Tokyo wedding – 25 augustus 2012

What a beautiful day for a Tokyo wedding! Vijfendertig graden of meer, stralend blauwe hemel en van de hitte zinderende straten. Lang leve de airco!

We ontbeten samen met de toekomstige bruid en bruidegom en gaven na het ontbijt onze cadeaus af. Geen enkele reden om al die flessen bier naar de feestzaal te sleuren in deze temperaturen, als het koppel in de kamer naast je overnacht. We wilden iets typisch Belgisch geven en omdat chocolade afviel vanwege de tropische temperaturen, werd het bier. Gekocht in de tax free in Zaventem en zonder problemen door de security in Moskou geraakt.

We hadden nog een vrije voormiddag voordat het feest begon, dus gingen we samen met kameraad P naar het Meiji shrine. Een plek die veel meer sereniteit en introspectie uitstraalt dan de veel te commerciële Senso-ji tempel. Het prachtige groene park rondom maakt het plaatje compleet.

Het was erg druk in het station vlakbij de tempel en al snel bleek waarom: er was een festival aan de gang, het Super Yosakoi festival, volgens de vele vlaggen die er hingen. Het liep er vol met groepen Japanners in kleurige klederdracht gestoken. In het park waren twee podia opgesteld waar de verschillende groepen na mekaar een choreografie uitvoerden op moderne Japanse muziek met live zang, terwijl één lid van de groep instructies door een microfoon schreeuwde om de choreografie in goed banen te leiden. Een hele belevenis.

We waren er zeker langer gebleven om naar de optredens te kijken, ware het niet dat we ons nog moesten optutten voor het feest. We aten snel een kom met noedels en namen de metro terug naar ons hotel. Een verkwikkende douche later waren we er helemaal klaar voor. Het was ons nog steeds onduidelijk wat exact te verwachten van de ceremonie en het feest, maar we waren wel zo slim om een taxi te nemen naar de feestzaal. Kwestie van niet helemaal bezweet aan te komen voordat het feest goed en wel begonnen was.

We hadden geluk. We wandelden met ons drietjes net over de binnenplaats van de tempel toen het bruidspaar daar rondliep om in vol ornaat foto’s te laten nemen. Het paar zag er prachtig uit. Allebei in kimono gestoken: zij in het wit, met een rare witte hoed (een Tsunokakushi, heeft onze Japanse vriendin ons verteld) die zogezegd haar ‘hoorns’ moest verbergen en hij in het zwart. Ze leken uit een ander tijdperk afkomstig. De professionele fotograaf was zo vriendelijk om een paar fotootjes van ons met het bruidspaar te nemen. Een geweldig aandenken.

Daarna begaven we ons naar de feestzaal. Het feest vond plaats in een groot gebouw vlakbij het shrine waar een tiental huwelijken tegelijkertijd gevierd werden. In elke ruimte liep er wel een bruidspaar rond. Trouwen is duidelijk big business in Japan.

Misschien is dit ook het juiste moment om iets te zeggen over de manier waarop in Japan cadeaus aan het bruidspaar gegeven worden. Iedereen geeft een cadeau in de vorm van geld en het bedrag is voor iedereen gelijk: zo’n 50.000 yen per koppel of 30.000 yen voor een alleenstaande. Het geld wordt gegeven wanneer de gasten bij aankomst geregistreerd worden. Iedereen krijgt vervolgens een cataloog waar je een cadeau voor jezelf uitkiest dat iets meer dan de helft van het geschonken bedrag waard is. Omgerekend naar euro’s zou dit voor ons neerkomen op zo’n 500 euro. Een smak geld. Gelukkig werden we door de bruidegom vrijgesteld van dit systeem.

Ondertussen waren we in een soort wachtzaal terechtgekomen waar we een fruitsapje of een koude thee konden drinken. De westerlingen waren duidelijk in de minderheid, maar we hadden niets anders verwacht. Om half drie werden we naar het shrine geleid. Wij mochten plaatsnemen op de eerste rij aan de kant van de bruidegom. Vervolgens kwam het bruidspaar binnen gevolgd door hun beider ouders. Het bruidspaar nam plaats in het midden van de ruimte met achter zich hun ouders. Daarna begon de ceremonie.

Ik moet eerlijk zeggen dat ik geen woord verstond van wat er gezegd werd, maar het was heel bijzonder om dit ritueel te kunnen meemaken. A once in a lifetime experience. De rituelen waren anders, maar minder ver verwijderd van een katholiek huwelijk dan ik had verwacht. Zo dronken bruid en bruidegom bijvoorbeeld van hetzelfde kopje sake en sprak de bruidegom een soort huwelijksgeloften uit. Een stresserend moment voor de bruidegom, want alles gebeurde uiteraard in het Japans. Gelukkig fluisterde zijn bruid hem de stukken in die hij moeilijk kon lezen. Opvallend: de bruid werd niet aan het woord gelaten, een kort ‘hai’ van haar kant volstond. Voor mij een illustratie van het diepgewortelde machismo in de Japanse samenleving.

De ceremonie was erg kort en er was geen ruimte voor vrije invulling van het bruidspaar, alles gebeurde volgens de geijkte formules, zoals dit waarschijnlijk al eeuwen vastligt. Na de ceremonie werden we naar een andere zaal gebracht en kon het feest echt beginnen. De bruidegom had ons op voorhand gezegd dat we ons aan een soort receptie konden verwachten, maar Japanners verstaan toch iets anders onder een receptie dan wij.

Wij kwamen terecht in een poepchique zaal waar iedereen een aparte plaats toegewezen kreeg aan ronde tafels. We kregen al een drankje en dan was het wachten op het bruidspaar. De bruid moest namelijk uit haar witte kimono geholpen worden om een ander meer kleurrijk exemplaar aan te trekken. Iedereen zat aan tafel toen dan eindelijk het bruidspaar binnenkwam. Beiden schreden door de zaal langs de tafels zodat iedereen hen goed kon bekijken, om vervolgens plaats te nemen aan een aparte tafel met hun gezicht naar de gasten gericht.

Na een kort welkomstwoord van de bruid en bruidegom, werd de eerste gang opgediend. En na de eerste de tweede en de derde en de vierde en de… Enfin, ik raakte de tel kwijt. De gangen volgende zo snel op elkaar dat ik op een gegeven moment drie gangen achter stond. Ik denk dat we in totaal een tiental gangen kregen. Allemaal kleine hapjes, allemaal even lekker, in totaal meer dan voldoende om een volwaardige maaltijd te vormen.

Tijdens het eten werd door de gastvrouw, verbonden aan de feestlocatie, een soort biografie van het bruidspaar voorgelezen. Zo werd ettelijke keren vermeld wat het beroep was van de bruidegom en hoeveel talen hij wel niet sprak. Een huwelijk met ondertitels, zoals kameraad P het treffend uitdrukte. Stil werd het nooit, want als de ondertitels even uitrustten werden de grootste westerse muzikale plakkers uit de kast gehaald om de romantiek van het moment te benadrukken.

Opvallend: hoewel sake werd aangeboden als drank, dronken al de Japanners bier. Wij, als westerlingen dronken uiteraard sake. :-) Het arme bruidspaar werd geen moment rust gegund, iedereen wou met hen op de foto, terwijl de verschillende gerechten die zich opstapelden op hun tafel, onaangeroerd bleven. In het midden van het feestmaal verliet de bruid opnieuw de zaal, ditmaal begeleid door haar moeder, om een half uur later opnieuw te verschijnen in een witte westerse bruidsjurk met heel veel bling bling (Japanners houden nogal van kitsch).

Daarna werd de taart aangesneden: een wit exemplaar met rode aardbeien, zo perfect gelijk van vorm dat het hele ding wel uit plastic gemaakt leek. Bruid en bruidegom voerden elkaar een stukje van de taart, onder luid gejuich van de aanwezigen en er kon zelfs een zedig kusje op de wang vanaf (Japanners kussen niet in het openbaar).

Ik had wel een beetje medelijden met het echtpaar dat amper de tijd had om te genieten van hun moment, hun eigen gerechten moesten laten koud worden (als ze dat al niet waren) en voortdurend krampachtig moesten blijven glimlachen voor al die foto’s. De bruid moest zich dan ook nog eens de helft van de tijd verkleden. Niet mijn idee van een leuk feestje.

Stipt om 18.00 uur ‘s avonds (!) werd het feest afgesloten. We kregen nog allemaal een klein cadeautje mee naar huis als aandenken en bedankten het bruidspaar en hun ouders voor de heerlijke (up tempo) maaltijd. Daarna werd er nog een kleine fotosessie gehouden in de tuin bij de tempel. Een tuin met een vijver en wie houdt er zich graag op in de buurt van vijvers na zonsondergang? Juist, ja. Het resultaat: een stuk of vijftien kanjers van muggenbeten. En jeuken dat die bulten deden, verschrikkelijk.

Tijdens de fotosessie maakten we kennis met een koppel sympathieke Russen die hun woonplaats in Moskou ingeruild hadden voor Tokyo. Op mijn vraag of ze Rusland niet misten, antwoordden ze volmondig neen. Heel interessante mensen. Allebei waren ze naar Fukushima geweest vlak na de ramp om er te tolken voor nieuwsploegen. Dat betekent dat ze een verhoogde stralingsdosis hebben opgelopen tijdens hun verblijf daar. Nu, de risico’s die ze liepen zijn beperkt, omdat ze niet lang daar zijn geweest. Maar toch.

Met de bruidegom hadden we afgesproken dat we na het feest nog samen iets zouden drinken. Wij (kameraad P, de vader van de bruidegom en zijn vriendin en nog een andere Belg) vormden de voorhoede. We trokken naar Shibuya (even een scary moment toen mijn vriend dacht zijn portefeuille kwijt te zijn, gelukkig bleek het ding gewoon in een ander deel van de rugzak te steken, ik vermeld dit hier omdat ik normaalgezien degene ben die vanalles kwijtspeelt). We vonden een gezellige tafel in een soort Irish pub en dronken een glas op de gezondheid van het bruidspaar.

Even later sloot onze Japanse vriendin M bij ons gezelschap aan. M was speciaal om ons nog eens te zien van haar thuisbasis op een ander eiland helemaal naar Tokyo gereisd. Fantastisch vind ik dat. En eerlijk, het is altijd handig om een native speaker bij de hand te hebben.

Toen het bruidspaar arriveerde, stelde de bruidegom voor om een andere bar op te zoeken. Karaoke kreeg hij niet verkocht aan de aanwezigen. 😉 Het werd The Lock-up, een thema-bar waar je eerst een kronkelige weg met spookhuisachtige taferelen moest passeren om vervolgens in een donkere ruimte terecht te komen die aan een cel deed denken. Niet echt mijn ding. Ik hou meer van stijlvolle gezelligheid.

Het grootste obstakel was dat we gehurkt aan een lange tafel kwamen te zitten met absoluut geen beenruimte. Het kan zijn dat Japanners makkelijk uren op hun knieën zitten, de lange westerlingen in ons gezelschap zuchtten en kreunden. Doordat we aan een lange tafel zaten was het ook absoluut onmogelijk het gesprek aan het andere eind te volgen. Gelukkig waren de Russen aangesloten bij ons gezelschap en had ik een tof gesprek in gebrekkig Russisch met de Russische dame.

De cocktails pasten ook in het thema. Je kon er eentje bestellen met een drijvend oog in of een fluoriserend groene mojito of shots uit proefbuisglaasjes. Beetje flauw allemaal. Geef mij maar een echte cocktail volgens de regels van de kunst. Deze cocktails waren gewoon gemaakt voor het optische effect en smaakten flets

Toen er na een anderhalf uur opeens een sirene minutenlang begon te loeien en iemand met losse flodders kwam schieten in onze kamer, had ik het wel gehad. Enfin, leuk als je van dit soort dingen houdt, niet aan mij besteed.

Tokyo – 24 augustus 2012

Zonder problemen in slaap gevallen, maar rond een uur of half vijf plaatselijke tijd (zo’n half tien ’s avonds in België) was ik klaarwakker en met geen stokken meer in slaap te krijgen. Het spook der verloren koffers waarde door mijn hoofd. Dan maar wat rondgehangen op social media sites allerhande. Wat doet een mens anders midden in de nacht met een slapende vriend naast zich?

Ons eerste ontbijt was er eentje dat bestond uit onigiri en miso soep. Exact waar ik al zo lang naar uitgekeken had! We hadden afgesproken om die dag met z’n allen (vriend P, vader van de bruidegom, vriendin van de vader en de bruidegom zelf) naar Tsukiji vismarkt te gaan. Normaalgezien bezoek je deze vismarkt bij voorkeur op een hemeltergend vroeg uur, maar de bruidegom had ons verzekerd dat er wat later op de dag ook nog genoeg te zien zou zijn.

Dat was ook zo, maar ik denk dat het zeker de moeite loont om vroeger op te staan om de bedrijvigheid op deze bijzondere plek op te snuiven en een rondleiding te krijgen van een ingewijde. Vis, vis, vis, zover het oog reikte, We zagen zelfs enkele vishandelaars bevroren tonijn in stukken kappen. Ontzagwekkende beesten. Bijzonder jammer dat sommige soorten bijna uitgestorven zijn. Vooral de blauwvintonijn is er erg aan toe en ik vrees dat ik niet kan garanderen dan alle sashimi en sushi die ik hier in Japan voorgeschoteld krijg ecologisch verantwoord zijn.

Nog een tip voor wie de vismarkt wil bezoeken: pas op dat je als toerist niet voor één van de karretjes die vis vervoeren, terecht komt. De Japanners die deze dingen besturen rijden als gekken en zijn allesbehalve dol op toeristen. En draag dichte schoenen. Na een tocht op flipflops tussen de kraampjes hingen mijn benen helemaal vol met modder. Lang leve de vochtige doekjes.

Na onze, wat mij betreft vele te korte, rondgang op de vismarkt en de straten rondom, schoven we aan tafel om van al dat lekkers te proeven. In de omgeving van de vismarkt vind je tal van restaurants die kraakverse sushi serveren voor een redelijke prijs. Echt een aanrader. Omdat het nog vrij vroeg op de dag was en mijn onigiri nog niet volledig verteerd, hielden mijn vriend en ik het bij een bescheiden portie. Maar lekker was het zeker. Ook een dikke pluim voor de pa van de bruidegom en zijn vriendin die dit soort eten duidelijk niet gewoon waren, maar de moeite deden om alles te proeven en de techniek van het eten met stokjes onder de knieën te krijgen.

Om de sushi te laten verteren, wandelden we door de aangenaam groene Hama Rikyu Gardens, een mooi en rustig park omgeven door hoge kantoorgebouwen. Het contrast tussen het romantische theepaviljoen in het midden van het park en de hoogbouw kon moeilijk groter zijn. Door de hitte (>35 graden) was het erg rustig in het park, maar we zagen wel een pasgehuwd koppel in traditionele kledij poseren voor hun huwelijksfotograaf. Er was een aparte assistente voorzien om de kimono van de bruid goed te leggen en zo nu en dan het zweet van het bruidspaar af te wissen.

In het theepaviljoen nam ik voor het eerst deel aan een authentieke Japanse theeceremonie. Een heel ritueel waarbij alles in de juiste volgorde en op de juiste manier moet gebeuren. Een handleiding van een pagina lang moest ook de barbaarse westerling de knepen van de theeceremonie leren. Gelukkig konden we kiezen voor koude thee, maar ik was vooral fan van het mooie versierde mochi-achtige gebakje dat we bij de thee kregen.

Vanuit het park namen we de waterbus naar Asakusa. Een aangenaam ritje, dat we ondanks de hitte op het bovendek doorbrachten. Airco is voor watjes, nietwaar? Hoogtepunt was het schitterende zicht vanaf het water op de onlangs geopende Tokyo Skytree. Dat ik niet de enige was, die dit vond, bleek toen er zich vliegensvlug een groepje Japanners met fotocamera’s rond mij vormde vanaf het moment dat de naam Skytree viel.

We stapten uit aan de Asahi flamme d’or en trokken van daaruit naar de Senso-ji tempel waar het ondanks de hitte een overrompeling was. Te veel volk en te veel kraampjes met te veel prullaria, maar de tempel zelf moet je wel gezien hebben, want de oudste van Tokyo. Toen wij er de vorige keer waren, beleefden we er een naschok van de grote aardbeving, maar ditmaal bleef het rustig. Vriend P en ik hadden ons na de wandeling die in het vooruitzicht lag een ijsje beloofd om af te koelen, maar hey, wie kan weerstaan aan een waterijsje met rode bonen?

Na alweer een blitzbezoek (de bruidegom wilde natuurlijk op korte tijd zoveel mogelijk van Tokyo aan zijn vader laten zien), wandelden we naar het Edo-Tokyo museum om wat bij te leren over de tijd toen Tokyo nog Edo heette. We waren er één uur voor sluitingstijd en dit was uiteraard veel te weinig om dit museum grondig te bezoeken. Voor een bezoek moet je minstens twee uur rekenen en drie uur ben je er makkelijk zoet als je op je gemak alle uitleg wil lezen.

Nu liepen we snel snel door het enorme gebouw om hier en daar stil te staan bij de replica’s op ware grootte van de Nihonbashi brug en een kabukitheater. De schaalmodellen die taferelen uit het vroegere Edo uitbeeldden, spraken mij het meeste aan. Erg knap gedaan. Je kon er ook poseren in een riksja, wat ik uiteraard deed. Je bent toerist of je bent het niet. Mijn vriend was trouwens niet de enige die met een foto van mij in een riksja naar huis ging. Blond haar, het blijft een ongelooflijke aantrekkingskracht uitoefenen op Japanners.

In het museum kregen we het bericht dat onze valiezen in ons hotel waren aangekomen. Ik geef toe dat ik een klein vreugdesprongetje gemaakt heb.

We sloten de avond af in Akihabara. Niet meteen mijn favoriete plek in Tokyo, maar natuurlijk wel een must see. Ik was gewoon blij dat ik terug kon keren naar de plek waar ik vorig jaar kennis maakte met mochi ijs. Zo lekker! En deze keer liet ik onze gids er niet liggen. Hoera!

Als avondmaal stelde de bruidegom voor een hamburger te eten bij de MOS-keten. Ik probeerd een rice burger. Tot mijn grote verbazing kreeg ik een burger waarvan het broodje vervangen was door twee platte schijven samengedrukte rijst. Al moet ik toegeven dat het geheel lang niet slecht smaakte.

Na de burger splitste onze groep op. De vader van de bruidegom moest nog een nieuwe broek en hemd hebben voor het huwelijksfeest en wij keerden terug naar het hotel om aldaar verenigd te worden met onze valiezen. We fristen ons een beetje op, trokken andere kleren aan en gingen nog iets in de buurt drinken met kameraad P. Onze eerste kennismaking met frozen beer, al hield ik het op een frozen mojito. Die gekke Japanners toch.

Daarna klopten we op de deur van bruid en bruidegom in spé, die ondertussen zelf ook in ons hotel waren ingecheckt, om wat meer details over het huwelijk te vernemen (bvb wanneer we verwacht werden en waar we juist moesten zijn, toch wel handig om weten). Het werd een beetje een vreemd gesprek omdat de bruid de deur open deed, terwijl de bruidegom een bad aan het nemen was en de bruid zelf maar beperkt Engels kon. Het bleef allemaal een beetje vaag, te meer daar de vader van de bruidegom er op een ander tijdstip moest zijn dan wij, maar op welk tijdstip dat dan was, daar geraakten bruid en bruidegom niet uit. Enfin, we zouden wel zien, de dag nadien.

Aankomst in Tokyo – 23 augustus 2012

Prelude: De nacht voor ons vertrek bijzonder weinig geslapen. Wat stress voor de lange vlucht en tegelijkertijd schrik dat de overstap in Moskou te kort was om ook onze bagage op het vliegtuig te krijgen. Ondanks het feit dat onze vlucht naar Moskou pas ‘s middags vertrok, was ik dus allesbehalve uitgeslapen.

De belangrijkste reden voor deze trip naar Japan was het huwelijk van onze Belgische kameraad met zijn Japanse vriendin. Een unieke kans die we niet konden laten liggen. In de luchthaven van Zaventem maakten we kennis met de vader van de bruidegom en zijn vriendin. Het was voor de vader de eerste keer dat hij een transatlantische vlucht nam. Hij was in zijn leven nooit verder geraakt dan Spanje en zag op tegen de lange vlucht. Dat deed ik zelf ook. Zo lang verplicht met een hoop mensen samen zitten in een kleine, oncomfortabele ruimte is niet aan mij besteed. Spijtig dat de concorde niet meer vliegt.

De overstap in Moskou verliep zonder problemen. We hadden iets minder dan anderhalf uur de tijd om ons van Terminal F naar Terminal D te verplaatsen en die tijd konden we goed gebruiken. Moskou is een reusachtige, drukke luchthaven vol met boos kijkende Russen. I loved it! Ik kan niet wachten om een écht bezoek aan Moskou te brengen.

De rest van de vlucht verliep zonder noemenswaardige incidenten. Van het Japans herhalen op het vliegtuig kwam echter niet veel in huis. In de plaats daarvan keek ik naar ‘Mission Impossible: Ghost Protocol’ (best wel te pruimen, vooral de scènes in en rond de Burj Khalifa in Dubai waren indrukwekkend, ik kreeg er klamme handjes van), ‘This means war’ (een flauwe romantische komedie over twee knappe spionnen die allebei verliefd werden op hetzelfde meisje) en een stuk van een film met Charlize Theron waarvan de naam me ontglipt. Ik probeerde tussendoor wat te slapen, maar zoals gewoonlijk lukte dit niet al te best.

Op Narita airport hadden we afgesproken met kameraad P die vanuit Frankfurt naar Tokyo vloog. Hij kwam tweeëneenhalf uur vroeger dan ons aan, maar wilde graag samen met ons naar het hotel reizen. De bruidegom had al zijn Belgische gasten in hetzelfde business hotel (Toyoko Inn in Shinjuku) ondergebracht en zo’n eerste kennismaking met Tokyo en zijn openbaar vervoer kan best heftig zijn.

Spijtig genoeg moest kameraad P een beetje langer dan verwacht op ons wachten. Zoals ik had gevreesd bleven de vader van de bruidegom, zijn vriendin, mijn vriend en ikzelf als laatste bij de transportband achter. Geen spoor van onze valiezen. Gelukkig kwam daar een behulpzame Japanse Aeroflot-dame aangedwarreld met een papier met onze naam op. Dat onze valiezen de overstap in Moskou niet gehaald hadden en sorry, sorry, sorry en of we deze papieren konden invullen.

Toch even hard moeten nadenken of onze valiezen al dan niet een cijferslot hadden en of ze nu zwart dan wel donkergrijs waren. Na een ellenlange vragenlijst (die we ook nog eens naar het Nederlands moesten vertalen voor onze Engelsonkundige mede-passagiers) mochten we beschikken. Maar eerst nog de douane passeren die erg argwanend keek naar alle flessen bier die we meezeulden (cadeau voor de bruid en bruidegom en onze Japanse vriendin met wie we later hadden afgesproken).

Gelukkig was vriend P nog niet met zijn stoeltje vergroeid geraakt, konden we (letterlijk) op de eerstvolgende trein naar Shinjuku springen, aten we snel iets in het station van Shinjuku en kwamen we een kleine taxirit later in het hotel aan. Met in onze handbagage twee fototoestellen, twee computers, een hoop lenzen voor deze fototoestellen, een kluwen aan kabels en opladers, een zonnebril, twee brillen, twee propere onderbroeken (de mijne, want ik was vooruitziend geweest), tien flessen bier en verder helemaal niks.

Tot overmaat van ramp konden we nog niet inchecken in ons hotel (slechts mogelijk vanaf 16.00u en het was op dat moment 15.00u) en we wilden ons dolgraag opfrissen. Dan maar iets gaan drinken (hmm, frozen mango) om de tijd te doden en nog snel een haarborstel voor mij gekocht, want die paste niet meer in de handbagage en je wil mij echt niet met ongekamd haar zien.

Gelukkig zijn Japanse hotels allemaal voorzien van de nodige toiletartikelen zodat we onze tanden konden poetsen nadat we eindelijk konden inchecken. Ondertussen waren we al ettelijke uren wakker, maar we wilden het nog wat rekken om zo snel mogelijk in het juiste ritme te vallen. Daarom bezochten we het Tokyo Metropolitan Government building (de kantoren van het gemeentebestuur van Tokyo gebouwd door architect Tange Kenzo). Megalomane gebouwen met een magnifiek uitzicht dat gratis te bezichtigen valt. We waren hier vorig jaar al geweest, maar dit jaar kregen we als bonus het uitzicht op de Fuji-san bij ondergaande zon.

Boven in het Metropolitan Government building ontmoetten we onze bruidegom in spé, super ontspannen en een paar kilootjes lichter dan de vorige keer dat we hem zagen. De liefde en het Japanse eten hadden hem duidelijk deugd gedaan.

Voor het avondmaal trokken we naar een traditionele izakaya, een soort Japanse taverne, maar dan met heerlijk gezond eten voor een erg schappelijk prijs. Eten bestellen deden we via een touch screen (of hoe tradities en moderniteit elkaar ontmoeten). De bruidegom bestelde een leuke variatie aan gerechtjes, waarvan de één al beter in de smaak viel dan de andere. De kippenlevertjes bleken niet populair, de kippentenen evenmin. De gefrituurde garnalen die je in zijn geheel kon opeten vond ik dan weer zalig lekker.

Na het eten was onze pijp uit en trokken we voor een welverdiende nachtrust naar ons hotel, hopende dat we de volgende dag, zoals beloofd, met onze valiezen herenigd zouden worden.

Een dagje Den Haag

Ons laatste tripje naar het buitenland voor de grote Japanreis, werd er eentje naar Den Haag. Het was alweer van de kerstvakantie geleden dat we ons Hollands petekindje IRL hadden gezien en zo’n baby, dat groeit natuurlijk als kool. We waren superbenieuwd, want de mama omschreef haar als een pittige tante.

Belanden met cadeautjes voor haar verjaardag en natuurlijk ook voor de broer en zus trokken we naar Den Haag. Alwaar we naar goede gewoonte vorstelijk onthaald werden. Het was een hete zaterdag, dus wou onze gastheer niet al te veel moeite in het eten stoppen en had hij ‘gewoon wat zeevruchten gekocht bij de plaatselijke visboer’. Jawadde, kregen we daar oesters, kreeft, mosselen, garnalen, sint-jacobsvruchten en meer van dat lekkers voorgeschoteld.

Ik durf het bijna niet neerschrijven, maar dit was de eerste keer dat ik effectief kreeft at met alles erop en eraan. Op restaurant zie ik altijd een beetje op tegen dat gepruts met tangetjes en fijne vorkjes om het vlees uit de scharen te vissen. Maar kijk, na een deskundige uitleg van vriend E hebben we dat ook weer in de vingers.

Veel meer dan aan tafel zitten, eten en genieten van de voortreffelijke wijn van onze vrienden deden we niet, maar het was een fantastische dag en ons petekindje bleek echt een zonnetje in huis. Ik kijk al uit naar de moment dat ze groot genoeg is om samen met ons uitstapjes te maken.

De grote zonnebloemverhuis

Met spijt in het hart hebben we vandaag afscheid moeten nemen van onze reuzezonnebloem. Wie had ooit gedacht dat uit dat kleine zaadje een plant van meer dan tweeënenhalve meter zou groeien? Wij alvast niet. We vonden ons zelfs behoorlijk optimistische toen we het miniplantje enkele maanden geleden in die supergrote pot plantten. Maar kijk, vrijdag was het dan zover: de zonnebloem was tegen het plafond van het balkon van de buurman gegroeid. Een beslissing drong zich op, want de plant had gewoon niet genoeg ruimte om een bloem te vormen.

Gelukkig vonden we vrienden met een klein stadstuintje bereid om de zonnebloem van ons te adopteren. Het was nog een heel gedoe om de plant via de trap uit ons appartementsgebouw te krijgen (in de lift paste ze ondertussen al niet meer), al een geluk dat we slechts op het tweede verdiep wonen. De verplaatsing naar het nieuwe woonst gebeurde op de bagagedrager van mijn fiets. Ik kan jullie wel vertellen dat we veel bekijks hadden, zo met een zonnebloem van tweeënenhalve meter achterop.

Ik ben er zeker van dat onze bloem erg gelukkig is met haar nieuwe thuis. En ik kijk er al naar uit om haar te gaan bewonderen als de bloem tot volle bloei komt.

‘t Is ook altijd iets

Maandagavond, zo rond een uur of elf (ik zat net op het toilet), hoorden mijn vriend en ik een luide bonk. Zo’n bonk waarvan het meteen duidelijk was dat er stukken gevallen waren. Aangezien het onduidelijk was vanwaar de bonk kwam en er op onze gang en in de trappenhal niet meteen iets te zien viel, besloten we het geval te negeren. Waarschijnlijk een onhandige bovenbuur of zo.

Tot er ongeveer een half uur later op onze deurbel gedrukt werd door één van de buren. Of we even naar beneden konden komen. Enfin, ik wist meteen hoe laat het was. Beneden gekomen zagen we dat een paar buren bezig waren met het glas van de voordeur bijeen te vegen. Een onbekende was erin geslaagd het glas bijna volledig te verbrijzelen. Gelukkig was het een deur met dubbel glas en had het andere glas het wel overleefd, zodat niet eender wie in ons appartementsgebouw kon binnendringen. Geïnformeerd of de politie al verwittigd was om een PV op te maken. Dat was nog niet gebeurd, dus dadelijk gebeld met de vraag om iemand te sturen.

Wat het hele geval nog vreemder maakte, is dat de deur open stond en er glas tussen de deur en de deuropening lag toen de mede-bewoner de ontdekking deed. Wat maakt dat onze mede-bewoners tot de lijst van verdachten gerekend mogen worden, want zo’n deur, dat springt niet zomaar vanzelf open. Om uit te sluiten dat er iemand in het gebouw binnengedrongen was (we hebben al een paar inbraken achter de rug) gingen de stoere kerels alle verdiepingen in het gebouw af, terwijl ik rustig op de politie wachtte. Gelukkig zijn ze niemand tegen gekomen, wat maakt dat het nog altijd kan dat één van de mede-bewoners schuldig is en gewoon zijn of haar verantwoordelijkheid heeft ontlopen. Wel wat flauw, want dit is toch gewoon iets voor de verzekering?

Enfin, na een veertigtal minuten arriveerde de politie in de vorm van twee knappe jonge kerels. Als mijn leven een pornofilm was… Anyway. Ook zij gingen nog eens al de verdiepingen af en waren even in verwarring door sporen van voorgaande inbraakpogingen. Ze maakten een PV op en verdwenen daarna uit mijn leven. Snif.

The Dark Knight Rises

Een film die veel lovende kritieken oogstte, de beste van de drie, zo zei men. De verwachtigingen waren dan ook hoog gespannen, zeker omdat ons laatste bioscoopbezoek toch alweer van april dateerde. Enfin ja, ik zal maar niet langer rond de pot draaien, het werd dus een teleurstelling. Waar ik bij The Dark Knight volledig meegezogen werd in het verhaal en de overdonderende actie, zat ik me hier blauw te ergeren aan de gapende gaten in de plot. Kijk, ik heb geen probleem om af en toe suspension of disbelief toe te passen, maar deze Batman film vroeg me toch net te veel inspanning. Het was me volstrekt niet duidelijk waarom de slechteriken het per sé op Gotham city gemund hadden. Er zullen beslist nog wel andere decadente oorden bestaan, zeker? En een gebroken rug dat fiks je niet zomaar door aan een paar koorden te hangen en kraakbeen groeit heus niet vanzelf terug. Heel de gevangenis subplot was ridicuul. En het happy end mocht van mij ook achterwege gelaten worden.

Ik zou hier alle fouten in de plot kunnen opsommen. Laat mij het erop houden dat ik eens heel hard moest lachen toen commissaris James Gordon na een geweldige klap ongedeerd uit het laadruim van de truck sprong waarin zich de atoombom bevond. Enfin, wie zich wil verdiepen in de onnauwkeurigheden van de film verwijs ik door naar dit mooie artikel. Bespaart mij de moeite. Eén ding staat vast: de vertolking van Heath Ledger als The Joker blijft onovertroffen.

Marktrock 2012

Een editie met een zwak programma, naar mijn persoonlijke mening. Ik kende bijna niemand van de groepen die geprogrammeerd stonden, buiten dan de klassiekers zoals Soulsister, uiteraard. Dat kan natuurlijk ook aan mijn gebrek aan hipheid liggen, maar toch, als de namen zelfs geen belletje doen rinkelen… De enige groep die me enigszins kon bekoren was The Kids en die mannen gaan ook al een tijdje mee. En oja, Regi zorgde vrijdagavond voor ambiance en een fijne sfeer op de Oude Markt, maar we verwachtten natuurlijk niet anders van deze sympathieke Limburger.

Verder nam ik vooral veel foto’s en deden we de nodige terrasjes, want de zon, die besloot dit weekend haar beste beentje voor te zetten. En daar heb ik nog het meest van al van genoten.

Wuthering Heights – Emily Brontë

Ik pikte dit boek mee in zo’n Boekenvoordeelwinkel voor geen geld. Een klassieker uit de Engelse literatuur gaat er altijd wel in. Alleen maakte ik de fout om de Nederlandstalige versie te kopen en niet de originele versie. Woeste hoogten, het klinkt toch minder dreigend dan Wuthering Heights.

Wuthering Heights is het enige boek van de hand van Emily Brontë en meteen een meesterwerk. Het boek wordt beschouwt als één van de grote liefdesgeschiedenissen van onze tijd. De liefde tussen de hoofdpersonages Heathcliff en Catherine die het hoofdmotief van dit boek vormt, heelt echter niet. Hun passionele, ongeconsumeerde liefde vernietigt niet alleen de twee geliefden maar ook iedereen rondom hen. De verpulverende kracht van Heathcliff’s wraak en diepgewortelde haat lijkt lang de bovenhand te halen, al komt er vlak voor het einde een ommezwaai en eindigt het boek hoopvol voor de jonge nazaten. Hoewel de geschiedenis me van het begin bij de keel greep en meesleepte tot het einde, heb ik mijn liefdesgeschiedenissen liever zoeter. Geef mij dan toch maar Pride and Prejudice, een happy end voor iedereen, een mens wordt daar vrolijker van.