Een aangename verrassing

Dinsdagvoormiddag stond er een behoorlijk vervelende vergadering in mijn agenda gepland. Een vergadering waarop ik een standpunt moest verdedigen waar ik zelf niet helemaal achter stond en waarvan ik wist dat alle andere aanwezigen erg hun best zouden doen om dit standpunt onderuit te halen. Ik had er zelfs ‘s nachts niet goed van geslapen. Enfin, het werd inderdaad een onaangename vergadering, maar minder erg dan verwacht. Zeker toen ik na anderhalf uur vergadering een sms kreeg van één van mijn medewerkers dat er een bos bloemen voor mij gearriveerd was. Het laatste half uur van de vergadering bleef ik koppig, maar beleefd, op mijn standpunt staan terwijl ik in mijn hoofd zat te bedenken van wie die bloemen zouden zijn. Ik nam afscheid van mijn tegenstanders die allemaal supervriendelijk waren en me vooral op het hart drukten dat ik hun kritiek vooral niet persoonlijk moest nemen. (Wat ik uiteraard ook niet deed.)

Toen ik terug aan mijn bureau kwam, bleek er een bos prachtige witte pioenrozen op mij te liggen wachten. Met een bedankbriefje omdat ik een dossier supersnel had afgehandeld. En het toppunt is: dit was de allereerste keer dat ik zo’n dossier behandelde. En dit enkel en alleen omdat mijn twee medewerkers die normaal dit soort dossiers behandelen allebei tegelijkertijd met vakantie waren. Jaja, klantvriendelijkheid loont!

Over misleidende krantenkoppen gesproken

Geloof is voor de sociaal begaafden” kopt de Standaard. Wel ja, altijd al gedacht dat ik bepaalde autistische trekjes bezat. En inlevingsvermogen dat is duidelijk ook niet aan mij besteed. In één klap beweert het artikel ook dat meer mannen dan vrouwen met een gebrek aan inlevingsvermogen kampen. Jaja dames, het is wetenschappelijk bewezen.

Gelukkig wordt het artikel op het einde genuanceerd: “Overigens is een groot inlevingsvermogen niet de enige weg die naar godsdienstigheid leidt, tekenen de onderzoekers op. Er zijn nog een boel andere redenen aan te geven, hetzij historisch, hetzij cultureel, hetzij psychologisch, die kunnen verklaren waarom de ene mens geloviger is dan de andere. Inlevingsvermogen is er daar slechts eentje van.” Maar dat leest iemand die diagonaal de koppen scant natuurlijk niet.

Tot de dood ons scheidt… – Jo Claes

Mijn eerste boek van deze Leuvense misdaadschrijver. Eigenlijk een beetje schandalig dat het zolang geduurd heeft voordat ik één van ‘s mans boeken ter hand nam. Ik zal eerlijk zijn, mijn aarzeling had ook te maken met het feit dat ik al jaren geen “who dunnits” meer lees, al was ik in mijn tienerjaren een heuse fan van Hercule Poirot van Agatha Christie. En mijn laatste ervaring met een boek van Aspe was niet meteen voor herhaling vatbaar.

Maar kijk, het werd een aangename kennismaking. ‘Tot de dood ons scheidt’ is een vlot geschreven boek dat je opslorpt in een verhaal dat zich op twee niveaus afspeelt: enerzijds in het hedendaagse Leuven waar het Fochplein nog een grote bouwput is en er twee moorden gepleegd worden en anderzijds tijdens de tweede wereldoorlog. De gebeurtenissen tijdens de tweede wereldoorlog zijn zo mogelijk nog beklijvender dan die in het heden.

Wat dit boek extra bijzonder maakt, is dat het zich volledig afspeelt in Leuven en talrijke verwijzingen naar Leuvense plekken, gebouwen en gebeurtenissen bevat. De brand van de Leuvense universiteitsbibliotheek, het ongenoegen van de burgemeester toen de werken aan het Fochplein stilgelegd moesten worden vanwege het archeologisch onderzoek, talrijke bestaande gebouwen en pleinen krijgen een glansrol in het verhaal. Leuk om door Leuven te wandelen en op zoek te gaan naar de details die in het boek beschreven worden én je  leert en passant nog een beetje bij over de Leuvense geschiedenis.

Jo Claes slaagt er perfect in zijn fictieve personages te integreren in het Leuven dat me nauw aan het hart ligt. De personages zijn ook levensecht. Ze maken fouten, ze panikeren, ze twijfelen. En geen moment overviel mij een gevoel van voorspelbaarheid terwijl langzaam maar zeker de puzzelstukjes van het plot op zijn plaats vielen.

Een echte pageturner die je tot het laatste moment in spanning houdt. Meer hoeft dat niet te zijn.

Hier komen de piraten!

Gisteren tijdens het bezoek bij vrienden E en T heeft het kind in mij zich eens goed kunnen uitleven. Eerst samen met de twee blonde godinnetjes (drie en zes jaar) boekjes gelezen, daarna piraat gespeeld in hun kamertje en op schattenjacht gegaan (goudstukken dat we gevonden hebben, niet te doen!) en dan gedanst op hun lievelingsliedjes (een ‘romantisch’ liedje, zo zei de oudste het). Wat erop neer kwam dat er superveel moest rondgedraaid worden en ik op het einde helemaal duizelig was.

En oja, we werden ook nog eens verwend met lekkere zalm en risotto en genoten daarbij van een flesje rode wijn uit 2005 met een heerlijk volle smaak. Spijtig dat ik geen foto van de fles genomen heb, want zo’n flesje zou in ons wijnrek ook niet misstaan.

Alleen jammer dat onze jongedames één van de twee boekjes die we als cadeautje mee hadden al in hun bezit hadden. Nuja, Floddertje van Annie M.G. Schmidt is dan ook een klassieker van formaat die in geen enkele kinderbibliotheek mag ontbreken. In het Paard van Troje trouwens een geweldig leuk kinderboek gevonden: Dagboek van een Wombat. Werkelijk hilarisch boekje, al vermoed ik dat kleine kinderen de dubbele bodems niet echt zullen snappen, volwassenen zullen er des te meer plezier aan beleven.

Würzburg

Toch wel het hoogtepunt van onze trip naar Duitsland. Na onze vertrek uit Mainz, kwamen we zo rond de middag aan in Würzburg. We zagen meteen Festung Marienberg gelegen op een over de Main uitkijkende heuvel. We hadden tijd zat om van te genieten van de aanblik van Festung Marienberg, want we waren in een file terechtgekomen die typisch is voor een stad met te smalle straatjes om al het verkeer te slikken. We reden dan ook de eerste de beste parkeergarage binnen om de rest van de trip naar ons hotel te voet af te leggen.

Lunchen deden we in Brauerei-Gasthof Alter Kranen met een plaatselijke specialiteit Flammkuchen. Daar hadden we alletwee nog nooit van gehoord, dus de keuze was snel gemaakt. Flammkuchen hebben wat weg van een hele platte pizza en hoewel lekker, werd het deeg van zodra het afkoelde wat taaier en lastiger om te eten. Natuurlijk wierpen we ook een blik op de oude kraan waaraan het restaurant zijn naam dankte.

Vervolgens wandelden we op ons gemak naar de hoofdreden van ons bezoek aan Würburg: de Residenz. Jaja, we hebben nogal wat UNESCO werelderfgoed bewonderd tijdens onze trip. De bouw van dit fantastische paleis vond plaats tussen 1720 en 1744 en de belangrijkste architect was Balthasar Neumann. De pracht en praal van het interieur vallen haast niet te beschrijven en helaas ook niet te tonen, want fotograferen was er verboden. Jullie zullen dus zelf eens ter plekke moeten gaan kijken. Geloof me, je zal het je niet beklagen. Het verbluffende fresco van de Venetiaanse schilder Giovanni Battista Tiepolo, het grootste ter wereld, alleen al is de trip naar ginder waard. Uren kan je ernaar kijken.

Wat het allemaal nog verbluffender maakt, is dat het paleis volledig uitbrandde tijdens de Tweede Wereldoorlog. De foto’s van de vernielingen vormen een schril contrast met de gerestaureerde schoonheid. Würzburg zelf is net als Dresden bijna volledig platgelegd tijdens een bombardement op 16 maart 1945 dat twintig minuten duurde en 80 procent van de gebouwen van de stad verwoestte. Chilling.

We begonnen onze avond op de Alte Mainbrücke, de oudste brug van Würzburg die volledig autovrij is. Aan het begin van de brug zijn er twee plekken waar er goedkope (maar lekkere) Duitse wijn in royale glazen wordt verkocht. Iedereen staat dan ook te aperitieven met een glas wijn in de hand op de brug, genietend van het uitzicht op de Main en de Festung Marienberg. Uiteraard hadden we er geen probleem mee ons aan de gewoonten van de locals aan te passen. 😉

En natuurlijk eindigden we de dag met Spargel!

Mainz

De hoofdstad van Rijnland-Palts is het bekendst vanwege de prachtige laatromaanse kathedraal, symbool van de macht van de Kurfürsten. De beroemdste inwoner van Mainz moet wel Johannes Gutenberg zijn, met een standbeeld en een eigen museum. Het grootste deel van de Kaiserdom dateert van 1081-1137 en 1183-1239 maar de oudste onderdelen stammen uit het begin van de 11de eeuw. De imposante kathedraal is een absolute must see, maar ook het lieflijke Kirschgarten is niet te missen. Kirschgarten raakte tijdens de Tweede Wereldoorlog ernstig beschadigd, maar de oude huizen uit de 16de-18de eeuw in vakwerk werden mooi gerestaureerd. Toen wij er waren, was er een gezellige markt met allerlei streekproducten en uiteraard massa’s spargel. Heerlijk om rond te kuieren. Jammer dat onze tijd in Mainz zo kort was.

 

Receptitis

De voorbije dagen van het ene feestje naar de andere receptie gehold. Ja, het leven kan zwaar zijn.

  • Receptie nummer één: Een minder geslaagd exemplaar na de conferentie van vrijdag. Geen schuimwijn of cava te bespeuren en wie doet er nu in hemelsnaam een toef mayonaise als versiering op sushi en taboulé? Volgens mij om te verdoezelen dat de hapjes zonder dat niet veel smaak hadden.
  • Receptie nummer twee: Maandag ter gelegenheid van de lancering van een nieuw product. De lancering werd opgevrolijkt door Bert Kruismans en een cowboy-achtig groepje die in het Nederlands zongen. Geen schuimwijn, wel heerlijke wijn en lekkere hapjes. Alleen bleek het aartsmoeilijk te zijn om met de slanke broodstokjes de tapanade die op tafel stond naar binnen te krijgen zonder de helft op de grond te laten belanden.
  • Receptie nummer drie: Dinsdag de heropening van restaurant Ming in Leuven. Een nieuw interieur en een nieuw concept, dat mag gevierd worden. We behoorden bij de gelukkigen die een uitnodiging ontvangen hadden. Er was meer dan honderd man en toch slaagde het personeel erin ons vol met hapjes te stoppen en ook met de cava werd niet zuinig omgesprongen. Sushi, dim sum, teppanyaki, we werden verwend. Minder leuk: de halve paniekaanval toen ik even dacht dat iemand mijn rugzak met daarin mijn fototoestel en al mijn lenzen had gepikt. Uiteraard stond de rugzak veilig vlakbij, maar goed voor mijn hart zal het niet geweest zijn. En dan ben ik ook nog in aanvaring gekomen met een Chinese draak, resultaat: een opgezwollen lip, die gelukkig de dag nadien tot normale proporties was geslonken.
  • Receptie nummer vier: De (aangetrouwde) nicht van mijn vriend verdedigde haar doctoraatsthesis en mocht zich na veel loftuigingen van de jury voor het eerst met ‘doctor’ laten aanspreken. Ik had mijn fototoestel meegenomen om dit heuglijke moment voor het nageslacht vast te leggen. De receptie werd verzorgd door Carpe Diem n.v. uit Tongeren en de hapjes waren echt waar subliem. Patatjes met zwezeriken en truffel en zo. Enfin, verfijnd was een understatement. En ook hier werd gul met de flessen schuimwijn rondgegaan. Recepties waarbij men als afsluiter met een dessertje langs komt, zijn trouwens de allerbeste! En ik hield er nog een fles champagne aan over ook.

Hmm, we zullen het de komende dagen toch maar een beetje soberder aan doen.

Laat het feest beginnen! – Niccolò Ammaniti

Mijn tweede boek van Ammaniti, na ‘Het laatste oudejaar van de mensheid‘, en alweer was ik niet echt onder de indruk. Ik weet niet juist wat het probleem is voor mij met Ammaniti, maar ik geraak niet in de flow van zijn verhalen. Dit boek is duidelijk grappig bedoeld, maar ik voelde vooral ergernis. Alle personages zijn zo vreselijk onsympathiek dat de manier waarop ze sterven (en er wordt, net als in ‘Het laatste oudejaar van de mensheid’ wat afgestorven in dit boek) als een soort straf voor hun ijdelheid en leegheid gezien kan worden. Toch ontspringt het ijdelste en leegste personage de dodendans. Waarschijnlijk wil Ammaniti op die manier aantonen dat het leven fundamenteel oneerlijk is en de goeien het in de regel niet halen van de slechten.

Pas op, de schrijfstijl van Ammaniti is heel vlot en vloeiend, daaraan ligt het zeker niet. Misschien lees ik zijn boeken beter in het Italiaans en niet in een vertaling, wie weet komen ze dan beter tot hun recht. De manier waarop hij de personages in het boek weet te schetsen, al is het karikaturaal, is bij tijd en wijlen echt briljant. Dat Ammaniti een goed observator is, moge duidelijk zijn. Toch liet ook dit boek van hem me koud, geen Ammaniti meer voor mij.

Rheintal

De Rijn. Ach, de Rijn. 1320 km lang, ontspringt in Zwitserland, vloeit door Liechtenstein, Duitsland, Luxemburg en Nederland naar de Noordzee. We verkenden maar een klein stukje van haar waterloop, maar wat een schoonheid. Wijnranken, kastelen en natuurlijk, de beroemde en beruchte Loreley. Wij groetten haar en nuttigden ons avondmaal vlak tegenover haar steile wand in restaurant Loreleyblick (origineler kan haast niet).

Stolzenfels

Aan de oevers van de Rijn ligt een sprookjesachtig Kasteel dat dateert uit de 13de eeuw. Het oorspronkelijke kasteel ging in 1688 in vlammen op. In de vroege 19de eeuw kocht de latere koning Friedrich Wilhem IV de resten op. Het huidige kasteel werd ontworpen door de Pruisische architect Karl Friedrich Schinkel en werd gebouwd tussen 1833 en 1845. Wij stopten er na ons bezoekje aan Koblenz. Beneden aan de toegangspoort stond dat de laatste bezoekers toegelaten werden om 17.00u. Het was vijf voor vijf toen we deze boodschap lazen.

Toch besloten we het erop te wagen en de steile klim naar boven aan te vangen. Bezweet kwamen we een tiental minuten later bij de kassa aan. Het geluk was aan onze kant, want de rondleiding ging net beginnen en we kochten de twee allerlaatste kaartjes voordat de kassa sloot. En zo maakten we kennis met dit magnifieke kasteel met een al even fabuleus uitzicht. Het kasteel onderging nog niet zo lang geleden een ingrijpende restauratie. In de loop der jaren was de constructie langzaam beginnen wegzakken en er waren grote stabiliteitswerken nodig om de verzakking tegen te gaan. De gids wees ons op de scheuren in de muren, die nu gelukkige gestopt zijn met groeien.

Absoluut een bezoek waard!