Platte band

Zoals ik al zei, hebben we op weg naar het doctoraat van Q pech gehad. Een platte band meer bepaald. Nu wilde ik dolgraag nog een stukje meepikken van de vragen, dus parkeerden we de wagen met platte band foutief in het Leuvense, staken we een briefje onder de ruitenwisser met daarop de mededeling dat we platte band hadden en dat we de auto zo snel mogelijk zouden depanneren en vertrokken we te voet verder naar de doctoraatsverdediging.

Allemaal goed en wel, maar dat betekende ook dat we (een beetje tipsy van de schuimwijn) ná de doctoraatsverdediging terug moesten om die kapotte band te vervangen. Nu moet u weten, beste lezers, dat mijn vriend en ik nog nooit in ons leven een band hebben moeten verwisselen. Wel al een paar keer platte band gehad, maar er was steeds iemand die van wanten wist in de buurt om ons uit de nood te helpen. Deze keer stonden we daar moederziel alleen. De handleiding erbij gehaald, maar die bleek toch niet zo duidelijk als we wel hadden gewenst. En die vermaledijde wieldop wilde ook al niet loskomen.

Ten einde raad, er kwam maar geen schot in de zaak en de wieldop, heeft mijn vriend één van de mensen aangesproken die ons al een tijdje stonden uit te lachen wegens verregaande onhandigheid. Gelukkig had één van de aangesprokenen medelijden met ons en wilde hij wel een handje helpen bij het vervangen van de band. Hij had de krik amper onder de wagen geschoven toen een kennis van ons passeerde. Zo iemand die bol staat van de goeie raad, maar wel mooi langs de kant bleef staan kijken hoe mijn vriend en de vriendelijke vrijwilliger de band vervingen.

Enfin, eind goed al goed. Met hulp van de vrijwilliger was de band verrassend snel vervangen. ‘t Was trouwens een echte altruïst, want hij wilde geen kleine bijdrage als dank voor zijn hulp aanvaarden. En de kennis vond het allemaal bijzonder grappig. En oja, nu hij ons toch tegen het lijf was gelopen, wilden we hem misschien niet een kleine lift geven. ‘t Regende en zo. Haha, je moet het toch maar durven. Al een geluk dat ik nog steeds schuimwijn in mijn bloed had. 😉

Doctor Q

Vanavond ben ik na het werkcollege naar de doctoraatsverdediging van vriend Q geweest. Mijn vriendje en ik waren nog net op tijd om de allerlaatste vraag van de jury te horen (iets met een platte band en zo). Na een korte beraadslaging deelde de voorzitter van de jury ons mede dat Q zich vanaf vandaag doctor Q mag noemen. Waarmee de teller van het aantal doctoren in mijn kennissenkring op 11 komt te staan. Dat zijn toch wel een hoop geleerde mensen. Impressive.

Om eerlijk te zijn, snapte ik bitter weinig van het doctoraat van Q, maar ik ben blij dat hij vijf jaar hard werken op een mooie manier heeft kunnen afsluiten. En ik ben nog blijer dat er op de receptie vlotjes werd rondgegaan met de schuimwijn. 😉 (Gelukkig waren er broodjes om de schade aangericht door de schuimwijn te milderen.) En ik heb nog een gezellig gesprekje gehad met een paar oud-proffen. (En meteen een vraag gekregen of ik geen zin had om terug naar het departement te komen, maar daar heb ik toch eens goed mee gelachen. Onderzoek is just not my cup of tea.)

Mijn allerlaatste werkcollege

Hoef ik jullie nog te vertellen dat ik ongelooflijk blij ben dat ik vandaag mijn allerlaatste werkcollege ooit heb meegemaakt? Nooit meer denken: “Ojee, ik moet dringend mijn vinger opsteken, want er staan nog niet genoeg kruisjes achter mijn naam.” Nooit meer denken: “Shit, ik ben superslecht voorbereid en die assistent gaat mij vragen waarover dat arrest gaat.” Nooit meer denken: “Wat doe ik hier in godsnaam? Waarom zit ik niet op een terrasje in de zon?” I am SO happy!

Driemaal is scheepsrecht

Vorige zaterdag was het dan eindelijk zover: onze derde en laatste housewarming party. Er waren meer dan vijftig personen ingeschreven en in totaal zijn er daarvan zevenenveertig mensen komen opdagen. Mijn schrik dat zo’n bende niet in ons appartementje zou passen, bleek ongegrond te zijn (met dank aan ER Meubelen die onze eettafel een maand later dan gepland zullen leveren). Het was druk, maar er bleef genoeg ruimte over om te kunnen ademhalen en bewegen. Wel jammer dat ik door de drukte met sommige mensen maar een paar woorden heb kunnen wisselen. Er zijn bij het afscheidnemen veel afspraakjes gemaakt voor een vervolgbezoekje. 😉

Er is heel veel drank verzet, maar niet genoeg om onze drankvoorraad serieuze schade toe te brengen. We hebben nog genoeg voorraad voor een feestje of drie, vier, zeker als ik de drank die we cadeau gekregen hebben, meereken. Over cadeautjes gesproken, we zijn weer verwend geweest. De buit: ovenschotels van Pyrex, een plantje, een cd, boeken, mooie glazen potjes en cocktailglazen, Bongo-bonnen, Metaleuven-bonnen, serveerlepels, lekkere dingen van Oil & Vinegar, ons rubber duckie en oja, hopen drank. 😉

Ook ditmaal was wijn de minst populaire drank van de avond (twee flessen geledigd op een hele avond). Bier en schuimwijn konden de mensen wel bekoren. Ik denk dat de mensen gewoon graag schuimwijn drinken uit de mooie glazen die we cadeau gekregen hebben op één van de vorige feestjes. 😉

Ik denk dat iedereen zich goed geamuseerd heeft (of toch goed heeft gedaan alsof). Zelfs het feit dat ik vergeten was de cocktailshaker uit te spoelen en de margarita’s verdacht blauw zagen en even verdacht smaakten als ze eruit zagen, kon de pret niet drukken. De pizza’s waren ook weer een groot succes en vormden een goed tegengewicht voor de overdaad aan alcohol die geconsumeerd werd (mijn vriendje zijn nichtjes waren ZAT). We hadden ditmaal veel te veel chips in huis gehaald ofwel was het publiek van zaterdag niet zo chipsminded. We hebben nog vijf grote zakken over en mijn vriend en ik zijn niet echt chipseters. Al goed dat zo’n zak niet rap slecht wordt.

Nu komt er binnenkort nog een kleine drink voor de collega’s van mijn vriend en dan houden we even een partypauze.

De vorige edities: housewarming 1 en housewarming 2.

Acht jaar

Acht jaar, die, als ik er zo op terugkijk, voorbij gevlogen zijn. Met veel ups, maar helaas ook een paar downs. Acht jaar samen en het lijkt alsof we die eerste kus pas gisteren uitwisselden. Toch zijn we veranderd, gegroeid, ouder geworden. Onze relatie is het studentenleven ontstegen en heeft zich ontwikkeld tot een hechte partnership. Want ja, we waren niet het meest voor de hand liggende koppel en ik weet dat er menig mens gedacht heeft: “Dat blijft niet duren.” Maar zie, acht jaar later en we staan er nog steeds.

Thanks, baby!

Kapper

Gisteren ben ik naar de kapper geweest. Aangezien ik het aantal keer dat ik in mijn leven al in een kappersstoel gezeten heb nog steeds op twee handen kan tellen, is zo’n bezoek altijd een beetje een belevenis voor mij. Per slot van rekening vertrouw je toch een belangrijk deel van je fysieke voorkomen toe aan een volledig onbekende.

Ik ben ook helemaal niet op de hoogte over welke haarverzorgingsproducten nu weer hip en cool zijn in het kapperswereldje. Waardoor ik als een ware haarverzoringsleek “Euhm, wat is dat?” moet antwoorden als de kapper vraagt of er een serum op mijn haar gedaan moet worden. (Ondertussen weet ik al wel wat een haarmasker is, dus totaal onwetend ben ik niet meer.)

Goed, naar de kapper dus. Mijn vriend had me alleen maar laten gaan onder de uitdrukkelijk belofte dat ik niet te veel van mijn haar zou laten afknippen. Mijn vriend is namelijk één van die hopeloze romantici die lang haar met vrouwelijkheid associeert. 😉 Eens in de kapperstoel vond ik dat er gerust nog wel een beetje meer af kon, kwestie van er weer voor een jaar of twee tegen te kunnen. Het resultaat mag er trouwens best wezen (en dat mag ook wel voor het astronomische bedrag van veertig euro). Er is zo’n goeie vijftien centimeter af en het is een beetje opgeknipt.

En mijn vriendje hoeft zich geen zorgen te maken: haar groeit!