Uitzonderingen, uitzonderingen

Toen ik dit jaar startte met Japans en Russisch tegelijkertijd, heb ik altijd gezegd dat Russisch gemakkelijker was dan Japans. Maar daar begin ik nu toch wat aan te twijfelen. Op grammaticaal vlak lijkt het Japans veel simpeler. Werkwoorden vervoegen, daar doen ze niet aan mee. Naamvallen ook niet. Ok, je zit mte de drempel van die twee vreemde schriften en het memoriseren van totaal nieuwe woorden. Het zal waarschijnlijk ook nog wel even duren voordat ik drieduizend kanji in mijn hoofd gestopt heb en daarmee een Japanse krant kan lezen.

Maar ojee, al die uitzonderingen in het Russisch… Vandaag hebben we de nominatief meervoud van zelfstandige naamwoorden gezien. Een hoop regeltjes, maar dat op zich viel nog mee, tot we hoorden hoeveel uitzonderingen er op die regeltjes waren. Een collectieve zucht ging doorheen het klaslokaal. Dat wordt Russisch blokken op de trein en mezelf zo ver mogelijk uit de buurt houden van verleidingen in de vorm van meeslepende romans. Of het moest een Russische roman zijn. 😉

Lachen met het vriendje

Doordat ik tweeënhalve dag niet op het werk geweest ben, lagen er deze namiddag bergen onbeantwoorde emails op mij te wachten. Email, de vloek van de moderne informatiemaatschappij. Blijkbaar hadden ze tijdens mijn afwezigheid een vergadering ingepland om twee uur waarop ik een presentatie moest geven en dat was toch geen probleem, hopelijk? Enfin, ik ben (soms) geweldig flexibel, dus ik heb wat slides gebruikt die ik nog had staan en gaan met die banaan.

Om de emailachterstand wat weg te werken, besloot ik deze avond wat langer te blijven. Mijn vriendje had andere verplichtingen, die zat toch niet op mij te wachten. Of dat dacht ik althans, want toen ik een uur later dan gewoonlijk in de trein zat, belde hij me op:
“Waar zit je ergens?”
Ikke: “Euh, in de trein?”
Hij: “Waar ergens juist? ”
Ikke: “Euh, net Brussel Noord gepasseerd?  Waarom? ” (ik voelde een zekere dringendheid in zijn woorden)
Hij: “Welleuh, ik sta op het dak van de garages en ik geraak niet meer binnen.”

Nu moeten jullie weten dat je via een vluchthuisje vanuit de garage op het platte dak kan geraken. Er heeft nooit een slot op dat huisje gestaan, maar blijkbaar heeft de bouwheer daar nu wel een slot op gezet, waardoor de deur achter hem was dichtgevallen en hij niet meer terug in de garages kon. Hij was aan het testen hoe ver het wireless netwerk ging. :-)) En toen moest ik toch wel moeite doen om mijn lach in te houden. Ik zei dat ik nog een twintigtal minuten onderweg zou zijn voordat ik hem uit zijn benarde positie kon redden.

Uiteindelijk heeft hij iemand van de buren te pakken gekregen en die is hem komen bevrijden. De zielepoot. :-) Het lachen verging mij echter al snel toen mijn Treo me eraan herinnerde dat ik om zeven uur had afgesproken om te gaan squashen, vooral omdat mijn trein pas om zeven uur in Leuven zou aankomen. Spurtje getrokken van het station naar ons appartement, in zeven haasten mijn sportkleren bijeen gezocht, squashracket gepakt en op een drafje naar de squashzaal. Dik kwartier te laat, natuurlijk. Ik was al moe voordat ik nog maar één balletje geslagen had. 😉

Dat zal mij leren met mijn vriendje te lachen.

Geocaching

Om voldoende energie te hebben voor zaterdagnamiddag wandelen en schattenzoeken, begonnen mijn vriendje en ik de dag met een ontbijt in de Improvisio. Er gaat niets boven een ontbijt met bubbels om de dag welgemutst te starten. (Danku, genereuze schenker van deze Bongobon.) Helaas zette een fameuze stortbui al meteen een demper op de vreugde. Regen en geocaching, het is geen ideale combinatie.

Gewapend met paraplu’s en absoluut niet meer waterdichte regenjassen, stonden we om één uur op de trappen van de Sint-Pieterskerk te hopen op beter weer. Even overwogen we met ons gezelschap van zeven een café in te duiken om te wachten tot de bui overgewaaid zou zijn. We besloten ons echter niet te laten doen door een beetje regen en begaven ons naar het middelpunt van Leuven om vandaar de zoektocht naar de eerste cache aan te vatten.

Na wat gepruts met de gehuurde gps slaagden we erin min of meer de locatie van de cache te identificeren, met name het binnenplein waaraan de Wentelsteen ligt. Een paar slecht geparkeerde auto’s en heel veel natte klimop stonden tussen ons en de schat en zijn daar blijven staan, want na wat gezoek dropen we af naar de Wentensteen om onze handen te warmen aan een kop warme choco. Een paar stukjes taart en wat pannenkoeken later, gingen we weer op pad en zowaar: de zon was vanachter de regenwolken tevoorschijn gekomen.

Op naar cache nummer twee, hopelijk hadden we ditmaal meer succes. Deze cache vonden we zonder problemen. We maakten een fijne wandeling door de stad, kwamen nog eens bij de Improvosio terecht, want dat was één van de tussenstoppen op weg naar de schat en vonden het filmrolletje met daarin een doorweekt vodje papier zonder al te veel moeite. Hoera!

Daarna trokken we richting Kessel-lo. Er zou een microcache verborgen zijn op een speelterreintje. Veel gezocht, maar niets gevonden. De teleurstelling was voelbaar. Elk speeltuig werd aan een grondige observatie onderworpen, we klauterden overal op en onder (al een geluk dat door het slechte weer niet veel kindjes in de speeltuin aanwezig waren), wrikten stenen los, maar vonden niks. Toen er alweer druppels uit de hemel begonnen te vallen, gaven we er de brui aan.

Op naar l’Etoile d’Or voor een aperitiefje (cava, natuurlijk). We praatten wat na en maakten een behoorlijk vage afspraak om eens in Antwerpen te gaan geocachen. Van al dat zoeken en aperitieven wordt een mens hongerig. Ik waagde mij aan de zilveren zeevruchtenschotel (een specialiteit van de l’Etoile d’Or) en dat heb ik mij beslist niet beklaagd. Heel lekker! En meer dan voldoende om mijn honger te stillen.

Na het eten namen we afscheid van enkele geocachers met andere verplichtingen en trokken we met een groepje van vier richting Het Depot voor anderhalf uur taiko. Een mooie afsluiter van een, ondanks het tegenvallende weer, fijne dag.

Gevonden

Oude stadsmuur