Mijn laatste daad voor 2011

Een storting op naam van de Wikimedia foundation, want als er één website is die ik dagdagelijks bezoek, dan is het wel Wikipedia. Als ik een beetje moedeloos raak van de huidige politieke en economische toestand in de wereld, dan doet het deugd te weten dat er initiatieven bestaan waar mensen gratis hun kennis delen en samenwerken om de grootste bron van menselijke kennis ooit te bouwen. En ja, ook Wikipedia heeft af te rekenen met mistoestanden en politieke spelletjes, maar dat neemt niet weg dat het een fantastisch initiatief is.

Op naar een minder stresserend 2012!

Een tweedaagse in Noord-Engeland

Timingsgewijs kwam ons werkbezoek aan Newcastle, Leeds en Sheffield niet echt goed uit wegens de grote hoeveelheid dossiers en deadlines op het werk, maar de trip was tot in de puntjes gepland en voorbereid en onze gastheren verwachtten ons.

Zodoende vlogen we op woensdag 30 november naar Newcastle, mijn allereerste bezoek aan deze oude Noord-Engelse industriestad. We landden, ondanks een staking van het luchtvaartpersoneel, zonder problemen op Engelse bodem. Een taxi bracht ons naar Malmaison, een hotel dat qua inrichting wat aan een bordeel deed denken (een associatie die me, gezien de naam, geheel en al opzettelijk lijkt). Vanuit het raam van mijn zwart-rode kamer had ik een prachtig uitzicht op de Tyne die Newcastle van Gateshead scheidt.

Om het werkbezoek op gepaste manier af te trappen, dronk ik met mijn collega’s een cocktail (de twee dames) en een whiskey (de heer in ons gezelschap). Lange tijd zag het er immers niet zo goed uit voor deze geplande trip. Een afgelasting hing in de lucht, maar kon gelukkig vermeden worden.

Na een veel te korte nachtrust (ik had na de cocktail nog tot één uur ‘s nachts op de hotelkamer zitten werken), zag ik mijn collega’s terug aan het ontbijt. Om voldoende energie voor de komende dag op te doen, bestelde ik eggs benedict met gerookte zalm. Sinds onze Australië-reis mijn favoriete op eieren gebaseerde ontbijt.

Na het ontbijt werden we in de hotellobby opgewacht door gastheer nummer één, die ons meevoerde naar de Toffee Factory in Ouseburn. De Toffee Factory begon haar leven als een snoepfabriek, maar raakte nadat de fabriek de deuren sloot ernstig in verval. Op het einde groeiden er zelfs bomen uit de voormalige snoepfabriek (nog te zien op google maps). Het gebouw onderging echter de voorbije jaren een totale metamorfose. We hadden geluk: net vandaag had onze gastheer de sleutel van het renoveerde gebouw van de aannemer in ontvangst genomen. We kregen dus in primeur een rondleiding door het pand.

De Toffee Factory is een bedrijfsgebouw dat ruimtes ter beschikking stelt aan kleine en middelgrote creatieve ondernemingen. Een eenmanszaak kan er een bureau in één van de gemeenschappelijke ruimten huren en gebruik maken van de goed uitgeruste gemeenschappelijke infrastructuur (onthaal, douches, keukens, breedband internetconnectie, vergaderruimten, etc.). Een groter bedrijf kan er een aparte eigen ruimte in gebruik nemen. Wat het gebouw bijzonder maakt, is niet enkel de geschiedenis van het pand en de ligging vlak aan de samenvloeiing van de Tyne en de Ouseburn, maar ook de manier waarop de uitbating gebeurt. Voor een vaste prijs, kunnen de huurders van het pand gebruik maken van alle faciliteiten en er worden geregeld activiteiten georganiseerd om de verschillende huurders met elkaar in contact te brengen, in de hoop dat er zo interessante cross-overs ontstaan.

Na de rondleiding in de Toffee Factory wandelden we langs de oevers van de Ouseburn waar we zagen hoe oude industriële panden daterend uit de tijd van de eerste industriële revolutie een nieuwe bestemming gekregen hadden. We zagen een kinderboekenmuseum in een oude molen, een boerderij op de grond van een voormalige fabriek, een manège in oude loodsen, enzovoort. Een buurt in volle verandering.

We wandelden verder langs steile straten naar de Biscuit Factory, een oud pand dat omgevormd was tot atelier en kunstgalerij. We lunchten in The Cluny met een Geordie pot, een soort stoofpotje van rundsvlees en aardappelen. Geordie is ook de naam van het plaatselijke dialect.

We namen na de lunch afscheid van gastheer nummer één om vervolgens de trein naar Leeds te nemen waar gastheer nummer twee ons opwachtte. Onze gastheer, of kortweg Toby, was de voornaamste reden voor ons bezoek aan Noord-Engeland. Mijn collega had hem vorig jaar tijdens een conferentie in Londen ontmoet en was erg onder de indruk van zijn visie en gedrevenheid. En ik kon haar geen ongelijk geven. Wat een charmante en charismatische man.

Vol enthousiasme bracht hij ons naar een reconversieproject in Leeds, waar de troosteloze vervallenheid en vergane glorie van verdwenen industrieën langzaam maar zeker nieuw leven ingeblazen werden. We bezochten twee erg inspirerende gebouwen die met dezelfde filosofie als de Toffee Factory uitgebaat werden: jonge bedrijven samen brengen om zo tot interessante kruisbestuivingen te komen. We gluurden binnen bij verschillende bedrijven en zagen oude industriële gebouwen die leken op Egyptische tempels en torens uit de Italiaanse renaissance. Die industriëlen vroeger durfden groot te denken.

We dronken iets in een plaatselijke pub om vervolgens opnieuw de trein te nemen naar onze laatste bestemming van de dag én de trip: Sheffield.

De omgeving van het station van Sheffield was duidelijk recent opgewaardeerd: een zilverkleurig gebogen kunstwerk waarlangs water naar beneden stroomde in combinatie met trapvormige waterpartijen en een fontein leidden de bezoekers vanuit het station recht het hart van de stad in. We logeerden in het Mercure Hotel met uitzicht op het glazen dak van de Sheffield Winter Garden. Onze Toby had nog een afspraak, een bijeenkomst van een buurtcomité of zoiets, maar zou ons daarna komen ophalen in het hotel voor een laat diner.


‘Photograph by Andy Barker, courtesy of Sheffield City Council’

Zo rond een uur of negen nestelden we ons aan een tafel in de Wig and Pen, een verwijzing naar de advocatenbuurt waarin we ons bevonden. Het eten was really delicious and a good time was had by all. Toby was werkelijk de perfecte gastheer: hij reeg met gemak het ene boeiende verhaal aan het andere. En de avond vloog voorbij.

Na het diner kroop ik rechtstreeks in bed. Het was op zich al een vermoeiende dag geweest en ik had nog een slaapachterstand in te halen van de korte nacht daarvoor.

Vrijdag 2 december was onze laatste dag in Sheffield. Omdat onze vlucht vanuit Manchester om zes uur ‘s avonds vertrok, waren we verplicht ons bezoek vroegtijdig te beëindigen om half twee in de namiddag. Om het maximum uit onze halve dag te halen, stonden dus extra vroeg op voor een ontbijt met vis, gepocheerde eieren en kipper, een gepekelde haring die in de UK typisch bij het ontbijt gegeten wordt.

Eerst stond een bezoek aan het Advanced Manufacturing Park Technology Centre op het programma. Dit bedrijfsgebouw concentreerde zich voornamelijk op hoogtechnologische bedrijven. Daarnaast kregen we ook uitleg over de ambitieuze uitbreidingsplannen voor het Advanced Manufacturing Park op de plek waar nu de restanten van een oude koolmijn liggen.

Daarna kregen we een rondleiding in het ElectricWorks gebouw. Een vrij klassiek gebouw dat door de inventieve en gedurfde aankleding in een hippe werkomgeving was veranderd. Sprong meteen in het oog: de glijbaan in de inkomhal. Dé snelste manier om van de vierde verdieping het gelijkvloers te bereiken. Natuurlijk moest ik die glijbaan uitproberen! Kleine hindernis: ik had een jurk aan, niet bepaald een glijbaanvriendelijke uitrusting. Tijdens de bliksemsnelle rit in de buis naar beneden, kroop dit weerbarstige kledingstuk natuurlijk naar boven. Gelukkig kon ik vlak voor de landing mijn jurk min of meer naar beneden trekken om mijn eer (en mijn gezicht) te redden.

Als glijbaanexpert kan ik jullie verzekeren dat dit de allerbeste glijbaan ooit was. Je voelde tijdens het naar beneden glijden niets van de ribbels die de overgang tussen de verschillende ringen van de buis vormen. Zo glad als een biljartlaken was die buis. Geweldig! Ik kon het dan ook niet laten om nog een tweede keer naar beneden te gaan. Dit keer me minder zorgen makend over de toestand van mijn kledingstukken. Iedereen zal al wel eens zwarte panty’s gezien hebben, zeker?

Na het ritje met de glijbaan, gingen we voor de lunch naar een plek waar ze organisch eten serveerden en dat tegelijktijd een tewerkstellingsproject was voor werklozen die elders moeilijk aan een job geraakten. Ik koos voor de Thai Spiced Scottisch mussels (wat een combinatie!) Tijdens de lunch maakten we kennis met twee plaatselijke politici die wat meer vertelden over hun toekomstvisie op Sheffield en met iemand die een investeringsfonds voor de creatieve industrie leidde. Deze laatste vertelde ons over een product waar hun fonds onlangs in geïnvesteerd had: een plastic trombone. Hij verzekerde ons dat de klankkwaliteit van de plastic trombone die van een echte evenaarde. Ik kon dit moeilijk geloven, maar oordelen jullie vooral zelf:

En toen was het tijd om afscheid te nemen. Na een vlotte treinrit kocht ik op de luchthaven van Manchester nog enkele Schotse zandkoekjes voor de collega’s. Ons vliegtuig bracht ons in een wip en een zucht terug naar België. Een inspirerende uitstap.

Uitwaaien in Scheveningen

We maakten gebruik van het bezoekje aan ons petekindje om nog een dagje langer in Nederland te blijven. Mijn vriend en ik hadden er na de voorbije drukke dagen allebei behoefte aan om wat uit te waaien op het strand. De weergoden waren ons gunstig gezind: niet te koud en geen spatje regen te zien. We bezochten de gerenoveerde pier van Scheveningen ‘s nachts én overdag en leerden het begrip zandmotor kennen. En wat smaakt er beter dan een warme chocomelk met slagroom na een lange strandwandeling?

Een impressie:

Een bezoek aan ons petekindje in Den Haag

Tweede kerstdag brachten we een bezoekje aan ons Nederlands petekindje. Al bijna een half jaar is ze ondertussen: een vrolijke meid met bolle wangetjes en prachtige blauwe ogen die de ganse dag goedgezind is. Echt een schat van een meisje. Al zal ze, als derde in de rij, haar vrouwtje moeten leren staan tegenover haar oudere zus en broer.

Grote zus M van ons petekindje gaat ondertussen naar de Amerikaanse School in Den Haag. In een paar maanden tijd heeft het kind daar vlot Engels leren spreken. Ongelooflijk hoe snel een kleuter zo’n vreemde taal absorbeert. Voordat M naar school ging, kon ze geen woord Engels en nu konden we hele conversaties met haar houden in het Engels. Ze verbeterde zelfs onze uitspraak! Een vaardigheid waarmee ze de rest van haar leven voordeel zal doen. Persoonlijk vind ik het nog altijd doodjammer dat mijn ouders niet de mogelijkheden hadden om mij tweetalig op te voeden. Een goede talenkennis is immers een stevig fundament om een carrière uit te bouwen. Zeker als je bedenkt dat interessante jobs zich in de toekomst meer en meer in grote internationale bedrijven zullen situeren. En België is maar een stipje op de wereldkaart.

Kerstfeestje #5

Na kerstavond al vastend doorgebracht te hebben, was mijn maag- en darmsysteem voldoende hersteld om er op kerstdag weer in te vliegen. De ouders van mijn vriend hadden, naar goede traditie, overvloedig veel eten in huis gehaald. Nochtans hadden ze een vooraf samengestelde Colruyt menu gekocht, bedoeld voor een bepaald aantal personen. Ik denk dat de samenstellers van die menu’s bij de Colruyt allemaal grote eters zijn, want hoewel ik echt mijn best gedaan heb, na het tweede voorgerecht (de paté met veenbessen), zal ik eigenlijk al vol.

Tussen de gangen door werden er ook nog pakjes uitgewisseld. Via een elektronisch lootje, had iedereen op voorhand een persoon toegewezen gekregen waarvoor hij of zij een pakje moest kopen. Een prima systeem, vind ik persoonlijk, want zo vermijd je een cadeautjesoverdaad. Alleen de kleine nichtjes van één en twee jaar oud ontsnapten aan dit systeem en die werden dan ook rijkelijk overladen met cadeaus. En het is nog maar pas Sinterklaas geweest! De jeugd van tegenwoordig verdrinkt in het speelgoed. Ze hebben zoveel speelgoed dat ze niet meer kunnen kiezen met wel stuk eerst te spelen. Misschien moeten we ons toch eens de vraag stellen of dat allemaal wel nodig is. En dat terwijl er elders kinderen zijn, waarvan de meest rudimentaire dagdagelijkse behoeften niet vervuld worden.

Enfin, dezelfde vraag kan je je natuurlijk stellen bij al dat overdadig schransen. Niet dat ik niet hou van de gezelligheid rond kerstmis, integendeel. Maar het kan geen kwaad om ook eens stil te staan bij wat er elders in deze wereld mis gaat.

Ik weet alvast wat ik volgend jaar op mijn verlanglijstje voor kerstmis zet: een HappyPack! (En ja, natuurlijk is dit slechts een manier om mijn Westerse geweten te sussen, maar alle beetjes helpen, nietwaar?)

Kerstfeestje #4

Een kerstfeestje in mineur dat wel. Donderdagnacht voelde ik het één en ander rommelen in mijn maag- en darmstelsel. Misschien zat de sushi die ik donderdagavond nuttigde met de onvolprezen Lime er voor iets tussen of misschien had het virus dat mijn vriend vorig weekend geveld had en waaraan ik dacht ontsnapt te zijn dan toch fijntjes wraak genomen. Feit is dat ik me vrijdagochtend op de allerlaatste werkdag van het jaar behoorlijk slapjes voelde.

Slechte timing, want we zouden met mijn team ‘s middags ‘s avonds iets gaan eten en in de namiddag stond er een drink met de ganse afdeling op het programma om te klinken op de goede afloop van heel wat heikele dossiers. Ik voelde me behoorlijk mottig, maar raapte mezelf motiliumgewijs bijeen om toch de laatste dag en de laatste loodjes op enigszins aanvaardbare manier door te komen.

Zolang ik niets at, ging het wel, maar ik zag met lichte vrees het middagmaal in Viva M’Boma, gekend om zijn orgaanvlees, tegemoet. Orgaanvlees en een gestoord maag- en darmstelsel zijn niet meteen de ideale combinatie. Dus koos ik voor het enige min of meer makkelijk verteerbare gerecht op de kaart: waterzooi, terwijl mijn collega’s gingen voor varkenspoot, kalfszwezeriken, stoemp en lever. Ik had gehoopt dat er soep op het menu zou staan, maar helaas.

Met wat moeite wurmde ik wat stukjes kip met saus binnen. De rauwe groentjes liet ik voor wat ze waren. En ik meende het beest min of meer zonder kleerscheuren overwonnen te hebben door veel water te drinken tijdens het eten. IJdele hoop, uiteraard, want wat later in de namiddag kwam alles er weer uit. Doodzonde.

Op de kerstdrink hield ik het dus noodgedwongen bij water en een klein beetje cola zonder prik en keek ik met afgunst naar de gezonde mensen die gezellig van een glaasje cava of wijn nipten.

Spijtig dat ik het succesvol afsluiten van een behoorlijk intens werkjaar niet ten volle heb kunnen vieren, maar aan de andere kant ben ik wel blij dat ik toch ben gaan werken. Het jaar zou anders voor mij met een valse noot geëindigd zijn.

Kerstfeestje #3

Woensdagavond bracht ik door in de Notre Dame in het gezelschap van de mede-leerlingen van mijn nieuwe klas Russisch. Na het allerheiligenverlof besliste ik een jaartje pas op de plaats te doen en van het vijfde jaar naar het vierde terug te keren. Door de drukte op het werk had ik al te veel lessen van het vijfde jaar gemist en ik had het gevoel dat een herhaling van de grammatica van de werkwoorden van beweging in het vierde jaar geen kwaad kon. En ik moet eerlijk bekennen, het ontbrak me aan energie om de gemiste lessen op andere momenten bij te benen. Russisch is nu eenmaal geen Spaans, waar ik zonder al te veel inspanning goede punten kan halen. Ik moet toegeven dat ik me even een loser vond, maar mijn vriend wist me ervan te overtuigen dat Russisch nog altijd een hobby is en stress hebben voor je hobby is belachelijk. En daar had ik niet van terug.

In het vierde jaar blijken trouwens heel leuke mensen te zitten. Meer mensen van mijn leeftijd en met een gelijkaardige achtergrond. Zo maakte ik kennis met een industrieel ingenieur die controles uitvoert bij bouwers van vliegtuigonderdelen. We hadden het over het ongeluk met de Air France 447 en hoe de meeste vliegtuigongelukken te wijten zijn aan een menselijke fout. Ik maakte ook kennis met een vrouwelijke rechercheur en had vervolgens met de industrieel ingenieur en twee oudere heren een heel interessante discussie over de staking, de huidige economische situatie, de zin en onzin van de maatregelen van Quickie, hoe grote bedrijven als ArcelorMittal en Electrabel niet moeten bijdragen om de put te vullen en de tegenstelling die er lijkt te ontstaan tussen de oudere generatie babyboomers en hun kinderen. Heel boeiend!

Kerstfeestje #2

Maandagavond had ik last van een bijzonder slecht humeur. Ik neem aan dat al dat slaapgebrek en de stress op het werk zich eindelijk begint te wreken. Enfin, de eerste twee uur zat mijn enthousiasme voor de Spaanse les dan ook op niveau vriespunt. Maar kijk, niets wat niet verholpen kan worden door een glaasje cava of twee, of drie.

Ter gelegenheid van de laatste les van 2011 hadden alle medestudenten iets meegebracht om te eten of te drinken. Mijn vriend en ik spraken onze quasi onuitputbare voorraad cava aan (de instroom is momenteel groter dan de uitstroom, maar ik ben er zeker dat het kerstfeestje op het werk de balans naar de andere kant zal doen overhellen), anderen brachten zelfgemaakte wafeltjes, cake of tortilla (bijzonder lekker!) mee. Daarnaast was er nog sangria, Spaanse rode wijn, nootjes, taco’s, taart en rare chocolaatjes met suikerbolletjes op. Uiteraard veel te veel, maar de vier kinderen van onze halftijds werkende mama zullen de dag nadien blij geweest zijn met de overschotjes.

Verrassingsgasten van de avond waren een Spaanse zus en broer die ondertussen al enkele jaren in België woonden. Ze deden hun uiterste best om traag (Spanjaarden spreken op het ritme van een machinegeweer) en verstaanbaar te spreken. En ik was erg tevreden dat het lukte om een casual conversatie te voeren die het opzeggen van de gewone standaardzinnetjes oversteeg. Iets wat ons in het Japans na al die jaren nooit gelukt is. En als je een woord niet kent, dan pik je er toch gewoon één uit het Italiaans (miracoloso <> milagroso). Ze verstonden het en dat is het belangrijkste. 😉