Treinproblemen

Wat lees ik in de Standaard? Morgen zullen er blijkbaar minder treinen rijden:

Ook donderdagochtend zou het spoorverkeer nog hinder ondervinden. Zo rijden wel alle IC- en IR-treinen maar zal Infrabel een aantal piekuurtreinen afschaffen. ‘We proberen dat te compenseren door extra veel capaciteit te voorzien op de treinen die wel rijden’, gaat de woordvoerder verder. ‘Welke treinen precies afgeschaft zullen worden, zal de reiziger via de media en in de betrokken stations vernemen.’

En hoe moeten wij vernemen welke treinen er al dan niet rijden? Via de media en in de betrokken stations. Blinkt uit door afwezigheid: de site van de NMBS zelf. Is dat niet de állereerste plaats waar een reiziger naartoe trekt als hij op zoek is naar informatie? Gebruik die site waarvoor hij dient: om de reiziger te informeren. Alstublieft. Dankuwel.

Een drukke dag

Er stonden twee stuurgroepvergaderingen op het programma vandaag en stuurgroepvergaderingen zijn meestal niet het soort vergaderingen waar je al eens met je gedachten kan afdwalen. Focussen en knopen doorhakken, da’s de bedoeling. De eerste vergadering vond plaats in Brussel, de tweede in Gent. Allemaal just in time gepland. Op de terugweg van de ene vergadering een broodje gekocht en dit op weg naar Brussel centraal in het zonnetje opgegeten. Daarna mij wat geërgerd omdat er problemen waren met de treindeuren en ik dus dreigde in Gent mijn bus te missen.

Gelukkig viel de vertraging nog mee en kon ik (mits een klein sprintje, niet leuk met een laptoprugzak op je rug) nog net op tijd op de bus springen. En ja, ik was just in time om de voorstellingsronde van stuurgroepvergadering nummer twee mee te maken. Ver zijn we echter niet geraakt: toen ging het brandalarm af. Totaal geen paniek, want het ging om een vooraf aangekondigde brandoefening. Iedereen was blij om buiten van de zon te kunnen genieten. Veel leuker dan vergaderen.

Toen ik de bus terugnam naar het station, wilden de deuren alweer niet dicht. Ditmaal lag een human error (oftwel een mevrouw die niet doorhad dat zij de deuren blokkeerde) aan de oorzaak. Natuurlijk net te laat in het station van Gent om nog mijn trein te halen. Tot ik zag dat hij nog op het bord stond. Tegen beter weten in toch maar een sprintje getrokken naar perron tien en jawel, het geluk was aan mijn kant: de trein was nog niet vertrokken. Oef.

En zo kwam het dat ik vanavond mooi op tijd in de Japanse les zat. Alwaar de juffrouw een versnelling hoger is geschakeld en ons nu elke les opzadelt met bergen nieuwe woordenschat. De examens zijn in aantocht, zeker?

Lachen met het vriendje

Doordat ik tweeënhalve dag niet op het werk geweest ben, lagen er deze namiddag bergen onbeantwoorde emails op mij te wachten. Email, de vloek van de moderne informatiemaatschappij. Blijkbaar hadden ze tijdens mijn afwezigheid een vergadering ingepland om twee uur waarop ik een presentatie moest geven en dat was toch geen probleem, hopelijk? Enfin, ik ben (soms) geweldig flexibel, dus ik heb wat slides gebruikt die ik nog had staan en gaan met die banaan.

Om de emailachterstand wat weg te werken, besloot ik deze avond wat langer te blijven. Mijn vriendje had andere verplichtingen, die zat toch niet op mij te wachten. Of dat dacht ik althans, want toen ik een uur later dan gewoonlijk in de trein zat, belde hij me op:
“Waar zit je ergens?”
Ikke: “Euh, in de trein?”
Hij: “Waar ergens juist? ”
Ikke: “Euh, net Brussel Noord gepasseerd?  Waarom? ” (ik voelde een zekere dringendheid in zijn woorden)
Hij: “Welleuh, ik sta op het dak van de garages en ik geraak niet meer binnen.”

Nu moeten jullie weten dat je via een vluchthuisje vanuit de garage op het platte dak kan geraken. Er heeft nooit een slot op dat huisje gestaan, maar blijkbaar heeft de bouwheer daar nu wel een slot op gezet, waardoor de deur achter hem was dichtgevallen en hij niet meer terug in de garages kon. Hij was aan het testen hoe ver het wireless netwerk ging. :-)) En toen moest ik toch wel moeite doen om mijn lach in te houden. Ik zei dat ik nog een twintigtal minuten onderweg zou zijn voordat ik hem uit zijn benarde positie kon redden.

Uiteindelijk heeft hij iemand van de buren te pakken gekregen en die is hem komen bevrijden. De zielepoot. :-) Het lachen verging mij echter al snel toen mijn Treo me eraan herinnerde dat ik om zeven uur had afgesproken om te gaan squashen, vooral omdat mijn trein pas om zeven uur in Leuven zou aankomen. Spurtje getrokken van het station naar ons appartement, in zeven haasten mijn sportkleren bijeen gezocht, squashracket gepakt en op een drafje naar de squashzaal. Dik kwartier te laat, natuurlijk. Ik was al moe voordat ik nog maar één balletje geslagen had. 😉

Dat zal mij leren met mijn vriendje te lachen.

Vrijgezellenweekend

Ondanks een paar dramaatjes was het een erg gezellig weekend. Wel superbraafjes, maar dat schijnt eigen te zijn aan vrouwelijke vrijgezellenuitstapjes. 😉 Omdat ik zaterdagvoormiddag toch nog twee uurtjes Russisch wilde meepikken, sloot ik pas in de namiddag bij de groep aan. Ik miste zo de rondvaart op de Brugse reien en de brunch in het park. Een mens moet er iets voor over hebben om wat Russische dialoogjes te kunnen oefenen.

Na anderhalf uur treinen bevond ik mij in het station van Brugge. Eerst wat gevloekt op de bagagelockers die alleen maar gepast geld aanvaardden (het ding weigerde mijn vier euro aan te nemen, ik was verplicht exact drie euro in de automaat te steken, grmbl). Gelukkig vond ik tot mijn opluchting iemand in het stationscafé bereid om wat geld te wisselen. Ik weet niet of ik pech had, maar alle mensen die ik aansprak in het station waren bijzonder onvriendelijk. En ik die dacht dat West-Vlamingen de gastvrijheid zelve waren. De meneer bij wie ik mijn buskaartje kocht was ook een geval apart, maar ik geraakte na wat aandringen toch aan mijn kaartje. De mevrouw die de bus bestuurde liep dan weer over van de vriendelijkheid.

Na een busrit van een tiental minuutjes, was ik op de plaats van afspraak. Ik kocht snel een chocoladebroodje om wat energie op te doen en stond net met volle kaken de restanten van het broodje naar binnen te werken, toen ik de toekomstige bruid en haar hofdames ontwaarde. Na een korte voorstelling (en een tevergeefse poging om al die nieuwe gezichten aan namen te koppelen) trokken we naar een fietsverhuurder. We maakten een tochtje langs plekken waaraan de vrijgezellin leuke herinneringen had. Zo bezochten we het huis van een buurjongen waarmee ze ooit doktertje  gespeeld had. Naar het schijnt konden zijn erg katholieke ouders daar destijds niet mee lachen. En het feit was duidelijk nog niet vergeven. Toen we gingen aanbellen, bleef de deur op slot, terwijl een wagenwijd openstaand raam beslist deed vermoeden dat er iemand in huis was.

Na de fietstocht, trokken we onze schoenen uit en begonnen we twee aan twee te dansen op onze sokken (ik danste met de bruid in spé). We waagden ons aan salsadansen onder de deskundige begeleiding van twee geoefende dansers. In het begin had ik wat moeite met de stapjes, maar eens de klik gemaakt, ging het vlotjes. Spijtig dat er in mijn huidige leven zo weinig tijd overblijft om te dansen. Vroeger, toen ik nog geen agenda had die volgeboekt was tot in juli, stond ik elke week minstens één keer op een fuif met mijn gat te schudden. In een ver verleden volgde ik rock-and-roll en stijldanslessen. Helaas is er van al die danspasjes niet veel blijven plakken, ik doe het gewoon te weinig.

Na de dansles zetten we koers richting onze slaapplaats om ons wat op te frissen na al de lichamelijke inspanningen. De bruid to be was geblinddoekt. Groot was haar verrassing toen bleek dat ze de nacht zou doorbrengen in een heus kasteel. En wat voor een kasteel. Met een torentje en een slotgracht. Alleen de prins ontbrak om haar te komen bevrijden (die zat ergens in het verre Limburg met verfkogels op zijn vrienden te schieten). Na wat traantjes bij de kamerverdeling en wat sussende woordjes van mezelf (ojee, ik waande me even terug in het tweede middelbaar: ik vol onbegrip voor al de puberhysterie van mijn vriendinnen, maar toch geduldig luisterend naar hun persoonlijke drama’s en goeie raad gevend) , trokken we richting restaurant.

De tocht naar het restaurant bleek een hele uitdaging. De parkeergarage bevond zich op flinke afstand van het restaurant, niemand had een plannetje bij en niemand kende de weg in Brugge. Gelukkig had één van de hofdames een draagbare GPS bij zich, die ik haar snel ontfutselde en op wandelroutes instelde. Ha, daar had ze niet aan gedacht! En mijn vooroordelen over juristen die niet veel moeten hebben van IT-toepassingen werden maar weer eens bevestigd. 😉 Navigeren doe ik dolgraag (ik loop op citytrips ook altijd met de kaart in de hand), dus eens ik de GPS in handen had, waren we snel op onze bestemming.

In het restaurant werden we zeer vriendelijk onhaald. Blijkbaar concentreert de Westvlaamse onvriendelijkheid zich enkel rond het station. Jordy, onze ober deed er alles aan om het ons naar de zin te maken. Het vegi-drama werd zonder problemen opgelost. Het slaatje met kip en de steak met frietjes werden omgeruild voor kaaskroketjes en een vegetarische spaghetti en iedereen was tevreden.  We lachten, we dronken, we aten, we babbelden. We zochten naar mannen met een stoere borstkas, maar moesten het doen met het kokshulpje dat wel heel erg graag uit de kleren ging om zijn spichtige borstkas te laten bewonderen.

Na het eten was iedereen doodop. Dus kwam er van een stapje in de wereld zetten niet veel meer in huis en dropen we met hangende pootjes af naar het kasteel. Waar iedereen snel in bed kroop voor een (in mijn geval slecht) nachtje slaap. Bij het uitgebreide ontbijt dronken we nog een glaasje cava en besloten we dat het een geslaagd weekend was. We namen afscheid van elkaar met de gevleugelde woorden: “Tot op het trouwfeest!”

Receptie

De beste recepties zijn degene waarvoor je niet uitnodigd bent. Dit motto indachtig, had ik niet veel overreding nodig toen mijn collega’s van de IT-dienst me vroegen om na het einde van de Documentum-cursus met hen mee te gaan naar de receptie van onze IT-outsourcer. Vorig jaar kreeg ik nog een uitnodiging, dit jaar werd ik echter jammerlijk over het hoofd gezien. Vermoedelijk omdat ik wegens tijdsgebrek niet meer de maandelijkse oersaaie overlegmomenten bijwoon. Na drie dagen cursus zou een beetje vroeger stoppen mij beslist deugd doen.

De receptie ging door in een chic blauw gebouw vlakbij het Noordstation. Het had wat voeten in de aarde voordat we binnen geraakten. De visitorsbadge hadden we redelijk snel, maar de hostessen die ons naar de juiste plek moesten begeleiden, bleken in rook te zijn opgegaan. Dat zal ons leren te laat te komen op een receptie. 😉 Na wat heen en weer gebel door de mevrouwen aan het onthaal en net toen we aan het overwegen waren om met hangende pootjes huiswaarts te keren, kwam een reddende engel de deuren voor ons openen. Zij voerde ons door het doolholf van gangen naar de juiste verdieping.

Dat we inderdaad wat aan de late kant waren, bleek uit het feit dat de schuimwijn al bijna helemaal op was. Gelukkig waren er nog zeer veel verse oesters om van te proeven. Mét een keur aan verschillende sausjes en dressings, die ik natuurlijk allemaal uitgeprobeerd heb. 😉 Mijn favoriete oester-garnituren: de dressing met koriander en rode peper en het tequilasausje. Very jummie. Volgens mij zijn oesters echt etenswaren die je moet leren appreciëren. Ik herinner me nog mijn allereerste oester: gekocht in de delhaize, na veel wrikken met een gewoon keukenmes eindelijk open gekregen en verorberd in de keuken van onze studentenresidentie. Geen succes. Tegenwoordig bevalt de zilte smaak van oester mij veel beter.

Omdat de schuimwijn op was, heb ik mij even gewaagd aan de bierproeverij (letterlijk te nemen, je kon een keur aan Belgische bieren degusteren). Om nóg maar eens tot de conclusie te komen dat bier mijn ding niet is. Alleen de Oude Kriek kon mij enigszins bekoren. Gelukkig waren er leuke en toffe gesprekken om van de receptie een succes te maken. En oja, onze outsourcer is natuurlijk geweldig en helemaal niet zo duur als het lijkt. 😉

Tijdens de terugrit naar Leuven, bleek trouwens dat we in dezelfde wagon zaten als Kathleen. Na het uitstappen nog even een praatje gemaakt met deze goedlachse jongedame. En oja, Kathleen, ik vind je haar prima zo! Helemaal geen nood aan een kappersbezoek, wat mij betreft. 😉

Instuif

Gisterenavond begaf ik mij met de trein en de bus naar Gent om het nieuwe huisje van Peter en Lynn in te wijden. Blijkbaar stond ik op een foute plaats op de bus te wachten aan het station van Gent, want bus 34 die ik oorspronkelijke wilde nemen, kwam niet opdagen. Gelukkig was er hulplijn Peter die me wist te zeggen dat bus 9 mij ook in de juiste richting zou brengen. Een mens vraagt zich soms af hoe dit soort probleempjes opgelost werden in het pré-gsmtijdperk.

Afstappen aan de juiste halte was niet echt een probleem, want bus 9 heb ik in Gent al vaker genomen. Ik had nog maar net de juiste straat gevonden of daar liep ik Jeronimo tegen het sexy lijf. Samen belden we aan bij Peter en Lynn. We werden enthousiast onthaald door de gastheer en de gastvrouw en kregen meteen al een rondleiding. Het huisje van Peter en Lynn is erg gezellig. Al had ik toch wel vraagtekens bij de plannen voor de kinderkamers. Hans en Grietje-toestanden zijn naar het schijnt niet echt opvoedkundig verantwoord. 😉

Na de rondleiding werden we volgepropt met hapjes en drank à volonté. Zelfs Jeronimo‘s immer slanke lijn kwam even in gevaar. Gelukkig wist hij genoeg zelfbeheersing aan de dag te leggen om een paar stukjes pizza en bitterballen af te slaan. 😉 Even een collectief schrikmoment toen het erop leek dat een ongelukkige beweging van Peter Sprietje de dwerghamster fataal zou zijn geworden, maar hamsters zijn taaier dan gedacht. Veel meer dan een hinkend pootje leek Spriet niet te zullen overhouden aan zijn duizelingwekkende val.

Er was zelfs een heuse bv op het feestje van Peter en Lynn aanwezig. Mejuffrouw Fleur Brusselmans bleek mee te spelen in één of andere Ketnet-soap.  Tv-loos als ik ben, kende ik haar totaal niet, maar het staat vast dat ze een breed scala aan emoties en gelaatsuitdrukkingen beheerst. En ze heeft dikke borsten, wat altijd goed scoort bij het mannelijke kijkerspubliek. 😉 Naar ‘t schijnt kan ze nog zingen ook, al hebben we geen live demonstratie gekregen. Spijtig. Volgende keer ga ik daar toch op aandringen.

Na middernacht kwam mijn vriendje nog een half uurtje de special guest uithangen, maar daarna zijn we stilletjes naar huis vertrokken. Nog een lange rit voor de boeg en mijn pijp was ongeveer uit. Bedankt Lynn en Peter voor de fijne avond!

En dan zijn we blij dat er airbags bestaan

Mijn vriend heeft deze ochtend een ongeval gehad. Een kettingbotsing. Normaal gaat hij altijd met de trein werken, maar door de vertragingen veroorzaakt door de treinstaking in Wallonië, nam hij vandaag de wagen. Man, ik ben serieus geschrokken toen hij belde. ‘t Was allemaal ok, zei hij, hij had niks. Oef. Er waren nog zes andere wagens bij de botsing betrokken en de bestuurders zijn allemaal naar het ziekenhuis gebracht. Niemand is ernstig gewond. Maar toch, zo’n whiplash, soms merk je dat niet meteen. Ik ken nog mensen die daarmee een hele tijd gesukkeld hebben. Hij klonk vrij rustig aan de telefoon. Rustiger dan ik alvast. De auto is volledig om zeep, maar dat is niet zo erg. Het is een bedrijfswagen, de verzekering regelt dat wel. Het gebrek aan een wagen is eerder een praktisch probleem, niet onoverkomelijk, al zullen we waarschijnlijk wel een aantal afspraken moeten afzeggen de komende weken en missen we het afscheidsfeestje van een goeie vriend die deze week voor twee jaar naar Australië vertrekt. Hij zal het ongetwijfeld begrijpen.

Ik ben zo blij dat mijn vriend niks heeft. Airbags zijn een geweldige uitvinding.