Kapper

Gisteren ben ik naar de kapper geweest. Aangezien ik het aantal keer dat ik in mijn leven al in een kappersstoel gezeten heb nog steeds op twee handen kan tellen, is zo’n bezoek altijd een beetje een belevenis voor mij. Per slot van rekening vertrouw je toch een belangrijk deel van je fysieke voorkomen toe aan een volledig onbekende.

Ik ben ook helemaal niet op de hoogte over welke haarverzorgingsproducten nu weer hip en cool zijn in het kapperswereldje. Waardoor ik als een ware haarverzoringsleek “Euhm, wat is dat?” moet antwoorden als de kapper vraagt of er een serum op mijn haar gedaan moet worden. (Ondertussen weet ik al wel wat een haarmasker is, dus totaal onwetend ben ik niet meer.)

Goed, naar de kapper dus. Mijn vriend had me alleen maar laten gaan onder de uitdrukkelijk belofte dat ik niet te veel van mijn haar zou laten afknippen. Mijn vriend is namelijk één van die hopeloze romantici die lang haar met vrouwelijkheid associeert. 😉 Eens in de kapperstoel vond ik dat er gerust nog wel een beetje meer af kon, kwestie van er weer voor een jaar of twee tegen te kunnen. Het resultaat mag er trouwens best wezen (en dat mag ook wel voor het astronomische bedrag van veertig euro). Er is zo’n goeie vijftien centimeter af en het is een beetje opgeknipt.

En mijn vriendje hoeft zich geen zorgen te maken: haar groeit!

Ongekende talenten

Gisteren zijn we gaan dineren bij bevriend koppel U en S. U is een ex-studiegenootje van mij, een vlotte prater die altijd zegt wat hij denkt. Recht voor de raap, dat kan ik wel waarderen. Daarom wist ik in het begin ook niet goed wat ik moest denken van zijn vriendin. Zo’n stil en bedeesd meisje, helemaal het tegenovergestelde van U. Gelukkig is S met de jaren (en ook met het afstuderen vermoed ik, ze had nogal wat last van studeerstress) helemaal opengebloeid.

Zo gebeurde het dat we op een trouwfeest aan de praat raakten over het lange-haren-fetisjisme van mijn vriendje. 😉 S heeft namelijk superlange haren, zo lang dat het eigenlijk niet meer praktisch is. Vandaar dat ze haar lange haren altijd opsteekt. Nu wilde mijn vriendje (en ik eigenlijk ook wel) dolgraag zien hoe lang de haren van S precies waren. En al snel werd er afgesproken dat we eens bij U en S zouden gaan eten. U zou koken en S zou showen met haar haren.

Zo gezegd, zo gedaan. En gisteren was het dus zover. U had zichzelf overtroffen op kookgebied. Hij had me al gezegd dat hij zijn best ging doen en ik geloofde hem wel, maar ik was toch zeer aangenaam verrast. Op ons bord kregen we varkenshaasje in portosaus met drie verschillende soorten puree (aardappel-, wortel- en peterselie) en daarbij koude groenten met een mosterddressing. Het smaakte niet alleen verduiveld lekker, U en S hadden ook nog eens werk gemaakt van een mooie bordschikking. En laat bordschikking nu net iets zijn waar mijn vriendje en ik niet veel kaas van gegeten hebben.

We deelden de maaltijd met nog twee flatgenoten van U en S. Twee die-hard workaholics. Eentje kwam pas thuis rond half negen en ging alweer slapen om tien uur. Jawadde, dat zou ik toch niet kunnen opbrengen. Werk is één ding, maar ik heb ook nog een heel leven daarbuiten dat ik moeilijk zou kunnen opgeven. Tragisch was dan nog eens dat hij helemaal geen waardering kreeg voor al dat harde werk en die vele overuren. Man, ik zou snel mijn boeltje pakken en elders gaan solliciteren.

Na de maaltijd zijn we gaan kijken naar de treincollectie van U. In zijn vrije tijd knutselt hij met modeltreintjes en hij heeft allerlei grootse plannen om een heel parcours uit te werken en programma’s te schrijven om zijn treintjes aan te sturen via de pc. Een hele leuke hobby, maar wel nogal kostelijk. Zo’n treintje kost gauw al meer dan honderd euro.

En de haren van S? Wel, dat was een spektakel op zich. Als ze haar haren los laat hangen komen ze verder dan haar zitvlak. Nu snap ik waarom ze haar haren altijd opsteekt. Stel je voor dat je haren tussen je fietsketting raken als je je slot probeert los te maken. Mijn vriendje was alleszins zwaar onder de indruk. ‘k Zal mijn plannen om nog eens naar de kapper te gaan, maar even uitstellen. 😉