Bolle buik barbecue

Ik blijf het vreemd vinden, zo’n zwangere buik die voortdurend van vorm verandert en dan weer hier, dan weer daar een bult vertoont.

Gisteren woonden mijn vriend en ik ergens in het Antwerpse het “laatste feestje voordat de baby komt” bij. En wanneer die baby komt, dat staat al vast, want het wordt een keizersnede omdat het bekken van de mama te smal is. Toekomstige mama L was een beetje verdrietig, omdat haar geen natuurlijke bevalling gegund is. Maar ze was vooral blij omdat ze volgende week haar baby in haar armen zal houden. L leek maar half aanwezig, trouwens. Zwangere vrouwen hebben dat wel meer, dat in zichzelf gekeerde, alsof ze op het einde van de zwangerschap voortdurend stilzwijgend met de baby communiceren.

We dronken mojito’s (de zwangere vrouwen natuurlijk niet), aten barbecue, spraken een videoboodschap in voor de baby, gaven nog een kleine fotovoorstelling over onze Australiëreis en keken samen naar de bewegingen in de buik. Ik legde mijn hand op de buik van L en voelde het leven daarin bewegen. Onwezenlijk toch wel. Volgende week zal die buik weg zijn en kan ik op de foto met een pasgeboren baby’tje. Ik zal vrijdag alvast duimen dat alles goed gaat en dat L snel herstelt van de operatie.

Late night barbecue

Gisterenavond waren we te gast in het nieuwe huurhuis van vrienden L en J. We hadden een afspraak om 19.00u die met een uurtje verlaat werd wegens winkelperikelen. Blijgezind stapten we te voet richting Kessel-Lo. We waren zo’n tiental meter verwijderd van onze bestemming toen we telefoonsgewijs op de hoogte gebracht werden van het feit dat onze gastheer en gastvrouw zich nog in de winkel bevonden. Had ik toen geweten dat die winkel in Vilvoorde was, dan had ik zeker rechtsomkeer gemaakt. Ik word nogal knorrig als ik hongerig ben. 😉

Maar goed, we bevonden ons in een mooie groene wijk, dus maakten we tijdens het wachten een wandeling in de buurt. Mijn vriend redde zelfs een slak van een zekere dood op het voetpad. We zagen wat katten, bewonderden de bloementuintjes en zo’n half uur na het telefoontje (het was ondertussen half negen en mijn maag was leger dan leeg) doken onze gastheer en gastvrouw op.

Ze hadden geluk dat ik in een goeie bui was, ik heb maar een half uur of zo gezaagd over het feit dat ze ons voor gesloten deur hadden laten staan. 😉 Gelukkig kreeg ik snel een margarita en hapjes voorgeschoteld, altijd een goeie manier om mijn humeur op te krikken.

Verder heb ik geen klagen, we werden in de watten gelegd met zoveel barbecuevlees als we wilden, een superlekker slaatje met tomaatjes, (veel) rode wijn en een digestief om de maaltijd af te sluiten. De gesprekken waren soms wel zwaar omdat de vader van gastvrouw J onlangs onverwacht gestorven is. Ik kom te veel in ziekenhuizen de laatste tijd waardoor dit soort verhalen mij erg raken.

We sloten de avond (nuja, nacht) af met een fotovoorstelling van hun Amerikareis. Helaas vielen rond dat tijdstip (half vier) onze ogen zowat dicht en moesten we de voorstelling noodgedwongen ergens halverwege afbreken. Geen erg, er komt beslist nog een vervolg.

Paasbarbecue

Pasen vieren we al enkele jaren traditiegetrouw bij vrienden in Limburg. Dit jaar was het een Pasen in mineur, omdat de man in het gezin er niet bij was. Toch heb ik ervan genoten: op het gemak de barbecue aansteken, spelen met de kindjes op de reuzetrampoline, puzzelen, schaken en buiten eten met een glaasje wijn in de hand.

Veel serieuze gesprekken gevoerd met de gastvrouw. Opnieuw maakte ik me de bedenking dat een ogenschijnlijk gelukkig uiterlijk veel miserie kan verbergen. Al die mensen die je dagelijks op straat, op de trein, in de winkel, op je werk,… tegenkomt, welke zorgen en verdriet verbergen zij achter hun glimlach? Misschien vang je even een glimp op van wat er zich binnenin afspeelt. Maar weten zal je het nooit.

Moet er nog sangria zijn?

Mijn vriend en ik zijn gisteren samen met 18 litere sangria en drie potten vol met fruit richting midwinterblogbecue getrokken. Veel en veel te veel natuurlijk, want we zijn met 9 liter en één nog voor driekwart volle pot fruit weer naar huis getrokken. Dat zal hier de komende week elke avond een vrolijke boel worden. 😉

Het was trouwens een uitermate geslaagde edite, veel schoon volk, veel vuur (jay, vuur), veel vlees, veel desserts en veel ambiance. Her en der duiken al verslagjes op van andere aanwezigen en ik kan me alleen maar aansluiten bij hun loftuigingen. Het was plezant. Het was gezellig. Het smaakte naar meer. Een beetje chaotisch, zo nu en dan, maar dat hoort bij de charme van zo’n event.

Ik heb (what’s new) met veel leuke en interessante mensen gesproken en zag voor het eerst Leuvense blogster Flora Fleempaard in levenden lijve. Een charmante dame, die haar blogbecuevuurdoop met glans doorstaan heeft. Met Anne en Elise heb ik nog even over couchsurfing gepraat. Een fenomeen dat mij een erg leuke manier lijkt om interessante mensen te leren kennen. Al vrees ik dat voor mij de stap te groot is om bij wildvreemden te gaan logeren.

Drie standup comedians probeerden ons aan het lachen te brengen, al slaagde alleen Seppe daar werkelijk in. Hij had wel het geluk een fantastische sparringpartner gevonden te hebben in het zoontje van Christophe. Zo jong en al zo’n gevoel voor komische timing, die jongen daar gaan we nog van horen. En ja, wat doet een mens zoal als je met vier bent en maar één touw hebt? BBBart liet ons in het ongewisse. Maar wie weet verschijnt binnenkort wel ergens het antwoord online…

Nadat het merendeel van het volk huiswaarts was getrokken, werden de gesprekken rond het vuur iets pikanter. Zo hadden sommige aanwezigen wel héél interessante dingen te vertellen over stoute dingen die men in een auto kan doen. 😉

Danku Antoon voor de organisatie! Ik kijk al uit naar de volgende editie.

Een weekend in Jevoumont

Mijn slecht-weer-angst bleek ongegrond. Op een paar fikse regenbuien na, waar we geen last van hadden omdat we binnen zaten spelletjes te spelen of ondergedoken waren in les Grottes de Remouchamps, hielden we het verrassend droog. Met de voorhoede van onze twintigkoppige bende deden we op vrijdag (lang leve de Vlaamse Feestdag) een Fonteinentocht (klinkt indrukwekkender dan het is) in Verviers, de Waalse hoofdstad van het water.

Daarna bezochten we de ruïnes van het château de Franchimont, waar we een gevaarlijke trap afdaalden naar lang vergeten kerkers en één van mijn vrienden net niet zijn been brak. Tijdens ons bezoek belde de vrouw van vriend F om te melden dat F in het ziekenhuis lag ter observatie. Hartritmestoornissen. Dat was even slikken. Er zijn leukere dingen dan een nacht in het ziekenhuis doorbrengen en zo’n hart dat op hol slaat, schijnt een heel akelig gevoel te zijn. Gelukkig bleek het allemaal mee te vallen en konden F en L ‘s avonds nog bij onze groep aansluiten. Een geluk, want F is er al van het begin bij en dan zou dit het eerste weekendje zijn dat hij moest missen.

Rond 18.00u vrijdagavond konden we in ons kasteel. Het Chateau de Jevoumont had iets van zijn vroegere grandeur behouden (gigantische inkomhal, prachtig grasveld, zwembad), maar  de kiemen van verval waren zichtbaar. Zelfs de splinternieuwe douche (het bleek helaas onmogelijk om de douchekop aan de stang te bevestigen) kon dit niet verbergen. Gevlekt vast tapijt, versleten meubels, bedden van vóór de tweede wereldoorlog, een doolhof van gangen en kamers, een keuken die zijn beste tijd gehad had, het had zijn charmes. Al had ik de beker van het charmante dubbelbed met doorgezakte verenmatras graag aan mij laten voorbijgaan. Slecht slapen op weekend, het hoort erbij.

Vrijdagavond bakten we pannenkoeken, genoten we van de avondzon die flink haar best deed en trokken we naar binnen toen de eerste kilte ons kippenvel bezorgde om spelletjes te spelen. Ik verloor grandioos met poker, speelde een spelletje kaart om mijn frustratie te vergeten en daarna was het tijd voor weerwolven. We zouden vriendin L diep ongelukkig maken als we dit spelletje niet speelden op weekend. Al snel werden er vrolijk mensen in stukken gescheurd en gelyncht. Om de beurt speelde iemand anders verteller. Ondertussen werd het ene na het andere flesje cava gekraakt, waardoor we later in bed lagen dan gepland.

‘s Zaterdags rolde ik na een allesbehalve geweldige nacht rond tien uur uit bed. Hier en daar viel al leven te bespeuren. Een aantal dappere zielen hadden zich zelfs aan een duik in het zwembad gewaagd. Brrr, net iets te fris voor een koukleum als mezelf. Mijn vriend en ik reden samen met kameraden N en U naar de bakker in Theux voor een bestelling van vijf broden, twintig koffiekoeken, vijf stokbroden en twintig pistolets. De keukenprinsen zorgden voor een gebakken eitje bij de brunch en we stopten ons vol om voldoende energie op te doen voor een grottentocht. Twee minuten voordat de rondleiding begon, barstte de regenbui los. Over geluk gesproken. Na het afsluitende langste boottochtje over een ondergrondse rivier, was de bui over en begaven we ons richting terrasje.

Na een moeilijke discussie (het consensusmodel toepassen in een gezelschap van twintig personen is niet altijd evident) en een bezoekje aan de toeristische dienst, hakten we de knoop door. We zouden een wandeling langs het riviertje de Ninglinspo maken. Een wandeling die beslist af te raden is voor mensen met kinderkoetsen, maar mooi was het wel. Gelukkig waren de twee meereizende baby’s nog in foetus-stadium. 😉 Ondertussen hadden we redelijk wat tijd verloren met beslissen en tikte de tijd onverbiddelijk verder. Het zag ernaar uit dat de wandeling niet beëindigd zou zijn vóór sluitingstijd van de Colruyt en we moesten nog gaan winkelen. Een barbecue zonder vlees is toch niet hetzelfde. Mijn vriend en ik maakten rechtsomkeert om inkopen te doen en lieten de rest van de groep op het gemak verder wandelen. Je moet toch een beetje van het landschap kunnen genieten, nietwaar?

De rest van de avond verliep voorspelbaar gezellig: drank, vlees, scampi en aardappelen in aluminiumfolie, de mannen rond de barbecue, nog meer drank, weerwolven. S, de nieuwe vriend van de zus van mijn vriend, had het lumineuze idee elke nieuwe dode een shotje te laten drinken. Ons gezelschap werd vrolijker en vrolijker en de spelleiders lieten steeds meer steken vallen. Verkeerde mensen werden ‘s nachts vermoord, anderen dan weer niet tot leven gewekt. Toen ik er in de eerste ronde in slaagde mijn collegaweerwolf tijdens onze nachtelijke verscheuringsronde om zeep te helpen, zijn we maar wijselijk gestopt met weerwolven.

Daarna volgde er nog een werkelijk hilarische episode waarin we met vijf personen de slapende L twee verdiepingen langs de trap omhoog probeerden te dragen. Verder dan trede drie zijn we echter niet geraakt. L schoot plots wakker en was totaal in paniek door de vreemde situatie. Enfin, op het moment zelf vond ik het helemaal niet zo grappig. Ik was zelf nogal verschoten van haar heftige reactie en de traantjes die daarop volgden. Om wat te bekomen, warmden we ons aan het uitdovende barbecuevuur en speelden we nog enkele rondjes kleurenwies. Gelukkig kon iedereen er de dag nadien mee lachen. Overmatig drankgebruik, het doet wat met een mens.

Op zondag liet ik het ochtendlijke zwempartijtje aan me voorbijgaan. We brunchten, zonder koffiekoeken ditmaal, want de bakker was helemaal uitverkocht, ruimden het kasteel op en beslisten nog een geocache te zoeken. De multicache bracht ons een mooie wandeling, natte voeten, een geschaafde arm en een beetje ontgoocheling omdat we net op het laatste punt in de mist gingen en de cache niet vonden. Spijtig, vooral voor de mensen die nog nooit aan geocaching gedaan hadden.

Tijdens het afsluitende etentje op een terras in Verviers werden nog herinneringen opgehaald aan vorige weekends. Dit was het zesde jaar op rij dat we op weekend gingen. Een fijne traditie die ik plan nog jaren verder te zetten. En als er baby’s meegaan, dan passen we ons programma gewoon aan. Hoofddoel blijft gezellig samenzijn.

Wii!

Mijn vriend en ik waren gisteren uitgenodigd op een barbecue bij één van zijn collega’s. De gastvrije collega was al meer dan een jaar verhuisd en had zijn collega’s (zo gaat dat in van die kleine, gezellige bedrijfjes) eindelijk uitgenodigd om zijn nieuwe stekje te bewonderen. Het barbecueplan werd trouwens snel opgeborgen wegens gebrek aan barbecueweer.

Gelukkig gaat er niks boven een lekkere fondue om het een beetje warm te krijgen. Alhoewel dat warm krijgen toch te wensen overliet. Het was bepaald kil in het nieuwe huis. Ik heb de ganse avond zitten bibberen en mijn handen voelden als ijsklompjes. Zelfs dicht bij het fonduestel kruipen, bracht geen soelaas. De collega was vergeten de chauffages op te zetten en die werden blijkbaar niet snel genoeg warm om de temperatuur wat behaaglijker te maken. Een schoonheidsfoutje.

Verder was het een mooi huis, met een prachtige living gekoppeld aan een veranda met glazen dak, waardoor je op mooiweerdagen de sterrenhemel kunt zien. Het huis had ook een prachtige tuin omzoomd door mooie, grote bomen die al een beetje herfstkleuren vertoonden. Alleen jammer van al de trapjes en niveauverschillen in het huis. Het huis was vroeger een fermette waaraan met stukjes en beetjes verbouwd is. Op het bovenverdiep waren er maar liefst vier niveauverschillen. ‘k Zou nogal vaak op mijn gat gaan, ‘s nachts als ik half slapend naar het toilet moest. 😉

Op het einde van de avond, om het eten te verteren, werd de Wii boven gehaald. Na een tennispartijtje of twee kwam mijn bloedsomloop weer op gang. Echt plezant, zo’n wii. De enige spelconsole die mij kan bekoren. Wie weet, als we ooit eens een tv hebben. 😉

Barbecue

Een tijdje geleden viel er een uitnodiging voor een barbecue bij ons in de virtuele bus. De barbecue werd georganiseerd door Y, een collega van mijn vriend, iemand die ik zelf ook heel graag heb. De andere collega’s van mijn vriend zouden ook allemaal komen, een ideale gelegenheid om nog eens wat bij te praten. Ik verplaatste dus met plezier een andere, eerder gemaakte afspraak en keek al uit naar een gezellige dag.

Jullie voelen het ongetwijfeld al aankomen: de barbecue viel een beetje tegen. Het begon nochtans goed: met een paar glaasjes wijn, een spelletje petanque en een paar overwinningen op rij voor mijn team (ik was wel zo slim geweest om mij een goede partner uit te kiezen). Ik waande mij eventjes op vakantie in Zuid-Frankrijk, maar dan zonder voedselvergiftiging en onhygiënische wc’s. 😉

De sympathieke collega van mijn vriend is echter niet zo sterk op organisatorisch vlak. “Oja, die barbecue, die zullen we maar eens aansteken, zeker?” Om dan vervolgens het werk aan mijn vriend en een andere behulpzame gast over te laten. Omdat er meer dan vijftig gasten waren, was een gewoon barbecuestel niet voldoende. Geen nood, de boer die het vlees had geleverd, had Y ook een barbecue uitgeleend. Zo’n halve ijzeren ton met een rooster erop. Géén barbecue die op een half uurtje aan is, want eerst moesten er grote houtblokken in en van zodra die zelf al wat verkoold waren, kon er pas het laatste laagje houtskool bovenop. Een werk dat zijn tijd nodig heeft.

Ik bespaar u de vurige details, maar rond een uur of negen (mijn maag begon toen al heel erg te protesteren) konden we eindelijk beginnen met bakken. “Och neen, nog effe wachten. Ja, mijn vriend de smid hier, gaat nog even gauw van die braadijzers halen waar je heel veel vlees tegelijkertijd kan tussen steken. Da’s gemakkelijker om het vlees om te draaien.” Ok, handig is dat natuurlijk wel, maar euh, had die vriend geen half uur eerder kunnen vertrekken? D’r hebben hier mensen honger!

Goed, nog even gewacht. Gelukkig kenden de vijftigtal gasten Y ook al langer van vandaag en kloeg er niemand. Waarschijnlijk hadden ze stiekem proviand ingeslagen, wijzer geworden van vorige ervaringen. Toen de smid terug was, zijn mijn vriend, ik en de behulpzame gast volop beginnen bakken. Ik vrees dat ik sommige worstjes een beetje te snel heb meegegeven aan de hongerigen en dat ze nog niet voldoende gaar waren, maar alweer, niemand die kloeg. De duisternis was ondertussen al ingevallen en het enige licht dat we hadden, was afkomstig van het vuur van de barbecue en wat kaarsjes op de tafels wat verderop. En tja, dan is het wat lastig om in te schatten of de worstjes al goed doorbakken zijn. We stonden al ongeveer een uur in het donker te bakken, toen opeens iemand een licht in de duisternis liet schijnen. Bleek dat er dus effectief een spot was om de bakkers bij te lichten, maar dat niemand de moeite had genomen om die op te hangen en aan te steken.

Het bakken op zich vond ik wel leuk: samen met mijn vriendje vuurtje stook doen. Fun. Ik had ook niet zoveel zin om mij tussen de andere gasten te mengen. Veel gasten waren franstalig en dat maakt een gesprek sowieso al wat lastig. Niet dat dit mij onder normale omstandigheden zou tegenhouden, maar het publiek bestond voor een groot deel uit zwangere vrouwen, pas bevallen vrouwen, iets minder pas bevallen vrouwen en hun luidruchtige kroost. Je kan dus al raden waar het merendeel van de gesprekken over ging… En ik had zó geen zin in baby- en kindertalk. En al helemaal niet in de vaak gehoorde vraag: “En wanneer is het aan jullie?” Dus ja, het bakken was een goede afleiding.

Ik vond wel had Y ons wat meer dankbaarheid had mogen betonen voor de geleverde inspanningen. Of zelfs maar voor de schijn had mogen komen vragen of we niet afgelost moesten worden of nog iets te drinken wilden. Ik neem het hem natuurlijk niet kwalijk, want ik weet dat hij er gewoon niet aan gedacht heeft. Het zal wel aan de controlefreak in mij liggen, maar ik had een heel aantal zaken toch radicaal anders aangepakt. Je kan toch geen barbecue organiseren en er dan zomaar vanuit gaan dat andere mensen voor jou het werk doen?

Barbecue

Gisteren gaf vriendin D een barbecue omdat ze haar tweede diploma gehaald had (D combineerde net als ik een voltijdse studie rechten met voltijds werken, maar is hier net iets efficiënter in dan ikzelf) én omdat ze ging samenwonen met haar vriend. Als dat geen goeie reden is om een feestje te geven, dan weet ik het ook niet meer.

Het was de eerste keer dat we de vriend van D zagen en die eerste kennismaking viel goed mee. Ik moet eerlijk toegeven dat ik een beetje een macho verwachtte. Vriend L zit bij de politie en is een motorrijder. (Ja, ik weet het, vooroordelen, vooroordelen.) En zoals zoveel voordelen bleken ook deze onterecht te zijn. De vriend van D was een beminnelijke gastheer en een lieve vader voor zijn kindjes. Ja, D gaat deel uitmaken van een nieuw samengesteld gezinnetje. Ik was echt onder de indruk van hoe goed de kindjes haar aanvaard hadden. D had duidelijk hun hartjes gestolen. Toch niet zo evident.

De aanwezigen op de barbecue vormden een zeer gemengd publiek. Wat vrienden, wat buren, wat familieleden. Buiten D, kenden we niet veel volk. K, met wie we eerder op de week iets waren gaan eten was er ook, ik kende nog een paar mensen van ziens en de rest totaal niet. Gelukkig was de sociale bui van Beleuvenissen blijven hangen en werd er al snel fijn gebabbeld. (Dat moest wel, want het vlees was ofwel te hard gebakken ofwel nog half rauw. Barbecuen, het is een kunst.) Het meest heb ik genoten van het gesprek met de vader van L. Een echte volksmens. Ik zag hem zo zijn levensverhaal aan de toog doen. Hij was apetrots op zijn jongste zoon, die niet op de barbecue kon zijn omdat hij in het buitenland zat voor zijn werk. Een sappig gesprek.

Doordat er veel mensen met kindjes waren, begon het eerste volk al rond negen uur ‘s avonds te vertrekken. Dat kwam ons redelijk goed uit, want we waren nog moe van de beleuvenisuitspattingen en konden een beetje bijslapen wel gebruiken.

(Vr)eten

De laatste dagen hebben we weer overvloedig aan de feestdis gezeten. Maandagavond barbecue bij E, T en hun allerschattigste dochtertje. Experiment van de dag: groentenspiesjes op de barbecue (lekker!) en banaan en chocolade in zilverpapier (lekkerder!). De banaan veranderde door het stoven in bananenpulp en kreeg een licht alcoholisch smaakje. Een paar glaasjes wijn erbij en het feestje was compleet.

Gisteren zijn we op stap geweest met de schoonfamilie ter gelegenheid van de verjaardag van de pater familias. We begonnen de avond met een glaasje Chardonnay Meerdael (danku Bruno) op ons appartementje, om vervolgens de smaakpapillen van de jarige te testen met behulp van een blinddoek en shotjes uit onze uitgebreide drankvoorraad. Daarna ging het richting stad. De broer en zus van mijn vriendje hadden allerlei opdrachtjes verzonnen voor een (mini-)zoektocht door de stad met als eindpunt restaurant Samourai. Er werd aldaar weer met (gebakken) eieren gemeten en zelfs met zoutvaatjes (iets wat de broer van mijn vriend niet echt kon appreciëren, want hij heeft zo’n zoutvat tegen zijn kop gekregen). Het eten was naar goeie gewoonte voortreffelijk. De Japanse keuken behoort echt tot mijn favorieten: sushi, sashimi, teppanyaki, I love it all. Omdat ik maandag op de barbecue al redelijk wat glaasjes wijn achterover geslagen had, heb ik mijn alcoholinname beperkt tot één glaasje wijn. Overdaad schaadt, of zoiets. 😉