Go Louis!

Ook Tobback pikt naamsverandering niet. En gelijk heeft hij. De naam van een partij op zo’n slinkse wijze veranderen om één “grote vis” binnen te halen. Het tart alle verbeelding. Trouwens, wie stemt er in godsnaam nog op iemand die zich zo wanhopig aan de macht vastklemt als Anciaux. Het blijkt nu al dat zijn komst naar de SP.a een vergiftigd geschenk is. Hoe erg kan de voormalige socialistische partij nog in haar eigen vel snijden?

Diestsestraat vernieuwd

Na een overheerlijk Indisch middagmaal besloten we, aangetrokken door de ballonnetjes en de rode lopers, nog een wandelingetje te maken in de Diestsestraat. Allez, ik besloot dat en mijn vriendje volgde een beetje al mopperend. (Ja, studie-ontwijkend gedrag en ‘t is voor mijn eigen goed en zo, ik weet het.)

We kochten een brood en belandden bij het naar buiten gaan midden in een feestelijke stoet. Een bonte mengeling van schepenen, gemeenteraadsleden, muzikanten en historische figuren schreed voort op weg naar het pas vernieuwde laatste stuk van de Diestsestraat. Omdat we toch die richting uit moesten, besloten we te volgen. En ja, enkele minuten later werd een prachtig rood lint boven gehaald dat onder trompetgeschal werd doorgeknipt. Daarop volgden de traditionele speeches en maakte ik van de gelegenheid gebruik om wat fotootjes met mijn Treo te nemen. Om mijn collectie foto’s-van-mijn-favoriete-burgemeester wat aan te vullen. 😉

Et voila:


(Ja, ik weet het de kwaliteit is ondermaats.)

Op weg naar huis zijn we dan onze kameraad met ldvd tegengekomen. ‘t Ging al pakken beter met hem, hij had zijn oog al op een volgend meisje-dat-zeker-zijn-hart-zal-breken laten vallen. Sommige mannen… Enfin, we hebben wat gebabbeld en ik ben nog een ijsje gaan halen in het nieuwe winkeltje in de Diestsestraat. En nu ben ik mezelf aan het aansporen om achter de boeken te kruipen.

Welkom in Leuven

Gisteren was het dan eindelijk zover, het moment waarop ik al ettelijke jaren zat te wachten: de officiële verwelkoming van de nieuwe Leuvenaars op het stadhuis. Nu voel ik mij al jaren Leuvenaar (ongeveer vanaf de eerste dag dat ik als groentje in Leuven mijn studiecarrière inzette met een bezoek aan de Oude Markt, toen nog niet autovrij), maar sinds een maand of twee is het ook écht officieel. En bij deze komt er ook een einde aan de tochtjes naar een gemeentehuis in het verre Limburg. Het werd tijd.

De verwelkoming begon met een speech van Tobback. Beetje gestoef over de stad, schetsen van het belang van de unief, een kleine vermelding van het parkeerprobleem. Naar zijn doen een behoorlijk makke speech, vond ik. Dat kan beter, Louis! Na de speech kregen we een rondleiding in het stadhuis. We hadden een heel goede gids, een vrouw die duidelijk met passie over de interessante geschiedenis van Leuven en de rivaliteit met de Brusselaars babbelde. Tja, Leuven heeft misschien niet het grootste stadhuis, maar wel het mooiste. 😉

We mochten zelfs een blik werpen in het heilige der heiligen: de bureau van Tobback himself. Opvallend afwezig: een computer. Hoe de mens zijn werk gedaan krijgt zonder, het is mij een raadsel. Het bureau was bijzonder ordelijk en voorzien van de nodige geestrijke dranken om voor inspiratie te zorgen. 😉 ‘k Zou er persoonlijk niks op tegen hebben om in zo’n mooie historische omgeving te werken, maar dan toch liefst mét computer en internetverbinding.

Fotootje van de bureau:

Na de rondleiding volgde nog een kleine receptie. Bijzonder leuk was dat er zich enkele bekende gezichten onder de nieuwe Leuvenaars bevonden: een kennis die ik al een jaar of twee niet meer gezien had en een oud-studiegenootje. Ideaal om bij te babbelen onder het genot van een glaasje kriek en een aantal lekkere toastjes. De kennis bleek zich samen met zijn vriend een appartementje gekocht te hebben niet eens zo ver van ons. Ik moet toegeven dat ik een beetje verrast was over het feit dat hij een vriend had, want ik heb altijd gedacht dat hij hetero was. Alhoewel, knap, goed verzorgd, vriendelijk, sympathiek, de aanwijzigingen waren er. 😉 ‘k Heb ze meteen maar uitgenodigd om eens langs te komen in ons nieuwe appartement.

Ook fijn om bij te kunnen bijpraten met mijn oud-studiegenootje. Ik organiseer regelmatig reünies voor de mensen waarmee ik ben afgestudeerd, maar hij komt bijna nooit. (Eén keertje heeft hij acte de présence gegeven omdat ik hem in de Delhaize tegen het lijf ben gelopen en hem halvelings verplicht heb te komen. 😉 ) Ik heb zo’n gevoel dat hij een beetje buiten de vaste kliek valt die naar elkaars housewarming parties en doctoraatsverdedigingen gaat. Toch jammer, want ‘t is een sympathieke kerel én hij had een knappe Spaanse vriendin aan zijn zijde met wie ik nog wel eens een goed gesprek wil voeren.

Na nog een paar toastjes verorberd te hebben, breiden we een eind aan de gesprekken, want mijn vriend had nog een afspraak met zijn collega’s en die zaten met hongerige magen op hem te wachten om aan het diner te beginnen. Bij het buitenkomen van het stadhuis werden we getrakteerd op een werkelijk schitterende regenboog. De mens kan nog zulke indrukwekkende bouwwerken maken, de natuur overklast de kunstwerken van de mens moeiteloos.

Natuurlijk heb ik mij daarna laten overhalen om mee te dineren met de collega’s van mijn vriend. Ik heb immers nog nooit slecht gegeten in de Kosmopol, zelfs al moesten we gisteren een beetje te lang wachten naar mijn goesting. En zeg nu zelf, een aanbod voor een gratis maaltijd, dat sla je toch niet af?

Tuinpaviljoentjes

Deze namiddag zijn mijn vriend en ik naar de feestelijke inwijding van de gerestaureerde tuinpaviljoentjes van de Abdij van ‘t Park geweest. ‘k Heb niet zoveel tijd om een uitgebreid verslagje te schrijven (moet tegen morgen nog een werkje af hebben), maar dankzij het goeie weer was er veel volk. Veel chic volk ook: mensen die het zich kunnen permitteren zulke projecten te sponsoren uit pure filantropie. Waren aanwezig: burgemeester Tobback, Patricia, een handjevol professoren en erfgoedliefhebbers, een hoop vrienden van de abdij en wij, natuurlijk. :-) De prior van de abt gaf een mooie speech over “zijn” paviljoentjes (zijn veertigjarig priesterschap was onrechtstreeks de aanleiding voor de restauratie) en de architecte die de restauratie coördineerde gaf wat meer technische uitleg.

Na de speeches konden we onder het genot van een hapje en een drankje de paviljoentjes van binnen bekijken. Het viel niet mee om een drankje vast te krijgen, iedereen was dorstig en de mensen aan de toog waren nogal overrompeld door de massale opkomst. De hapjes waren trouwens de moeite: minigebakjes, koekjes, petits fours, sandwiches,…

Nog het vermelden waard: de kwinkslag op het einde van de speech van Tobback: “Ik ga de eer van het doorknippen van het lint aan de prior en de voorzitter van de Vrienden overlaten. ‘k Zou het zonde vinden zo’n mooi rood lint door te knippen.”

Enkele foto’s: