Yummie

Een cocktailrecept dat ik nog niet kende. Ik zit op dit eigenste moment met diezelfde cocktail achter mijn pc na te genieten van een geslaagde avond. De ouders van mijn vriend wilden graag eens onze nieuwe meubels komen bewonderen, wat wij dan weet een goeie aanleiding vonden om eens lekker voor hen te koken. Als voorgerechtje aten we pikante scampi (danku Jamie), als hoofdgerecht de lekkerste eend ooit en als dessert een gezonde portie fruitsla. En nu een lekker glas engelenpis om dat alles door te spoelen. 😉 Feeling happy.

Een heet etentje

Tot gisteren zijn alle etentjes op ons appartement mits een paar schoonheidsfoutjes zeer goed verlopen. Dat was totdat ik gisteren gloeiendhete saus van de overigens voortreffelijke sint-jacobsschelp over mijn hand kreeg. Een welgemeende “aaaaw” ontsproot aan mijn mond. Verdorie dat deed zeer. ‘k Heb op aandringen van onze gasten vervolgens ongeveer een half uur met mijn hand in koud water gezeten, al moet gezegd dat dit de groei van de brandblaren geenszins verminderd heeft.

Het bereiden van de tweede gang van ons diner (ook een ovengerecht) heb ik maar wijselijk aan mijn vriend overgelaten. Die zwierde gezwind de witte wijn, de tijm, de paddenstoelen, het klontje boter en de kipfilets in vier zakjes van aluminumfolie, liet deze een twintigtal minuten gaarstoven in de oven om vervolgens zonder ongelukken en brandwonden het bakblik uit de oven te verwijderen en de kip op ons bord te poneren. Een supereenvoudig, maar superlekker gerecht.

En omdat ik een beetje verbrand en daardoor zielig was, was er speciaal voor mij chocoladefondue als dessert. Ok, ok, zonder dat spijtige voorval zou er ook chocoladefondue op het menu gestaan hebben. 😉 De chocoladefondue smaakte alleszins even lekker met verbrande vingers. Al paste ik toch wel op voor het vlammetje onder het fonduestel.

Deze ochtend ben ik dan maar direct flammazine gaan kopen bij de apotheker. Hoe lang duurt het eer zo’n brandwonde geneest?

L’Etoile d’Or

Vanavond zijn mijn vriend en ik iets gaan eten in een nieuw restaurantje op de Tiensevest tussen het Martelarenplein en de Diestsestraat, vlakbij het busstation. L ‘Etoile d’Or is een mooi ingericht restaurantje en zo nieuw dat het nog naar verf ruikt. We aten er voor een schappelijke prijs konijn met pruimen (mijn vriend vond wel dat er meer pruimen bij mochten) en tomaat garnaal. Twee klassiekers die altijd goed smaken.

Grappig: we vroegen brood bij onze maaltijd en de piepjonge dienstertjes kwamen telkens één broodje brengen die ze met een broodtang uit een grote mand visten. Dat staat chic, maar voor mij hadden ze evengoed een mandje met brood op tafel mogen zetten, ‘t is nogal vervelend om telkens een extra broodje te moeten bijvragen. De tweede keer dat ze langskwamen hebben we dan maar meteen twee broodjes gevraagd. Volgende keer toch maar frieten nemen, da’s makkelijker. 😉 Als dessert nam ik een beker ambachtelijk bereid ijs met verse aardbeien en een cava om alles door te spoelen.

Voor herhaling vatbaar.

Bruxelles

Gisterenavond ben ik met een zeer voornaam heerschap op stap geweest in Brussel. Ik zou vaker moeten weggaan in de hoofdstad van ons landje, want Brussel is een interessante stad vol tegenstellingen. Pittoreske straatjes wisselen zich af met verloederde buurten, de contrasten zijn er talrijk en liggen soms maar twee straten van elkaar af. Ik hou ook van het internationale publiek dat je in Brussel aantreft. Je hoort er talen uit alle windstreken van de wereld.

Het plan was om iets te gaan eten in een leuk Italiaans restaurantje. Helaas bleek het restaurant bij een eerste poging nog niet open te zijn en bij een tweede poging (we waren eerst nog iets gaan drinken en dan teruggekeerd om daar exact op het openingsuur aan te komen), mochten we van de uitbaters nog niet binnen. Tja, ik kan begrijpen dat de keuken nog niet volledig klaar is, maar je kan de mensen dan toch al binnen laten om een aperitief drinken? Reden genoeg om op zoek te gaan naar een alternatief.

Dat vonden we op de Vismarkt Bij den boer. Het viergangenmenu van de dag bestond uit vissoep, carpaccio van sardienen, tarbot en een caramelmousse-achtig dessert. De eerste drie gangen waren uitstekend. Het dessert viel mij wat tegen, wegens te weinig chocolade-inhoud en niet echt mijn smaak. Dus dat heb ik gewoon laten staan, ik had toch al meer dan voldoende gegeten met de eerste drie gangen. Voor die vier gangen betaalden we trouwens maar 25 euro, da’s geen geld voor wat we op ons bord kregen. Wel een beetje jammer dat we in het minder gezellige achterzaaltje zaten, maar dat werd ruimschoots gecompenseerd door het lekkere eten en het gezelschap. 😉

Na het eten begaven wij ons goedgemutst naar de overkant van de Vismarkt. Los Romanticos was onze (rookvrije!) bestemming. De uitgebreide cocktailkaart bracht mij al meteen aan het watertanden. Terwijl mijn stoer gezelschap het bij een frisdrankje hield, proefde ik voor de eerste keer in mijn leven een pisco sour. Kameraad E had mij dat drankje een keertje aangeraden, maar hier in België heb ik nog niet vaak pisco sour op de drankkaart zien staan. Het smaakte mij alleszins enorm. En omdat eentje, geentje is, sloot ik de avond af met een caipirinha. (Een ronde lijn is ook een lijn.)

Terwijl we van onze drankjes zaten te genieten, konden we live een salsales meemaken. Ik probeerde mijn gezelschap nog te overtuigen om samen met mij een stapje op de dansvloer te zetten, maar hij wilde niet. Had zeker schrik dat ik op zijn tenen ging staan. 😉 De volgende keer gaat hij er toch niet zo gemakkelijk vanaf raken…

Een succesvolle maar vermoeiende avond

Gisteren was het zover: nonkel K en de zijnen kwamen ons appartement bewonderen. Om toch maar de indruk geven dat wij nette en opgeruimde mensen zijn, ben ik speciaal vroeger naar huis gegaan om de schijn hoog te houden en ons appartement een blitzkuisbeurt te geven. Kuisen is mijn roeping niet, o neen, maar het mag gezegd: het zag er na twee uurtjes poetsen een pak toonbaarder uit. (Tiens, gingen wij niet iets doen met dienstencheques?)

En klein overzichtje van wat er op het menu stond:
– olijfjes en nootjes voor bij het aperitief (prosecco);
– opgerold lavashbrood met een vulling van zalm, roomkaas, selder, chilipoeder en citroensap als hapje om mee te beginnen;
– scampi in sherry als voorgerecht;
geroerbakte eend met peultjes en groene asperges als hoofdgerecht;
– en chocoladefondue als dessert.

Ik denk dat ik mag zeggen dat het een heel geslaagde avond was, al duurde het bereiden van het hoofdgerecht wat langer dan ik had verwacht en zaten we dus nog erg laat te eten. Onze gasten waren alleszins onder de indruk van het voorgeschotelde eten en dat was natuurlijk de bedoeling. 😉

Welkom in Leuven

Gisteren was het dan eindelijk zover, het moment waarop ik al ettelijke jaren zat te wachten: de officiële verwelkoming van de nieuwe Leuvenaars op het stadhuis. Nu voel ik mij al jaren Leuvenaar (ongeveer vanaf de eerste dag dat ik als groentje in Leuven mijn studiecarrière inzette met een bezoek aan de Oude Markt, toen nog niet autovrij), maar sinds een maand of twee is het ook écht officieel. En bij deze komt er ook een einde aan de tochtjes naar een gemeentehuis in het verre Limburg. Het werd tijd.

De verwelkoming begon met een speech van Tobback. Beetje gestoef over de stad, schetsen van het belang van de unief, een kleine vermelding van het parkeerprobleem. Naar zijn doen een behoorlijk makke speech, vond ik. Dat kan beter, Louis! Na de speech kregen we een rondleiding in het stadhuis. We hadden een heel goede gids, een vrouw die duidelijk met passie over de interessante geschiedenis van Leuven en de rivaliteit met de Brusselaars babbelde. Tja, Leuven heeft misschien niet het grootste stadhuis, maar wel het mooiste. 😉

We mochten zelfs een blik werpen in het heilige der heiligen: de bureau van Tobback himself. Opvallend afwezig: een computer. Hoe de mens zijn werk gedaan krijgt zonder, het is mij een raadsel. Het bureau was bijzonder ordelijk en voorzien van de nodige geestrijke dranken om voor inspiratie te zorgen. 😉 ‘k Zou er persoonlijk niks op tegen hebben om in zo’n mooie historische omgeving te werken, maar dan toch liefst mét computer en internetverbinding.

Fotootje van de bureau:

Na de rondleiding volgde nog een kleine receptie. Bijzonder leuk was dat er zich enkele bekende gezichten onder de nieuwe Leuvenaars bevonden: een kennis die ik al een jaar of twee niet meer gezien had en een oud-studiegenootje. Ideaal om bij te babbelen onder het genot van een glaasje kriek en een aantal lekkere toastjes. De kennis bleek zich samen met zijn vriend een appartementje gekocht te hebben niet eens zo ver van ons. Ik moet toegeven dat ik een beetje verrast was over het feit dat hij een vriend had, want ik heb altijd gedacht dat hij hetero was. Alhoewel, knap, goed verzorgd, vriendelijk, sympathiek, de aanwijzigingen waren er. 😉 ‘k Heb ze meteen maar uitgenodigd om eens langs te komen in ons nieuwe appartement.

Ook fijn om bij te kunnen bijpraten met mijn oud-studiegenootje. Ik organiseer regelmatig reünies voor de mensen waarmee ik ben afgestudeerd, maar hij komt bijna nooit. (Eén keertje heeft hij acte de présence gegeven omdat ik hem in de Delhaize tegen het lijf ben gelopen en hem halvelings verplicht heb te komen. 😉 ) Ik heb zo’n gevoel dat hij een beetje buiten de vaste kliek valt die naar elkaars housewarming parties en doctoraatsverdedigingen gaat. Toch jammer, want ‘t is een sympathieke kerel én hij had een knappe Spaanse vriendin aan zijn zijde met wie ik nog wel eens een goed gesprek wil voeren.

Na nog een paar toastjes verorberd te hebben, breiden we een eind aan de gesprekken, want mijn vriend had nog een afspraak met zijn collega’s en die zaten met hongerige magen op hem te wachten om aan het diner te beginnen. Bij het buitenkomen van het stadhuis werden we getrakteerd op een werkelijk schitterende regenboog. De mens kan nog zulke indrukwekkende bouwwerken maken, de natuur overklast de kunstwerken van de mens moeiteloos.

Natuurlijk heb ik mij daarna laten overhalen om mee te dineren met de collega’s van mijn vriend. Ik heb immers nog nooit slecht gegeten in de Kosmopol, zelfs al moesten we gisteren een beetje te lang wachten naar mijn goesting. En zeg nu zelf, een aanbod voor een gratis maaltijd, dat sla je toch niet af?

Het Fotomuseum in Antwerpen

Gisteren zijn we dus naar het Fotomuseum in Antwerpen geweest. Ons bezoekje verliep echter anders we in gedachten hadden. Daar aangekomen bleek dat er maar een heel klein gedeelte van het museum te bezoeken viel, met de name de tentoonstelling “Jean-Paul Deridder-CINEMA”. Wij vielen een beetje uit de lucht, maar de personen aan de balie hielden vol dat het op de site stond. En ja, bij nadere inspectie staat er inderdaad zoiets op de site. Maar ik vind dat de site toch wel wat duidelijker kon vermelden dat er maar één klein zaaltje te bezichtigen valt van het héle museum. Dat vonden de mensen aan de balie ook wel een beetje want, en ik citeer: “Ja, het staat blijkbaar niet zo duidelijk op de site, want er zijn nog al mensen langsgekomen die niet wisten dat het museum eigenlijk dicht is.” Ja, hallo?

Maar goed, we laten ons niet zo snel ontmoedigen dus vroegen we wat het Filmmuseum te bieden had. De filmzalen van MuHKA_media bevinden zich in hetzelfde gebouw als het Fotomuseum, maar daarvan is natuurlijk totaal niks terug te vinden op de site van het Fotomuseum. (En voor de mensen die de moeite doen om op de links te klikken, de site van het MUHKA suckt.) De persoon aan het onthaal wist ons te vertellen dat er een film van Martin Parr speelde. Maar waar die film juist over ging, dat wist hij ook niet. De andere dame aan het onthaal zei dat het waarschijnlijk wel grappig zou zijn en over Britten ging. Ok, wij zijn niet vies van een experimentje, dus tickets gekocht voor de film. Tickets die ons 6 euro het stuk kostten, maar volgens het ticketje eigenlijk 6.20 euro kostten. De overbodige .20 was zeer professioneel doorgehaald met zo’n Pritt correctieroller. :-) En dan hadden we blijkbaar nog teveel betaald, want twee minuten later kwam de mevrouw van de balie ons achterna om ons nog twee euro terug te geven, want de tickets kostten maar vijf euro. Euh ja, ok, geld terugkrijgen is altijd fijn.

(Voor de mensen die nu druk aan het zoeken zijn op de MUHKA site naar informatie over die film van Martin Parr, doe geen moeite, ik heb zelf ook Google en mijn beste zoekskills moeten gebruiken om die info te vinden. Een mens zou denken: dat zal wel gewoon op de kalender met de programmatie staan. Maar dat zou toch echt veel te eenvoudig zijn. We willen de mensen toch zeker niet op een snelle manier correcte informatie bezorgen?)

Goed, de film zelf dan: Think of England. Echt, een supergrappig filmpje. Vooral de interviews met halfweggeblazen mensen in stormachtig weer. “So what do you think of England?” “Lovely, just lovely.” En die kerel op het strand met zijn trampolines: “Can’t get any better than this. You get food poisoning in all those foreign countries like Spain.” Haha, subliem. En nog: “We beat those bloody Germans in two World Wars en one World Cup.” Martin Parr had een duidelijke voorkeur voor het interviewen van stereoptypen, want ik kan me niet voorstellen dat de gemiddelde Engelsman of -vrouw zich kan terugvinden in het beeld dat in deze film geschetst werd. Maar we hebben goed gelachen en da’s het voornaamste.

Na drie kwartier (en niet anderhalf uur zoals ons verkeerdelijk verteld werd aan het onthaal) was de film al gedaan. Een beetje een abrupt einde, ik was nog lang niet uitgekeken op die rare Engelsen. Maar de magen van onze gastheer en gastvrouw waren al aan het rammelen en de gastvrouw had nog werk aan het avondeten, dus besloten we de Sinksenfoor maar te laten waar wat het was. En zo werd het nog een heel gezellige avond, met superlekker (maar veel te veel) Thais eten, een mooie fotoreportage over Thailand, nog eentje over Finland en de reiskriebels die bij mij steeds luider de kop op staken. Hopelijk kunnen mijn vriend en ik binnen een jaar of zo ook eens een grote reis maken.