Afgelast

Deze ochtend voor dag en dauw: een telefoontje van vrienden E en C. Hun dochtertje is ziek en onze lunchafspraak voor vandaag kan niet doorgaan. Aan de ene kant jammer, want ik keek al uit naar bijpraten onder het genot van een stukje quiche, maar aan de andere kant is het ook wel leuk: een onverwachte vrije namiddag. Die we meteen opgevuld hebben met een bezoekje aan de stripwinkel om een nieuwe voorraad strips in te slaan. 😉

Hebben jullie dat ook?

Dat wanneer bepaalde personen hun mond openen om iets te zeggen of uit te leggen, je enkel “blablablablabla” hoort? Bijzonder vervelend, ik kan het jullie verzekeren. Vooral omdat na enkele minuten die “blablabla” vervangen wordt door een inwendig stemmetje dat zegt: “Ik moet beter luisteren. Ik moet beter luisteren. Shit, mislukt.”

Pietje

De Japanse les, altijd goed voor een lachbui of twee. Dit keer was het niet de übergrappige stagiair die mij met zijn grappige maniertjes tot tranen toe aan het lachen bracht, maar wel een nogal stom misverstand. Ik vroeg aan een medestudent wat すこし betekende. Waarop hij zijn duim en wijsvinger op ongeveer twee centimeter van mekaar hield en iets fluisterde dat ik verstond als “pietje”, terwijl het eigenlijk “beetje” moest zijn. Mijn dirty mind kwam niet meer bij van het lachen en de papieren zakdoekjes moesten bovengehaald worden om de tranen weg te wissen. Jaja, als een mens oververmoeid is, wordt er met de stomste dingen eerst gelachen.

Moeilijke eters

Deze weekend komt er weer een bevriend koppel bij ons eten. Geleerd uit vorige ervaringen (het incident met de gaste met notenallergie, terwijl wij een gerecht met noten bereid hadden, staat me nog levendig voor de geest), vraag ik altijd na of er iets is wat onze gasten niet lusten of waar ze allergisch voor zijn. Het verbaast me telkens weer dat ik dan een waslijst terug krijg met dingen die ze niet lusten.

Ik snap dat echt niet. Dat je als volwassene zegt: “ik lust geen fruit” (álle fruit? komaan zeg!) of “ik lust geen rauwe/gekookte groenten” of “ik lust geen vis”. Dat er mensen zijn die geen kaas lusten, daar kan ik nog ergens inkomen, vanwege de bijzondere smaak en textuur, alhoewel de variëteit aan kazen quasi grenzeloos is. Ik vind het altijd een beetje pijnlijk: te gast zijn bij iemand en dan moeten zeggen: “Sorry, ik lust dit niet.” Van een kind kan ik dit begrijpen, als volwassene vind ik dat je moet eten wat de pot schaft. Of toch tenminste een hapje proeven van het aangebodene.

Soms voel ik gewoon plaatsvervangende schaamte. Zo ken ik mensen die geen barbecuevlees willen eten als er daarvoor scampi op de barbecue gelegen hebben of die niet meer willen eten van een bord als er mayonaise op ligt. Ik snap niet dat ze niet door de grond zakken van schaamte om dit te moeten toegeven. Zulk gedrag, dat zit toch tussen de oren?

Misschien heb ik makkelijk praten. Ik ben altijd al een makkelijke eter geweest. Er zijn maar twee dingen die ik echt niet lust: koffie en bier. En dat feit heeft mij nog nooit in ongemakkelijke situaties gebracht. Het is makkelijk om een tasje koffie af te slaan en in de plaats daarvan thee te vragen. ‘t Is zelfs gezonder. En er zijn zoveel smakelijke alternatieven voor bier, dat ik nog nooit de behoefte gevoeld heb om mij de smaak eigen te maken. Al kan ik me er wel nog toe bewegen zo’n zoet vrouwenbiertje als framboise of kriek te drinken.

Eetgewoontes, het blijft me verbazen.

Mia verkoopt onzin

‘t Is allemaal de schuld van de mannen en de maatschappij. Vrouwen worden gedwongen om thuis te blijven en voor de kroost te zorgen. Althans, dat denkt Mia. Sta me toe hier de heren der schepping een beetje te verdedigen. Ik ken toevallig heel veel koppels waarbij zowel de man als de vrouw hoogopgeleid zijn. Beiden een mooi diploma op zak, allebei kansen op een mooie carrière. En wat blijkt: vaak zijn het de vrouwen zélf die ervoor kiezen om een stap terug te zetten en zeker niet omdat hun man dit van hen verlangt of omdat zij sociale druk ervaren. Want al die mannen steken braaf hun handen uit de mouwen wat het huishouden betreft en zijn even betrokken bij de opvoeding van hun kinderen als hun vrouwen. En neen, dan heb ik het niet over schaarse quality time met de kroost. De meeste vaders die ik ken zijn echt hands-on: flesjes geven, pampertjes verversen, kindjes naar de crèche doen, kleedjes aandoen, troosten, enzovoort.

Ik kan enkel vaststellen dat na een bevalling de ambities van veel vrouwen afzwakken, hun prioriteiten veranderen. Let op, dit is zeker niet bij alle vrouwen het geval, ik wil niet veralgemenen. Deze conclusies zijn louter gebaseerd op observaties in mijn vriendenkring, bestaande uit enkel hoogopgeleiden. Het beeld dat ik heb, is dus fragmentarisch. Ik ken vaders die viervijfde werken, maar ik ken veel meer vrouwen die deeltijds werken. Ik ken ook hoger opgeleide vrouwen die stiekem toegeven dat ze liever thuis zouden blijven bij de kindjes. Eigenlijk worden ze daar zelfs een beetje scheef om bekeken (ook door mij): allez, zo’n mooi diploma en daar dan niks mee doen? Sociale dwang in de andere richting?

Controle

Gisteren hadden we bevriend koppel L en J op bezoek. Altijd goed voor een avondje uptempo babbelen, want het is moeilijk spraakwaterval L bij te benen. Deze keer werd ik zowaar gebombardeerd tot zijn favoriete onderwerp. Hij noemde mij een controlefreak omdat ik al onze hotels voor de komende grote vakantie al op voorhand heb vastgelegd. Persoonlijk vind ik het gewoon comfortabel om op reis niet meer op zoek te hoeven naar een plek in de herberg, maar ik geef toe dat zo’n manier van reizen de spontaneïteit niet ten goede komt.

Enfin, ik weet dat hij ergens wel een punt heeft, maar ik hoef er daarom niet voortdurend met de neus ingewreven te worden. Gelukkig veranderde het onderwerp later op de avond naar een veiliger thema: het feminisme en de rol van de vrouw in de maatschappij. Best te verteren met een glaasje Żubrówka erbij.

Minibaby’tje

Twee weken oud is ze ondertussen al en deze namiddag bracht ik haar een bezoekje. Juwelen uit, handen goed wassen, met alcoholgel insmeren en mondmaskertje, hoewel niet strikt nodig, voor. Een ietsiepietsie minimensje in een couveuse, verbonden met allerlei monitors. Het kleinste baby’tje dat ik ooit gezien heb. Vredig slapend alsof er niets aan de hand is. De kaap van de kilo heeft ze ondertussen gerond. Op naar de twee kilo!

Renaissanceliederen

Ik heb hier ooit eens een lijstje geplaatsy met dingen die ik graag zou willen doen. Ondertussen volg ik sinds september vorig jaar een fotografiecursus (zij het niet aan de academie) en heb ik zelfs tijd gevonden om bescheiden zanglessen te nemen. In de catalogus van vormingplus vond ik de ideale cursus voor mij: vier vrijdagavonden van half acht tot tien. Ideaal voor mensen met een drukke agenda.

Al bleek het niet zo gemakkelijk om om de cursuslocatie te vinden. Na wat in het duister samen met enkele medecursusten rondgedoold te hebben op het terrein van De bron, vond ik dan toch het witte kasteeltje waar we samen zouden zingen. De dames aanwezig bleken bijna allemaal met de pensioenleeftijd te flirten en waren trouwe zangcursusvolgers. Ik voelde me een beetje een vreemde eend in de bijt. Maar dat gevoel verdween toen we na de voorstellingsronde (er waren gelukkig nog twee meisjes van mijn leeftijd die beiden in een solidariteitskoor zongen) begonnen te zingen. Werden uit volle borst meegezongen: “Pavane” van Tabourot, “It was a lover and his lass” van Thomas Morley, het drinkliedje “Tourdion”, “Signum” van Tielman Susato en “Viva la musica” van Michaël Praetorius. De meeste van de liederen kende ik, wat het meezingen des te leuker maakte.

Ik kijk al uit naar volgende week.