Gisteren zijn we met een groepje vrienden gaan poolen. (Mijn poolkunsten zijn nog steeds voor grote verbetering vatbaar, al heb ik even een klein vreugdesprongetje gemaakt toen ik – bij grote uitzondering – vier ballen achter mekaar potte en daar – bij nog grotere uitzondering – geen witte of zwarte bal tussen zat.) Omdat vriend C geen kot meer had in Leuven, bleef hij bij ons slapen. Leuk om nog eens een logé te hebben. Dat stapelbed moet renderen, he!
Nadat we elkaar rond middernacht goeienacht gewenst hadden, viel ik bijna direct in slaap (het voordeel van chronische vermoeidheid). Helaas werd deze slaap enkele keren onderbroken door nachtelijke toiletbezoekjes. Blijkbaar heeft appelkers een stimulerend effect op mijn blaas. Nog meer helaas: om half zeven werden mijn vriend en ik ruw uit onze slaap gewekt door een gigantische vrachtwagen-met-betonmolen die vlak onder ons raam zijn (lawaaierig) ding stond te doen. To onzer grote frustratie.
Na tevergeefse pogingen om de slaap terug te vatten en het irritante geluid buiten te sluiten, ben ik dan maar opgestaan. We hadden afgesproken dat ik C om half acht zou wakker maken. Maar omdat ik dacht dat hij toch al lang wakker zou zijn door al dat lawaai nam ik eerst de tijd om uitgebreid te douchen. Zo rond een uur of acht, ben ik dan toch maar op de deur gaan kloppen. En wat bleek: C was nog fijn aan het slapen. Van al het lawaai buiten had hij niks gemerkt. En jaloers dat ik was.