En daarmee is de vierde en laatste puzzel van Water & Wines ook afgewerkt. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik deze puzzel minder mooi vind dan de drie vorige. De kleurkeuze vind ik niet zo geslaagd en de tekeningen zijn ook minder verfijnd. Nochtans is deze puzzel van de hand van dezelfde tekenaar als de andere drie. Misschien is dit één van zijn eerste puzzels en moest hij er nog wat inkomen?
schotland
Afscheid op paasmaandag – 17 april 2017
Laatste ontbijt in Abbotsford Lodge. Spijtig dat onze trip er alweer op zit. Oorspronkelijk waren we van plan om vanuit Callander rechtstreeks naar Newcastle te rijden om nog een beetje van de stad te kunnen meepikken alvorens in te schepen op onze ferry, maar bij nader inzien lijkt het geen goed idee met een koffer vol met whiskyflessen in een grootstad te gaan staan. Je weet niet wat er gebeurt en het zou jammer zijn, mocht onze laatste dag in mineur eindigen.
Dus pikken we nog een stukje Schotland mee en wandelen we naar de Bracklinn Falls in Callander. Een mooie waterval, die vooral de aandacht trekt door de moderne brug die de door de Keltie Water rivier uitgesleten kloof overbrugt. Erg mooie locatie en het zou tof geweest zijn nog wat meer van de omgeving te zien, maar daarvoor ontbreekt ons helaas de tijd.
Met pijn in het hart nemen we afscheid van het fantastische Schotland, met de belofte zeker nog terug te keren in de toekomst. Er wacht ons nog een tocht van zo’n drietal uren om in Newcastle de ferry van 17u te halen. We hebben dit keer ruim voldoende tijd ingecalculeerd. Als alles goed gaat, zullen we om 15u in Newcastle zijn, twee uur voordat de ferry vertrekt en één uur voor het einde van de check-in.
Onderweg naar Newcastle debatteren we of we al dan niet een middagstop zouden inlassen. Linlithgow lijkt een leuk plekje om dat te doen, maar de parkings staan zo vol en het ziet er overal zo druk uit, dat we besluiten om toch maar door te rijden, snel wat snacks te kopen in een Costa shop en deze veiligheidshalve in de auto op te eten. We hebben al genoeg ferry-drama gehad deze trip.
Dat blijkt een wijze beslissing te zijn, want niet veel later komen we in een monsterfile terecht. We zien de minuten die ons nog scheiden van Newcastle schrikbarend snel aantikken in Waze en besluiten van de snelweg af te rijden en een alternatieve route te nemen. Helaas, er zijn blijkbaar wel meer Waze gebruikers op hetzelfde idee gekomen: ook de alternatieve route is erg druk. En op het punt dat de alternatieve weg terug uitkomt op de snelweg zit alles weer potvast.
Ondertussen lijkt het erop dat we zelfs de laatste check-in om 16u niet meer zullen halen. Op een gegeven moment voorspelt Waze dat we pas om 16.36u in Newcastle zullen zijn. Anderhalf uur later dan gepland! Mijn vriend zit ditmaal aan het stuur en krijgt van ons allemaal de toesteming om flink op de gaspedaal te staan vanaf het moment dat de file oplost. We zullen de eventuele boete voor te snel rijden met liefde betalen als we toch maar de ferry halen.
Het wordt een helse rit en de knokkels van de handen van mijn vriend zien wit van het omklemmen van het stuur. Gelukkig is hij een zeer goed chauffeur en zien we de aankomsttijd minuut per minuut teruglopen. En jawel, om 16.10u kunnen we ons aanmelden om in te schepen! We slaan allemaal een zucht van verlichting. Alleen…. Het duurt wel heel erg lang voordat de jongeman onze identiteitskaarten verwerkt heeft en we bevestiging krijgen dat we mogen doorrijden. We beginnen allemaal lichtelijk ongerust te worden, want normaal gezien is dit een controle die maar een minuutje of zo in beslag neemt.
En jawel, mijn angstig voorgevoel wordt bewaarheid. Ik heb me vergist bij het boeken. Onze boeking is voor 18 april en niet voor 17 april. We zijn zowaar een ganse dag te vroeg voor onze ferry. Argl! Het is niet de eerste keer dat ik me vergist heb in Schotland, daarom dat ik aan al de deelnemers van onze roadtrip de gegevens had doorgestuurd ter nazicht. Blijkbaar was deze foute boeking iedereen ontgaan.
We vragen aan de jongeman of het nog mogelijk is onze boeking te veranderen. Binnen veertig minuten vertrekt de ferry, dus we hebben er niet al te veel hoop op, maar een mens kan maar proberen. Hij zegt dat we ons naar het ticket office moeten begeven en daar moeten vragen of dit nog mogelijk is. Op zich is dat een goed teken: de ferry is dus niet volzet. Alleen hopen dat het nog lukt om te herboeken, twintig minuten ná het officiële einde van de check-in.
We parkeren onze wagen vlakbij de ferry, de man negerend die teken doet dat we de ferry mogen oprijden en spurten naar het ticket office. De dame aldaar kijkt ons iet of wat meewarig aan, maar doet toch een poging om te herboeken. Keeping our fingers crossed… En jawel, voor 44 euro extra mogen we toch nog de ferry oprijden. Hoera! Wat een service! Dankjewel, DFDS!
We rijden de ferry op en een tweetal minuten later sluiten de poorten van de ferry. Oef! Oef! Oef!
Die herboeking blijkt zelfs een onverwachte meevaller te zijn. We hebben nu een kajuit met een raampje en daar zijn we allemaal ongelooflijk blij mee. We boeken ons een tafel voor het diner in het buffetrestaurant en drinken als aperitief 1 lite strawberry mojito. Om de emotie van deze tumultueuze dag door te spoelen.
Pasen in de Trossachs – 16 april 2017
Na een uitstekende nachtrust zijn we alle vier in optimale vorm voor het paasontbijt in onze lodge. Het buffet dat ons wacht in de eetzaal is zo overdadig dat het onmogelijk is om van alles te proeven en dan moet ik erbij vermelden dat ik de avond voordien ook nog porridge en scrambled eggs met gerookte zalm besteld heb. Alles is even heerlijk. Eén ding is zeker: na dit ontbijt kunnen we er wel even tegen. 😉
Helaas, ons goedweergeluk is voorlopig opgebruikt. Tot nu toe kregen we zo nu en dan een buitje te verwerken, maar nooit op momenten dat het echt stoorde. Vandaag gaan de hemelsluizen echter goed open: regen, regen, regen en geen reden om te denken dat het snel zal overwaaien. Jammer, want ik kocht de dag voordien tickets voor een boottocht op Loch Katrine met het stoomschip Sir Walter Scott. Een tocht die ik in 2013 graag gedaan had, maar wat toen niet lukte.
Het giet op het moment dat we aan boord gaan van de Sir Walter Scott en de grauwe wolken voorspellen niet snel verbetering. Het is dan ook behoorlijk krap in de enige ruimte aan boord die een goed uitzicht biedt op de oevers van het meer (het dek beneden heeft kleine ronde patrijzen, niet ideaal om naar buiten te kijken en buiten zitten in de gietende regen, zij het dan onder een dekzeil, dat zien we toch niet zitten.
De boot zit stampvol met fietsers, duidelijk echte Schotten die er niet om malen dat het slecht weer is. De heentocht valt dan ook wat tegen. We zien door de laaghangende wolken en het grauwe weer niet veel van de mooie omgeving en het is, zelfs binnen, behoorlijk frisjes aan boord. Gelukkig serveert de bar whisky’s!
Tot onze grote vreugde stappen een hele hoop passagiers samen met hun fietsen af op het verste punt van de tocht. De terugtocht valt dan ook beter mee: we hebben meer plek, het weer is iets beter waardoor we ons toch zo nu en dan buiten op het dek wagen. En ik zie zelfs een nest van visarenden. We proberen er toch het beste van te maken en genieten van deze momenten van rust.
Lunchen doen we in Brenachoile Café bij Loch Katrine. Het menu is niet veel soeps, dus ik beperk met tot het bestellen van een panini, waarover ik niet bepaald enthousiast ben. Enfin ja, we hebben ermee gegeten.
Tijdens de lunch discussiëren we over hoe de rest van de namiddag in te vullen. Er is nog een kasteel in de omgeving van Callander dat ik graag zou willen bezoeken, maar mijn broertje en zijn vriendin vinden dat we al te veel kastelen bezocht hebben deze trip (WAIT, WHAT?). Ik laat me ondanks het kwakkelweer overtuigen om de Ben A’an te beklimmen, een klim van 340 meter over een afstand van 3,7 kilometer.
We starten in de regen en ik hou mijn hart vast, maar gelukkig stopt de regen na een minuut of tien en houden we het voor de rest van de tocht droog. En ik moet eerlijk waar toegeven dat ik bijzonder blij ben dat mijn broer en zijn vriendin me overtuigd hebben om deze klim te doen. Wat een prachtige vergezichten biedt de Ben A’an! We genieten van een fenomenaal 360 graden uitzicht. Ideaal om wat spectaculaire foto’s te maken. Mijn broer klimt helemaal tot op het topje van de Ben A’an, wat een geweldig foto oplevert in een Christus de Verlosser pose. En als mijn kleine broertje dat doet, kan ik niet achterblijven, he!
De afdeling is een fluitje van een cent en we besluiten de rest van de namiddag in het gezellige centrum van Callander door te brengen, waar, tot mijn grote verbazing, veel shops open zijn. En dat op paasdag! Ik koop wat heerlijke fudge in een fudge shop met zo’n uitgebreid aanbod dat kiezen altijd verliezen is. Een smakelijke manier om terug te denken aan een fijne vakantie.
Mijn broer, die een neus voor dat soort zaken heeft, ontdekt een gloednieuwe whisky shop. Pas een week open. Wanneer we informeren naar de openingsuren (we stappen er rond 18u naar binnen) krijgen we als antwoord: “We’re still figuring out our opening hours.” Okay, dan. We proeven allerlei whisky’s en whiskygerelateerde producten. En jawel, we kunnen de verleiding niet weerstaan om nog een aantal flessen te kopen. Rond 18.20u verlaten we de shop en trekken we met onze buit naar de lodge.
We zijn net op tijd in de lodge om te kunnen deelnemen aan de whisky tasting die de eigenaar organiseert. De eigenaar geeft wat uitleg bij de whisky’s en laat ons vier verschillende whisky’s proeven. Geen van de vier whisky’s weet me echt te overtuigen, maar het is wel fijn dat deze proeverij helemaal gratis is. Ik raak aan de praat met de vrouw van de eigenaar. Zij blijkt afkomstig te zijn uit Kazachstan en spreekt zeer goed Russisch. De eigenaar, een Schot, leerde zijn vrouw kennen toen hij voor zijn werk naar Kazachstan gestuurd werd en nu baten ze gezamenlijk een B&B in Schotland uit. Op de vraag of ze graag zou terugkeren naar Kazachtstan antwoordt de vrouw ontkennend. Duidelijk verliefd geworden op het vaderland van haar echtgenoot. 😉
Deze paasavond hebben we een tafeltje gereserveerd in het Italiaans restaurant Ciro’s. Stipt om 20u nemen we plaats aan tafel en genieten van een werkelijk uitstekend avondmaal. Het eten zou ik eerder omschrijven als fusion met een stevige Italiaanse toets, maar lekker is het zeker. We hebben een fantastisch gezellige avond die start met een glaasje roze prosecco en verder gaat met mosselen als voorgerecht en ravioli als hoofdgerecht, uiteraard vergezeld van een flesje witte wijn. Eindigen doen we met een glaasje limoncello. Het restaurant is op dat moment, op onze tafel na, helemaal leeg. Maar de baas en de bazin maken er geen probleem van dat wij nog wat blijven plakken. Geweldig!
Wat een mooie afsluiter van een fantastische vakantie.
Crarae Garden, Inveraray Castle en Callander – 15 april 2017
‘s Nachts wakker geworden van een serieuze storm. Da’s dan weer het nadeel van wonen op het platteland: je bent veel meer blootgesteld aan de element dan in de stad. Tot onze grote spijt kunnen we deze laatste ochtend niet genieten van het fenomenale ontbijt in onze fantastische B&B Kentraw Farmhouse. We moeten immers om 7 uur de ferry in Port Askaig halen. Ja, 7 uur is een belachelijk vroeg uur, maar ik was blijkbaar te laat voor het boeken van de ferry, waardoor dit de enige optie was. Spijtig, maar niets aan te doen. We steken snel een yoghurtje binnen en vertrekken stipt om 6 uur met een steeds voller geladen auto (het gewicht aan flessen whisky benadert ondertussen ongetwijfeld dat van onze bagage).
Onderweg naar de ferry groet ons een eenzaam ochtendlijk hert. Een mooie manier om afscheid te nemen van Islay. Gelukkig is er om 7 uur ‘s ochtends niet al te veel verkeer en zijn we mooi op tijd voor de ferry. Dat is deze reis al anders geweest! Op de boot eten we voor de tweede keer ontbijt. Al moet ik bekennen dat de pancakes niet echt om over naar huis te schrijven zijn.
Onze eindbestemming vandaag is Abbotsford Lodge in Callander. Onderweg lassen we echter een kleine plaspauze in bij The Rumblin’ Tum Café in Ardrishaig. We laten ons verleiden door al de lekkere baksels in de koeltoog en voordat ik het goed en wel besef zit ik met een grote tas warme chocolademelk mét slagroom en een cake met maltesers voor mijn neus. De verleiding is soms moeilijk te weerstaan.
Na deze zoete zonde is onze volgende stop Crarae Garden, een rondom schitterende tuin met een ongelooflijke variatie aan planten (de één al exotischer dan de andere). Zo is er een mooie collectie planten en bomen uit China, Nepal en Tibet. Het sprankelende riviertje Crarae Burn vormt het middelpunt van de tuin, die door de vele hoogteverschillen ons steeds andere gezichten biedt. Van al de tuinen die we deze vakantie bezochten, is deze tuin, ondanks het bijzonder wisselvallige weer, ongetwijfeld mijn favoriet. In de shop laten we ons verleiden tot de aanschaf van twee whiskyglazen. Niet dat we thuis geen whiskyglazen hebben, maar met dat het drankje steeds populairder wordt, is het wel leuk om wat extra glazen te hebben.
De volgende stop op onze tocht in Inveraray. Inveraray lijkt me op zich een interessant stadje om meer in detail te bekijken, maar zwij springen er enkel een supermarkt binnen om wat haggis voor de schoonbroer van mijn vriend te kopen en te lunchen in The George. The George is een tegenvaller. Helemaal niet de goede reviews op tripadvisor waard. De bediening is op zijn best onverschillig te noemen en ook het eten is maar zo zo. De minimosseltjes maken op mij alvast geen indruk.
De hoofdreden voor ons bezoek aan Inveraray is immers Inveraray Castle, het voorvaderlijke huis van de Duke of Argyll, Chief of the Clan Campbell. Dit kasteel is werkelijk een pareltje. Prachtig gelegen te midden van een schitterende tuin. Door het wisselvallige weer wordt de voorgevel belicht door de zon terwijl op de achtergrond dramatisch donkere wolken dreigden. Een droomplaatje. De collectie in het kasteel is nogal eclectisch (van verhalen over WOI, tot foto’s van de huidige Duke en zijn gezin), maar ik vond het zeker de moeite van een bezoek waard. Al blijft het concept ‘adel’ voor mij iets dat niet thuis hoort in de eenentwingtigste eeuw.
Rond 18.30u komen we aan in Abbotsford lodge in Callander. Aangezien het Paaszaterdag is, lijkt het ons verstandig om een tafel te reserveren. En effectief, het is niet gemakkelijk om een restaurant te vinden dat én open is én nog een tafel beschikbaar heeft. Gelukkig heeft restaurant Callander Meadows nog een tafel voor vier personen om 20.30u. Mijn broer en zijn vriendin willen even uitrusten in het hotel, wat mijn vriend en mezelf de gelegenheid geeft om nog een kleine wandeling te maken vóór het avondeten. We volgen een stukje van de Roman Camp Walk, zien een mooi bruggetje en besluiten dat Callander een gezellig stadje is.
Het avondeten in Callander Meadows is lekker, al mochten de porties wat mij betreft iets groter zijn. De voorbije dagen waren onze maaltijden nogal copieus en een mens raakt dat snel gewend. 😉 Ik bega wel de vergissing om als dessert ‘caramelised pineapple mess’ te bestellen. Een dessert dat voor een groot deel uit slagroom blijkt te bestaan. Gelukkig is mijn broer bereid het dessert van mij over te nemen.
Na het eten is onze pijp uit. Vroeg in bed om op Pasen genoeg energie te hebben om de Trossachs te verkennen!
Islay en Jura – 14 april 2017
Ronduit heerlijk geslapen! Wat een luxe om te kunnen slapen op een plek waar zo’n stilte heerst. Als stadsmensen zijn we gewend geraakt aan een niet-aflatende stroom van lawaai, zonder dat we ons hiervan bewust zijn. Het ontbijt is evenzeer fabuleus. Wat een overdaad! Het traditionele Scottish breakfast dat onze gastvrouw voor ons bereid heeft, is op zich al fantastisch, maar aangevuld met heerlijke yoghurt en vers fruit zijn onze magen voldoende gevuld om er voor een tijd tegen te kunnen.
Het weer ziet er een beetje twijfelachtig uit vandaag, maar dat stoort niet, want we hebben twee bezoeken aan distilleries gepland. Bunnahabhain distillery is de eerste Islay distillery op ons lijstje. Minder bekend misschien, maar ik ben meteen gecharmeerd door de oude, karaktervolle gebouwen. De rondleiding vertrekt vanuit de piepkleine whiskyshop, enkel te bereiken na het beklimmen van een smalle en steile trap. Wat een contrast met de moderne en fancy shops van de grotere distilleries die we bezocht hebben.
De gids verzekert ons echter dat het bedrijf dat Bunnahabhain overgenomen heeft, van plan is flink te investeren in de distillery en de toeristische faciliteiten. Goed voor hen natuurlijk, maar nu is het vooral de ruwe charme die me aantrekt. Deze rondleiding is veruit de beste van de rondleidingen die we tot nu toe gehad hebben: de gids is duidelijk gepassioneerd door wat hij doet en zijn uitleg is erg duidelijk (én goed verstaanbaar). Hij dringt er trouwens bij al de aanwezigen op aan om wat meer sherry te drinken, want al die lekkere whisky’s kunnen natuurlijk niet op sherryvaten rijpen, als er daarvoor niet eerst sherry in gezeten heeft.
De gids vertelde ook dat er meer whisky uit de vaten weglekt dan vroeger. Dit is te wijten aan nieuwe regelgeving die bepaalt dat de vaten niet langer met kurken stoppen afgesloten mogen worden, maar wel met een houten afsluiting die op een bepaalde manier verzegeld wordt, zodat het minder makkelijk is om stiekem whisky af te tappen en zo minder belasting te betalen. Helaas heeft dit als gevolg dat er soms whisky verloren gaat.
Binnenkort opent er trouwens niet ver van Bunnahabhain een nieuwe distillery. De gids vertelt ons dat dit goed nieuws is voor heel Islay, aangezien het whiskytoerisme hierdoor enkel zal toenemen. Ik ben alleszins enorm gecharmeerd door de whisky’s van Bunnahabhain, één van de weinige whisky’s op Islay die niet peated zijn. Hoera! Want die rokerige smaak is minder aan mij besteed. Na de rondleiding laten we ons alleszins flink gaan in het piepkleine winkeltje. De whisky is onze smaak en we kopen zelfs een genummerde fles als investering: nummer 164 van 833.
Volgende distillery op ons programma: Jura. Jura is een eiland dat enkel bereikbaar is met de ferry vanuit Islay. De ferrytocht duurt maar een tien minuutjes, maar wij arriveren net als het middagpauze is voor de ferrybestuurders. Het is ondertussen hevig beginnen regenen, dus er zit niet veel anders op dan in de auto te wachten tot we de ferry kunnen nemen. Gelukkig valt de wachttijd mee en niet veel later komen we aan op Jura.
We parkeren onze auto in de buurt van de Jura distillery, maar gaan eerst op zoek naar een plek om snel iets te eten. We komen terecht in het charmante Antlers café, waar we snel lunchen (quiche met frieten, beetje vreemde combinatie) om vervolgens naar de distillery te wandelen. Helaas, omdat het goede vrijdag is, zijn er in de namiddag geen rondleidingen meer. De dame in de whiskyshop leest de teleurstelling van ons gezicht en stelt voor om ons voor een verminderde prijs een korte rondleiding te geven. Daar zeggen wij geen neen tegen! Die Schotten zijn toch geweldige mensen!
De short tour is toch nog vrij uitgebreid, alleen de opslagplaats krijgen we niet te zien, omdat de verantwoordelijke al naar huis is. Na de rondleiding krijgen we zelfs nog een vrij uitgebreide tasting aangeboden. Tijdens de rondleiding merkte ik dat er nog Vlamingen in onze groep zaten. En één van de deelnemers kwam me erg bekend voor, maar ik kon er niet meteen de vinger op leggen waarvan ik hem kende. Na de rondleiding spreekt hij ons echter aan en blijkt hij een oud-studiegenoot van mijn vriend te zijn. Toch ongelooflijk dat we elkaar jaren niet meer zien en elkaar dan tegen het lijf lopen op een onooglijk klein eiland in Schotland. What are the odds?
We kopen (uiteraard) wat whisky en besluiten het eiland Jura wat verder te verkennen. Helaas hebben we niet echt veel tijd om dit te doen, want de laatste ferry is al om 18.55u en bij voorkeur willen we een eerdere ferry nemen om niet het risico te lopen om op Jura vast te komen zitten als er niet genoeg plaats is op de piepkleine ferry. We rijden naar Loch Tarbert en genieten onderweg van de prachtige landschappen die Jura ons te bieden heeft. In de verte zien we een regenbui, maar wij houden het gelukkig droog. We stappen uit voor een miniwandeling doorheen een drassig grasland, maar erg ver durven we ons niet van de wagen te verwijderen, kwestie van niet te veel achter te geraken op schema.
Onderweg zien we hopen fazanten en reigers, maar het hoogte punt moet nog komen: we zien prachtige herten langs de kant van de weg die zich niet al te veel van ons schijnen aan te trekken. Op de terugweg (de avond begint te vallen, zien we om de heuvels rondom ons grote kudden herten. Schitterende rit door een fenomenaal natuurlandschap.
We slagen er zonder problemen in de ferry van 17.55u te halen. Hoera, we moeten niet in de wagen op Jura blijven overnachten!
Voor ons laatste avondmaal op Islay besluiten we terug te keren naar Yan’s Kitchen waar we de eerste avond zo heerlijk gegeten hebben. Ik bel onderweg om zeker te zijn dat we plaats hebben. We zouden de teleurstelling anders niet overleven. 😉 En jawel, ook ditmaal genieten we van overheerlijke vis en sint-jacobsvruchten. We sluiten onzen maaltijd, hoe kan het ook anders, af met een glaasje whisky. Islay is werkelijk één van de hoogtepunten van deze trip geweest. Jammer dat we morgen alweer afscheid moeten nemen.
Islay – 13 april 2017
De dag alweer begonnen met een fantastisch ontbijt. Om wat af te wisselen had ik de dag voordien scrambled eggs met zalm besteld. Onze gastheer en gastvrouw sloven zich uit om het ons naar de zin te maken en alles is tot in de puntjes verzorgd. De gaatjes die de scrambled eggs hebben overgelaten vul ik met vers fruit en yoghurt en ik kan er weer even tegen. Tijdens het ontbijt hebben we een gezellige babbel met onze gastheer en gastvrouw over het leven op Islay en het whiskytoerisme. Het whiskytoerisme zit zodanig in de lift op Islay dat er binnenkort alweer een nieuwe distillery opent. Onze gastheer en gastvrouw vertellen ook dat al hun kinderen weggetrokken zijn van Islay, wegens weinig toekomst voor jonge mensen op zo’n eiland. Eén van hun dochters is zelfs helemaal naar Nieuw-Zeeland verhuisd.
We beginnen aan onze eerste volledige dag op Islay met een bezoek aan de befaamde ronde kerk, de Kilarrow Parish Church. Het verhaal gaat dat de kerk een ronde plattegrond kreeg zodat de duivel zich in geen enkele hoek kon verbergen. De kerk en het bijhorende kerkhof zijn alleszins bijzonder fotogeniek. Zeer mooi.
Onze tweede stop van de dag is (alweer) whiskygerelateerd: We trekken naar de Bowmore distillery waar we worden rondgeleid door een jongeman met zo’n zwaar accent (of misschien was het een spraakgebrek) dat ik hooguit tien procent verstond van wat hij zei. Gelukkig ken ik het verhaal ondertussen al wel. We starten de rondleiding in de schuren waar de gerst gemout wordt. Mijn broer krijgt de kans om met een soort grote riek de kiemende gerst te keren. In onze groep bevinden zich een aantal Amerikanen, waarvan het eentje een goed idee lijkt om in de gekiemde gerst te duiken. Waardoor hij uiteraard helemaal vol komt te hangen. Op de kwaliteit van de whisky zal dat geen effect hebben, maar naar mijn mening betoont zulk een gedrag weinig respect.
Op het einde van de rondleiding volgt het moment waar iederen naar heeft uitgekeken: het proeven van de whisky. Omdat er een paar mensen zijn die hun dram niet opdrinken, scoor ik maar liefst zes proevertjes. En dan te bedenken dat het nog niet eens middag is!
We kopen in een winkeltje vlakbij de distillery body wash voor de mama. Dat heeft nogal wat voeten in de aarde. De meisjes die in The Celtic House werken, lijken zich vooral niet te veel te willen inspannen. Er staat maar één meisje in de winkel, maar als er zich een incidentje voordoet met een verloren gelegde sleutel van een vitrinekast dalen er nog twee andere meisjes neder. Die allemaal verwoed beginnen te zoeken naar de sleutel, ons ondertussen straal negerend. En dat terwijl we enkel wat body wash willen kopen. Een bizarre ervaring.
Daarna rijden we verder naar Kildalton Church om het befaamde Kildalton Cross te bewonderen. Onderweg passeren we een plek waar tientallen zeehonden liggen te zonnen op de stenen. Islay lost op zeehondenvlak helemaal de verwachtingen in. Het Kildalton Cross bij de ruïnes van Kildalton Church stamt uit de tweede helft van de achtste eeuw en is gemaakt in de stijl van de Iona-school. De ruïnes van de kerk liggen in een erg mooie omgeving en het zonnetje zorgt voor het perfecte ligt. Op de parking bij de kerk staat een eenzame doos met stukken cake en thee: je betaalt per stuk dat je neemt. Die Schotten geloven nog in eerlijkheid!
Lunchtijd is ondertussen al flink gepasseerd. Daarom besluiten we op de terugweg te stoppen bij het Old Kiln Café van de Ardbeg Distillery. Ditmaal geen rondleiding voor ons, maar wel een aantal proevertjes. Ik eet er mijn allereerste haggis, neeps and tatties van de vakantie en kan mijn geluk niet op. Heerlijk!
Van onze gastheer en gastvrouw kregen we een wandelgidsje waarin een wandeling naar een paar menhirs en andere archeologische overblijfselen staat beschreven. We kiezen deze wandeling uit omdat de vorige wandeling op Arran zo prachtig was geweest. De wandeling van de Standing Stones is echter minder spectaculair dan die op Arran. We zien met moeite drie menhirs waarvan eentje dan nog vanuit de verte en ook de beloofde ruïnes zijn niet bepaald indrukwekkend.
We hebben nog energie op overschot voor een korte tweede wandeling en lopen richting de Singing Sands, louter en alleen al voor de naam. We parkeren onze wagen en lopen eerste naar Port Ellen Lighthouse (of Carraig fhada
in het Gaelic) van waaruit we een mooi zicht hebben op de Kilnaughton Bay en Port Ellen zelf. Het is een beetje zoeken, maar een kwartier later komen we aan bij de Singing Sands, een prachtig verlaten strand bezaaid met schitterende rotsformaties. De vriendin van mijn broertje wordt verrast door een golf loopt een paar natte broekspijpen op. Op de terugweg naar de wagen zien we boven de vuurtoren een stukje van een regenboog.
Voor het avondmaal rijden we naar Port Charlotte, omdat The Port Charlotte Hotel een goed avondmaal zou serveren. Ik bel onderweg om een tafeltje te reserveren voor 20.15u. De dame die ik aan de lijn krijg, geeft aan dat het druk is, maar 20.15u moet wel lukken. Tijdens onze rit zien we nogmaals een regenboog. Het zit ons echt mee vandaag! We arriveren een tiental minuten te vroeg voor onze reservatie. Daarom worden we vriendelijk verzocht in de bar plaats te nemen en te wachten tot ons tafeltje vrij komt. Het blijkt al snel dat de dame die mijn reservatie heeft genoteerd iets te optimistisch was. Uiteindelijk kunnen we pas rond 20.45u plaatsnemen aan onze tafel en komt het eten pas om 21u. Rijkelijk laat! Gelukkig stelt de overheerlijke Chef’s Hot Seafood Platter niet teleur!
Alweer een geslaagde dag in Schotland.
Van Kintyre naar Islay – 12 april 2017
Het regent wanneer we ontwaken in onze bijzonder comfortabele Grammar Lodge. Na, alweer een bijzonder lekker Scottish breakfast, breekt gelukkig de zon door. Spijtig genoeg zijn haar stralen niet strek genoeg om ons te verwarmen en trekken we noodgedwongen opnieuw onze winterjas aan. Ik waag mij aan een supersnel spelletje golf op het gazon voor Grammar Lodge, kwestie van mijn techniek een beetje op te frissen. 😉 Na een paar balletjes geslagen te hebben, hebben mijn reisgenoten de koffers in de auto geladen en kunnen we vertrekken.
We hebben zeeën van tijd, want onze ferry in Kennacraig vertrekt pas om 13u. Daarom besluiten we een kleine omweg te maken en naar het zuidelijke punt van Kintyre te rijden, heel toepasselijk Southend genaamd. Smalle en slechte baantjes leiden ons helemaal naar Southend waar we een prachtig strand vinden dat uitnodigt tot zonnebaden, ware het niet dat het maar een graad of tien is. Onderweg valt het ons op dat er veel huizen te koop staan. Ik vermoed dat de jobgelegenheid op Kintyre niet geweldig is en dat daardoor noodgedwongen veel jongeren uit deze streek wegtrekken. Onze volgende stop is Machrihanish waar de kans groot is om zeehonden te spotten. We vinden een prachtige baai en een zee met woeste schuimkoppen, maar helaas, geen zeehond te bespeuren. Te koud en winderig wellicht. Het uitzicht is echter fabuleus en we organiseren een heuse fotosessie.
Door de prachtige natuur die ons omringt zijn we helaas de tijd wat uit het oog verloren. Opeens beseffen we dat het wel erg nipt wordt om de ferry nog te halen. Mijn broer, in een vorig leven ongetwijfeld rallypiloot, kruipt achter het stuur van onze knalrode Opel Astra Sports Tourer (kan dat ding eindelijk zijn naam waarmaken) en geeft goed gas op de smalle, kronkelige wegen van Kintyre. De (behoorlijk snelle) rit is fantastisch, maar ik kan er niet voluit van genieten omdat ik voortdurend onze estimated time of arrival bij de ferry terminal in het oog houd. Mijn broer slaagt erin minuut na minuut van onze aankomsttijd af te pitsen. Helaas, nét wanneer het er goed begint uit te zien, worden we opgehouden door een highway maintenance team dat op zijn gemak nieuwe reflectoren op de weg aan het plakken is. We vloeken binnensmonds terwijl we de goedgemaakte tijd opnieuw zien wegslinken, maar er zit niet anders op dan wachten tot we dit obstakel kunnen passeren.
Gelukkig duurt het oponthoud niet al te lang en dankzij de rijkunsten van mijn broer (en het iet of wat negeren van de snelheidslimieten) scheuren we om 12.32u het terrein van de ferry op. Twee minuten te laat voor boarding, maar we hopen op een beetje ruimhartigheid van de Schotten. De man in de aanmeldcabine heeft onze niet echt verantwoorde bocht bij het oprijden van het terrein duidelijk gade geslagen, want hij heet ons welkom met een hele brede grijns op zijn gezicht. We kunnen ons echter nog zonder problemen aanmelden. Even voel ik een lichte paniek opwellen wanneer de heer in kwestie onze reservatie niet terugvindt, maar dan blijkt dat ik deze ferrytocht niet op mijn naam, maar op die van mijn vriend gereserveerd heb. We mogen verder rijden tot aan het kantoortje om de tickets op te halen. Ik spurt met onze reservatie in de hand naar het kantoortje voor de tickets en dan mogen we eindelijk het ferrydek oprijden! We slaken een collectieve zucht van verlichting.
De twee uur op de ferry naar Port Askaig gebruiken we om te lunchen. Ik eet een vrij middelmatige curry met basmatirijst en naan, maar ik ben zo blij dat we de ferry gehaald hebben, dat het mij toch smaakt. Buiten op het dek waait een hevige wind. Een paar passagiers die zich buiten gewaagd hebben krijgen metershoge golven over zich heen en zijn drijfnat. Ons lijkt het verstandiger binnen te blijven, maar onze auto krijgt op het open dek van de ferry flink wat zeewater over zich heen.
Een stralende zon verwelkomt ons op Islay. De eerste indruk had niet beter kunnen zijn. Onze dag kan alvast niet meer stuk wanneer we kennis maken met Kentraw Farmhouse, onze Islay B&B. Het koppel zestigers dat ons ontvangt is supervriendelijk en doordat er een last minute afzegging geweest is, hebben we de eerste nacht de B&B gans voor ons alleen. De kamers zijn mooi en netjes, maar het is de gigantische salon met een haardvuur en mooie Chesterfield zetels die indruk maakt. Mijn broer ziet zich de komende avonden al wegzakken in één van van deze prachtige zetels met een glas whisky in de hand.
Omdat we de voorbije dagen tevergeefs op zeehondenjacht geweest zijn, raden de uitbaters van Kentraw Farmhouse ons aan naar Port Wemyss te rijden, daar zouden we zeker zeehonden kunnen spotten. Tijdens de rit naar ginder zien we alvast een paar prachtige hooglanders. Helaas, hoe dichter we Port Wemyss naderen, hoe meer de wolken zich samenpakken boven ons hoofd. Net op het moment dat we onze wagen parkeren begint het te regenen. We laten ons echter niet kennen en wandelen door de regen naar de rotsige kustlijn. En jawel, daar ligt een zeehond op een rots! En daar duiken verschillende kopjes op uit het water met ogen die ons nieuwsgierig aanstaren. Het wemelt hier van de zeehonden! In de gietende regen schieten we het ene plaatje na het andere. De zeehond laat zich al die aandacht welgevallen en poseert voor het ene na het andere plaatje.
Gelukkig is de regenbui snel voorbij en maken de grijze wolken plaats voor de zon die het landschap overgiet met een prachtig avondlicht. We genieten van de mooie dorpjes Portnahaven en Port Wemyss, waarvan de witte huizen met kleurrijk geverfde deurstijlen de elementen trotseren. We keren langs de westkust van Islay terug en moeten verschillende keren stoppen voor koeien en schapen op de weg. Van de ons door onze B&B-uitbaters beloofde hertjes zien we echter geen spoor. Voor het avondmaal rijden we naar Yan’s kitchen, dat ons aangeraden werd door onze charmante gastheer en gastvrouw. Chefkok Yan is, zoals zijn naam doet vermoeden, een Chinees die om de één of andere reden op Islay beland is. Yan’s kitchen serveert echter geen Chinees eten, maar vooral visgerechten. Ik eet er overheerlijke verse oesters als voorgerecht en gegrilde Sint-Jacobsvruchten als hoofdgerecht. Met de hand op het hard kan ik zeggen dat ik in mijn leven nog nooit betere Sint-Jacobsvruchten gegeten heb. Wat een zaligheid!
Terwijl we op ons eten zitten te wachten verschijnt er een schitterende regenboog. Ik snel naar buiten, maar heb de verkeerde lens op mijn toestel. Met de telelens kan ik onmogelijk die prachtige natuurfenomeen vastleggen. Tegen dat ik van lens gewisseld ben, is de regenboog al vervaagd. Jammer.
Ons oorspronkelijk plan was nog wat te relaxen in de Chesterfield zetels met een glaasje champagne, maar we zijn allemaal veel te moe en besluiten dat het verstandiger is ons bed op te zoeken om er morgen weer tegenaan te kunnen gaan.
Van Arran naar Kintyre – 11 april 2017
Laatste Scottish breakfast in Orwin House B&B op Arran. We delen de ontbijttafel voor de tweede dag op rij met een sportieve Fransman die met zijn fiets van plan is gans het eiland te doorkruisen. Respect!
De weergoden zijn ons minder goed gezind dan de dag voordien. Het is bewolkt en er staat stevig wat wind. We nemen in Lochranza om 9.30u de ferry naar Claonaig en ruilen zo na een half uurtje varen Arran in voor Kintyre. Een schitterende rit brengt ons naar Campbeltown. Onderweg zien we de ene na de andere fazant langs de kant van de weg. Misschien zijn fazanten de Schotse mussen?
We stoppen in het centrum van Campbeltown om wat informatie over het schiereiland Kintyre te verzamelen. De vriendelijke meneer raadt ons aan zeker de Springbank Distillery te bezoeken, een topattractie op Kintyre. Ook het eiland Davaar, dat bij laag water te voet te bereiken is, zou de moeite zijn. Op het eiland is een grot met (alweer!) religieus geïnspireerde muurschilderingen. Ik fotografeer de informatie over de getijden en we kijken nog wat rond in de shop terwijl mijn broer en zijn vriendin kaartjes kopen. Vanaf het visitor center lopen we rechtstreeks naar de shop die bij de Springbank Distillery hoort om tickets te kopen voor de rondleiding van 14u in de namiddag. Er is een mogelijkheid om met een combiticket na de rondleiding in Springbank de Glengyle distillery te bezoeken en dat besluiten we dan maar te doen. Het is toch niet zo’n fantastisch weer vandaag.
Ondertussen is het middag en besluiten we eerst iets te eten alvorens onze spullen bij de Grammar Lodge af te zetten. Tripadvisor levert ons een eerste teleurstelling van de reis op door ons Café Bluebell aan te raden: mijn jacked potato prawn ‘Marie Rose’ verdrinkt letterlijk in de saus. Je ziet nog amper dat er een aardappel onder zit, laat staan garnalen. Spijtig, want ik koester goede herinneringen aan een andere jacked potato die ik at in de buurt van de Oban Distillery.
Gelukkig stelt de rondleiding door de mooie oude Springbank distillery niet teleur. Onze gids van 78 jaar voert ons vol enthousiasme doorheen de verschillende etappes van het whisky proces. Wat Springbank zo bijzonder maakt, is het feit dat het ganse proces (vanaf het mouten van de gerst tot het bottelen van de whisky) ter plekke gebeurt. Springbank is de enige distillery in Schotland die dit nog doet. Na ons bezoek aan de Springbank distillery gaan we met een uitgedund groepje verder naar de Glengyle distillery, een gloednieuwe distillery die maar één maand per jaar werkt. Dat hadden ze ons bij het verkopen van dat combiticket wel mogen zeggen! Glengyle distillery is gloednieuw en mist de charme van Springbank. Om eerlijk te zijn, is dit extra bezoek niet echt de moeite. Gelukkig volgt er daarna een whisky tasting in de shop. Al moet ik zeggen dat ik nog echt van mijn sokken geblazen wordt door de Springbank whisky’s.
Na de rondleiding checken we in bij Grammar Lodge, een prachtig verzorgde, pas vernieuwde B&B geleden een voormalig schoolgebouw. Ik ben meteen verkocht!
Ondertussen zijn we 16.15 gepasseerd en laten de getijden toe om een veilige wandeling naar Davaar Island te maken. We rijden met de auto tot ginder en worden ei zo na van onze sokken geblazen. Stevig windje! We duffelen ons warm in en besluiten het, ondanks de dreigende wolkenlucht toch aan de wandeling te beginnen. We wandelen langs een vuurtoren (die we uiteraard beklimmen over een door de getijdenwerking drooggevallen pad naar het eiland (dat nu dus een schiereiland is). We worstelen tegen de wind in en balanceren op de losliggende stenen om de grot met de muurschilderingen van Christus en wat engelen te bereiken. Door de losliggende stenen onder onze voeten en de extreem harde wind is dit echt een heel lastige wandeling. We overwegen dan ook even om het op te geven en gewoon rechtsomkeer te maken. We houden echter vol en worden beloond met een aantal mooie muurschilderingen. Om het ganse eiland rond te wandelen, is het echt te ijzig koud. We keren dan ook op onze stappen terug. Bij het terugkeren is er nog een groter stuk land komen droog te liggen en zien we mensen met rubberlaarzen zoeken naar (denk ik) krabben in de modder. En heel op het einde van onze wandeling zien we zowaar een streepje zon!
Terug in de wagen zetten we de verwarming goed hoog op op te warmen. Gelukkig hielden we het de ganse wandeling droog, want als het was beginnen regenen zouden we zeker de grot met de muurschilderingen niet bereikt hebben. In de Grammar Lodge fatsoeneren we onze verwaaid kapsel een beetje en lopen vervolgens te voet van daar naar Ardshiel Hotel voor het avondmaal. De gerechten die we geserveerd krijgen zijn erg klassiek, maar overheerlijk en het kader waarin we dineren is echt prachtig. Onder het plafond is een fries aangebracht met blauw verlichte whiskyflessen. Heel bijzonder. De sfeer zit er goed in bij ons groepje dankzij de prosecco als aperitief, gevolgd door een flesje wijn en als afsluiter een whisky. Dubbel en dik verdiend na al die ontberingen die we doorstaan hebben!
We kruipen op tijd in bed om de volgende dag er weer tegenaan te kunnen gaan!
Arran – 10 april 2017
Na alweer een uitstekend Scottish breakfast (mét porridge én haggis én black pudding) in Orwin House Bed and Breakfast, vertrokken we op onze missie om drie wandelingen op één dag te doen. Onze eerste wandeling was die naar de Glenashdale Falls. Onderweg naar ginder kregen we even een mals regenbuitje over ons heen, maar tegen dat we onze auto geparkeerd hadden, was de hemel alweer open getrokken en konden we genieten van een stralend zonnetje. Het was zelfs warm genoeg om zonder fleece te wandelen! Fantastisch.
We vertrokken rond tien uur op onze wandeling naar Glenashdale Falls. De wandeling bracht ons door een mooi bos vol met voorjaarsbloeiers. De zon deed haar best om ons warm te houden en de Glenashdale Falls waren het spectaculaire hoogtepunt van deze vrij korte wandeling. Om 11.40u waren we al terug en rustten we even uit op een bankje bij de zee. Een ideale wandeling voor wie even de benen wil strekken.
Voordat we aan onze volgende wandeling begonnen, moest onze inwendige mens versterkt worden. Een prachtige rit langs de kust van Arran, enkel verstoord door een mini-regenbui, bracht ons in Blackwaterfoot. Veel eetgelegenheden waren er niet in dit kleine dorpje, dus hielden we het op een snel broodje en wat soep in een kleine snackbar.
Na deze quickie lunch hadden we voldoende brandstof voor de wandeling naar King’s Cave. Een heel andere wandeling dan die in de voormiddag. We genoten van de prachtige uitzichten op de kustlijn en op Kintyre en verkenden de prachtige King’s Cave waarvan de wanden versierd waren met religieuze graffiti. King’s Cave zou de plek zijn waar Robert the Bruce zich verschool nadat hij verslagen werd door de Engelsen in 1307. Een spin die ondanks alle tegenslagen hardnekkig bleef spinnen aan haar web, motiveerde hem om de strijd tegen de Engelsen opnieuw op te nemen. Het was een pak frisser dan in de voormiddag en de wind maakte dat we onze winterjassen goed konden verdragen. Op een paar druppels regen na hielden we het gelukkig droog.
Rond 16u stonden we opnieuw op de parking waar we onze wagen hadden achtergelaten. We overlegden of we de kou en potentiële regenbuien zouden trotseren om de Machrie Moor standing stones te bewonderen. Aangezien we geen watjes zijn, duffelden we ons dik in en gingen we ervoor. De dreigende donkere wolken voorspelden niet veel goeds, maar tegen alle verwachting in hielden we het droog. Het was wel ijskoud, zo koud dat we de kap van onze jas goed konden gebruiken om ons warm te houden.
De donkere wolken lieten zo nu en dan een beetje zon door, wat bijzonder mooie beelden van de menhirs opleverde. De menhirs dateren uit het Bronzen Tijdperk (1800-1600 voor Christus) en de grootste van de menhirs was maar liefst 5 meter hoog. Echt prachtig om deze getuigen uit vroeger tijden te kunnen aanschouwen terwijl we de enige vier mensen in de wijde omgeving waren. Enkel het geblaat van de schapen doorbrak de stilte. Schitterend.
Rond half zes waren we terug aan de wagen. Volledig verkleumd en verwaaid, maar erg blij dat we ons niet door de weersomstandigheden hadden laten afschrikken. Ons doel van drie wandelingen op één dag was probleemloos gehaald.
We keerden terug naar onze B&B om wat op te warmen en ons haar te fatsoeneren. Voor het avondmaal trokken we te voet naar Pub Ormidale, op wandelafstand van onze B&B.
Pub Ormidale was een klassieke pub met een vrij beperkte menukaart. Het was er ook te koud naar mijn goesting. Als voorgerechtje hadden we lekker ongezonde nacho’s met haggis en heerlijke gerookte zalm. Het hoofdgerecht, venison stew, viel me echter wat tegen: het vlees was taai en de saus niet zo smakelijk als ik verwacht had. Om op te warmen bestelden we een glas whisky om te klinken op een bijzonder geslaagde dag op Arran.
Van Glasgow naar Arran – 9 april 2017
Om 7 uur ging de wekker af, zodat we onze bagage al in de wagen konden laden en we na het ontbijt dadelijk in de wagen konden springen om te vertrekken. Om 7.50u zaten we al aan het ontbijt en kregen we ons eerste écht Scottish breakfast voorgeschoteld. Heerlijk! Jammer dat we er niet echt op ons gemak van konden genieten. We waren gebonden aan een strak tijdschema!
Om 8.15u stipt vertrokken we naar de ferry. Zoals de huisbaas voorspeld had, was het erg rustig op de weg. We waren mooi op tijd en haalden de ferry zonder problemen. No worries! Een fijne boottocht van een uurtje bracht ons naar het eiland Arran. Vanaf de boot konden we zien dat het een beetje bewolkt was, maar zolang het niet regent, zijn wij al lang tevreden!
Onze eerste stop van de dag was Brodick Castle. Helaas was het kasteel gesloten voor renovatie en konden we enkel de tuinen bezoeken. Zullen we nog eens moeten terugkomen, he! Afgaande op de tuin, moet het kasteel zelf alleszins ook de moeite zijn. Overal stonden bloeiende narcissen en rododendrons en ik was erg gecharmeerd door het mooie tuinpaviljoen waarvan de muren en het plafond versierd waren met dennenappels.
Na de wandeling reden we naar The Wineport, een bierbrouwerij met een brasserie erbij. Ik ging voor de romige paddenstoelen met knoflook en geitenkaas. Lekker maar zwaar. Ik liet me nog eens een laatste keer verleiden tot het bestellen van een cider. Deze ervaring was voldoende om te beslissen de cider voor de rest van de vakantie links te laten liggen.
De wolken van de ochtend begonnen er steeds dreigender uit te zien en jawel, we zaten nog niet lang na de lunch opnieuw in de auto of het begon te gieten. Ons goedweergeluk kon niet blijven duren, natuurlijk. Op zich was het niet zo erg dat het regende, want er stond nu toch een bezoek aan Arran distillery op het programma. Ik had op voorhand gebeld om zeker te zijn van dat we konden deelnemen aan de rondleiding. Whiskytoerisme wordt steeds populairder in Schotland en ik wilde het risico niet lopen om van een kale kermis thuis te komen.
De rondleding startte meteen al met een proeverij terwijl we een filmpje keken over het ontstaan van de Arran distillery. Kwestie van er goed in te vliegen. 😉 Mijn broer was al meteen in zijn element. Arran Distillery is een kleine en vrij jonge distillery die opgericht werd door Harold Currie, voormalig directeur van Chivas Regal. Arran distillery werd in 1995 geopend, en was daarmee de eerste nieuwe (legale) distilleerderij op Arran sinds 1836, het jaar waarin de laatste distillery op Arran sloot.
Na de rondleiding kregen we nog een aantal proevertjes aangeboden, waarna we een bezoekje brachten aan de shop. Ik kocht mezelf een ijsje met Arran whisky, heel lekker! Omdat het nog altijd aan het gieten was, gingen we nog iets drinken in het mooie café op de bovenverdieping. Een Arran gold hot chocolate voor mij alstublieft! Heerlijke warme chocolademelk vergezeld van een chocoladelikeur op basis van Arran whisky. De regen tikte op het dakraam, maar wij zaten gezellig binnen.
Tijd om naar onze volgende B&B te trekken. Alweer werden we supervriendelijk onthaald en kregen we een hoop goeie tips. Om te vieren dat ons eerste bezoek aan een distillery achter de rug was, trokken we een een flesje champagne open die mijn vriend en ik vanuit België hadden meegenomen. Terwijl we genoten van een glaasje bubbels, bespraken we onze planning voor de dag nadien. De uitbaters van de B&B hadden ons een boekje met wandelingen uitgeleend en gaven ons tip over de mooiste wandelingen. Uiteindelijk kozen we drie wandelingen uit. Misschien iets té ambitieus, maar we zouden wel zien of het lukte of niet.
Op aanraden van de uitbaters van de B&B hadden we een tafeltje gereserveerd in restaurant Fiddlers’, een gezellige pub met een verrassend vernieuwende kaart met vooral fusion gerechten. Het eten was echt bijzonder lekker, alleen had ik het een beetje koud, gezeten vlakbij het erkerraam. Het lijkt wel alsof de meeste Schotten nog nooit van dubbel glas gehoord hebben. Isoleren is voor watjes! Ik sloot de maaltijd af met een heerlijk glas Kraken rum. De ober was lichtelijk verbaasd dat ik mijn rum straight wou. Zo verbaasd dat hij vroeg of ik wel zeker was.
Bij de wandeling terug naar de B&B begon de hemel open te trekken. Een goed voorteken voor morgen?