Zon op zaterdag

Opgelucht stapten we het examenlokaal uit. Mijn vriend en ik hadden het schriftelijk examen overleefd en ‘t ging kanjigewijs zelfs beter dan verwacht. Opeens hoorden we een vertrouwde stem onze naam roepen. Vriendin L, die aan het wachten was op vriend C, die in hetzelfde lokaal als wij zijn schriftelijk examen Japans van het eerste jaar zat af te leggen. Wat een toeval. We babbelden over hun recente reis naar Japan en hun voornemen om in het najaar alweer terug te gaan.

C en L zijn werkelijk gebeten door de Japanse microbe. Ze spreken er zelfs over om te emigreren. Wat ik ongelooflijk cool vind, maar eerlijk gezegd zelf niet zou zien zitten. Ik denk niet dat ik in een maatschappij als Japan, met hun overdreven prestatiedrang en beleefdheidsregels mijn draai zou kunnen vinden. En ik twijfel eraan of je als buitenlander ooit echt aanvaard wordt in de Japanse samenleving. Maar ik  zal wel de eerste zijn om C en L ginder te gaan bezoeken. 😉 Onze eigen reisplannen naar Japan zijn voorlopig opgeschoven naar 2011, we willen eerst het derde jaar Japans achter de kiezen hebben voordat we naar ginder trekken.

Na deze onverwachte ontmoeting trokken mijn vriend en ik naar het wereldfeest. De zon scheen en we voelden ons beiden van een last bevrijd nu het examen achter de rug was. We genoten dan ook met volle teugen van de lekkere hapjes, de vreemde outfits, de zomerse muziek en de bonte kleurenmengeling van het wereldfeest. Mijn vriend liet zijn portret tekenen en ik liet mijn hand met henna beschilderen. We slenterden op ons gemak rond en liepen heel wat bekenden tegen het lijf. Ik was moe, maar voelde me helemaal ontspannen. Zalig.

Op weg naar het mondeling examen Japans

Kwamen we achtereenvolgens tegen: een blogster, een collega, een mede-student, een werkmens en een ex-vriendin van een vriend. En dat terwijl ik in examenmodus was, niet bepaald mijn meest vriendelijke modus. Zeker niet als ik nog last minute woordjes van Japans erin wil stampen.

Maar goed, het examen is wel ok geweest. Ik slaakte een zucht van verlichting toen het achter de rug was, om mijn enthousiasme meteen getemperd te zien door de vraag van de juffrouw: “De volgende student heeft geen partner, kan jij even inspringen om samen met hem examen te doen?” Ik dacht neen, maar zei natuurlijk ja. Al een geluk dat op dat tweede examen geen punten meer stonden, want de adrenaline was ondertussen uitgewerkt geraakt en ik liet wat steekjes vallen.

Op naar het schriftelijk!

Vrouwen!

Ik weet het, dit is een uitspraak die meestal uit mannenmonden op te tekenen valt, maar echt, soms begrijp ik ze zelf niet, mijn seksegenoten. Een klein voorbeeldje uit de Russische les van vorige week.

We kregen een oefening waarbij we op basis van gegeven antwoorden, een vraag moesten formuleren. Dit alles in het Russisch, dat spreekt voor zich. Het eerste antwoord was (vertaald uit het Russisch): “Neen, ik ben allergisch aan chocolade.” Blijgemutst stel ik aan mijn compagnon (de oefening moest per twee gemaakt worden) voor om als vraag te nemen: “Ben je allergisch aan vruchten?” 

Het meisje in kwestie was echter niet akkoord met het woord “vruchten”. Ze vond dat daar “noten” of een andere allergie-opwekker moest staan. Allemaal goed en wel, maar we hebben het Russische woord voor “noten” nog helemaal niet geleerd. Dat zei ik haar dan ook en ik vulde dit aan met de zin: “Dat maakt toch helemaal niet uit wat daar staat, zolang de zin maar klopt.”

Schiet dat mens daar uit haar slof: “Dat maakt wel uit! Ik kan daar dood van gaan!” Euh, jah. Ik ken nog mensen met notenallergie, maar is dat een reden om zo uit je krammen te schieten? Ik was helemaal verbouwereerd. Wat ik zag als een onschuldige opmerking, was helemaal verkeerd gevallen. Kan ik nu weten dat zij allergisch is aan van alles en nog wat? En de relevantie hiervan voor de oefening is me nog steeds niet duidelijk. Mijn zin was grammatikaal perfect. Wat heeft het dan voor zin om in het woordenboek te gaan zoeken naar een beter woord, terwijl we maar een paar minuten voor de ganse oefening hadden?

Enfin, de rest van de vragen heb ik dus alleen mogen verzinnen, terwijl de juffrouw naast mij in staking was. Belachelijk.

Rookvrije cafés nu!

Vanavond na de laatste les Russisch ben ik nog iets gaan drinken met de juffrouw en de medestudentjes. De juffrouw wilde per sé trakteren, dus wie ben ik om haar dat plezier niet te gunnen. 😉

Jammer genoeg was er geen plaats in het rookvrije café waar we meestal iets gaan drinken. Daardoor konden we niets anders dan uitwijken naar het niet-rookvrije café vlakbij. Jammer dat de cafés in de buurt van het CLT niet dikker gezaaid zijn. Als het aan mij gelegen had, dan had ik graag een wandeling door de regen gemaakt om een café met beter luchtomstandigheden te vinden. Maar in groep moet je je aanpassen, dus probeerde ik niet al te hard te denken aan de gevolgen van passief roken.

Het was een heel gezellige avond, maar de gevolgen zijn duidelijk merkbaar: ik stink van kop tot teen naar de sigarettenrook. Walgelijk.

Yesterday

Zo’n fantastische dag gehad, gisteren. Mijn collega’s waren stuk voor stuk superenthousiast met hun uitnodigingen voor ons feest, ik zag Dikkie doctor worden en tegelijkertijd was ik aanwezig bij een historisch moment voor de K.U.Leuven: de bekendmaking van de nieuwe rector. Ik stond met mijn kleine bescheiden fototoestel tussen al die professionele fotografen met hun dure camera’s. En vechten om een zo goed mogelijk beeld te maken van Mark Waer. Persjournalistiek, het is toch een vak apart. Ik zat daarna helemaal vol met adrenaline.

Om de adrenaline wat te laten zakken, dronken we nog een paar glaasjes op de receptie van Dikkie. Mijn vriend was aan de praat geraakt met een Japanner en tot onze grote vreugde konden we zelfs een (beperkt) gesprek in het Japans voeren. We kregen een compliment voor onze kennis van de taal, al weet je met die superbeleefde Japanners natuurlijk nooit of ze het echt menen. 😉 We hebben de Japanner onze meishi gegeven. Contacten in Japan zullen ons in de toekomst zeker nog van pas komen.

En ‘s avonds zaten we met een gezelschap van zes vrienden voor een groot scherm van de beste Star Trek film ooit te genieten. Zalig.

Een avond in Zaventem

Zaventem, of all places! Hoe geraakt een mens daar verzeild? Wel, blijkbaar is in Zaventem een Slavisch restaurant waar ze onder andere борщ en пельмени op het menu hebben staan. Een mooie gelegenheid om eens iets te gaan eten met de studenten van de Russische les en hun partners. Een voorstel van onze allerliefste juf. Met 24 zaten we aan één lange gedekte tafel. De bediening (de twee piepjonge zonen van de uitbaters) liet voortdurend steken vallen, maar daar maalden we niet om. Het was gezellig en we waren niet gehaast.

Het eten zelf was maar matig van kwaliteit. De борщ die we voorgeschoteld kregen was lekker, maar een beetje flauwtjes van smaak. Ik had de Poolse variant met rode biet en zure room verwacht, maar we kregen gewone groentensoep met vlees. Geen dropje zure room te bekennen. Als hoofdgerecht had ik eendenborst besteld, die helemaal eenzaam zonder garnituur op een bord geserveerd werd. Gelukkig kwamen een vijftal minuten later de groentjes en de frietjes. De saus bereikte mij zo’n tiental minuten daarna. Als afsluiter van de maaltijd dronk ik een glaasje slivovitsj (sterke drank op basis van pruimen). ‘t Was de eerste keer dat ik slivovitsj dronk en het beviel me wel.

Trouwens een heel boeiend gesprek gehad met de man van onze juffrouw Russisch. Hij is professor en heeft de ganse wereld al gezien. Hij was al tien keer in Japan geweest en vertelde ons over zijn waanzinnige belevenissen daar. Ik kan niet wachten tot ik met eigen ogen dat land met zijn vreemde gewoonten kan aanschouwen. Nog een paar jaartjes geduld…

Russische architectuur

Gisteren kwam een gastspreker ons tijdens de Russische les het één en ander vertellen over de Russische architectuur en dan meer specifiek die van na de Russische revolutie (die, mijn beste mensen, plaatsvond in 1917). Een onderwerp dat mij enorm boeit en ik had dus echt uitgekeken naar zijn uiteenzetting.

Klein probleempje echter, de mens praatte Russisch en ik verstond slechts een fractie van wat hij zei. Gelukkig merkte hij na een twintigtal minuten dat ik en mijn medestudenten niet echt goed konden volgen en vertaalde hij zijn zinnen daarna in het Engels. En dan wordt je nog maar eens met de neus op de feiten gedrukt: na bijna twee jaar Russisch, is je woordenschat nog steeds veel te beperkt om de taal vlot te begrijpen, laat staan te spreken. Misschien moet ik mij een Russische minnaar zoeken om wat meer te oefenen. 😉

Babylonische spraakverwarring

Gisterenavond ben ik iets gaan eten met de open source connecties van mijn vriend. Het is dit weekend namelijk FOSDEM en dat is altijd een ideale gelegenheid om af te spreken met de mensen waarmee hij normaal alleen via elektronische weg contact heeft.

Aan tafel werd er een mengelmoes van Frans, Engels, Duits en Nederlands gesproken (en zelfs enkele woordjes Russisch). Best wel vermoeiend, want de ene persoon verstaat Engels, de andere dan weer niet. De ene doet zijn best om zo goed mogelijk Nederlands te praten, want de andere dan weer niet verstaat.

Misschien moet ik mij toch eens verdiepen in het Esperanto. Het zou toch ongelooflijk handig zijn, mocht je met iedereen op deze aardbol dezelfde taal kunnen praten.

En daar zijn ook weer vanaf

Toegegeven, de examenstress is dit jaar ver te zoeken. Een paar taalcursussen aan het CLT volgen, valt echt niet te vergelijken met universitaire examens. Wat niet wegneemt dat ik het schriftelijk examen van Japans vandaag niet zo makkelijk vond. Maar waarschijnlijk was het dat wel en heb ik gewoon veel te weinig gestudeerd. Met het schaamrood op de wangen moet ik bekennen dat de motivatie om Japans te studeren ver te zoeken was en is, wegens een beetje pijn aan de goesting. Ik leg de schuld daarvoor gedeeltelijk bij de juffrouw, die écht de slechtste lesgeefster ooit is. Maar dat is slechts een excuus. Als ik de moeite zou nemen om mijn Japans elke week een beetje bij te houden, zouden de lessen een pak aangenamer zijn.

Het lijkt wel alsof mijn taalgevoel mij in de steek laat bij de Japanse taal. Bij Russich ligt dat helemaal anders. Ik begin al wat feeling voor die taal te ontwikkelen, op het gevoel de juiste naamvallen gebruiken en zo. Japans staat echter té ver van onze taal af. De woorden zijn me té vreemd en ik moet meer moeite doen dan gewoonlijk om de woordenschat te onthouden. Ik denk dat ik eens wat meer manga moet kijken, les Chevaliers du Zodiaque eens terug opsnorren ofzo. Per slot van rekening kan je een taal pas echt beheersen als je er regelmatig mee in contact komt. En wat dat betreft is één les per week veel en veel te weinig.