Lang leve de democratie

Naast gelachen, werd er ook serieus gediscussieerd in de Japanse les. De juffrouw vindt het boek dat we momenteel in de les gebruiken niet goed en zou graag naar een ander boek overschakelen. Maar veranderen van boek houdt in dat we heel wat achterstallige woordenschat moeten inhalen. Het nieuwe boek bouwt namelijk voort op een eerste deel dat meer en andere woordenschat bevat dan die we tot nu toe gezien hebben. De meeste van de leerlingen waren direct gewonnen voor het idee om Japanese for Busy People in te ruilen voor een ander boek. Japanese for Busy People concentreert zich namelijk op Japans voor op de werkvloer, iets waar wij en onze medecursusten niet direct iets mee zijn.

Maar toen kwam het dilemma: ofwel zouden we volgend jaar dadelijk met deel twee starten en zouden we tijdens de grote vakantie 45 pagina’s vocabulaire moeten inhalen (zot!) ofwel zouden we in het vierde jaar starten met het eerste boek, dat we er dan in een sneltreinvaart zouden doorjagen tijdens het eerste semester. Deze laatste keuze impliceerde dan wel dat we het  eerste semester voor een groot deel aan herhaling zouden besteden. Uiteraard leek optie één mij volledig out of the question. Dat zie je van hier dat ik tijdens mijn grote vakantie Japanse woordjes ga blokken. Zo zot ben ik nu ook weer niet. Gelukkig dacht er een kleine meerderheid van de medestudenten ook zo over. Al waren er dus een stuk of vijf strevers die het echt ende werkelijk zagen zitten om 45 pagina’s vocabulaire in hun vrije tijd te blokken. Zot, ik zeg het u.

Pietje

De Japanse les, altijd goed voor een lachbui of twee. Dit keer was het niet de übergrappige stagiair die mij met zijn grappige maniertjes tot tranen toe aan het lachen bracht, maar wel een nogal stom misverstand. Ik vroeg aan een medestudent wat すこし betekende. Waarop hij zijn duim en wijsvinger op ongeveer twee centimeter van mekaar hield en iets fluisterde dat ik verstond als “pietje”, terwijl het eigenlijk “beetje” moest zijn. Mijn dirty mind kwam niet meer bij van het lachen en de papieren zakdoekjes moesten bovengehaald worden om de tranen weg te wissen. Jaja, als een mens oververmoeid is, wordt er met de stomste dingen eerst gelachen.

Grote lente-opruimactie

kast1 kast2

Het resultaat van een ganse week zwoegen en zweten. Wat eens dozen waren, zijn nu kasten. De logeerkamer was na onze verhuis langzaam geëvolueerd naar een rommelkot. Je kent dat wel, na de verhuis blijven er een paar onuitgepakte dozen staan, die beslist later wel eens uitgepakt zullen geraken.  En er komen nog wat dozen bij en nog wat rommel en nog een beetje meer tot er slechts een klein pad overblijft en je al een evenwichtskunstenaar moet zijn om de overkant van de kamer te bereiken. Tot mijn vriend er genoeg van had en we naar de ikea reden… En ja, dat zijn pc’s.

Snooker

Vanavond waren we uitgenodigd voor een diner bij vrienden (de vriendschap gaat bij ons echt wel door de maag ;-)) met drie kleine kinderen, goed voor heel wat decibels en kleine brandjes die voortdurend geblust moesten worden. Zo werd er gevochten om een sjaal, gesprongen op voetbankjes, gesmeekt om nog een paaseitje en ging er een hoop voedsel tegen de grond. En de ouders bleven de hele tijd kalm en beheerst glimlachen. Ik zie het mezelf nog niet doen.

Anyway, ik wilde het niet hebben over mijn opvoedkundige kwaliteiten die zich beperken tot heel veel theorie en bijzonder weinig praktijk, maar wel over het prachtige huis waarin onze vrienden wonen. Ik denk dat ons appartementje er ongeveer vijf keer in kan (in Limburg is er nog heel veel plaats). Het pronkstuk is de kamer onder het dak, waar een heuse snookertafel staat. Nu, is snooker niet meteen één van de sporten waarin ik uitblink, maar met een glaasje wijn op, gaat alles beter. Ik slaagde er zelfs in een gekleurde bal te potten, die, ik geef het toe, nog maar een tikje nodig had om in de pocket te rollen, maar toch.

Can’t win ‘m all

Wij hadden gisteravond dus moeilijke eters over de vloer en omdat ik het niet leuk vind dat mijn gasten kokhalzend naar het toilet moeten hollen, kozen we voor een aangepaste menu. Twee gerechten die we nog nooit gemaakt hadden. Mijn favoriete voorgerechten werden geschrapt en vervangen door een eenvoudige soepje met tomaat en groenten. En ‘t is jammer dat ik het moet zeggen, ik vond het zelf niet bijster lekker. Het smaakte te veel naar tomatenpuree en voorgesneden groenten, wat, samen met de kalfsfond, dan ook de enige ingrediënten waren. Het was poepsimpel om klaar te maken, maar het zal toch meteen de laatste keer geweest zijn dat we dit recept van de Colruyt bereidden. We hadden nog beter soep uit blik kunnen maken.

Gelukkig viel het hoofdgerecht (kip met spinazie, prei en cannellinibonen) veel beter mee. (Danku, Jamie Oliver.) Verder was het een gezellige avond. Al vrees ik dat het  voor de verloofde van vriend C soms een beetje te technisch werd. Dat risico bestaat natuurlijk als je drie computernerds samen zet. ‘k Zag haar soms een beetje verveeld voor zich uit staren. En ik probeerde dan wel een ander onderwerp aan te snijden, maar tja, het bloed kruipt waar het niet gaan kan.

Moeilijke eters

Deze weekend komt er weer een bevriend koppel bij ons eten. Geleerd uit vorige ervaringen (het incident met de gaste met notenallergie, terwijl wij een gerecht met noten bereid hadden, staat me nog levendig voor de geest), vraag ik altijd na of er iets is wat onze gasten niet lusten of waar ze allergisch voor zijn. Het verbaast me telkens weer dat ik dan een waslijst terug krijg met dingen die ze niet lusten.

Ik snap dat echt niet. Dat je als volwassene zegt: “ik lust geen fruit” (álle fruit? komaan zeg!) of “ik lust geen rauwe/gekookte groenten” of “ik lust geen vis”. Dat er mensen zijn die geen kaas lusten, daar kan ik nog ergens inkomen, vanwege de bijzondere smaak en textuur, alhoewel de variëteit aan kazen quasi grenzeloos is. Ik vind het altijd een beetje pijnlijk: te gast zijn bij iemand en dan moeten zeggen: “Sorry, ik lust dit niet.” Van een kind kan ik dit begrijpen, als volwassene vind ik dat je moet eten wat de pot schaft. Of toch tenminste een hapje proeven van het aangebodene.

Soms voel ik gewoon plaatsvervangende schaamte. Zo ken ik mensen die geen barbecuevlees willen eten als er daarvoor scampi op de barbecue gelegen hebben of die niet meer willen eten van een bord als er mayonaise op ligt. Ik snap niet dat ze niet door de grond zakken van schaamte om dit te moeten toegeven. Zulk gedrag, dat zit toch tussen de oren?

Misschien heb ik makkelijk praten. Ik ben altijd al een makkelijke eter geweest. Er zijn maar twee dingen die ik echt niet lust: koffie en bier. En dat feit heeft mij nog nooit in ongemakkelijke situaties gebracht. Het is makkelijk om een tasje koffie af te slaan en in de plaats daarvan thee te vragen. ‘t Is zelfs gezonder. En er zijn zoveel smakelijke alternatieven voor bier, dat ik nog nooit de behoefte gevoeld heb om mij de smaak eigen te maken. Al kan ik me er wel nog toe bewegen zo’n zoet vrouwenbiertje als framboise of kriek te drinken.

Eetgewoontes, het blijft me verbazen.

Mia verkoopt onzin

‘t Is allemaal de schuld van de mannen en de maatschappij. Vrouwen worden gedwongen om thuis te blijven en voor de kroost te zorgen. Althans, dat denkt Mia. Sta me toe hier de heren der schepping een beetje te verdedigen. Ik ken toevallig heel veel koppels waarbij zowel de man als de vrouw hoogopgeleid zijn. Beiden een mooi diploma op zak, allebei kansen op een mooie carrière. En wat blijkt: vaak zijn het de vrouwen zélf die ervoor kiezen om een stap terug te zetten en zeker niet omdat hun man dit van hen verlangt of omdat zij sociale druk ervaren. Want al die mannen steken braaf hun handen uit de mouwen wat het huishouden betreft en zijn even betrokken bij de opvoeding van hun kinderen als hun vrouwen. En neen, dan heb ik het niet over schaarse quality time met de kroost. De meeste vaders die ik ken zijn echt hands-on: flesjes geven, pampertjes verversen, kindjes naar de crèche doen, kleedjes aandoen, troosten, enzovoort.

Ik kan enkel vaststellen dat na een bevalling de ambities van veel vrouwen afzwakken, hun prioriteiten veranderen. Let op, dit is zeker niet bij alle vrouwen het geval, ik wil niet veralgemenen. Deze conclusies zijn louter gebaseerd op observaties in mijn vriendenkring, bestaande uit enkel hoogopgeleiden. Het beeld dat ik heb, is dus fragmentarisch. Ik ken vaders die viervijfde werken, maar ik ken veel meer vrouwen die deeltijds werken. Ik ken ook hoger opgeleide vrouwen die stiekem toegeven dat ze liever thuis zouden blijven bij de kindjes. Eigenlijk worden ze daar zelfs een beetje scheef om bekeken (ook door mij): allez, zo’n mooi diploma en daar dan niks mee doen? Sociale dwang in de andere richting?

yab en vriend gingen naar de Ikea

En brachten mee:
ikea1

ikea2

ikea3

Dozen, dozen, dozen en dozen. Op de onderste foto zien jullie trouwens hoeveel plaats er nog voor little old me overbleef. Ik kan jullie verzekeren, ik heb al aangenamere autoritjes meegemaakt. Het mag een wonder heten dat we alles in de auto gekregen hebben. Heeft ons twintig minuten puzzelwerk in de parking van de Ikea gekost.

PS: Neen, de L is niet voor mij, maar wel voor een anonieme blogger waaraan mijn vriendje rijles geeft.

Soeprecept

Gisteren probeerden we voor het eerst dit receptje voor spinaziesoep met kokos en zoete aardappel uit. Het viel zo goed mee dat ik dit recept graag met jullie wil delen.

Ingrediënten voor 4 personen
2 el boter (heb ik vervangen door olijfolie)
500 g zoete aardappels, in blokjes
1 ui, gesnipperd
2 teentjes knoflook, uit de knijper
1 el gemberwortel, geraspt
1 el currypasta
750 ml groentebouillon
250 ml kokosmelk
sap van 1 citroen (gekocht, maar er vergeten bij te doen, waarschijnlijk is die soep mét citroen nog lekkerder)
1/2 el gedroogde pepertjes, gekneusd (geen gedroogde pepertjes in de Delhaize, heb er verse bij gedaan)
500 g verse spinazie, fijngehakt
zout en zwarte peper

Bereiding
Smelt de boter in een steelpan en bak daarin de aardappelen, de ui, knoflook, gember en currypasta 5 minuten of totdat ze licht gekleurd zijn. voeg de bouillon, kokosmelk, citroensap en pepertjes toe. Breng het aan de kook, doe de deksel op de pan en laat alles 15 minuten zachtjes koken of totdat de aardappelen gaar zijn. Laat de soep enigszins afkoelen. Giet de helft uit de pan en pureer dit met een blender. Giet de puree weer terug bij de soep in de pan, voeg de spinazie toe en kook nog 1-2 minuten, totdat de spinazie is geslonken en de soep door en door warm is. Breng de soep op smaak met zout en peper.