Een luilekkere eerste mei

Ondanks het feit dat ik niet gelovig ben, wordt ten huize yab de uitdrukking “ledigheid is des duivels oorkussen” hoog in het vaandel gevoerd. Niets doen en luieren is immers voor watjes. Maar die occasionele keer dat we dan toch eens aan het lanterfanten slaan, doen we dat meteen goed. En zonder schuldgevoel! (Of althans met maar een heel klein beetje schuldgevoel.)

We begonnen onze eerste mei ‘s middags met een rondleiding in de Stella Artois. Al zo lang bijna buren en nog nooit bezocht. Een schande is het! Alleen jammer dat de eerste mei de productie op een laag pitje stond, zodat er weinig actie te beleven viel. Maar goed, de rondleiding was geheel en al gratis en we hielden er nog wat bier in blik aan over. (Dat ik al evenmin lust als blik uit een andere recipiënt.)

Het aangename zonnetje voerde ons naar het terras van de Royale op het Martelarenplein voor een pannenkoek met appeltjes of ijs. De zon bleef maar schijnen en dat is tegenwoordig zo’n uitzonderlijk fenomeen dat daar optimaal van geprofiteerd moet worden. Verder naar de Oude Markt dus, alwaar we ons nestelden op het terras van de Apero. De uren vlogen voorbij en we hadden het zo naar onze zin, dat vriendin D besloot haar eerste danslens te brossen.

Op het einde van de namiddag vervoegden vrienden X en T ons, pasgetrouwd en net terug van hun huwelijksreis in Australië. We sloten af met een snelle pasta van de Past-à-Porter.

Een fantastische eerste mei.

 

Sagalassos

Na de uitreiking van de Romulusprijs, was ik toch wel erg nieuwsgierig geworden naar de tentoonstelling Sagalossos, City of Dreams in het Gallo-Romeins museum in Tongeren. Gelukkig had een vriendin ons een tijd geleden uitgenodigd om samen met hen naar de tentoonstelling te gaan. We zouden uitleg krijgen van een kennis die enkele jaren op het Sagalossos-project gewerkt had. En zo begaf ik me deze zondag naar Tongeren (mijn vriend bleef thuis om te studeren). Perfecte timing wat mij betreft!

De tentoonstelling is echt de moeite, in het bijzonder omdat het de eerste overzichtstentoonstelling is met als onderwerp Sagalassos, de vergeten stad hoog in het Turkse Taurusgebergte en veel stukken voor het eerst Turkije verlieten. De tentoonstelling toont niet enkel voorwerpen die op de site gevonden werden, maar roept de sfeer op van de archeologische site met filmbeelden gepresenteerd op een panoramisch scherm van 270 graden, zwevend boven een maquette van de Grieks-Romeinse stad op het hoogtepunt van haar bloei.

De topstukken van de tentoonstelling worden getoond in een decor, ontworpen door operaregisseur Guy Joosten, die zich voor zijn opstelling liet inspireren door de fatale aardbeving die Sagalassos trof in de jaren 600-620 n.Chr. Het tweede deel van de tentoonstelling is een kunstwerk op zich door de bijzondere uitvoering en belichting.

Alleen jammer dat de tentoonstelling een beetje het slachtoffer is van haar eigen succes: te veel bezoekers die het vaak moeilijk maken om de stukken in alle rust te bekijken en de interactieve schermen uit te proberen. Maar laat dat jullie beslist niet tegenhouden om de tentoonstelling te bezoeken. De tentoonstelling loopt nog tot en met 17 juni.

Existentiële vraag

Heeft er iemand een idee waarom paraplufabrikanten van opvouwbare paraplu’s het nodig vinden om daar zo’n stoffen zakje rond te fabriceren? Is er iemand die dat zakje effectief opnieuw gebruikt nadat de paraplu er na aankoop voor de eerste keer uitgehaald werd? En is er iemand die iets kan doen met een collectie onnuttige en ongebruikte zakjes?

Yab stelt teleur

Vandaag heb ik één van de moeilijkste telefoons van mijn leven gedaan. Na heel wat getwijfel had ik een belangrijke knoop doorgehakt en het resultaat daarvan was dat ik iemand verschrikkelijk moest teleurstellen. Ik wist op voorhand dat het een onaangenaam gesprek zou zijn, maar had niet verwacht dat het zo snel een negatieve draai zou krijgen. Heel erg jammer, want het was helemaal mijn bedoeling niet om mensen te kwetsen en ik haat het mensen om mensen te moeten teleurstellen.

Enfin, ik ben er werkelijk fysiek niet goed van geweest. Maar goed, een levensles rijker, zullen we maar denken.

Speelgoedmuseum in Mechelen

Zaterdag bezochten we met zes volwassenen en zeven kinderen het speelgoedmuseum in Mechelen. Voor mij was dit de allereerste keer dat ik kennis maakte met dit museum en ik moet zeggen dat ik aangenaam verrast was door de uitgebreide collectie. Je merkt ook dat er inspanningen gedaan worden om de collectie op een inventievere manier te presenteren dan louter door het speelgoed in vitrines achter glas te steken (het schilderij van Brueghel met de kinderspelen was echt tof gevonden). Het museum deed ook moeite om wat interactiviteit in te bouwen door de kinderen via drukknoppen het speelgoed in beweging te laten zetten. Leuk dat ook speelgoed uit andere continenten een plekje kreeg. De kinderen zelf waren het na een uurtje of twee wel beu: al dat speelgoed en nergens mee kunnen spelen! Gelukkig was er in de cafetaria genoeg speelgoed voorhanden waar wél mee gespeeld kon worden. (For the record: de vier-op-een-rij score tussen mezelf en kameraad K: 1-1. Dat vraagt om een revanche!)

Zelf had ik gerust nog wat langer in het museum kunnen ronddwalen. Want eerlijk, ik denk dat het museum leuker is voor volwassenen dan voor kinderen. Voor ons werd het een echte trip down memory lane met oude gezelschapsspellen (nog overgeërfd van mijn moeder), de eerste Suske en Wiskes en Jerommekes, monchichi’s, lego en duplo, viewmasters, K’nex, Elektro, speelgoed van Fisher Price, Barbies (die ik nooit kreeg en waar ik enkel bij vriendinnen mee kon spelen) en oude puzzels. Het kind in mezelf maakte een vreugdesprongetje bij al die mooie en bijna vergeten herinneringen: al die gewonnen Mens-erger-je-niet-spelletjes tegen mijn oma en de kibbelpartijen wanneer mijn broertje weer maar eens verloor met Hotel, omdat ik in de eerste spelronde Hotel President binnenhaalde. Sweet memories.

Wat crappy iphone-foto’s:

Oja. Ons afsluitende etentje in De Ridder van Musena bleek ook een schot in de roos te zijn. Iets minder budgetvriendelijk dan verwacht, maar wat een service. We hadden de gezellige Orangerie helemaal alleen voor ons gezelschap en alle kinderen kregen kleurpotloodjes en een kleurplaat om zich bezig te houden. De balletjes in tomatensaus vielen erg in de smaak bij het jonge volkje en mijn parelhoen mocht er ook zijn. Toplocatie met lekker eten vlakbij Planckendael.

Budapest Highlights: Opera

Het verhaal wil dat Franz-Josef toenmalig keizer van Oostenrijk-Hongarije, ook wel bekend als de gemaal van Sisi, toezegde de bouw van een opera in Budapest te financieren op voorwaarde dat de opera niet groter zou zijn dan deze in Wenen. De Hongaren voerden dit bevel naar de letter uit. De opera was niet zo groot als die in Wenen, maar wel mooier. Althans dat vinden de Hongaren. Ik laat jullie zelf oordelen.

Budapest Highlights: Széchenyi Bath & Spa

Széchenyi Bath & Spa is een historisch complex van een uitgebreid aanbod aan thermaalbaden. Er zijn sauna’s op alle mogelijke temperaturen, medicinale zwavelbaden en een schitterend buitenbad dat zomer en winter op 39 graden is. Al het water is afkomstig uit natuurlijke warmwaterbronnen. Volgens mijn gids is Széchenyi Bath & Spa gekend om de schakende mannen in het buitenbad. Wij slaagden er tijdens ons bezoekje in slechts één schakend koppel te spotten, dus misschien is de schaakinteresse van de gemiddelde Hongaar afgenomen.

Budapest is bekend om zijn uitgebreide aanbod aan badfaciliteiten. Als je deze stad bezoekt, moet je zeker de tijd uittrekken om minstens één bad te bezoeken. Széchenyi Bath & Spa is het grootste complex en bovendien volledig gemengd. Andere baden zijn beurtelings voor mannen en vrouwen geopend. De baden zelf waren prachtig, al had het toch ook iets van vergane glorie: douches die verroest waren of waarvan de doucheknop ontbrak, verkleedruimtes waar je zowel op blote voeten als op schoenen liep die niet regelmatig gepoetst werden, een algemeen gevoel dat het toch allemaal net iets beter onderhouden kon zijn.

En het allerergste: het feit dat je maar op één plek handdoeken kon huren. Dat huren verliep trouwens op een bijzonder inefficiënte manier die me deed terugdenken aan communistische tijden: een onvriendelijke madame die er helemaal alleen voor stond, van iedereen huurgeld én waarborg in ontvangst moest nemen en dan telkens ticketjes moest afprinten op een trage computer. De ticketjes mocht je zeker niet verliezen of je kreeg je waarborg niet terug. Tegen de tijd dat we eindelijk aan de beurt waren, waren de gewone sponzen handdoeken op en bleven er enkel nog een soort lakens over. Beter dan niets, zullen we maar denken zeker? De rij om onze lakens terug te geven was zo mogelijk nog veel langer.

Jammer, want met een beetje inspanning van de uitbaters kan zo’n bezoek aan een badhuis echt een onvergetelijke ervaring zijn.

Twee tips alvast voor een bezoekj: neem je eigen handdoeken mee en reserveer direct een cabine.

 

 

Anderhalve dag Kopenhagen

Ik weet het, mijn ecologische voetafdruk is er alweer wat groter op geworden, maar de plicht riep. Dus stapte ik gisteren op een vliegtuig richting Kopenhagen voor een conferentie en bijhorend diner. De weersomstandigheden in Kopenhagen waren suboptimaal en met suboptimaal bedoel ik ijskoud. Waar blijft die lente? Het is verdorie april. En zo was ik genoodzaakt in mijn vrije uurtjes van winkelcentrum naar winkelcentrum te vluchten om mijn verkilde vingers de kans te geven weer op temperatuur te komen. Gelukkig was vandaag de zon wel van de partij, wat meteen een wereld van verschil maakte. De conferentie zelf was kort, maar boeiend. Het aantal aanwezigen was bewust beperkt gehouden om de interactie tijdens de brainstormsessies te verhogen. Heel interessante mensen leren kennen en een tof gesprek gehad met één van de aanwezigen uit Tallinn. De locatie waar de conferentie doorging was schitterend: The Black Diamond is werkelijk een adembenemend verlengstuk van de Deense Koninklijke bibliotheek.

En vandaag ben ik alweer terug in België. Zo vliegt een werkweek wel snel voorbij.

Oja, foto’s genomen met mijn oude Canon Powershot G7. Vandaar de crappy kwaliteit.

Bokrijk

Een beetje nostalgie op tijd en stond, kan al eens deugd doen. En het is gewoon een feit dat ik erg mooie kindertijdherinneringen heb aan Bokrijk. Herinneringen aan de immense speeltuin, maar ook aan het Openluchtmuseum met de charmante huisjes (zolang je er zelf niet in moet wonen), de in traditionele kledij uitgedoste vrijwilligers, en de oude voorwerpen die nog niet zo heel lang geleden dagelijks gebruikt werden. Een confrontatie met een verleden dat nog niet zo veraf is, maar toch lichtjaren verwijderd lijkt van de huidige maatschappij met zijn elektronica, overconsumptie en toenemende jachtigheid.

En zo speelden we samen met de kinderen van vriendin en oud-collega L Trou-Madame en andere kegelspellen. Aan Krulbol waagden we ons niet, omdat de vriendelijke meneer in de spelletjesschuur ons verzekerde dat dit een spel voor volwassenen was (en hij had gelijk, die dingen waren echt veel te zwaar voor kinderen uit de tweede kleuterklas en het tweede leerjaar). De pannenkoek in de namiddag luidde de definitieve aftocht in van dat buikgriepachtig virus dat langer in mijn lichaam blijft sluimeren dan verwacht en gehoopt. Al hield ik het ‘s avonds bij een heel erg kleine portie van de pastaschotel van onze sympathieke gastvrouwe, om eventuele accidentjes te vermijden.

Zelfs de weergoden waren ons gunstig gezind, want de enige druppeltjes regen vielen net op het moment dat wij aan de pannenkoeken zaten. Ideaal. Al had een paar graden warmer mijn verkleumde handen beslist geen kwaad gedaan.