Op stap in De Pinte

Zaterdag spoorden mijn vriend en ik ‘s ochtends naar De Pinte. Een treinrit die normaal (inclusief overstap in Gent-Sint-Pieters) zo’n anderhalf uur duurt, maar dankzij de werken in Brussel-Zuid een kwartier langer duurde.

Onze vrienden stond ons, samen met hun twee dochters al op te wachten in het station. Amai, die dochters hadden een klein groeispurtje doorgemaakt! Niet te geloven dat de oudste volgend jaar al naar het eerste studiejaar gaat. Ik heb het lang ontkend, maar de realiteit begint me in te halen: ik word oud en de nieuwe generatie staat trappelend klaar om mijn plek in te nemen. Binnenkort wordt de eerste baby die in mijn vriendenkring geboren werd meerderjarig. Niet te geloven.

We lunchten gezellig samen in Italiaans restaurant La Pineta. De ober apprecieerde mijn pogingen om het stof van mijn Italiaans te blazen en de twee jongedames in ons gezelschap gedroegen zich voorbeeldig. Echt, wat een dotjes van meisjes! De spaghetti met zeevruchten was overheerlijk, maar het was de zabaglione die met de hoofdprijs ging lopen. Zó lekker!

IMG_5430

IMG_5431

De rest van de namiddag deden we niet veel wereldschokkends. Het was lang geleden dat we mekaar gezien hadden, dus stof genoeg om bij te praten, maar het was toch vooral de levendige oudste dochter die met dee aandacht ging lopen. Dat we op de terugrit tijdens de overstap in Gent nog tijd hadden om een smoothie te gaan halen, was een fijne extra bonus.

Spliaans

Het blijft me verbazen hoe makkelijk dat Italiaans eruit blijft rollen in de Spaanse les. ‘t Is nochtans niet dat we nog veel Italiaans spreken. Als ik naar een woord zoek, lijkt het Italiaans altijd eerder klaar te zitten dan het Spaans. En het probleem is, ik vind dat mijn gemengd Spaans-Italiaanse zinnen best ok klinken en hoor vaak niet van mezelf dat er een Italiaans woord tussenfloept. Al vrees ik dat de juffrouw er op het mondeling examen wel lichtelijk anders over zal denken.

Stoffig

Sinds vorige week probeer ik tijdens de dagelijkse treinritten van en naar het werk mijn Italiaans wat op te frissen. In september trekken we namelijk naar Noord-Italië om het huwelijksfeest van vriendin C met haar Italiaanse lover te vieren. En ‘t zou fijn zijn, mocht ik tegen dan weer in staat zijn een conversatie met de locals te voeren.

Twee jaar een taal niet spreken of lezen, zijn echter nefast voor kennis van woordenschat en grammatica. Verstaan lukt nog wel, maar spreken, da’s een ander paar mouwen. Vandaar dat ik besloten heb door te bijten en weer helemaal vanaf nul te beginnen. Mi chiamo yab. Di dove sei? Sono belga di Lovagno.

Afscheid van Italiaans

Gisterenavond zijn we onze punten van Italiaans gaan ophalen. Ik had nét geen negentig procent en mijn vriendje was erdoor. We waren alletwee tevreden. De juffrouw vond het nodig om mijn vriendje een beetje te komen troosten omdat zijn mondeling niet zo goed was (duhuh, hij had helemaal geen zin meer om nog zijn best te doen voor dat examen). Ik denk dat de juffrouw zijn slechte mondeling erger vond dan hijzelf. 😉 Onze juffrouw is een schatje.

Verder was het al babytalk wat de klok sloeg. Een medestudentje was pas bevallen en had haar net één week oude baby bij (man, zo’n braaf kindje) en een ander medestudentje was twee dagen ervoor papa geworden. Weer een paar bijzonder grafische verhalen over bevallingen te horen gekregen (iets over een moederkoek die niet wou afdalen en dan handmatig door de gynaecoloog verwijderd moest worden, een bloederige affaire, naar ‘t schijnt). Ik kan er dus weer voor een tijdje tegen.

De allerlaatste les Italiaans

Vandaag was het de laatste les Italiaans van het jaar en waarschijnlijk de laatste les Italiaans in ons leven. Volgende week nog een mondeling en schriftelijk examen overleven en dan gaan voor mijn vriend en mezelf de boeken toe. We hebben gezamelijk besloten een punt te zetten achter onze studie Italiaans. Dit wil niet zeggen dat we het CLT voorgoed de rug toekeren. Integendeel, volgende jaar schrijven we ons in voor een nieuwe taal.

Waarom dan de beslissing om te te stoppen met Italiaans? Wel, het bleef een beetje een dode taal voor ons. De enige gelegenheid die we hadden om Italiaans te spreken, was in de les zelf (en ok, één keer met het Italiaanse vriendje van een vriendin). We zijn één keer in Rome op reis geweest, maar daar verkozen de inboorlingen Engels tegen ons te spreken, dat ging sneller. Dan volg ik liever een taal die ik ook buiten de lessen nog kan gebruiken.

Welke taal we juist gaan volgen, zeg ik nog niet, want onze taalkeuze hangt samen met reisplannen in de toekomst en die toekomst is momenteel nog zo ver verwijderd dat ik toch een beetje voorzichtig ben. Je weet nooit wat er in tussentijd allemaal kan gebeuren. Wat ik wel kan zeggen is dat het een nogal exotische taal is. Ik ben benieuwd wat dat zal geven.

Een zwangere wereld

Italiaans is blijkbaar een vruchtbare taal. Onze lieve juffrouw is nu iets meer dan drie maanden zwanger, een pas moeder geworden leerlinge doet niets anders dan over The Baby (uit te spreken met dik Spaans accent) babbelen, een andere leerlinge is hoogzwanger en nog een derde medeleerling wordt binnen een maand vader. Tijdens de pauze is het al baby- en bevallingsverhalen wat de klok slaat. Joy!

Mon Français sucks

Ik zat daarstraks samen met de Franstalige collega van mijn vriend op de trein naar Leuven. Hij was in het gezelschap van zijn vriendin en nog een vriend. De heel rit van Leuven naar Brussel werd er natuurlijk niets anders dan Frans gesproken. Hun gesprekken verstaan was geen probleem, maar spreken, aiaiai. Ik schaamde mij dood dat mijn Frans zo slecht was. Zelfs over de meest basic woordjes moest ik nadenken en ik hoorde mij fouten maken tegen de passé composé die thuishoorden in het derde middelbaar. Jongens toch. Tegenwoordig kan ik beter Italiaans dan Frans en dat is bijzonder pijnlijk, want ik volg nog maar drie jaar Italiaans. Dat komt ervan als je een taal niet meer onderhoudt: je actieve woordenschat verdwijnt en de grammatica gaat behoorlijk stroefjes.

Volgend jaar misschien eens werk maken van het opfrissen van mijn Frans. Of wat meer gaan shoppen in Brussel. 😉

Hectisch

Vanochtend Italiaanse les (het eerste kwartier was weer afzien, mijn Italiaans zat héél ver). Na de les rap rap een boterhammetje gegeten en verf gaan kopen om ons appartementje een mooier uitzicht te geven. Volgens mij zijn wij de ideale klanten: wij vragen uitleg en beslissen vervolgens op vijf minuten wat we willen. Omdat we leven in een voortdurende race tegen de klok, hebben we niet de tijd om winkels af te lopen om prijzen te vergelijken. Als wij u online vinden en uw aanbod staat ons aan, is de kans groot dat u aan ons zal verkopen.

Daarna nog snel naar de Delhaize om voldoende brandstof in te slaan om morgen de noeste schilders van voedsel te voorzien. Douche genomen en nu naar de BlogMeet! Ik heb er zin in!

Begrafenis

Begrafenissen. Niemand gaat er graag naartoe. Niemand wordt graag geconfronteerd met de dood. Toch denk ik dat het goed is een soort van ritueel te hebben om afscheid te nemen van een geliefd persoon. Een moment waarop iedereen samen komt om even stil te staan bij een leven dat plots veel te ruw is afgebroken. Een leven dat nog zoveel moois in petto had.

Vandaag werd de vader van mijn vorige vriend begraven. De kerk zat stampvol. De man was tandarts in een onooglijk klein dorpje en had jaren in het verenigingsleven meegedraaid. Ik denk dat ongeveer het ganse dorp in de kerk was.

Het was een mooie mis. De lector was een goeie vriendin van de overledene en dat gaf de viering een persoonlijke toets. Ik heb veel bewondering voor de kracht die de twee zonen van de overledenen vonden om een stukje voor te lezen. Bij het groeten (wat in West-Vlaanderen ná de mis gebeurt), kromp mijn hart ineen toen ik de tranen in de ogen van mijn ex-vriend zag. Het verdriet in de ogen van zijn moeder en broer, het liet me niet onberoerd.

Toch was de relatie tussen zonen en vader niet altijd even goed. De vader was streng en recht door zee. En veeleisend voor zijn zonen. Té veeleisend, vond ik persoonlijk. Wat maakt het uit welk diploma je kinderen hebben, als ze maar gelukkig zijn. Hij legde zoveel druk op hun schouders dat ze het soms moeilijk hadden dit te kunnen dragen. Gelukkig zijn ze allebei op hun pootjes terecht gekomen. Ik ben blij dat ook dit, zij het zijdelings, in de mis vermeld werd.

Het is goed dat mijn vriend en ik naar de begrafenis geweest zijn, zelfs al moesten we er helemaal voor naar West-Vlaanderen rijden en zaten we even in de cipiersfile. Zelfs al hebben we er ons mondeling examen Italiaans voor moeten verzet (gelukkig hebben we een superlieve juffrouw van Italiaans). Ik denk dat het belangrijk is dat je op zulke momenten het verdriet van je vrienden kan delen. Hopelijk heeft mijn ex-vriend iets gehad aan de talrijke opkomst van zijn vrienden. Ik denk het wel.