ik me engageerde was ondertussen tanende en ik had niet het gevoel veel nuttigs te kunnen bijdragen aan de brainstorm. Maar hey, het kan verkeren. De dame die de brainstorm begeleidde bleek erg goed te zijn, de brainstorm was tot in de puntjes voorbereid en leverde zowaar interessante inzichten en goeie resultaten op. Ik deed de waarheid beslist geen geweld aan toen ik bij het afsluitend rondje zei dat ik het een inspirerende avond gevonden had.
Soms moet je gewoon de steile berg beklimmen om te genieten van het mooie uitzicht aan de top.
Ondanks de moedige pogingen van het NMBS-personeel om onze after work te boycotten, mogen we toch wel spreken van een geslaagde opkomst, donderdagavond. Toegegeven, ongeveer de helft van de aanwezigen bestond uit collega’s die in ‘hellhole’ Brussel wonen, maar dat maakte het niet minder plezant. Ik kon zelfs mijn vriend overtuigen om een glaasje te komen meedrinken. Met z’n negenen slaagden we er toch in om twee flessen cava soldaat te maken en dan moet je weten dat de meeste mannen een biertje dronken.
De temperaturen vielen veel beter mee dan voorspeld (ligt het aan mij, maar zitten die weerberichten er tegenwoordig niet meestal glansrijk naast?) en het deed gewoon deugd om in de zon wat te babbelen en relaxen. Komt er tegenwoordig veel te weinig van, met het leven dat steeds sneller voorbij raast en ik die de confrontatie met de weg vliedende tijd niet altijd durf aangaan. Fijn om even te genieten van de kleine dingen des levens, zoals een terrasje en een treinrit langs Brussels Airport in het aangename gezelschap van mijn vriend en een toffe collega.
Woensdagmiddag was ik uitgenodigd voor een lunch in het Europees parlement. Ik zou een collega van mijn vervangen die verhinderd was. Ik had ernaar uitgekeken, want het programma zag er interessant uit en het is altijd leuk om nieuwe boeiende mensen te leren kennen.
Stipt om 13u (het tijdstip) waarop de lunch begon, meldde ik me aan bij het infopunt van het Europees parlement, in de verwachting dat daar een lijst zou klaarliggen met mijn naam erop. Ik stootte echter op een muur van onbegrip. Ik herhaalde nogmaals mijn naam en het event waarvoor ik uitgenodigd was, maar de mensen aan de balie keken met aan alsof ik van Mars kwam. Het enige wat ze me wisten te zeggen, is dat ik een badge nodig had. Fijn, goed, prima, maar hoe geraakte ik dan aan die badge? Ach, iemand die het event organiseerde zou me moeten komen halen aan het infopunt. Maar ik had niet zo direct contactgegevens van de organisatie voorhanden. Mijn collega had me ingeschreven en ik had enkel een kort mailtje ter bevestiging gekregen. Ik toonde de mail in kwestie, maar tevergeefs. Ze bleven herhalen dat ik iemand moest bellen. Ondertussen had ik in een andere mail de namen van de MEP’s die mee het event organiseerden gevonden, maar natuurlijk zonder telefoonnummers. Een telefoonnummer opzoeken bleek ook teveel gevraagd en waarschijnlijk om van mij af te zijn, stuurden ze me naar het accreditatiepunt.
Mijn bloed begon zo stilletjes aan te koken, want ik vreesde dat de hele tocht naar het Europees Parlement voor niks geweest zou zijn. Ik wilde me echter niet zo snel gewonnen geven en haastte mij naar het accreditatiepunt. Natuurlijk keken ze mij daar even onnozel aan als bij het infopunt. Neen, neen, ik moest daar echt niet zijn, bij het infopunt, jawel, daar zouden ze me beslist kunnen verder helpen. Diep zuchtend zei ik dat ik net vandaar kwam. Maar dat kon de mens in kwestie duidelijk niet al te veel schelen. Van het kastje naar de muur gestuurd en dan weer terug.
Nog wilde ik van geen wijken weten. Ik zocht ik mijn mail naar een telefoonnummer en belde de administratieve persoon op van wie ik de bevestiging gekregen had. Natuurlijk bevond die persoon zich niet in Brussel, maar in Den Haag. Ze toonde veel begrip voor mijn situatie en beloofde me snel terug te bellen. Na nog een tijd gewacht te hebben, besloot ik maar zelf terug te bellen, ondertussen was het al twintig minuten later, die lunch zou al wel lang begonnen zijn en ik had honger! Natuurlijk had de dame in Den Haag niemand te pakken gekregen die mij zou kunnen helpen. Middagpauze, alle begrip voor.
Ik keerde nog één keer terug naar het infopunt om mijn beklag te doen. Maar daar stonden alleen maar zombie’s achter de balie. Klantvriendelijkheid en behulpzaamheid waren hen volledig vreemd. Hoe moeilijk kan het zijn om een lijst met alle events en de contactgegevens van de verantwoordelijke organisatoren te leggen aan het infopunt, zodat ze mensen in gevallen zoals deze kunnen verder helpen? Triestig.
En zo keerde ik met een hangende pootjes en een rommelende maag terug naar mijn werkplek. Te voet en niet met de metro deze keer, want ik kon de wandeling van een half uur gebruiken om wat stoom af te blazen.
Alweer een collega getroffen door de reorganisatie. Een collega met wie ik supergoed overweg kan en wiens afscheidsfeestje ik dus niet graag wilde missen. Helaas moest daarvoor wel onze Leuvense madammendate sneuvelen en blijkt het achteraf gezien bijna onmogelijk om nog een gezamenlijke datum te vinden waarop we alle acht kunnen deelnemen.
Doordat ik donderdag de ganse dag op een conferentie in de Koninklijke Bibliotheek zat, die helaas pas om 17.45u gedaan was, kwam ik redelijk laat aan op het feestje (op het werk starten de feestelijkheden meestal rond 15u). Gelukkig was er nog een groepje die hard feestvierders aanwezig en werd er speciaal voor mij een nieuwe fles cava open gedaan.
Naar aloude gewoonte bleven we keilang plakken en op het moment dat de conversatie om te beslissen waar we zouden gaan eten opgestart werd, was het al bijna tijd om de trein naar huis terug te namen. Het toeval wilde trouwens dat mijn vriend zat te vergaderen met zijn ex-collega’s in een restaurant in dezelfde straat als mijn werk. Na zijn vergadering is hij er ook nog eentje komen meedrinken, waarna ik dan samen met hem en mijn lege maag (afgezien van de cava dan) om 22u de trein naar Leuven nam.
Gelukkig blijft mijn nu ex-collega in de buurt werken en kunnen we makkelijk nog eens ‘s middags afspreken.
Na een lange middagvergadering in de buurt van de Brusselse Kruidtuin wandelden mijn collega en ik in marstempo richting Tour & Taxis. Wij waren namelijk uitgenodigd voor een happy hour op de Art Brussels Fair. Ter plekke hadden we afgesproken met een derde collega. Helaas waren we een uur te laat voor het happy hour en zagen we dat gratis drankje aan onze neus voorbij gaan. Geen erg, wij waren voornamelijk geïnteresseerd in de gegidste rondleiding op de beurs.
Het was voor mij een eerste kennismaking met Art Brussels. De gids leidde ons aan een stevig tempo van het ene kunstwerk naar het andere. Veel tijd om andere kunstwerken te bekijken was er niet. De duiding van de gids hielp ons om de bedoeling van de kunstenaars beter te doorgronden. De betekenis achter een kunstwerk kennen, geeft aan moderne kunstwerken vaak een geheel nieuwe dimensie. Al had onze gids wel een beetje luider mogen spreken, ik moest mij heel erg concentreren om hem te verstaan.
Een overzichtje van de werken die mij het meeste aanspraken. Let vooral op het behangpapier dat de Israëlische bezetting van Palestina aanklaagt en de lange kleurrijke rollen fotopapier die de neerstortende Twin Towers afbeelden. Het recyclagekunstwerk met de lampen, het schuimkunstwerk en de op de grond gestrooide paarse bloemetjes vond ik ook de moeite.
Spijtig genoeg sloot Art Brussels al om 19u, wat zeker in het weekend te vroeg is. In totaal waren mijn twee collega’s en ik net geen volledig uur op de fair en hadden we welgeteld vijf minuten om op ons eigen rond te lopen. (Wel grappig dat ik er een medestudent Koreaans tegen het lijf liep die zelf ook kunstenaar is.)
Onderweg van Tour & Taxis naar Brussel Noord kreeg ik bericht dat mijn vriend, die iets was gaan drinken met zijn collega’s, op ongeveer hetzelfde moment de trein in Centraal zou nemen. Ik besloot dus even op hem te wachten en in Noord op dezelfde trein te stappen.
Tijdens de treinrit naar Leuven hadden we een hilarisch gesprek met drie jonge mannen die bij Nespresso werkten. Op de zitplaatsen tegenover ons waren ze druk in gesprek verwikkeld over de Kerk van het vliegend Spaghettimonster, aka het pastafarianisme. Eén van de drie had nog nooit van dit fenomeen gehoord en meende dat zijn collega’s hem voor het lapje aan het houden waren. Waarop die collega’s in kwestie mijn vriend en mezelf aanspraken om te vragen of wij al ooit van het Vliegend Spaghettimonster gehoord hadden. Natuurlijk hadden we dat! We konden onze beweringen zelfs staven met enkele welgemikte google searches en afbeeldingen van mensen met een vergiet op hun kop. 😉 Als dank voor onze welwillendheid kregen we zowaar enkele nespressocapsules cadeau. Een onverwacht, maar fijn gebaar!
Eerlijk, ik kan me de laatste keer dat ik nog eens een dag ziekteverlof heb moeten nemen zelfs niet meer herinneren. Maar donderdagnamiddag werd ik op het werk geveld door een mild griepvirus. De misselijkheid kwam rond een uur of half vijf opzetten en na ettelijke keren op verschillende wijzen boven de wc-pot gehangen te hebben (gelukkig was er op dat moment niet veel volk op het werk, dankuwel, paasvakantie), hoopte ik dat het ergste leed geleden was en ik zonder al te veel problemen met de trein naar huis zou geraken.
Het werd alsnog een spannende treinrit waarbij ik mij strategisch bij het toilet plaatste en een plastic zakje bij de hand hield voor extreme noodgevallen. Ik haalde gelukkig zonder accidenten mijn appartement, maar een paar minuten later hing ik alweer boven de wc-pot. Daarmee was de ijdele hoop dat het om een voedselvergiftiging zou gaan, ook vervlogen. Een buikgriepje, dat was van het uitstapje naar Budapest geleden (statistisch gezien heb ik meer kans om ziek te worden op reis dan doorheen de normale werkweek).
Ik deed vrijdagochtend een manmoedige poging om toch naar het werk te gaan, maar voelde bij het opstaan al meteen dat het er niet in zat. Ik gooide dan maar de handdoek in de ring, meldde mij ziek en kroop terug in bed. De vrijdagse dinner date met een kameraad werd meteen ook geannuleerd.
Gelukkig voel ik me vandaag na een dag vasten alweer een pak beter. Net op tijd beter voor wat een fijn lenteweekend belooft te worden!
Maandag kreeg ik een berichtje van ex-collega S dat hij woensdag in Brussel was voor een vergadering en of ik zin had om samen met hem te lunchen. Andere collega’s waren uiteraard ook welkom. Aangezien S een behoorlijk populaire collega was, stuurde ik de uitnodiging ruim uit, in de veronderstelling dat de meeste collega’s toch op verlof zouden zijn tijdens de paasvakantie. Maar hey, opeens zaten we daar in Restaurant National met 12 personen aan tafel!
Helaas was ik door een vergadering wat later en zat ik helemaal aan het andere uiteinde van de tafel waardoor ik heel de lunch geen twee zinnen tegen mijn ex-collega heb kunnen zeggen en het oorspronkelijke doel van de lunch: gezellig bijpraten, niet echt bereikt werd. Heel jammer, maar zo kwam ik er wel achter dat een andere collega net als ik fan was van Casey Neistat. Who knew?
Dus misschien moet bij nader inzien de titel van deze blogpost eerder ‘Gemengd lunch-succes’ zijn.
Blijkt een afscheidsreceptie van een collega te zijn.
Jawel, alweer een collega die ons verlaat, ditmaal voor een jaar loopbaanonderbreking om te herbronnen. Onze collega kwam als tiener in België terecht omdat haar vader op de vlucht moest voor het toenmalige Albanese regime. In al die jaren dat ze hier woonde, bleef de heimwee naar haar moederland knagen. Dit jaar hakte ze de knoop door en besloot ze terug te keren naar Albanië om ofwel daar een nieuw bestaan uit te bouwen ofwel eens en voorgoed met haar heimwee komaf te maken. Uiteraard wensen wij onze collega het beste toe en dat is in haar geval een nieuw leven starten in Albanië. Want hoe goed ze ook het Nederlands beheerst, het lijkt wel alsof onze collega al die jaren in België met de handrem op geleefd heeft, zichzelf voortdurend voorhoudend dat ze ooit naar haar geboorteland zou terugkeren. Dat zoiets nefast is voor het uitbouwen van diepgaande vriendschapsbanden en relaties moge duidelijk zijn.
Jammer genoeg was er door de paasvakantie niet zo heel veel volk op de afscheidsreceptie (die oorspronkelijk een week eerder gepland was, maar wegens de aanslagen verzet werd). Jammer, want onze collega was door velen graag gezien. Een bijzondere verschijning ook, met haar piepkleine, tengere gestalte op torenhoge naaldhakken. Vrouwen die met zoveel zelfvertrouwen op stiletto’s kunnen balanceren, respect! Je moest wel even door haar ietwat stuurse uitdrukking (resting bitch face, it’s a bitch) heen kijken om een boeiende persoonlijkheid met een groot hart voor dieren te ontdekken.
Weinig volk = receptie vroeg gedaan. Al rond zes uur zat ik op de trein naar Leuven. Perfect getimed, want om 21u stond er een squashpartijtje op het programma. Dat ik met enkele glazen schuimwijn achter de kiezen, glansrijk won. (Of misschien had mijn squashpartner een totale off day, dat kan natuurlijk ook).
Koreaanse les in het Korean Cultural Center op woensdag: afgelast.
Matsuri in Bozar op donderdag: afgelast.
Bijna werd de op donderdag geplande afterwork drink met de collega’s ook afgelast. Gelukkig waren er veel collega’s die na het werk toch zin hadden om samen iets te gaan drinken in Brussel, terrorismehoofdstad van de wereld. De opkomst voor deze afterwork in de Rooster’s was zelfs onverwacht groot, het was duidelijk dat veel mensen nood hadden om stoom af te laten na de aanslagen. Niets beter dan een lekkere cocktail om het gebeurde te verwerken en de Brusselse horeca een hart onder de riem te steken. In tijden als deze moeten we ons omringen met menselijke warmte en oprechte vriendschap, want je weet nooit wat de volgende dag brengt.