The end

En dat was meteen de allerlaatste blogpost over Australia. Ik hoor jullie al zuchten: “Oef”. Natuurlijk zijn zulke vakantieverhalen vooral leuk om te lezen als je er zelf bij was. Dus om het een beetje goed te maken, stel ik voor dat ik de komende week een paar verzoekjes afwerk. Wat willen jullie graag weten over yab? Zijn er vragen waar jullie al lang mee zitten? Laat je vragen en opmerkingen achter in de comments en ik zal proberen zo eerlijk mogelijk te antwoorden.

17 november: Laatste dag in Australië

Onze allerlaatste dag in Australië. We hadden in Cairns echt wel alles gezien wat er te zien viel en besloten het vandaag wat kalmer aan te doen. We sliepen uit en startten de dag met een ontbijt in de Botanical Gardens. Ditmaal waren we wel zo slim geweest om een taxi te nemen naar de Botanical Gardens. We hadden geen van beiden zin in een wandeling van meer dan een uur door de buitenwijken van Cairns.

Mijn eggs benedict met Tasmaanse zalm en huisgemaakte saus Hollandaise smaakten verrukkelijk, al zal het mooie decor van de botanische tuin daar ook wel wat mee te maken gehad hebben. Na het ontbijt maakten we een prachtige wandeling vlakbij de Botanical Gardens in wat het favoriete joggingterrein van gans Cairns moet geweest zijn. Respect voor die joggers, want het terrein was niet gemakkelijk te noemen. Ik heb niet geteld hoeveel trappen we onderweg gedaan hebben, maar het waren er zeker meer dan honderd en om dit dan joggend te doen…

Grappig was dat overal borden stonden dat hier beslist niet gejogd mocht worden, want op dit stukje bosgrond vlakbij Cairns kwamen Cassowary’s voor en Cassowary’s houden niet echt van joggers, naar het schijnt. Nu, we hebben heel erg ons best gedaan om een Cassowary te ontdekken, maar ze hielden zich helaas verstopt voor ons.

De wandeling op zich was een aangename verrassing. Een beetje lastig door al de trappen, maar de uitzichten die je ervoor in de plaats kreeg, waren de moeite. We zagen aan onze voeten het vliegveld van Cairns liggen met op de achtergrond de zee. Onderweg zagen we talrijke wilde kalkoenen die zich blijkbaar niks aantrokken van het feit dat kerstmis niet meer zo veraf was en rustig scharrelden op zoek naar wat lekkers. 😉

Na de wandeling sloegen we aan het twijfelen. We hadden nog een ganse namiddag voor de boeg en we wisten niet hoe deze op te vullen. We bestudeerden het kaartje van Cairns zorgvuldig en toen kreeg ik plots een inval. Ik herinnerde mij dat de Hollanders in Darwin zeiden dat ze de Royal Flying Doctors Service in Cairns bezocht hadden. Die basis van de Flying Doctors bleek niet zo heel ver van de Botanical Gardens te liggen, dus trokken we op pad.

Het was ondertussen al goed warm en het zweet gutste van ons af. Onderweg kwamen we langs wegenwerken waarbij één kant van de weg geblokkeerd was en de wagens uit beide richtingen over dezelfde rijstrook moesten. In België lost men zo’n situatie op door er tijdelijke verkeerslichten te plaatsen. In Australië is arbeid blijkbaar goedkoop: daar plaatst men twee mensen met een groot plakkaat langs beide kanten van de wegenwerken. Op de ene kant van het plakkaat staat “Stop” en langs de andere kant “Slow”. Om te weten wanneer het bord omgedraaid mag worden, geeft men deze twee mensen walki talki’s. Wat een rotjob, de ganse dag in de hete zon staan terwijl je niets anders moet doen dan een bord omdraaien.

Het was erg rustig bij de Royal Flying Doctors. Mijn vriend en ik waren de enige bezoekers en we kregen een privérondleiding van het bijzonder vriendelijke meisje dat waarschijnlijk blij was dat er eens iemand langskwam. We kregen een filmpje te zien over de geschiedenis van de Flying Doctors, keken naar oude medische instrumenten, foto’s, documenten en met pedalen aangedreven radio’s. In de tuin stond een oud vliegtuigje dat nu geen dienst meer deed met de originele apparatuur er nog in. De tuin had nog een andere troef: bij het vijvertje zaten heel grappige kleine kikkertjes.

Na ons bezoek aan de Flying Doctors trokken we taxigewijs terug naar ons hotel. We maakten onze valies en wachtten tot het tijd was voor het avondeten. Voor ons Laatste Avondmaal hadden we een reservatie gemaakt in restaurant Ochre, een restaurant dat volgens de foldertjes vernieuwende Australische keuken bood.

Omdat het onze laatste avond was, kozen we resoluut voor de fijnproeversmenu met aangepaste wijnen. Een decadente manier om onze reis af te sluiten. Om jullie wat te laten watertanden, een copy-paste van de site van Ochre met het menu dat we aten:

Tasting Menu:

Salmon gravalax with lemon aspen – mango, cucumber and beetroot – wonton crisp and lemon myrtle + Tim Adams Riesling 2006 Clare Valley

Queensland scallops wrapped in prosciutto – artichoke, tomato and herbs sunrise lime and Tablelands honey dressing + Henschke’s Tilly Vineyard 2005 Barossa

Crispy salt and pepper quail – green papaya and local bamboo shoot salad – wild lime and chilli sorbet + Yering Station Pinot Noir 2006 Yarra Valley

‘Terrarosa’ MSA beef tenderloin – sweet miso eggplant – Pontiac potato gallette star anise butter sauce and watercress + Cape d’ Estaing ‘Wisanger Hills’ Cabernet Sauvignon 2002 Kangaroo Island

Mango assiette – sauternes and mango jelly, mango cheesecake, fresh mango and kaffir lime mascapone tuille + Noble One Botrytis Semillon 2005 NSW

Selected Gallo cheese – tilset, gorgonzola and ‘Barron River’ – wattle seed lavosh – fig chutney + Morris Rutherglen Tokay & Muscat Central Victoria

De gerechten waren tongstrelend en de voortreffelijke wijnen werden royaal bijgeschonken. Na dit uitgebreide avondmaal dat meer dan drie uur duurde (schaam, schaam) wandelden we ietwat onvast terug naar ons hotel. Australië heeft ons hart veroverd en we hebben het vaste voornemen er nog ooit terug te komen. Al zal dat nog wel enkele jaren duren. De wereld is zo groot en er zijn zoveel interessante plaatsen om te ontdekken.

16 november: Skyrail en avond in Cairns

Na ons bezoek aan Rainforestation bracht de bus ons naar de Skyrail, een kabelbaan van 7,5 kilometer lang die ons over het regenwoud voerde. Deze kabelbaan is een goede illustratie van de manier waarop de Australiërs het toeristisch uitbaten van hun natuurwonderen proberen te verzoenen met natuurbescherming. De kabelbaan biedt een schitterend uitzicht over het regenwoud terwijl het woud zelf minimaal verstoord wordt.

We stapten even uit bij de tussenstations Barron Falls en Red Peak. Barron Falls bood ons een uitzicht op de watervallen die we ‘s ochtends al tijdens ons ritje met de Scenic Railway hadden bewonderd, maar dan van de andere kant gezien. Red Peak vond ik een interessantere tussenstop. Er was een boardwalk aangelegd waar we een minimaal stukje regenwoud konden verkennen. Het moet gezegd dat de borden met uitleg zeer gedetailleerd waren. Als je de moeite nam om alles te lezen, kon je ontzettend veel bijleren.

Blijkbaar hebben mooie uitzichten een lustopwekkend effect, want we profiteerden van het dubbele feit dat we het bakje van de kabelbaan helemaal voor ons alleen hadden én dat de bakjes die ons kruisten allemaal leeg waren, om een vluggertje te doen boven het regenwoud. Sex in het bakje van een kabelbaan, een mens moet openstaan voor nieuwe ervaringen. 😉

Beneden aangekomen na deze opwindende rit, kocht ik mijn eerste echte souvenir: een dode ulysses vlinder. Perfect om mijn dode vlinder uit Thailand en mijn dode schorpioen uit Tunesië gezelschap te houden. Al begrijpt mijn vriend mijn fascinatie voor dode beesten niet echt, ik liet me niet van de wijs brengen: dit prachtig blauwe opgeprikte exemplaar zou het mijne worden. Gelukkig is de ulysses vlinder nu niet meer met uitsterven bedreigd, waardoor het niet langer verboden is de vlinders uit te voeren.

Op de terugweg met de bus naar Cairns deed er zich nog een grappige slapsticksituatie voor. De buschauffeur was vergeten dat hij onderweg nog iemand moest oppikken, waardoor we een kort stukje terug moesten rijden. Bij de oppikplaats was er natuurlijk niemand te bekennen en ging de chauffeur binnen in het restaurant op zoek naar de bewuste persoon. Ondertussen was de mevrouw die opgehaald moest worden, langs een andere uitgang naar buiten gekomen en in de bus gestapt, zonder dat ze onderweg de chauffeur was tegengekomen. Mijn vriend ging daarop de chauffeur achterna om te zeggen dat de persoon in kwestie al in de bus zat.

Natuurlijk kwam iets daarna de chauffeur langs de andere uitgang buiten, zonder mijn vriend gezien te hebben. De chauffeur besefte niet dat de mevrouw al ingestapt was en was duidelijk niet op zijn gemak. Ik maakt hem snel duidelijk dat de mevrouw er al was. Vreemd dat de mevrouw in kwestie zelf niet op het idee kwam om dit te doen, want ze was achteraan in de bus gaan zitten zonder dat de chauffeur dit kon weten. Vervolgens was de chauffeur bijna vertrokken zonder mijn vriend. Gelukkig kon ik hem nog net op tijd tegenhouden. Ik denk dat de chauffeur door de hele situatie wat in de war was, want hij reageerde nogal vreemd op het feit dat mijn vriend hem was gaan zoeken, terwijl dit ons een logische reactie leek. Enfin, eind goed, al goed. Iedereen zat in de bus en we konden met een gerust gemoed naar Cairns terugrijden.

Achteraf bezien was dit ons meest toeristische uitstapje tot nu toe. We voelden ons vaak als kleine kinderen die bij het handje gehouden moesten worden, maar toch heb ik er met volle teugen van genoten. ‘t Is niet omdat de paden platgetreden zijn dat ze niet mooi en interessant zijn.

‘s Avonds liet ik als aandenken een tijdelijke tattoo plaatsen. Ik liet een draakje op mijn arm plaatsen in de hoop dat het een week zou blijven staan en zo de herinnering aan deze mooie vakantie zou levend houden. We aten een klein hapje in de foodmarkets, maakten een mooie wandeling op het houten wandelpad langs het strand en dronken als afsluiting van de dag opnieuw cocktails in ons hotel. Het liedje wordt een beetje afgezaagd. 😉

Spektakel versus spectaculair

Om maar te zeggen dat ik mij keer op keer vergis in de spellingswijze van deze twee woorden. Maar wie verzint nu ook zoiets? Het zelfstandig naamwoord met allemaal k’s schrijven en het afgeleide bijvoeglijk naamwoord om het interessant te houden met allemaal c’s. Maar goed, nog één keertje als geheugensteun voor mezelf: spektakel en spectaculair.

Star Wars Marathon

‘t Was een geslaagde avond! Lekkere cocktails, fastfood voor de hongerige magen en een schitterend beeld dankzij de projector van mijn vriend zijn werk. Al vrees ik dat ik wegens dichtvallende ogen stukken gemist heb van Return of the Jedi. 😉 Met dank aan boskabout, werkmens, ntone en special guest Lucie voor het uitmuntende gezelschap.

En ja, mijn vriend en ik overwegen serieus een Lord of the Rings marathon. Al gaan we dan toch een tikkeltje vroeger moeten beginnen. 😉

Op de tong bijten

Vandaag op het werk een discussie over roken gehad. Eén van mijn collega’s (een verstokt roker of course) vond het nodig om maatregelen tegen het roken fascistisch te noemen. Want ja, ocharme, die arme rokers, ze worden toch zo hard gediscrimineerd. Vroeger, toen ik nog jong en vol vuur was, zou ik hier heftig op gereageerd hebben. Nu heb ik zwaar op mijn tong gebeten en gewoon de schouders opgehaald. Het heeft geen zin om met zulke mensen in discussie te gaan. Ik gun hem zijn groot gelijk.

Dit zal mij er alleszins niet van weerhouden tot mijn laatste snik te ijveren voor een VOLLEDIG rookvrije horeca. In Australië was dat trouwens een zaligheid. Alles rookvrij. Zelfs op terrassen in de buitenlucht was er een scheiding tussen rokers en niet-rokers. Wat een luxe!

Plaatsen vrij voor Star Wars marathon!

Een hele tijd geleden besloten mijn vriend en ik een Star Wars marathon te organiseren voor wat vriendenbloggers. Voornamelijk omdat lime nog nooit een Star Wars film gezien had en wij ons geroepen voelden dit gat in haar cultuur te dichten. De eerste datum die uit de bus kwam, werd verschoven omdat diezelfde lime onverwacht niet van de partij kon zijn.

Een nieuwe datum werd geprikt, maar blijkbaar wordt onze Star Wars marathon door het noodlot achtervolgd. Verschillende deelnemers haakten af met uiteenlopende excuses als een shot gun wedding, een crematie en een reisje naar het buitenland. Bijgevolg zijn er 3 plaatsen vrijgekomen voor andere Star Wars liefhebbers. Plaats van het gebeuren: ons appartementje in Leuven. Tijdstip: zaterdag 29 november om 16.00u. Mijn vriend en ik zorgen voor de drank, de films en de filmprojector.

Star Wars liefhebbers, stuur mij een mailtje! De eerste drie reageerders zijn verzekerd van een gezellige avond in goed gezelschap.

Het mysterie van de verdwijnende bus

Gisterenavond hadden mijn vriend en ik een romantisch avondje in de Voltaire gepland. Eindelijk nog eens een Soirée Saveur waarop we geen andere plannen in onze agenda hadden staan. Omdat op een Soirée Saveur elke gang vergezeld wordt met een aangepaste wijn, besloten we de bus te nemen. Don’t drink and drive, de gevaren van met alcohol in het bloed achter het stuur kruipen, werden er mij als prille tiener hard ingepompt.

Dus zocht ik op de site van de Lijn welke bus ons op de meest efficiënte wijze op onze bestemming zou kunnen brengen. Dat bleek de 616 te zijn die op perron drie aan het station van Leuven vertrok. Mooi op tijd stonden we te wachten op onze bus. Zeker drie keer zijn we gaan kijken of we toch wel zeker op het juiste perron stonden. Op het aankondigingsscherm verscheen het nummer van onze bus. Eerst met twee minuten vertraging, dan met zes minuten vertraging. De tijd gaat traag als je moet wachten.

En toen, zomaar, plots, verdween onze bus van het scherm. Weg. Verschwunden. Zonder dat de bus in kwestie gepasseerd was. En daar stonden we dan, totaal verbouwereerd. Gelukkig was er nog een andere bus die dezelfde richting uitging. Maar toch, bussen die zomaar verdwijnen. Is het jullie ook al overkomen?

De Soirée Saveur zelf was een groot succes. Lekker eten, veel te veel wijn. En een onstuimige dronken vrijpartij om de dag af te sluiten. 😉

16 november: Rainforestation

We lunchten (alweer barbecue) in Rainforestation, een toeristisch park met als hoofdattractie het regenwoud. We kregen een rondleiding door het regenwoud in een Army Duck, een amfibievoertuig dat nog dienst gedaan had in WOII. In het regenwoud zagen we de beruchte wait-a-while palm of lawyer cane, een palm die via lianen met scherpe haakjes omhoogklimt langs andere bomen. Als de haakjes in het kleren komen vast te zitten, moet je “wait a while” roepen naar je medereizigers omdat het wel even duurt voordat je bevrijd bent. De analogie met advocaten is, denk ik, duidelijk. Daar raak je ook niet van verlost. 😉 Wij kennen deze palmsoort trouwens als rotan dat vanwege zijn buigzaamheid vaak gebruikt wordt om meubels te maken.

Daarna werden we onthaald op een show van de Pamagirri Aboriginal Dancers. Een show die beweerde authentieke arboriginal dansen te brengen. Ik twijfelde eraan of de aboriginal dansers zelf wel echt waren. Ze hadden een veel te lichte huid en hun trekken verschilden van die van de aboriginals die we al eerder ontmoet hadden. Nu, het kan zijn dat de dansers halfbloeden waren, daarover durf ik mij niet uitspreken. De “opzwepende show” die ze brachten zou “kracht” moeten uitstralen. Nogal lastig als de dansers soms moeite hebben om hun lach in te houden. Het geheel leek op zo’n typisch spektakel dat voor toeristen in mekaar gestoken wordt in all-inclusive hotels. Mét obligate apotheose waarbij mensen uit het publiek gehaald werden om mee te dansen. Al moet ik toegeven dat de didgeridoospeler er wat van kon. Ik had echter na dit optreden niet het idee meer voeling met de wereld van de aboriginals gekregen te hebben.

Na het optreden werd het publiek opgedeeld in kleinere groepen en bood één van de dansers zich aan als onze dreamtime walk guide. Op deze walk zouden we een dieper inzicht in de aboriginal cultuur krijgen. We mochten ocharme één keer met een boemerang smijten. Veel te weinig! Mijn boemerang maakte een sierlijke boog, maar vogels heb ik er helaas niet mee gevangen. Daarna konden we proberen wat geluid uit een didgeridoo te krijgen. De techniek om een didgeridoo te bespelen is niet eenvoudig. Je moet je lippen laten trillen en het geluid laten variëren met je stembanden. Ik heb geen poging gedaan om klanken uit het ding te krijgen omdat ik rondliep met een behoorlijk pijnlijke gekloven lip. Maar mijn vriend slaagde er met wat moeite in geluid te produceren. Bij het speerwerpen mochten we alleen maar toekijken. Net iets te gevaarlijk voor die blunderende toeristen. 😉

Vervolgens kregen we een gegidste rondleiding in het Koala and Wildlife Park. Het park was niet zo groot, maar had een geweldige troef: een babykoala. De Koreaanse meisjes in ons gezelschap waren behoorlijk onder de indruk van de cutenessfactor van het kleine ding. We zagen een walabi-jong dat even uit de buidel van de mama kwan piepen en de verschrikkelijke Jack the Ripper, een kanibaal-krokodil die maar liefst zeven van zijn eigen vrouwtjes naar de andere wereld geholpen heeft.

Het park had ook een Cassowary, maar die werd goed afgeschermd achter gaas. Bijna onmogelijk om goed te fotograferen, want hij bleef niet stilstaan en als ik probeerde mijn camera dicht tegen het gaas te houden, kwam hij veel te dicht in de buurt van de lens.