Een gezellig avondje

Rauwe vis, koude rijst, sojasaus, wasabi en goed gezelschap, meer hoeft dat echt niet te zijn. Het maakt me erg blij om te zien dat vriendin U, na jaren vrijgezel geweest te zijn, eindelijk de ware tegen het lijf gelopen heeft. Prachtig om de liefde tussen twee mensen schuchter te zien ontluiken. Ach, die eerste kriebels, bestaat er iets mooiers? Alweer twee mensen die elkaar online vonden. Het internet, het is toch een fantastische uitvinding.

De PurPur heeft trouwens nieuwe uitbaters. Twee mediterraan ogende, knappe kerels in strakke pakken. Ik vermoed Koerden, omdat er Koerdische thee op het menubord stond. Benieuwd of deze uitbaters het langer uitzingen dan de vorigen, want de PurPur verdient echt zijn plekje in het Leuvense horecalandschap.

The little things

  • Een namiddagje opfrissing van de cursus coachen. Heel nuttig om ervaringen te kunnen uitwisselen met de andere cursisten en de theorie nog eens opgefrist te krijgen.
  • Samen met mijn vriend de trein nemen en dik anderhalf uur vroeger thuis zijn dan normaal, met dank aan de cursus die mooi op tijd gedaan was.
  • Zin hebben in sushi, naar de Sushi Palace gaan en een sushiboot bestellen.
  • Als dessert langs de chocoladebar gaan voor een warme (te dure) chocomelk met kaneel.
  • Samen terug naar huis slenteren door zonnig Leuven en genieten van de schoonheid van de stad.

Blauwvintonijn

Ik mag dan wel een grote sushifan zijn, maar dat is geen excuus om deze prachtige vis te laten uitsterven. Want zeg nu zelf? Voel jij je graag schuldig bij elke hap die je eet? De enige manier om het uitsterven van de blauwvintonijn tegen te gaan, is het opleggen van een totaal verbod op internationale handel in blauwvintonijn en tegelijkertijd stoppen met de Europese subsidies voor tonijnvissers. En nu maar hopen dat Japan stopt met haar aggressieve lobbywerk tégen zo’n verbod op internationale handel en dat restaurants overal ter wereld de blauwvintonijn door alternatieve vissoorten vervangen. Ik denk dat de meeste consumenten hier alleen maar begrip voor zullen hebben.

Aftellen…

Vrijdagavond stond in het teken van de voorbereiding van onze Japanreis (nog een dikke twee maanden!) en hoe start je zo’n avond beter dan met afhaalsushi van de Sakura met daarbij een glaasje witte wijn? We raakten het redelijk snel eens over de indeling van onze drie weken en haalden er een glaasje krupnik bij om dat te vieren. En toen liep het een beetje mis. Was het de sushi die hem slecht bevallen was, de combinatie van een zware werkweek, veel stress, te weinig eten en te veel alcohol? Feit is dat mijn broertje de rest van de avond behoorlijk ziek geweest is. En ik mij daardoor behoorlijk schuldig voelde, want, hoe oud hij ook wordt, hij zal altijd mijn kleine broertje blijven en als grote zus is het mijn taak om erop te letten dat hem niets overkomt. Dat wordt nog stressen in Japan…

Zo ziet ons tripje er ongeveer uit. (Buiten het feit dat wij alle verplaatsingen met de Japan Railpass zullen doen.)

De eerste dag van de kerstvakantie

Was er meteen eentje om in te kaderen. ‘s Middags kwamen vrienden K en L uit het verre Baton Rouge op bezoek. Ze hadden de drie oudste kinderen ergens op een kerstshow achtergelaten en hadden enkel hun jongste spruit naar Leuven meegenomen. Het was voor mij de eerste kennismaking met kleine N, die in Amerika geboren is. Ondertussen is N al een flinke peuter van tien maanden en een echte lachebek. Spijtig dat mijn vriend er niet bij kon zijn. Dit jaar had hij helaas geen verlof tussen kerst en nieuwjaar. Hij zal tot de volgende kerstvakantie moeten wachten voor zijn eerste kennismaking met N. Vriend K was er niet helemaal met zijn hoofd bij, want hij was helemaal vergeten dat we in 2009 enkele dagen bij hen in Baton Rouge gelogeerd hadden. Ben ik toch niet de enige bij wie het geheugen het soms laat afweten. 😉

‘s Avonds hadden we afgesproken met kameraad H, die voor de kerstvakantie uit Chicago overgevlogen was. Ja, de dag stond helemaal in het teken van de terugkeer van onze Amerikaantjes. H is net zoals wij een gigantische sushiliefhebber. Dus trokken we naar de Sakura, ons nieuwe favoriete sushi-restaurant in Leuven. We waren net aan onze miso-soep begonnen toen opeens vriendin U binnenkwam, vergezeld door een ons onbekende donkerharige jongeling. We schoven een tafeltje bij en maakten het gezellig met z’n vijven. En zo werd het een beetje een generale repetitie voor oudjaar, want die avond zijn vriend H en vriendin U bij ons te gast samen met nog een ander koppel en hun twee dochtertjes.

De avond sloten we af met een cocktail in D’Entreprise. En zo komt het einde van 2010 steeds dichterbij.

Sushi

Dit weekend werd er naast goed gefeest, ook veel sushi gegeten. Vrijdag probeerden we na de feestelijke opening van Leuven kermis een nieuwe sushizaak uit. Restaurant Sakura stelde niet teleur. Al was het spijtig dat er zo weinig mensen in de zaak waren. Zeewier is lekker en rauwe vis is gezond, mensen!

En zondag bleek dat de ouders van mijn vriend voor ons bezoekje het afhaalmenu van de plaatselijke Japanner wilden uitproberen. En wie zijn wij om daar neen tegen te zeggen? De sushi was van mindere kwaliteit dan de Leuvense, maar wel aanvaardbaar. Er was alleszins meer dan genoeg om onze buikjes rond te eten.

Sushi-overdosis

Ik had nooit gedacht dat het mogelijk was, maar een mens kan dus wel degelijk te veel sushi eten. Toen de Titanic van Inari op onze tafel gezet werd, beseften we meteen dat we al die sushi nooit met z’n drieën op konden krijgen. Al kan er niet gezegd worden dat we niet geprobeerd hebben.

Onze reisgenoot vriend H was voor een weekje in het land en we besloten sushi-gewijs herinneringen op te halen. Zoals altijd hadden we boeiende discussies met H, ditmaal over de Amerikaanse gezondheidszorg. Een onderwerp waar je wel een paar dagen op kan blijven kauwen.

Toen onze magen voller dan vol waren, moesten we echter bekennen dat de Titanic ons overwonnen had. We konden geen sushi meer zeggen en er was nog eten over voor zeker twee personen. Een beetje beschaamd vroegen we om een doggy bag, die ons met de glimlach werd gebracht.

Na de copieuze maaltijd dronken we nog enkele cocktails bij Mattiz. Tegen die tijd begon het niveau van het gesprek wat af te nemen, maar niemand die daar om maalde.

Het was een fantastische avond, al heb ik het me deze ochtend wel een beetje beklaagd. De sushi-overschotjes zijn bij de kat van H beland, die ongetwijfeld nog zit na te genieten.

Een zonnige zomeravond

Gisterenavond zaten we op het terras van de Ming in het gezelschap van C en H, die zo vriendelijk waren om op ons appartementje te passen tijdens onze afwezigheid. Het was zo’n perfecte zomeravond waarop zelfs na zonsondergang de warmte aangenaam in de lucht blijft hangen en het lijkt alsof je de ganse nacht kan blijven praten.

We aten sushi (ja, weeral) en heerlijke teppanyaki. We lieten een flesje Chileense wijn aanrukken en kregen er meteen een tweede gratis bij. Een toffe zomerpromotie van de Ming. We klonken met water en wijn op het heuglijke feit dat C en H binnenkort door babygehuil uit hun slaap gehouden zullen worden. 😉 Mijn vriendenkring doet alvast stevig haar best om het geboortecijfer in België op te krikken.

Als afsluiter van de avond dronken we nog iets op het terras van de Pur Pur. Nieuwe uitbaters, maar de drankjes op de kaart klonken nog steeds bekend in de oren.

Jammer dat we de dag erna met een houten kop weer vroeg uit de veren moesten.

6 juli 2009: Intrepid, Madame Tussauds & Guggenheim

Het voelde een beetje onwennig, zo op stap gaan zonder vriend H, aka onze Grote Leider. Er waren nog zoveel dingen die we wilden bezoeken in New York, maar wie zou er ons nu helpen de knopen door te hakken? Na lang en zwaar en diep nadenken, besloten we optimaal gebruik te maken van onze New York Pass. Als je een bezoek aan New York wil brengen en van plan bent de grote toeristische attracties te bezoeken, kan ik deze pas alleen maar aanraden. Je kan de lange rijen aan de kassa’s ermee vermijden en als je veel bezoekt, maak je zeker winst.

We ontbeten in het hotel om zoveel mogelijk tijd uit te sparen en begonnen de dag met een bezoek aan het vliegdekschip Intrepid dat omgebouwd is tot een zee-, luchtvaart- en ruimtevaartmuseum. Aan boord van de Intrepid lieten we ons verleiden om tweemaal in een flight simulator te stappen. De eerste simulator was de leukste, want die konden we zelf besturen. Ik merkte dat ik niet in de wieg gelegd ben om piloot te worden, want we hingen met mij aan het stuur meer op onze kop dan wat anders, maar fun was het wel. De tweede flight simulator was een passievere ervaring. We kregen een 3D-brilletje op onze neus en ondergingen. Dan hang ik liever op mijn kop. 😉 Wel jammer dat we voor die flight simulators alweer moesten bijbetalen.

Daarna bezochten we de tweede duikboot van de reis. Een Amerikaanse duikboot met nucleaire raketten die tijdens de Koude Oorlog kort gediend had in de Amerikaanse marine. Na negen jaar dienst was de technologie van deze duikboot al achterhaald, omdat ze moest boven water komen om haar raketten af te vuren en zo stel je je natuurlijk bloot aan ontdekking door de vijand. Ik vond dit bezoek interessanter dan dat aan de U-505 omdat we nu wel een degelijke uitleg kregen en er voldoende informatieborden in de duikboot zelf aangebracht waren.

In het museum kon je ook een oude Concorde bekijken. Toch een zeer mooi en elegant toestel. Jammer dat ik nooit in zo’n toestel heb kunnen vliegen. In minder dan drie uur van Londen naar New York, ik zou mijn tickets snel besteld hebben.

We liepen rond op de brug van het vliegdekschip, bekeken de werkplek van de admiraal en maakten dat we snel buiten waren, want het was daar snikheet. Na nog wat helikopters en vliegtuigen bewonderd te hebben, was het tijd voor ons ritje met the Beast. Voordat we de Intrepid gingen bezoeken, hadden we een kaartje gekocht voor een rondvaart met the Beast om 13.00u. The Beast is een grote speedboat die ons een dolle rit beloofde.

We stonden als eerste in de rij om toch maar een goed plaatsje op the Beast te bemachtigen. Ik had gehoord dat het wel eens een natte rit kon worden, dus had ik mij daarop voorzien met geschikte, sneldrogende kledij. Na ongeveer tien minuten wachten, bleek dat we samen waren met een grote groep lawaaierige tieners. Nuja, geen erg, we stonden nog altijd vooraan.

Wat later kwam er een werknemer van de Circle Line ons zeggen dat de groep voorrang had. Wij waren lichtelijk geïrriteerd omdat wij al een tijdje stonden te wachten. Al mopperend lieten we de groep voor. Nog wat later werd ons gezegd dat we niet op de boot konden. Wij, niet-begrijpend: “Maar we hebben een kaartje voor de tocht van 13.00u.” Hij: “De boot is gecharterd door deze groep.” Wij:”So what? We kunnen er best nog bij en we hebben aan de kassa expliciet een ticket voor déze rondvaart gevraagd.”

Koppig bleven we staan in de rij. Ondertussen was 13.00u al een tijdje voorbij en we werden wat ongeduldig. We wrongen ons tussen de blauwe t-shirts van de groep en schoven mee op met de rij. Toen dan eindelijk de groep op de boot gelaten werd, werden we ergens in het helft van de rij tegengehouden. Neen, we mochten er echt niet op. Neen, het maakte niet uit dat we tickets voor deze rit hadden.

Ik had me echt heel erg verheugd op een wilde waterrit op the Beast en mijn irritatie begon naar boosheid om te slaan. Ik zei dat men ons dan maar geen tickets voor dit uur verkocht moest hebben en dat we al andere afspraken hadden later op de dag waardoor we ons ticket ook niet konden omruilen (een leugentje). Het maakte niet uit, ze voerden slechts bevelen uit, ik moest maar met de manager gaan spreken.

Briesend vertrokken we uit de lijn en klampten de eerste de beste Circle Line-medewerker aan met de vraag waar we de manager konden vinden. Niemand die ons kon of wilde verder helpen. Naar de kassa dan maar, waar men ons het foute ticket verkocht had. De mevrouw aan de kassa wist dat ze een fout gemaakt had en probeerde ons nog een ander ticket aan te bieden, maar ondertussen was ik zodanig tot het kookpunt gekomen door de botte behandeling door Circle Line dat ik op geen enkele andere boot meer wilde dan the Beast van 13.00u. Het was een principekwestie geworden. En wees maar zeker dat er na dit incident een klachtenmail naar de New York pass zal vertrekken. Schandalig.

Teleurgesteld trokken we naar het centrum van Manhattan, onderweg aten we een chocolatechip cookie om het suikerpeil op niveau te houden. We besloten eens iets echt supertoeristisch te doen: een bezoekje brengen aan Madame Tussauds. Een attractie die mij normaal gezien niet echt aanspreekt, maar hey, het was inbegrepen in de New York pass en het kon geen kwaad er gewoon eens door te lopen.

Madame Tussauds viel beter mee dan verwacht. Sommige wassen beelden waren echt heel geslaagd. Bij andere had ik dan weer moeite om de beroemdheid in kwestie te herkennen. Ik poseerde met mijn grote helden Captain Jean-Luc Picard en Bill Gates 😉 en had er vooral plezier in om de vele tienermeisjes te observeren die zich in alle mogelijke poses bij hun idolen lieten vastleggen.

Hoogtepunt voor mijn vriendje: het bezoek aan het house of horrors. Zelf vond ik het heel erg flauw. Ik ben iemand die niet aan het schrikken te brengen is met de doorsnee middeltjes. Een mens die vanachter een deur komt en boe roept, in een situatie waarin ik zulke dingen verwacht, ik knipper niet eens met mijn ogen. We waren tegelijkertijd met een troep tienermeisjes in het house of horrors binnengelaten en ik heb mijn oren moeten dichthouden om mijn trommelvliezen tegen het gegil te beschermen. Ze vonden blijkbaar mijn vriend een hele stoere (hij was de enige man in het groepje) want op een gegeven moment hingen er drie tienermeisjes aan zijn rugzak op zoek naar bescherming. Hilarisch. :-)

Na drie kwartier Madame Tussauds hielden we het voor bekeken en beslisten we serieuzere dingen te doen. Een museum of zo. Guggenheim Museum sprak me alleen al aan door de schitterende architectuur van Frank Lloyd Wright. Bij het binnenkomen doorzocht de security voor de zoveelste keer onze rugzak en konden we vervolgens het gebouw in ons opnemen.

Jammer genoeg was het enkel in de inkomhal toegelaten foto’s te nemen. De hoofdtentoonstelling stond volledig in het teken van Frank Lloyd Wright. Ik moet toegeven dat ik maar oppervlakkig bekend was met het werk van deze architect, maar wat ik zag in het Guggenheim Museum was buitengewoon inspirerend. De mens had een passie voor architectuur die zich uitte in de vele futuristische plannen die nooit gerealiseerd werden. Zijn dada was de integratie van architectuur in de omgeving. Typisch voorbeeld daarvan is het bekende Fallingwater.

Na het Guggenheim Museum wandelden we door Central Park naar het restaurant dat we uitgekozen hadden voor ons laatste avondmaal in New York. Omdat al het Japanse eten tot nu toe exquisite was geweest en we grote liefhebbers zijn van deze keuken, gingen we naar En Japanese Brasserie. Al doet de naam brasserie het restaurant beslist geen eer aan.

We gingen meteen all the way met het zevengangenmenu: Chef’s Osusume. Bij elke gang werd er aangepaste sake of shochu geserveerd. Shochu is een soort Japanse wodka, maar dan minder straf (rond de 25%) die met heel veel ijs geserveerd wordt. De verschillende gangen waren naar goede Japanse gewoonte kunstwerkjes. En de bediening is zeker tien keer komen vragen wat we van de shochu vonden. Blijkbaar waren er klanten die dit drankje niet wisten te smaken. Wij vonden het zalig om de nieuwe en bijzondere smaken uit te proberen. En na het eten hadden we zelfs niet dat onaangenaame gevoel van veel te veel gegeten te hebben. Echt een aanrader voor wie eens wat anders wil proberen.

3 juli 2009: Helicoptervlucht, Ground Zero, Federal Reserve en sushi

Ontbijt in het gezelschap van de ouders en het zusje van H in Pigalle. Traditiegetrouw hadden we deze reis weer VISA-proberen. De VISA van mijn vriend weigerde dienst. Niet leuk als je van plan bent bijna al je reisuitgaven met VISA te betalen. Die dollerbiljetten lijken allemaal zo hard op mekaar en ‘t is toch zo gemakkelijk, nietwaar?

Een telefoontje naar de bank bracht geen opheldering over het waarom van het niet-functioneren. We werden doorverwezen naar de Bank Card Company, die ons wel konden verder helpen. De VISA-kaart van mijn vriend bleek geblokkeerd te zijn wegens verdachte transacties. Blijkbaar werd er de laatste tijd in Amerika veel gefraudeerd met VISA-kaarten uit België. Leuk als je kaart zomaar ongevraagd geblokkeerd wordt. Niemand die je daarvan op de hoogte brengt, maar je staat wel met het schaamrood op de wangen in de winkel als er plots de boodschap “denied” verschijnt. Gelukkig kon de blokkering snel ongedaan gemaakt worden.

Na het ontbijt spoedden we ons taxigewijs naar de oevers van de Hudson voor een helikoptervlucht naar het vrijheidsbeeld en terug. Mijn eerste helikoptervlucht ooit! Na wat veiligheidsinstructies (steek je handen niet tussen de draaiende rotoren en mijn vriend die het nodig vond om te vertellen dat hij ooit een filmpje van een dergelijk event gezien had) repten we ons naar het heliplatform. De mama van H bleef achter om op onze spullen te passen. Ze heeft hoogtevrees en durfde het niet aan om ons te vergezellen. Acht minuten lang vlogen we met ons vijven boven de Hudson en bewonderden we New York vanuit de lucht. Acht minuten is veel te kort, dat kan ik jullie wel vertellen, maar het was een onvergetelijke belevenis.

Om te bekomen van de helikoptervlucht maakten we een wandeling over de Greenway langs de oevers van de Hudson. De Greenway is een mooi voet-, jog- en fietspad dat helemaal rond Manhattan loopt. We kochten een ijsje en zochten een plekje op een bankje. Helaas belandde de helft van mijn ijsje op mijn kleren en op de grond. Gelukkig had ik een kleedje aan dat de plekken iet of wat camoufleerde.

Na het ijsje namen we een taxi naar de site van het voormalige World Trade Center, dat nu een drukke bouwwerf is in het midden van de stad. Goed om zien dat, na al dat gekibbel, dit lelijke litteken in het midden van de stad eindelijk weggewerkt wordt. Het was vreemd te staan op de plek waar vroeger de twee torens stonden en me de beelden van ondertussen al acht jaar geleden weer voor de geest te halen. Onwezenlijk bijna, want buiten een gedenkteken in een zijstraat is er weinig wat herinnert aan de aanslag.

Vlakbij de WTC-site ligt het World Financial Center met de mooie Winter Garden, één en al glas en palmbomen. We aten een snelle hap bij Cosí, een soort van fastfood restaurant waar je pizza’s, belegde broodjes en slaatjes kon krijgen. Ik nam een slaatje, kwestie van de uitspatting van de dag voordien een beetje te compenseren. Jammer genoeg viel het eten niet in de smaak bij de ouders van H. Ik denk dat de mama alleen een beetje droog brood gegeten heeft.

Tijd voor onze rondleiding bij de Federal Reserve Bank. We passeerden voor de zoveelste keer een security check point en werden goed bevonden om de goudvoorraad in de kluizen te bekijken. Terwijl we wachtten op de gids bekeken we de collectie munten en bankbriefjes. We bewonderden de 1933 Double Eagle, het duurste muntstuk aller tijden. 7,59 miljoen dollar had iemand voor dit muntstuk over om het daarna uit te lenen aan de Federal Reserve.

We kregen tijdens de rondleiding wat filmpjes te zien over de werking van de Federal Reserve en daarna daalden we af tot de kluizen. We zagen door de tralies heen een berg goudstaven en de weegschaal die gebruikt wordt om het goud te wegen. De medewerkers die met de goudstaven werken, moeten speciale schoenenbeschermers uit aluminium dragen om hun tenen te beschermen tegen vallende goudstaven.

Op zich vond ik het bezoek wel boeiend, maar ik had er meer van verwacht. De Federal Reserve mikt duidelijk op het wow-effect van het bezoek aan de kluis, zodat je thuis kan zeggen dat je langs een stuk of honderd goudstaven gestaan hebt. Het wegen van het goud en het afsluiten van de kluizen gebeurt trouwens nog altijd volledig mechanisch, omdat men niet van de elektriciteitsvoorziening afhankelijk wil zijn. Als afscheidsgeschenkje kregen we een zakje met verscheurd geld cadeau. Een cadeautje dat ik gracieus afstond aan de ouders van H, per slot van rekening is het maar een zakje papier.
Daarna kuierden we wat rond in het financial district. Het wemelde er van de toeristen die allemaal graag bij de Wall Street Bull wilden poseren. En als het niet lukte bij de voorkant, dan maar bij de achterkant (waar de geslachtsorganen duidelijk in beeld bengelden).

Tijd om afscheid te nemen van de ouders en het zusje van H die dezelfde dag nog naar Washington vlogen. Het was leuk om met een groepje van zes op stap te zijn, maar stiekem was ik opgelucht dat ze ons niet langer vergezelden. Mijn vriend en ik waren voortdurend bezig de groep samen te houden. De moeder van H liep altijd vijftig meter voorop, terwijl de vader achteraan liep te treuzelen en foto’s te nemen. En wij daar tussenin, bang dat we iemand kwijt zouden geraken. Heel vermoeiend. 😉 We bedankten hen nogmaals voor de traktatie en wuifden tot hun taxi uit het zicht verdween.

Ons gehalveerde groepje slaakte een zucht van opluchting en we zochten meteen een terrasje op om wat te bekomen. Tijd voor cocktails. Vriend H vroeg zich ietwat bezorgd af of het niet te vroeg was voor cocktails. Mijn vriend en ik stelden hem onmiddellijk gerust. Het is nooit te vroeg voor cocktails. 😉 Het moet gezegd, over de cocktails in New York kan ik beslist niet klagen. De cocktails zijn échte cocktails, niet één of ander zoet, waterig goedje.

Nadat we nieuwe energie opgedaan hadden, namen we de veerboot naar Staten Island. Niet dat we daar iets gingen bezoeken, gewoon voor het tochtje over de Hudson en het zicht op het vrijheidsbeeld. De zon deed haar best om de herinnering aan de stortregens bij onze aankomst uit te vegen en scheen volop op onze hoofden en armen. De zonnecrème werd bovengehaald.

Terug in Manhattan gingen we op zoek naar een geschikt restaurantje. We hadden alledrie zin in sushi. (De kans dat ik zin heb in sushi is meestal groot.) De Lonely Planet gids van vriend H raadde ons restaurant Megu aan. We sloegen ergens een klein straatje in en glipten door een kleine deur om vervolgens in een andere wereld terecht te komen.

Achter de onopvallende deur en gevel school een groot restaurant met een aparte, sfeervolle bar. We waren vroeg en kregen een prachtig tafeltje naast de levensgrote, uit ijs gehouwen boeddha. I kid you not: naast ons stond een ijsboeddha te smelten.

Terwijl het licht in het ijs speelde, bestelden we drie voorgerechtjes en twee sushi-schotels. Goedkoop was het niet, maar het eten en de atmosfeer konden de concurrentie met Daniel zeker aan. Ik denk dat ik nog nooit zo lekkere sushi gegeten heb. De verschillende soorten tonijn waren boterzacht. Alleen het voorgerechtje van H was een beetje gewoontjes.

Voor het slapengaan maakten we een wandeling over de nachtelijke Brooklyn Bridge. We keken naar de verlichte stad en voelden ons perfect gelukkig.