Vandaag gelukkig een betere nacht gehad. Er gaat toch niks boven een echt bed, zelfs al is het je eigen bed niet. We begonnen de dag met een bezoek aan de Senso-ji tempel in hartje Tokyo. In de Nakamise-dori, een straatje met shops met allerlei prullaria en etenswaren, ervoeren we voor het eerst de drukte van een miljoenenstad als Tokyo. Al vermoed ik dat de drukte op deze zaterdag al bij al nog meeviel en het tijdens hoogdagen nog honderd keer erger is.
We bewonderden de reconstructie van de vijf verdiepingen hoge pagode en wreven de Nade Botokesan Buddha over zijn hoofd om zo geluk en een goede gezondheid af te dwingen. We zagen de gigantische rode lantaarns die ongeveer in elk toeristisch boekje over Tokyo staan. Op weg naar de wierrookverbrander en de grote hal, kwam we langs een rij monniken die de passanten aanspoorden iets te geven voor het goede doel, vermoedelijk voor de slachtoffers van de aardbeving en tsunami.
Terwijl we dit alles in ons opnamen, voelden we de grond alweer lichtjes trillen, deze keer amper waarneembaar. Al zagen we wel de belletjes aan de pagode heen en weer wiegen. Het is verbazingwekkend hoe snel een mens aan dit fenomeen went. De eerste keer waren we een beetje ongerust en opgewonden tegelijkertijd, nu schonken we er amper aandacht aan.
We aten ter plaatse enkele typische Japanse specialiteiten: melon pan (een soort zacht gesuikerd brood in de vorm van een halve meloen), ningyo-yaki (de gevulde zachte figuurtjes die we eerder al in Kamakura aten) en een soort roze gefrituurde mochi. Japan heeft zoveel etenswaren die ons totaal vreemd zijn dat je hier elke dag van het jaar wel iets nieuws kan uitproberen.
We zegden de tempel vaarwel en namen één van de vele treinen van JR Rail naar Shibuya. Shibuya is het ontmoetingscentrum van de Japanse jeugd. Je vindt hier alles: restaurants, hippe kledij, muziek, gadgets, elektronica,… De hoofdstraten houden shopaholics in hun ban, terwijl mensen op zoek naar een beetje warmte in nightclubs, bars en love hotels terecht kunnen. Aan de uitgang van Shibuya station zagen we het beeldje van Hachiko, de hond die na de dood van zijn baasje meer dan tien jaar elke avond bij de uitgang van het station op zijn baasje ging wachten. Daarna dompelden we ons onder in de mensenmassa van Shibuya.
Voor het middageten besloten we ons op te splitsen. Mijn broertje en zijn vriendin snakten naar Westers eten en trokken richting Mac Donalds, mijn vriend en ik probeerden een Chinees restaurant uit. Ik had geen zin om geld te geven aan een Amerikaanse international en een gebakken dumpling gaat er altijd wel in.
In het restaurant zat het vol met tot in de puntjes verzorgde Japanse poppetjes die na de maaltijd één voor één hun schminkspullen boven haalden. Valse wimpers, fond de teint, mascara, poeder, lippenstift, lippengloss, oogschaduw. We zagen het hele gamma passeren. Ongegeneerd perfectioneerden ze hun make-up aan tafel of in het toilet. Ik wist niet dat valse wimpers aanbrengen zo vlotjes ging.
Na het middagmaal maakten we een wandeling die in onze gids stond. Helaas liet het goede weer ons in de steek, waardoor we opnieuw genoodzaakt waren paraplu’s te kopen om zo ons totaal op zes te brengen, want uiteraard lagen onze eerder aangeschafte paraplu’s nog in het hotel.
Shibuya zelf maakte op mij niet zoveel indruk. Veel volk, schreeuwerige neonreclames grote winkels en lelijke straatjes met love hotels. Niet bepaald mijn ding. En het feit dat ik hoofdpijn had, maakte de wijk er niet bepaald aantrekkelijker op.
We zegden Shibuya vaarwel en trokken met de trein naar West Shinjuku. Het station van Shinjuku is het drukste treinstation ter wereld. Elke dag passeren er meer dan twee miljoen mensen. Dit is één van de stations waar stationswerknemers tijdens het spitsuur de forenzen in de trein duwen zodat er zeker geen ongebruikt plekje overblijft.
In West Shinjuku werken zo’n 250.000 mensen in de gigantische hypermoderne wolkenkrabbers. Het meest indrukwekkend zijn de 48 verdiepingen hoge Metropolitan Government Offices. De inwoners van Tokyo noemen deze tweelingwolkenkrabbers “tax tower” omdat het bouwwerk in totaal 1 miljard US dollar kostte. Jammer genoeg was het niet mogelijk om het observatiorium op één van de hoogste verdiepingen te bezoeken.
Gelukkig was er ook een observatorium op de 51ste verdieping van het Sumitomo building dat ons een blik gunde op de miljoenenstad Tokyo. Spijtig genoeg was het erg bewolkt waardoor het uitzicht beperkt bleef. We besloten nog wat langer van het uitzicht te genieten en een chocomelk ter drinken in een café een verdieping lager. En zo zagen we genietend van een veel te dure chocomelk of koffie de zon ondergaan boven Tokyo. Tokyo by night gaf niet het lichtspektakel dat we verwacht hadden, maar dat kwam natuurlijk door de maatregelen om elektriciteit te besparen.
Ons avondmaal nuttigden we in hetzelfde gebouw. Mijn eerste keer sushi in Japan! Spijtig dat mijn broertje geen fan is. We namen met z’n drieën sushi en mijn broertje probeerde de tempura, die hem helaas niet al te best beviel. Met een ongestelde maag als gevolg. Een voedselvergifting oplopen in Tokyo, wie had dat gedacht?