In de Kopergietery in Gent!
Niet de Kopergietery, maar wel de moeite waard om een foto van te maken:
In de Kopergietery in Gent!
Niet de Kopergietery, maar wel de moeite waard om een foto van te maken:
Zondag spoorden mijn vriend en ik opnieuw naar Herentals. Ditmaal waren de weergoden ons beter gezind en reden we onder een stralend zonnetje met onze blue-bike naar het huis van zijn ouders voor de jaarlijkse familiebijeenkomst met zijn ouders, het gezin van zijn broer en het gezin van zijn zus. In totaal waren we met zes volwassenen en vijf kinderen. We aten eerst samen een pistolet en vertrokken dan naar Olen voor het gratis kinderfestival Keizer Kriek.
Het was zo’n prachtig weer dan mijn vriend en ik bedankten voor een lift en met onze blue-bikes tot ginder fietsten. Dankzij de fietsknooppunten werd het een aangename tocht die ons langs de toeristische highlights van Herentals, de Kleine Nete en het kanaal bracht. Echt genoten van dit fietstochtje met z’n tweeën, al waren de temperaturen met meer dan dertig graden misschien net iets minder fietsvriendelijk.
Het kinderfestival Keizer Kriek werd geafficheerd als een dag waarop kinderen ook grote-mensen-dingen mochten doen. En bij het eerste standje dat we aandeden, leek dat ook effectief zo te zijn: de kinderen mochten plaatsnemen aan een heuse draaischijf en zelf een potje boetseren. Leuk! Daarna ging het echter steil bergaf met de knutselactiviteiten. Sambaballen knutselen met plastic lepels en rijst in van die plastic Kinder-eitjes en daar dan gigantisch veel plakband rond; houten lepels met lijm insmeren en vol met glitter hangen, waarbij de helft van de glitter op de grond terecht kwam;… In tijden dat er zoveel wordt gediscussieerd over het risico van microplastics, vond ik het een beetje confronterend dat de meeste knutselactiviteiten in meer of mindere mate gebruik maakten van plastic. Waar is de tijd dat ik hele schilderijen knutselde met harde pasta in allerlei vormen en kleuren? Of keukenrolletjes versierde met wol? Enfin ja, niet goed over nagedacht, denk ik zo.
Voor volwassenen zonder kinderen viel er bitter weinig te beleven, buiten iets drinken op een terrasje. In de schaduw dan wel, want wie zich in de volle zon durfde neerzetten, werd bijna levend geroosterd, zo warm. Konden mij wel bekoren: de rope skipping demonstratie (zo jammer dat deze sport niet tijdens mijn jonge jaren bestond, zou ik beslist geweldig gevonden hebben) en de X-treme rock ‘n roll, man, man die konden er wat van! Ook cool: de death ride van de mannen van het leger.
Rond vijf uur vingen mijn vriend en ik de terugtocht naar Herentals aan, alwaar bij aankomst ons de grootste verzameling Chinese gerechten ooit opwachtten. Uiteraard hadden zijn ouders weer lichtelijk overdreven… Ik ga ervan uit dat ze de rest van de week op de overschotjes alleen hebben kunnen overleven. 😉
Die luttele calorieën die we tijdens onze fietstocht verbrand hadden, werden alvast dubbel en dik aangevuld door dit copieuze avondmaal. Ik had zelfs geen plek meer voor het dessert! Tijdens de treinrit naar huis, zat er bijgevolg niet veel energie meer in ons. 😉
Zondag fietste ik samen met een bevriend koppel en hun vier zonen (11, 9, 8 en 6 jaar) van Leuven naar Horst. We volgden de prachtige, maar pittige Horstroute tot aan het Kasteel van Horst. Zo’n bluebike is duidelijk te zwaar om de steile hellingen van de Kesselberg op te fietsen, maar uiteindelijk moest ik me maar één keer gewonnen geven en afstappen om boven te geraken. De route bracht ons langs prachtige vergezichten en smalle boswegeltjes. Heel fijn en afwisselend. En dikke chapeau voor de zesjarige die heel dat stuk van Leuven naar het Kasteel van Horst maar een paar duwtjes nodig had om er te geraken. Knap.
Bij het Kasteel van Horst aangekomen, bleken de Kasteelfeesten voor het eerst niet meer gratis te zijn. Tien euro per volwassenen en vijf euro per kind, dat was meteen een flinke hap uit onze rekening. En als ik heel eerlijk moet zijn, zo’n fantastisch spektakel zijn die feesten nu ook weer niet. Op mij maakte het allemaal een beetje een amateuristische indruk met toiletten die niet goed werkten en attracties (een mini-avonturenparcours, katapultschieten,…) die eigenlijk niet al te veel voorstelden. Maar goed, de jongens vonden de riddergevechten geweldig en ik was vooral geboeid door de demonstratie schapendrijven.
Op culinair vlak viel er, buiten wat fastfood, niet veel te rapen op de feesten, dus vertrokken we na het laatste tornooi rond 18u terug naar Leuven. We besloten op de terugweg het andere stuk van de Horstroute te nemen, in de hoop zo aan de Kesselberg te ontsnappen. We moesten die zesjarige op zijn fiets nog helemaal tot in Leuven krijgen, nietwaar? We kortten de route een beetje in door van knooppunt 43 naar 82 te fietsen. Ondanks heet feit dat de route op de heenweg veel mooier was, was het gebrek aan steile hellingen op de terugweg zeker een pluspunt.
De magen begonnen onderweg steeds harder te grollen. Tijd om uit te kijken naar een plek om iets te eten. Ons oog viel op Bistro Bo-Bonne in Holsbeek, een brasserie die er een beetje te chique uit zag om daar bezweet van een fietstocht met vier jongens binnen te stappen. Maar hey, ze hadden er mosselen én een redelijk uitgebreide keuze voor kinderen. Ons bezoek startte niet al te goed. Het leek eerst alsof we onzichtbaar waren en vervolgens deelde de dienster doodleuk mee dat we maar uit drie gerechten konden kiezen. We waren met een groep van zeven personen en ik heb er alle begrip voor dat het soms moeilijk is om veel verschillende gerechten tegelijkertijd te serveren, maar het was niet eens druk in het restaurant. En sorry, een curryworst of een fishstick met frietjes voor de kinderen, dat gooi je toch gewoon in de friteuse? Wij bestelde dus vijf verschillende gerechten en deelden mee dat als dat niet mogelijk was voor de keuken, we wel elders zou gaan eten. Uiteindelijk kregen we toch onze zin én stond die dampende pot mosselen verrassend snel voor mijn neus. Bizarre ervaring.
Met volle magen was dat laatste stuk van de route een eitje. De kasteelfeesten zelf maakten niet veel indruk op mij, maar ik heb oprecht genoten van de fijne fietstocht.
Zaterdag had ik met een vriendin afgesproken om samen Namen te verkennen. Onder het motto: in eigen land valt, ondanks al die lintbebouwing, nog veel moois te ontdekken. Ditmaal waren de NMBS-goden mij minder goed gezind. Normaal zou de verplaatsing van Leuven naar Namen (met overstap in Ottignies) maar een uur duren, maar een kabeldiefstal besliste daar helaas anders over. Ik kwam vlot twintig minuten te laat aan. Ondertussen zat mijn vriendin, die met de auto uit Tongeren was gekomen, al een half uur op mij te wachten in het station van Namen. Ik had haar nochtans gezegd dat ze iets moest gaan drinken!
Het was ondertussen al middag, vandaar dat onze eerste halte in Namen er eentje was om onze magen te vullen. Tripadvisor voerde ons naar Le Pâtanthrope, een restaurant dat ik, toegegeven, vooral gekozen had op basis van de leuke naam. Onze keuze bleek iets chiquer dan de bedoeling. Maar hey, wie kan een driegangenmenu voor nog geen 25 euro aan zich voorbij laten gaan? Een onverwacht culinair hoogtepunt om ons bezoek mee te starten.
Baby homard, spaghetti alla chitarra, caviar d’aubergine à l’ail noir:
Dos de cabillaud, linguini à l’encre de seiche, légumes verts au lard belgasconne, sauce colombo:
Ravioli façon crêpe Suzette farci à l’orange, le tout rafraîchi d’un sorbet à la mandarine:
Na een lunch die eigenlijk schandalig lang duurde, was het tijd om op verkenning te gaan. Waar het er bij aankomst naar uitzag dat het wel eens zou kunnen regenen, had de zon de overhand gehaald op de wolken. Het was aangenaam warm. Ideaal voor een mooie wandeling door de gezellige straten van Namen. We trokken meteen naar het hoogste punt van Namen: de citadel. De citadel bood prachtige uitzichten en ja, ik weet dat er zich een ondergronds netwerk onder die citadel bevindt, maar wij raakten afgeleid door het aantrekkelijke terras mét uitzicht van Le Perchoir boven op de citadel. Een mojito gaat er altijd in en uiteindelijk was de belangrijkste reden voor dit uitstapje toch eens goed bijpraten.
Mijn vriendin bracht me op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de soap-serie van haar leven. Echt waar, hoe ze het doet, weet ik niet, want op de één of andere manier schijnt ze jaloerse, conflict zoekende vrouwen aan te trekken. Gelukkig heeft ze mij als vriendin om een beetje tegenwicht te bieden. 😉 Voor dat ondergronds netwerk kom ik nog wel een keertje terug.
Op de één of andere manier was het plots al bijna zes uur toen we de citadel terug afdaalden. We wandelden langs de Maas terug naar het oude centrum en genoten van de avondzon. Omdat mijn vriendin de kinderen had dit weekend wilde ze niet té laat thuis zijn en sloten we rond een uur of half acht ons bezoek aan Namen af met een drankje op het gezellige terras van La Taverne Alsacienne op de Place du Marché aux Légumes vlakbij de Église Saint-Jean-Baptiste.
Voor mij was Namen een aangename verrassing. Mooi oud stadsgedeelte, indrukwekkende citadel en een gezellige vibe in de straten. Ok, we hebben niet het onderste uit de kan gehaald van dit bezoekje. Maar soms is het gewoon leuk om een beetje rond te dwalen in de straten en de sfeer op te snuiven. Ik kom zeker nog eens terug!
Zondag trokken mijn vriend en ik samen met een bevriend koppel en hun twee zonen naar Oostende. We kochten een B-dagtrip voor het Zandsculpturenfestival en lieten de NMBS ons naar Oostende voeren. Het was redelijk druk op de trein (teleurstelling alom dat onze trein geen dubbeldekker was), maar vanaf Brussel-Noord slaagden we erin twee tegenover elkaar liggende zitplaatsen voor vier personen te bemachtigen. Om de tijd sneller te laten gaan speelden we exploding kittens. Altijd leuk!
In Oostende aangekomen was het al ongeveer middag. Tijd voor een drankje en een sanitaire stop. De kinderen aten een croque monsieur, terwijl de volwassenen een aperitiefje dronken. Daarna gingen we op zoek naar een snelle lunch voor de volwassenen. We lieten de kraampjes die surimi verkochten links liggen en liepen rechtstreeks naar de Vistrap voor een heerlijk bakje handgepelde garnalen. Zelfs de oudste van de twee jongens vond het lekker! De jongste van de twee zag het niet echt zitten om een garnaal te proeven. 😉 Omdat een bakje garnalen alleen de maag niet vult, kochten we daarna nog wat maatjes aan één van de tourist trap kraampjes. Ere wie ere toekomst, de maatjes waren lekker. Dat vonden de meeuwen die we stiekem de staarten van onze maatjes voerden, ook.
Vervolgens namen we de overzetboot van de Visserskaai naar de Oosteroever, waar niemand in ons gezelschap al eerder was geweest. De eerste aanblik van de Oosteroever is een beetje mistroostig: je komt langs vervallen industrieel erfgoed, waarvan de twee slipways het meest bijzonder zijn. Maar als je een beetje verder wandelt, kom je aan een prachtig, rustig strand, dat, bijzonder verrassend voor de Belgische kust, slechts op één plek hoogbouw bevat. De rest van de kustlijn bestaat zowaar uit natuurlijke duinen! We waren aangenaam verrast. De jongens doken meteen het water in en mijn vriend volgde al snel. Ik zag het niet zitten om op het strand heksentoeren uit te halen om mijn badpak aan te doen, dus ik hield het bij pootjebaden. Het water was me toch iets te fris.
Bij het terugkeren naar de overzetboot liet de jongste zich overhalen door een gewiekste commerçant om voor een handje schelpen een bloem te kopen. Om de één of andere reden koos hij de allerlelijkste bloem eruit. Ach, echt schoonheid zit vanbinnen, nietwaar? We twijfelden nog even of we tot Fort Napoleon zouden lopen, maar dachten daarmee te veel tijd te verliezen. En dat bleek een goede inschatting: het was even wachten tot we op een overzetboot konden en uiteindelijk was onze hoofdbestemming het zandsculpturenfestival, nu omgedoopt tot Sand City Dreams.
Een korte wandeling en een kleine stop bij de fonteinen op de Westelijke Strekdam later, waren we bij de ingang. We lieten onze inkomtickets zien aan een ongeïnteresseerde jobstudent en konden meteen de meesterlijke bouwwerken aan het ingang bewonderen. Veertig artiesten uit de hele wereld gingen een maand lang aan de slag met 240 vrachtwagens zand uit een groeve in de Ardennen. Het resultaat is een parcours van 1 kilometer met 65 stadsscènes en 150 zandsculpturen. Om heel eerlijk te zijn, vond ik het de zandsculpturen op zich wat tegenvallen. De 65 scènes hadden zwaar het overwicht en de brochure mocht dan wel trots in de de verf zetten dat die scènes speciaal in het 16/9 formaat gebouwd werden om met je smartphone dé ultieme vakantiefoto te maken, doordat alle scènes los van elkaar stonden, voelde het geheel erg kunstmatig aan. Enkel de prachtige bouwwerken aan de ingang konden me echt bekoren. In een ver, ver verleden (2001) gingen mijn vriend en ik al eens eerder naar het zandsculpturenfestival, maar toen vormden de sculpturen een mooi geheel dat organisch in mekaar overvloeide. Een gemiste kans.
De kinderen waren duidelijk ook niet echt onder de indruk van de zandsculpturen, ze waren er bijzonder snel op uitgekeken en speelden liever op de trampolines en springkastelen op het terrein. Geen erg, we bestelden ons een glaasje cava/bier en nestelden ons in één van de talrijk aanwezige blauwe zandstoelen. Het beviel ons daar zo goed dat we na een tweede glaasje moeite hadden om op te staan. We bekeken aan een drafje de rest van de scènes en gaven de jongens nog een kwartiertje om in zee te plonsen. Ondertussen had ik om 18u een tafeltje gereserveerd in mosselrestaurant La Moulinière en we moesten ons iet of wat haasten om daar op tijd te zijn.
Ons bezoek aan La Moulinière begon iet of wat chaotisch door de onervarenheid van wat duidelijk een jobstudent was, maar daarna stond er in een mum van tijd een dampende schotel mosselen voor mijn neus. Duurde nog geen kwartier om die klaar te maken. Ik bestelde mosselen op Oostendse wijze (aja, when in Ostend) en dat was een schot in de roos. Heerlijk die combinatie van garnaaltjes en mosselen!
Na de maaltijd kopen we nog snel een ijsje om op te smikkelen tijdens de treinrit terug naar Leuven. Natuurlijk ontploffen er nog wat onschuldige kittens onderweg en voordat we er goed en wel erg in hebben zijn we weer in Leuven. Omdat onze vrienden een half uur moeten wachten op hun trein naar Wijgmaal, sluiten we ons uitstapje af met een drankje bij café La Royale op het Martelarenplein.
Een dag die echt voorbij gevlogen is!
Vrijdagmiddag brachten mijn vriend en ik een bezoek aan zijn ouders. Het was al van het lentefeest geleden dat mijn vriend zijn ouders nog eens gezien had en op zo’n feest is er vaak niet veel ruimte om echt diepgaande gesprekken te voeren. De NMBS bracht ons zonder problemen tot in Herentals, alwaar we een blue-bike ontleenden om naar het ouderlijk huis van mijn vriend te fietsen. Helaas, we waren welgeteld drie minuten onderweg toen de hemelsluizen open gingen. Om te vermijden dat we tot op ons ondergoed doorweekt zouden aankomen, maakten we als geslagen honden rechtsomkeert naar het station en belden we zijn ouders met de vraag ons te komen ophalen. Tot zover onze poging tot milieuvriendelijk vervoer.
Mijn vriend en ik lunchten samen met zijn ouders, bewonderden de vernieuwde vijver, maakten een kleine wandeling door de nabijgelegen bossen en brachten een bezoek aan het kerkhof om naar de de grafsteen van zijn opa te kijken. Gelukkig hadden tegen dan de regenwolken plaatsgemaakt voor een stralende zon. Ik genoot van de geur van de nog natte aarde vermengd met dennengeur en de stilte in het bos. Soms moet je niet ver gaan om mooie plekjes te ontdekken.
Laatste ontbijt in het Platzhirsch hotel. Ik moet zeggen dat ik dat niet zo erg vind. Elke dag de keuze hebben uit drie dezelfde kazen en een hardgekookt ei begint op den duur wat tegen te steken.
We maken onze valiezen en checken uit. Tot onze verbazing is het een heel gedoe om onze valiezen achter te laten in het hotel. Blijkbaar is er geen aparte ruimte waar deze achter gelaten kunnen worden en zetten ze de valiezen gewoon in de ontbijt/restaurant/bar-ruimte. De nogal onvriendelijke mevrouw die ook het ontbijt verzorgde, deelt ons mee dat we de valiezen vóór 16u moeten komen ophalen. Wij hebben een boottochtje op de Zürichsee gepland, dus voor ons is dat te vroeg. We blijven aandringen en uiteindelijk haalt ze haar schouders op. Hmm, ok, laten we hopen dat we deze avond nog valiezen hebben…
We trekken het ons niet aan en wandelen naar het vertrekpunt van de boottochten op de Zürichsee. We willen een uitstapje maken naar de andere kant van het meer: naar Rapperswil en Insel Ufenau. We moeten redelijk wat geduld uitoefenen alvorens we onze tickets voor de boot kunnen bemachtigen. Echt, die rij aan het loket gaat niet vooruit. Het is iets wat ons blijft verbazen: de ongelooflijke traagheid van Zwitsers. In België ben je overal minstens twee keer zo snel bediend.
De zon is ons nog steeds goed gezind en ik kijk uit naar een boottocht van ongeveer twee uur op het mooie meer van Zürich. We weten een goed plekje op het voordek te bemachtigen en zien aan onze rechterkant de plekken voorbij glijden waar we gisteren gewandeld hebben. De boot stopt onderweg een paar keer om mensen op en af te laten stappen, maar wij blijven zitten. Vlak voordat we bij Insel Ufenau aanmeren, beslissen we deze stop toch maar over te slaan. We vermoeden sterk dat we te weinig tijd hebben om dit eilandje te combineren met eindhalte Rapperswil en uiteindelijk willen we liever naar Rapperwil.
Rapperswil is een charmant dorpje met een prachtige burcht, een klooster en pittoreske oude straatjes. Op het moment dat wij er aanmeren, wordt Rapperswil helaas helemaal overspoeld door een iron man race. Ik moet zeggen dat ik er zelf niet het nut van inzie om je lichaam tot zulke extreme inspanningen te dwingen, maar aan de andere kant heb ik wel respect voor de lopers die ons voorbij zoeven. Het is erg warm, geen ideale omstandigheden voor zo’n wedstrijd.
We klimmen meteen naar de burcht op de heuvel. De burcht is helaas vandaag uitzonderlijk gesloten. Waarschijnlijk om wille van de iron man race. Ach ja, geen erg, wij genieten wel van het mooie uitzicht en de vlak bij de burcht gelegen rozentuin. Om de rozentuin te bereiken moeten we een steile trap afdalen. De trap is echter in gebruik door een kerel die zowaar de trap van boven naar beneden helemaal af stuitert met zijn fiets. Ik hou mijn hart vast, maar hij raakt heelhuids beneden zonder op zijn gezicht te gaan. Knap staaltje van stuurmanskunst.
Voor de lunch belanden we op het terras van restaurant Rathaus. Een superfijne ontdekking. Het is ondertussen erg warm geworden en we smeren als een gek zonnecrème om niet te verbranden. Het is prettig toeven onder de parasols van het terras van restaurant Rathaus en ik geniet van de heerlijke risotto met asperges en de lekkere witte wijn.
Omdat het zo warm is, doen we het rustig aan. We zoeken een plekje waar ze gelato verkopen en lopen door de spoorwegtunnel onder de treinsporen naar de oever van het meer. Aan de oever stikt het van de zonnebadende mensen. Wij hebben echter een andere doel: de langste houten brug van Zwitserland. Helaas hebben we te weinig tijd om de brug helemaal af te lopen, want we mogen onze boot niet missen. Ik vlieg immers vanavond terug naar België en het zou stom zijn mijn vliegtuig te missen.
Het is jammer dat we maar een paar uur hebben kunnen doorbrengen in Rapperswil, misschien hadden we deze uitstap eerder moeten plannen. Maar ach, dan hebben we nog iets om voor terug te komen, nietwaar? Het is superwarm tijdens de terugtocht op de boot en we zweten wat af. Doet me denken aan onze boottocht naar Yvoire van bijna een jaar geleden.
Wanneer we opnieuw vaste grond onder de voeten hebben, wandelen we op het gemak terug naar het hotel, waar onze valiezen mooi op ons staan te wachten ondanks het feit dat het later is dan 16u. We hebben nog wat tijd over en drinken iets op het terras van ons hotel. Ik bega de vergissing om een ijsthee te bestellen die één, niet huisgemaakt is en twéé, veel te zoet is. En ook de mint julep van mijn vriend smaakt minder lekker dan degene die ik bij aankomst in Zürich dronk.
Tijd om naar het station te vertrekken om de trein naar de luchthaven te nemen. Ik ben ruimschoots op tijd en check mijn valies in. Ik ben net voorbij het eerste poortje om naar de security te gaan, wanneer ik besef dat ik vergeten ben mijn laptop uit het voorste vak van de koffer te halen en in mijn fototoestelrugzak te steken. Damn. De laptop staat in standby en dat kan een potentieel gevaar opleveren in het ruim van het vliegtuig.
Ik meld mijn probleem aan de beambte bij het poortje maar die zegt dat er niets meer aan te doen valt. Ik weet hem echter te overtuigen dat ik toch wil proberen de laptop nog terug te halen. Ik heb mijn valies nog maar pas ingecheckt en ik wil geen neergestort vliegtuig op mijn geweten hebben. Ik keer dus terug en wend mij tot een zeer vriendelijke beambte van Swissair (ik moet zeggen dat ik stiekem blij ben dat dit een Swissair vlucht is). Ze luistert naar mijn probleem, scant mijn bagagetag in en zegt me dat ze mijn koffer terug zullen laten komen.
Voordat het zover is, moet ik nog een hele tocht afleggen, naar de lost and found in een bepaalde terminal, daar aanbellen en dan wachten aan bagageband 21. En jawel, ik ben nog maar net daar aangekomen of mijn valies komt geheel eenzaam de band opgerold. Opgelucht haal ik de laptop eruit en vraag me vervolgens af hoe ik mijn valies nu terug in het systeem krijg. Ik ga naar een andere lost and found beambte en die brengt mijn valies ergens naar een geheim luik et voilà, de valies is weer op weg om hopelijk bij het juiste vliegtuig uit te komen.
Uiteindelijk heb ik in totaal een half uur of zo verloren, dat vind ik persoonlijk heel goed meevallen. Erg onder de indruk van de efficiëntie van de luchthaven van Zürich. Benieuwd of dat in Zaventem zo vlotjes zou verlopen.
Opgelucht dat ik mijn laptop kon recupereren, ga ik opnieuw naar het poortje waar ik al een keer door geweest ben en waar je je boarding pass moet scannen. Uiteraard krijg ik de boodschap dat mijn boarding pass een duplicaat is. Gelukkig doet de norse dame aan het poortje niet moeilijk en laat ze me erdoor.
Ik geraak vlot door security en dan is het nog een flink eind stappen naar de gate. Zürich is echt een enorme luchthaven.
Bij terugkomst in Zaventem rolt tot mijn opluchting mijn valies mooi van de bagageband. Eind goed, al goed. Een treinrit later ben ik alweer terug in Leuven. Al bij al nog op een redelijk uur.
Zürich is echt een stad die mij aangenaam verrast heeft. Zeker de moeite van een bezoek waard.
Opgestaan met het nieuws over de Virginia Beach shooting. Ons gesprek met de Amerikanen gisteren blijkt zowaar profetisch geweest te zijn. Ongelooflijk dat een land dat zich het machtigste land ter wereld noemt, er niet in slaagt deze massa shootings onder controle te krijgen. En dat terwijl de oplossing zo voor de hand ligt: een strengere wapenwetgeving. Fuck the NRA.
Vandaag hebben we een uitstapje naar de Uetliberg gepland, een beetje de Mont Salève van Zürich. Een treinrit van amper twintig minuten brengt ons van Zürich Hauptbahnhof naar de 873 meter hoge Uetliberg. Een paar minuten later staan we al boven op de (betalende) uitkijktoren te genieten van het uitzicht op Zürich en de bergen rondom ons.
Het is nog steeds schitterend weer, ideaal voor een bergwandeling. We wandelen in de richting van Felsenegg met de Zürichsee aan onze linkerkant. De wandelpaden zijn breed en helemaal niet steil. Het is duidelijk dat de Zwitsers ernaar streven om deze plek voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk te maken.
Onze middagpauze brengen we door op het terras van Uto Staffel, volgens hun website het hoogste gelegen restaurant van Zürich. Of dat klopt weet ik niet, maar het uitzicht was er alleszins fenomenaal en het eten heel lekker. Mijn risotto met zalm was heerlijk en mijn vriend was ook zeer te spreken van zijn beefburger.
We zetten onze wandeling verder naar Felsenegg. Onderweg stoppen we even bij de plek waar de parapenters van de heuvel springen. Het zijn duidelijk de ideale omstandigheden om te vliegen, want de ene na de andere gaat de lucht in. In restaurant Felsenegg lassen we onze volgende rustpauze in (dat terras ziet er gewoonweg té geweldig uit). Ik drink een flesje Rivella om mijn vochtniveau weer op peil te brengen en we besluiten vervolgens nog een kleine extra wandeling naar Buchenegg aan ons uitstapje te breien. Buchenegg is een klein dorpje waar duidelijk niet veel te beleven valt. We maken de lus rond en komen opnieuw in Felsenegg uit. En ja, we kunnen opnieuw de verleiding van het prachtige terras niet weerstaan. We drinken een glaasje wijn en omdat het ons zo smaakt en het uitzicht zo prachtig is, nog een tweede. Zowel de chasselas als de riesling zijn uitstekend.
Om de ganse wandeling terug te vermijden (het is ondertussen al 18u) nemen we in Felsenegg de Lufstseilbahn (aka funiculaire) naar Adliswil. Beneden aangekomen moeten we enkel de mensen volgen om bij het station van Adliswil uit te komen. Een beetje later komt onze trein aan en hup, een half uurtje later staan we alweer in het Hauptbahnhof. Echt, het openbaar vervoer in Zwitserland is geweldig.
Omdat mijn vriend zin in Thais heeft, zoek ik op tripadvisor een goed Thais restaurant op. Het restaurant is een stukje stappen van de Hauptbahnhof, maar uiteindelijk blijkt Kinkhao een geweldig ontdekking. Kinkhao is een verrassend modern restaurant waar alle klanten plaatsnemen aan lange tafels, met het idee de klanten aan te moedigen gesprekken aan te knopen met je buurman of buurvrouw. Daar hebben wij eerlijk gezegd niet zo heel veel zin in, dus we zoeken ons een plekje aan het uiteinde van zo’n lange tafel. Je kan kiezen uit hoeveel gangen je menu bestaat, maar je moet wel eten wat de pot schaft. En jawel, ook hier heeft foodsharing zijn intrede gedaan: de meeste gerechten die we krijgen, zijn te verdelen onder ons tweetjes. Uiteindelijk gaan we voor de zesgangenmenu. Lekker, maar in combinatie met ons toch vrij copieuze middagmaal ietwat te veel. De gerechten zijn echter om duimen en vingers af te likken. Beste pad thai die ik ooit gegeten heb. Wat een verwennerij!
Na deze superavond keren we terug naar het hotel. Morgen is het al onze laatste dag in Zürich. Snik.
Ontbeten met kaas en een felgekleurd hardgekookt eitje (het lijkt hier wel alle dagen Pasen) en vervolgens de dag goed ingezet met een uitgebreide vrijpartij.
Onze tweede dag op verkenning in Zürich beginnen we met een bezoek aan de Grossmünster. Voor een bescheiden toegangsprijs mogen we de toren beklimmen. 187 treden later genieten we van een fabuleus uitzicht over het zonovergoten Zürich. Spijtig genoeg is het ook in de Grossmünster niet toegestaan foto’s te nemen van het interieur. Ik snap eerlijk gezegd echt niet waarom. Het is niet dat er nog auteursrecht geldt op de tentoongestelde kunstwerken.
Mijn vriend en ik zijn allebei gefascineerd door een deurtje in het midden van de kerk. Het is onduidelijk wat er zich achter dit deurtje bevindt. Buiten een plakkaatje dat aangeeft dat wat er zich ook achter de deur bevindt, opent om 12u, vinden we geen info. We oefenen tien minuutjes geduld uit en stipt om twaalf uur treden we binnen. We beklimmen een trap en komen terecht in een plek boven het middenschip van de kerk waar de tentoonstelling ‘Getruckt zů Zürich’ te bewonderen valt. De tentoonstelling toont een prachtige collectie oude gedrukte bijbels, met zeer gedetailleerde uitleg én de mogelijkheid om tot in de details in te zoomen op de digitale replica’s van de bijbels. Zeer boeiend en we komen weer wat meer te weten over de fameuze Zwingli en de reformatie in Zwitserland.
Het is nog steeds schitterend zonnig weer en we kunnen de verleiding niet weerstaan om te aperitieven met een glaasje rosé op het terras van het Rathaus Café aan de oever van de rivier de Limmat. Omdat we in de namiddag een food tour geboekt hebben, houden we het op een zeer bescheiden lunch: we kopen een hartige pannenkoek met kaas en spinazie aan een foodtruck vlakbij ons hotel.
Na een kleine stop in ons hotel vertrekken we te voet naar Zürich-West waar onze food tour begint om 16u. Een wandeling van iets meer dan een half uur. We zijn ruimschoots op tijd, dus hebben we nog tijd voor een glaasje wijn op een wel heel bijzondere plek onder een spoorwegviaduct. Onder het viaduct zijn allerlei winkels, eetgelegenheden en zelfs een heuse markthal onder gebracht. Een soort stadsontwikkelingsproject dat mij heel erg aan Londen doet denken, qua sfeer en invulling. Wij kiezen een fijn plaatsje uit onder een parasol en genieten van ons drankje op deze hippe locatie.
Iets voor 16u komen we aan bij tramhalte Toni-Areal waar de food tour begint. We sluiten aan bij het groepje mensen dat er al staat en maken kennis met de gids, een vriendelijke dame op leeftijd. Mijn vorige ervaringen met food tours zijn altijd heel positief geweest, dus benieuwd wat Zürich te bieden heeft.
We starten in restaurant NENI at the 25 hours hotel. Zoals de naam doet vermoeden, situeert dit restaurant zich in het 25 hours hotel. Tot mijn verbazing starten we onze food tour met falafel, hummus, baba ghanoush en andere mediterrane mezze. Toch wel onverwacht, dit. We maken kennis met één van de deelnemers aan de tour, een vriendelijke Nederlandse dame die hier op bezoek is bij haar nichtje. Het nichtje en haar gezin hadden vandaag andere verplichtingen, vandaar dat de Nederlandse van de gelegenheid gebruik maakt om deze food tour mee te pikken.
Bij het boeken van de tour werd benadrukt dat het zeer belangrijk was om over een tramticket te beschikken. Wij, braaf als we zijn, dus mooi op voorhand een dagticketje gekocht. Blijkt dat we de ganse tour maar één keer de tram nemen. En dat om slechts één stop verder te geraken. Ik begrijp dat zo’n officiële tour zwartrijden niet kan aanmoedigen, maar het voelt voor ons toch wel als weggegooid geld.
Onze volgende food stop is Sphères. Hier krijgen we lokaal gebrouwen bier met kaas, charcuterie en olijven. Ik schuif mijn portie bier door naar mijn vriend en beperk me tot de hapjes. Onze gids houdt er een strikt tempo op na, ze spoort ons aan om wat sneller te eten, want de tour duurt maar drie uur en we moeten op schema blijven! Chop chop!
Volgende halte: LaSalle. Weer een voorbeeld van een geslaagd stadsvernieuwingsproject. Ik moet zeggen dat ik de buurt waarin we ons bewegen bijzonder interessant vind. Je ziet nog duidelijk de sporen van de vroegere industrie hier aanwezig en tegelijkertijd is er een grote reconversie gaande om de oude leegstaande industriële gebouwen een nieuwe leven te geven. Restaurant LaSalle bevindt zich in een glazen kubus gelegen in het industriële Schiffbau pand. Historisch diende dit pand voor de bouw van stoommachines en boten. Nu biedt het onderdak aan een theater, een restaurant en een bar. De kubus maakt het mogelijk om vanuit het restaurant het bestaande industriële gebouw te bewonderen en tegelijkertijd toch over alle nodige comfort te beschikken. We worden er onthaald op de beste hapjes tot nu toe: een soepje, een hapje met avocado en een baguette mit rindssteak und café de paris.
Verder naar Les Halles, alweer een oud industrieel gebouw dat nu een commerciële functie heeft gekregen. Het lijkt me duidelijk wat de rode draad is van deze food tour. Niet zozeer het voedsel zelf, maar eerder de bijzondere plekken waar we onze hapjes en drankjes consumeren. Wat de gerechten zelf betreft, tot nu toe heb ik weinig echt authentiek Zwitserse gerechten gegeten. En de gids lijkt helemaal niet culinair geschoold. Telkens als we wat meer achtergrond vragen bij de gerechten moet ze ons het antwoord schuldig blijven. En bij haar uitleg geraakt ze nooit verder dan: lekker bier, lekker hapje, lekkere wijn. Op dat vlak was de rondleiding in Lyon veel interessanter. Die rondleiding legde echt de link tussen het eten dat we kregen en de geschiedenis van Lyon. En die link mis ik hier.
In Les Halles eten we alweer een bijzonder typisch (???) Zwitsers gerecht: mosselen in witte wijnsaus, vergezeld van een lekker glaasje witte wijn. De mosselen zijn petieterig klein, maar wel heel lekker. We raken aan de praat met een koppel uit Birmingham dat aan hetzelfde tafeltje als wij staat. Ze vertellen dat ze elk jaar een uitstapje doen zonder de kinderen om hun huwelijksverjaardag te vieren. Ik schat het koppel ruim tien jaar jonger in dan ons en voel me opeens heel oud. 😉
Volgende stop: Foifi ZeroWaste Ladencafé. Yep, jullie raden het al: een verpakkingsvrije winkel. Hier krijgen we wat lokaal geproduceerde kaas en chocolade en lokaal geteelde rode biet, tomaat en komkommer. Allemaal heel lekker, maar ook hier mis ik een beetje de link met Zürich. Onze gids maant ons opnieuw aan tot spoed. Snel, snel, want we moeten ons tijdschema respecteren!
Onze laatste halte is, en dat hadden we eigenlijk kunnen verwachten, het viaduct waar mijn vriend en ik eerder deze namiddag iets gedronken hebben. Zo’n bijzondere locatie mag natuurlijk niet ontbreken op een food tour door een voormalige industriezone. We eten er een vegan ijsje bij St. Jakob Beck. Ik ga voor de smaak pistache, een beetje uit mijn comfort zone, maar heel lekker.
We nemen afscheid van de gids en de rest van de groep en besluiten nog iets te gaan drinken. Het is 19u, maar nog altijd aangenaam warm en we willen profiteren van de zalige avondzon. We keren terug naar één van de stops op de food tour: restaurant LaSalle. We zoeken een plekje op de houten terrastafels die buiten langs de gevel van het oude industriële pand staan en drinken een heerlijke cocktail. Een lekkere cosmopolitan gaat er altijd wel in!
Veel honger hebben we niet na al de hapjes die we gekregen hebben, dus besluiten we Zürich-West nog wat verder te ontdekken. En hoe beter dat te doen door iets te drinken in de hoogste toren van Zürich (tip van onze gids)? Clouds Bar & Bistro is een ideale plek om de zon te zien ondergaan onder het genot van een lekker glaasje wijn. We hebben een plek aan de barkrukken voor het raam weten te bemachtigen en genieten van het uitzicht, dat zich helaas door de vele weerkaatsingen erg moeilijk op foto laat vastleggen. Ik drink er een prosecco en een Barbera d’Alba. Beide zijn uitstekend.
Mijn vriend en ik raken aan de praat met het koppel naast ons. Het blijkt een pas afgestudeerd Amerikaans koppel te zijn, op reis doorheen Europa. Het meisje heeft Duitse roots (ze is naar eigen zeggen honderd procent Duits, een uitspraak waarop ik niet verder inga) en de kerel is een echte cliché Amerikaan uit Denver die duidelijk nog niet veel van de wereld gezien heeft. En effectief, het is zijn eerste keer buiten de VS. Het gesprek met hen bevestigt een beetje mijn vooroordelen ten opzichte van het Amerikaanse onderwijssysteem. De kerel heeft zelfs nog nooit van België gehoord, laat staan dat hij weet waar het ligt. We hebben het ook kort over de wapenwetgeving in de VS, maar aangezien we het gesprek plezant willen houden, stappen we snel over op een ander onderwerp.
We sluiten de avond af rond een uur of tien en wandelen te voet terug naar ons hotel. Genietend van de koele avondlucht.
De laatste dag van mijn (korte) zomervakantie bracht ik door in de piepkleine gemeente Saffloz in Frankrijk. Mijn vriend en ik waren daar uitgenodigd voor een barbecue bij één van zijn collega’s. Een aantal jaren geleden kochten de collega en zijn vrouw een huis met bijgebouw in Saffloz en sindsdien rijden hij en zijn vrouw elk weekend naar daar om het bijgebouw om te bouwen tot een heuse bed and breakfast. Chapeau! Ik denk niet dat ik er het geduld en het doorzettingsvermogen voor zou hebben. Ik was na de rondleiding onder de indruk van het vele werk dat onze gastheer en gastvrouw al verzet hebben. De verbouwingen zitten duidelijk in de laatste rechte lijn naar de voltooiing. Misschien hebben we volgend jaar wel een weekendje Saffloz in het vooruitzicht. 😉
Spijtig genoeg waren de weergoden ons deze zondag minder gunstig gezind dan de voorbije week. Het regende en het bleef regenen. De ongetwijfeld mooie omgeving werd helemaal opgeslokt door de regenwolken en in plaats van te kunnen genieten van de mooie tuin van de collega van mijn vriend, moesten we ons noodgedwongen terug trekken in de garage. Geen erg, het werd sowieso een fijne namiddag met boeiende gesprekken, lekker (en veel eten) en een aanwezigheidslijst die uit een zeer divers spectrum aan nationaliteiten bestond (Italiaans, Frans, Belgisch, Brits, Portugees, Spaans, Australisch en Fins). Dé sterren van de namiddag waren echter de twee spierwitte samoyed honden, meegebracht door het Finse homokoppel.
Op culinair vlak werden we dik in de watten gelegd. We maakten kennis met een paar lokale specialiteiten (heel lekkere crèmant du Jura) en ik mocht zelfs proeven van de door de ouders van onze Italiaanse gastvrouw zelf gebottelde schuimende rosé barbera. Dé ontdekking van de namiddag was echter de likeur Cantares de Portugal, een chocoladelikeur met krieken. We ontdekten trouwens dat niet iedereen bekend was met de fruitsoort krieken. En dan zijn we weer blij dat er zoiets als het internet bestaat. 😉
Na al deze culinaire overdaad was de collega van mijn vriend, met wie we mochten meerijden naar Saffloz, zo vriendelijk om mij mooi aan de luchthaven van Genève af te zetten. Alwaar mijn vlucht natuurlijk weer vijftig minuten vertraging had. Rondhangen op een luchthaven terwijl je liever je ogen zou willen sluiten en dutje doen: niet tof.