De eerste dag van de kerstvakantie

Was er meteen eentje om in te kaderen. ‘s Middags kwamen vrienden K en L uit het verre Baton Rouge op bezoek. Ze hadden de drie oudste kinderen ergens op een kerstshow achtergelaten en hadden enkel hun jongste spruit naar Leuven meegenomen. Het was voor mij de eerste kennismaking met kleine N, die in Amerika geboren is. Ondertussen is N al een flinke peuter van tien maanden en een echte lachebek. Spijtig dat mijn vriend er niet bij kon zijn. Dit jaar had hij helaas geen verlof tussen kerst en nieuwjaar. Hij zal tot de volgende kerstvakantie moeten wachten voor zijn eerste kennismaking met N. Vriend K was er niet helemaal met zijn hoofd bij, want hij was helemaal vergeten dat we in 2009 enkele dagen bij hen in Baton Rouge gelogeerd hadden. Ben ik toch niet de enige bij wie het geheugen het soms laat afweten. 😉

‘s Avonds hadden we afgesproken met kameraad H, die voor de kerstvakantie uit Chicago overgevlogen was. Ja, de dag stond helemaal in het teken van de terugkeer van onze Amerikaantjes. H is net zoals wij een gigantische sushiliefhebber. Dus trokken we naar de Sakura, ons nieuwe favoriete sushi-restaurant in Leuven. We waren net aan onze miso-soep begonnen toen opeens vriendin U binnenkwam, vergezeld door een ons onbekende donkerharige jongeling. We schoven een tafeltje bij en maakten het gezellig met z’n vijven. En zo werd het een beetje een generale repetitie voor oudjaar, want die avond zijn vriend H en vriendin U bij ons te gast samen met nog een ander koppel en hun twee dochtertjes.

De avond sloten we af met een cocktail in D’Entreprise. En zo komt het einde van 2010 steeds dichterbij.

Maandag 15 juni: Op verkenning in Baton Rouge

Toch wat last gehad van de jetlag. Ergens rond half vier ‘s ochtends wakker geworden en een uur of zo wakker gelegen. Toch zijn we erin geslaagd van half negen tot half acht in bed te liggen (al dan niet slapend). Echt uitgeslapen voelen we ons nog niet, maar ik denk dat we snel in het juiste ritme zullen zitten.

We hebben het rustig aan gedaan op onze eerste volledige dag in Amerika. Op het gemak ontbeten en daarna samen met vriendin L en de kindjes F en K naar het centrum van Baton Rouge (T was naar school). Baton Rouge is de hoofdstad van Louisiana, maar een toeristische trekpleister kan je het moeilijk noemen. Veel spannende dingen vallen er niet te beleven in down town Baton Rouge.

Er zijn een paar opmerkelijke gebouwen die gerealiseerd werden door de autocraat met grootsheidswaan Huey Long. Het hoogste daarvan, het State Capitol werd in 1932 gebouwd en deed me qua architectuur wat denken aan het cultuurpaleis in Warschau. Lelijk en bombastisch. Maar het uitzicht vanaf de 27ste verdieping was werkelijk adembenemend. De Mississippi lag aan onze voeten en de zon scheen op onze hoofden.

Even schoot mijn hart in mijn keel toen F op de balustrade klom. In een flits zag ik een hoopje bloed en beenderen 27 verdiepingen lager op de grond liggen. Gelukkig konden we haar snel vastgrijpen. Terug op de begane grond, bezochten we de pronkerige vergaderzaal waar de staatsregering van Louisiana samenkomt. Op een bepaalde plaats zag je een overblijfsel van een vroegere aanslag: in het gerestaureerde plafond stak nog een potlood die door de kracht van de explosie in het plafond geslingerd was. We kregen ter plekke een gratis bordje jambalaya, een typisch Creools gerecht.

Na ons bezoek aan het State Capitol, was het al tijd voor het middageten. We trokken hiervoor naar een lunchgelegenheid met de welluidende naam Poor Boy Lloyd’s. Het eten moest je aan de toog bestellen en daarna werd het aan de tafel gebracht. We bestelden een gumbo, een soort maaltijdsoep met rijst uit New Orleans. Een beetje pikant en heel lekker.

Daarna trok L met de kindjes naar huis en verkenden mijn vriend en ik de stad op ons eentje. We wandelden langs de oevers van de Mississippi en bezochten het Old Governor’s Mansion, dit pand werd gebouwd naar voorbeeld van het Witte Huis, alweer een folietje van Huey Long. Het contrast tussen de hete temperatuur buiten en de airco was enorm. Het Old Governor’s Mansion was volop bezig met het herinrichten van hun collecties. En ik denk dat het daarna wel de moeite is om te bezoeken.

Na dit bezoek hadden we het wel gezien in Baton Rouge. Op het enige terrasje van heel Baton Rouge dronken we een cocktail, een margarita. Hij smaakte een beetje chemisch, maar het vele ijs zorgde voor de nodige verfrissing. We werden opgehaald door vriend K, die ons langs de arme buitenwijken naar hun huis terugbracht. De armoedige wijken worden vooral bevolkt door zwarten. Rassensegregatie mag dan wel officieel afgeschaft zijn in de Verenigde Staten, in de werkelijkheid worden kleurlingen nog steeds achtergesteld.

Zondag 14 juni: Aankomst in Baton Rouge

Tja, veel valt er niet te zeggen over zo’n lange vliegtuigreis. Zitten, eten, lezen en proberen wat te slapen. Slapen op vliegtuigen, het is nooit mijn specialiteit geweest. Film kijken is een optie, maar de kwaliteit van die kleine schermpjes in de zetel voor je is ondermaats, om over de slechte geluidskwaliteit nog maar te zwijgen. En ondertitels aanzetten is niet mogelijk.

Om in New Orleans te geraken, moesten we een overstap maken in Chicago. Voor die overstap hadden we anderhalf uur. Dat leek ons ruim voldoende, maar de tijd die we nodig hadden om van de landingsplaats naar de vertrekgate van onze binnenlandse vlucht te geraken, hadden we ernstig onderschat.

Een overzicht van de stappen die we nodig hadden om van A naar B te gaan: koffer van de band halen, koffer op een andere band zetten, de veiligheidscontrole passeren alwaar we onze vingerafdrukken moesten achterlaten, daarna een trein nemen naar de andere kant van de luchthaven en dan opnieuw door een veiligheidscontrole voor de handbagage. Na al deze stappen, bleek dat we nog exact vier minuten hadden om ons vliegtuig te halen. Vier minuten die we al spurtend op de luchthaven hebben doorgebracht.

Hijgend kwamen we bij de vertrekgate aan. We waren de allerlaatsten die op het vliegtuig stapten. Na ons gingen de deuren dicht. Gelukkig was de crew op de hoogte van het feit dat we helemaal van de andere kant van de luchthaven kwamen en waren ze zo vriendelijk geweest om op ons te wachten. Grote opluchting toen we op onze plaatsen zaten. De rest van de vlucht verliep vlotjes.

Bij aankomst in New Orleans stond vriend K ons al op te wachten. De temperatuur in New Orleans was op dat moment een aangename 35 graden. Een kleine schok, toch wel. Onderweg naar Baton Rouge praatten we bij met vriend K, al kostte het me de nodige moeite om aandachtig te luisteren. Ik voelde mijn oogleden zwaar worden. We waren dan ook al bijna vijftien uur onderweg.

In Baton Rouge werden we enthousiast onthaald door vriendin L en de kinderen F, T en K. We kregen meteen een rondleiding door het huis en kregen de mooiste kamer van het ganse huis. Mijn vriend speelde daarop zijn kleren uit en dook het zwembad in, terwijl ik aan de kant bleef om fotootjes van het waterplezier te nemen. Kleine F, vijf jaar en al een heuse dame, heeft een echte boon voor mijn vriend en overstelpte hem met kusjes. De jeugd van tegenwoordig is er vroeg bij. 😉

Na het avondeten gaven we het gevecht tegen de slaap op en kropen we in ons bedje.

Kikker