Kerstfeestje #4

Een kerstfeestje in mineur dat wel. Donderdagnacht voelde ik het één en ander rommelen in mijn maag- en darmstelsel. Misschien zat de sushi die ik donderdagavond nuttigde met de onvolprezen Lime er voor iets tussen of misschien had het virus dat mijn vriend vorig weekend geveld had en waaraan ik dacht ontsnapt te zijn dan toch fijntjes wraak genomen. Feit is dat ik me vrijdagochtend op de allerlaatste werkdag van het jaar behoorlijk slapjes voelde.

Slechte timing, want we zouden met mijn team ‘s middags ‘s avonds iets gaan eten en in de namiddag stond er een drink met de ganse afdeling op het programma om te klinken op de goede afloop van heel wat heikele dossiers. Ik voelde me behoorlijk mottig, maar raapte mezelf motiliumgewijs bijeen om toch de laatste dag en de laatste loodjes op enigszins aanvaardbare manier door te komen.

Zolang ik niets at, ging het wel, maar ik zag met lichte vrees het middagmaal in Viva M’Boma, gekend om zijn orgaanvlees, tegemoet. Orgaanvlees en een gestoord maag- en darmstelsel zijn niet meteen de ideale combinatie. Dus koos ik voor het enige min of meer makkelijk verteerbare gerecht op de kaart: waterzooi, terwijl mijn collega’s gingen voor varkenspoot, kalfszwezeriken, stoemp en lever. Ik had gehoopt dat er soep op het menu zou staan, maar helaas.

Met wat moeite wurmde ik wat stukjes kip met saus binnen. De rauwe groentjes liet ik voor wat ze waren. En ik meende het beest min of meer zonder kleerscheuren overwonnen te hebben door veel water te drinken tijdens het eten. IJdele hoop, uiteraard, want wat later in de namiddag kwam alles er weer uit. Doodzonde.

Op de kerstdrink hield ik het dus noodgedwongen bij water en een klein beetje cola zonder prik en keek ik met afgunst naar de gezonde mensen die gezellig van een glaasje cava of wijn nipten.

Spijtig dat ik het succesvol afsluiten van een behoorlijk intens werkjaar niet ten volle heb kunnen vieren, maar aan de andere kant ben ik wel blij dat ik toch ben gaan werken. Het jaar zou anders voor mij met een valse noot geëindigd zijn.

IRC-kerstfeestje

Ok, de meeste mensen weten niet eens meer wat IRC is, maar dat weerhield ons er niet van er zaterdag een gezellig kerstfeestje te maken in de Tr3s. Het werd wel een beetje een afvalrace. We startten met 21 deelnemers, maar onze vriendin uit Italië landde de dag zelf pas in Zaventem en zag het na de vliegtuigreis met haar zoontje niet meer zitten om vanuit Antwerpen naar Leuven te komen. Squashpartner N zei af wegens onverwachte familiale verplichtingen. En een half uurtje voor het eten van start zou gaan, haakte de zus van onze vriendin uit Italië af door vermoeidheid en besneeuwde wegen.

Maar de achttien mensen die zich niet door de sneeuw lieten weerhouden, genoten van het eten en het gezelschap. Alhoewel, niet alle achttien, want het was duidelijk dat kameraad T niet in zijn goeie doen was.  Hij sprak de hele avond geen woord en zat maar een beetje voor zich uit te staren. Niet echt opwekkend gezelschap om naast te zitten. Dus ruilde ik tijdens het dessert van plaats en zette ik me naast T om met hem te praten.

T gaat duidelijk door een moeilijke periode. Hij vindt zichzelf een mislukking, vindt geen vriendin en ziet het allemaal niet meer zitten. En hoe hard ik ook op hem probeer in te praten (en hoe goed ik ook weet dat rationele argumenten in dit geval totaal niets uitmaken), het lukt me niet zijn zelfbeeld te veranderen. We hebben het hier dus over één van de briljantste mensen die ik ken, grootste onderscheiding, doctoraat, dat soort briljant. Maar dat stelt allemaal niks voor. Zijn doctoraat trok op niks, zijn publicaties zijn niks waard, hij kan niks en geen vrouw gunt hem een blik waardig. Jongens toch, om de haren uit je hoofd te trekken. Nu heb ik ook wel eens dat soort dagen, iedereen heeft dat wel eens, neem ik aan. Dagen waarop je je de grootste mislukkeling van de wereld voelt en denkt dat je nooit iets zal bereiken in het leven. Maar het laatste jaar, sinds hij een belangrijke beurs is misgelopen, is het altijd van dat.

Enfin, ik heb de strijd gestaakt. Want ik voelde zelf aan dat ik het alleen maar erger aan het maken was, in plaats van beter. Ik denk dat hij een soort hulp nodig heeft die ik hem niet kan bieden. En ik weet niet goed wat ik hier nu verder mee moet doen. Zijn ouders contacteren? Het maar zo laten? Een interventie organiseren? Het is niet gemakkelijk.