Van Kintyre naar Islay – 12 april 2017

Het regent wanneer we ontwaken in onze bijzonder comfortabele Grammar Lodge. Na, alweer een bijzonder lekker Scottish breakfast, breekt gelukkig de zon door. Spijtig genoeg zijn haar stralen niet strek genoeg om ons te verwarmen en trekken we noodgedwongen opnieuw onze winterjas aan. Ik waag mij aan een supersnel spelletje golf op het gazon voor Grammar Lodge, kwestie van mijn techniek een beetje op te frissen. 😉 Na een paar balletjes geslagen te hebben, hebben mijn reisgenoten de koffers in de auto geladen en kunnen we vertrekken.

IMG_3601

We hebben zeeën van tijd, want onze ferry in Kennacraig vertrekt pas om 13u. Daarom besluiten we een kleine omweg te maken en naar het zuidelijke punt van Kintyre te rijden, heel toepasselijk Southend genaamd. Smalle en slechte baantjes leiden ons helemaal naar Southend waar we een prachtig strand vinden dat uitnodigt tot zonnebaden, ware het niet dat het maar een graad of tien is. Onderweg valt het ons op dat er veel huizen te koop staan. Ik vermoed dat de jobgelegenheid op Kintyre niet geweldig is en dat daardoor noodgedwongen veel jongeren uit deze streek wegtrekken. Onze volgende stop is Machrihanish waar de kans groot is om zeehonden te spotten. We vinden een prachtige baai en een zee met woeste schuimkoppen, maar helaas, geen zeehond te bespeuren. Te koud en winderig wellicht. Het uitzicht is echter fabuleus en we organiseren een heuse fotosessie.

IMG_7957

IMG_7966

IMG_7973

IMG_7977

IMG_7984

IMG_7985

IMG_7987

IMG_7990

IMG_8000

IMG_8006

IMG_8030

IMG_8042

IMG_8051

Door de prachtige natuur die ons omringt zijn we helaas de tijd wat uit het oog verloren. Opeens beseffen we dat het wel erg nipt wordt om de ferry nog te halen. Mijn broer, in een vorig leven ongetwijfeld rallypiloot, kruipt achter het stuur van onze knalrode Opel Astra Sports Tourer (kan dat ding eindelijk zijn naam waarmaken) en geeft goed gas op de smalle, kronkelige wegen van Kintyre. De (behoorlijk snelle) rit is fantastisch, maar ik kan er niet voluit van genieten omdat ik voortdurend onze estimated time of arrival bij de ferry terminal in het oog houd. Mijn broer slaagt erin minuut na minuut van onze aankomsttijd af te pitsen. Helaas, nét wanneer het er goed begint uit te zien, worden we opgehouden door een highway maintenance team dat op zijn gemak nieuwe reflectoren op de weg aan het plakken is. We vloeken binnensmonds terwijl we de goedgemaakte tijd opnieuw zien wegslinken, maar er zit niet anders op dan wachten tot we dit obstakel kunnen passeren.

Gelukkig duurt het oponthoud niet al te lang en dankzij de rijkunsten van mijn broer (en het iet of wat negeren van de snelheidslimieten) scheuren we om 12.32u het terrein van de ferry op. Twee minuten te laat voor boarding, maar we hopen op een beetje ruimhartigheid van de Schotten. De man in de aanmeldcabine heeft onze niet echt verantwoorde bocht bij het oprijden van het terrein duidelijk gade geslagen, want hij heet ons welkom met een hele brede grijns op zijn gezicht. We kunnen ons echter nog zonder problemen aanmelden. Even voel ik een lichte paniek opwellen wanneer de heer in kwestie onze reservatie niet terugvindt, maar dan blijkt dat ik deze ferrytocht niet op mijn naam, maar op die van mijn vriend gereserveerd heb. We mogen verder rijden tot aan het kantoortje om de tickets op te halen. Ik spurt met onze reservatie in de hand naar het kantoortje voor de tickets en dan mogen we eindelijk het ferrydek oprijden! We slaken een collectieve zucht van verlichting.

De twee uur op de ferry naar Port Askaig gebruiken we om te lunchen. Ik eet een vrij middelmatige curry met basmatirijst en naan, maar ik ben zo blij dat we de ferry gehaald hebben, dat het mij toch smaakt. Buiten op het dek waait een hevige wind. Een paar passagiers die zich buiten gewaagd hebben krijgen metershoge golven over zich heen en zijn drijfnat. Ons lijkt het verstandiger binnen te blijven, maar onze auto krijgt op het open dek van de ferry flink wat zeewater over zich heen.

IMG_3602

Een stralende zon verwelkomt ons op Islay. De eerste indruk had niet beter kunnen zijn. Onze dag kan alvast niet meer stuk wanneer we kennis maken met Kentraw Farmhouse, onze Islay B&B. Het koppel zestigers dat ons ontvangt is supervriendelijk en doordat er een last minute afzegging geweest is, hebben we de eerste nacht de B&B gans voor ons alleen. De kamers zijn mooi en netjes, maar het is de gigantische salon met een haardvuur en mooie Chesterfield zetels die indruk maakt. Mijn broer ziet zich de komende avonden al wegzakken in één van van deze prachtige zetels met een glas whisky in de hand.

IMG_8065

IMG_8075

IMG_8077

Omdat we de voorbije dagen tevergeefs op zeehondenjacht geweest zijn, raden de uitbaters van Kentraw Farmhouse ons aan naar Port Wemyss te rijden, daar zouden we zeker zeehonden kunnen spotten. Tijdens de rit naar ginder zien we alvast een paar prachtige hooglanders. Helaas, hoe dichter we Port Wemyss naderen, hoe meer de wolken zich samenpakken boven ons hoofd. Net op het moment dat we onze wagen parkeren begint het te regenen. We laten ons echter niet kennen en wandelen door de regen naar de rotsige kustlijn. En jawel, daar ligt een zeehond op een rots! En daar duiken verschillende kopjes op uit het water met ogen die ons nieuwsgierig aanstaren. Het wemelt hier van de zeehonden! In de gietende regen schieten we het ene plaatje na het andere. De zeehond laat zich al die aandacht welgevallen en poseert voor het ene na het andere plaatje.

IMG_8097

IMG_8106

IMG_8123

IMG_8199

IMG_8230

Gelukkig is de regenbui snel voorbij en maken de grijze wolken plaats voor de zon die het landschap overgiet met een prachtig avondlicht. We genieten van de mooie dorpjes Portnahaven en Port Wemyss, waarvan de witte huizen met kleurrijk geverfde deurstijlen de elementen trotseren. We keren langs de westkust van Islay terug en moeten verschillende keren stoppen voor koeien en schapen op de weg. Van de ons door onze B&B-uitbaters beloofde hertjes zien we echter geen spoor. Voor het avondmaal rijden we naar Yan’s kitchen, dat ons aangeraden werd door onze charmante gastheer en gastvrouw. Chefkok Yan is, zoals zijn naam doet vermoeden, een Chinees die om de één of andere reden op Islay beland is. Yan’s kitchen serveert echter geen Chinees eten, maar vooral visgerechten. Ik eet er overheerlijke verse oesters als voorgerecht en gegrilde Sint-Jacobsvruchten als hoofdgerecht. Met de hand op het hard kan ik zeggen dat ik in mijn leven nog nooit betere Sint-Jacobsvruchten gegeten heb. Wat een zaligheid!

IMG_8236

IMG_8237

IMG_8239

IMG_8249

IMG_8254

IMG_8256

IMG_8258

IMG_8267

IMG_8283

IMG_8287

IMG_8293

IMG_3616

IMG_3620

Terwijl we op ons eten zitten te wachten verschijnt er een schitterende regenboog. Ik snel naar buiten, maar heb de verkeerde lens op mijn toestel. Met de telelens kan ik onmogelijk die prachtige natuurfenomeen vastleggen. Tegen dat ik van lens gewisseld ben, is de regenboog al vervaagd. Jammer.

IMG_8299

Ons oorspronkelijk plan was nog wat te relaxen in de Chesterfield zetels met een glaasje champagne, maar we zijn allemaal veel te moe en besluiten dat het verstandiger is ons bed op te zoeken om er morgen weer tegenaan te kunnen gaan.

Van Arran naar Kintyre – 11 april 2017

Laatste Scottish breakfast in Orwin House B&B op Arran. We delen de ontbijttafel voor de tweede dag op rij met een sportieve Fransman die met zijn fiets van plan is gans het eiland te doorkruisen. Respect!

De weergoden zijn ons minder goed gezind dan de dag voordien. Het is bewolkt en er staat stevig wat wind. We nemen in Lochranza om 9.30u de ferry naar Claonaig en ruilen zo na een half uurtje varen Arran in voor Kintyre. Een schitterende rit brengt ons naar Campbeltown. Onderweg zien we de ene na de andere fazant langs de kant van de weg. Misschien zijn fazanten de Schotse mussen?

IMG_7710

IMG_7712

IMG_7716

IMG_7721

We stoppen in het centrum van Campbeltown om wat informatie over het schiereiland Kintyre te verzamelen. De vriendelijke meneer raadt ons aan zeker de Springbank Distillery te bezoeken, een topattractie op Kintyre. Ook het eiland Davaar, dat bij laag water te voet te bereiken is, zou de moeite zijn. Op het eiland is een grot met (alweer!) religieus geïnspireerde muurschilderingen. Ik fotografeer de informatie over de getijden en we kijken nog wat rond in de shop terwijl mijn broer en zijn vriendin kaartjes kopen. Vanaf het visitor center lopen we rechtstreeks naar de shop die bij de Springbank Distillery hoort om tickets te kopen voor de rondleiding van 14u in de namiddag. Er is een mogelijkheid om met een combiticket na de rondleiding in Springbank de Glengyle distillery te bezoeken en dat besluiten we dan maar te doen. Het is toch niet zo’n fantastisch weer vandaag.

Ondertussen is het middag en besluiten we eerst iets te eten alvorens onze spullen bij de Grammar Lodge af te zetten. Tripadvisor levert ons een eerste teleurstelling van de reis op door ons Café Bluebell aan te raden: mijn jacked potato prawn ‘Marie Rose’ verdrinkt letterlijk in de saus. Je ziet nog amper dat er een aardappel onder zit, laat staan garnalen. Spijtig, want ik koester goede herinneringen aan een andere jacked potato die ik at in de buurt van de Oban Distillery.

jacked potato prawn 'Marie Rose'

Gelukkig stelt de rondleiding door de mooie oude Springbank distillery niet teleur. Onze gids van 78 jaar voert ons vol enthousiasme doorheen de verschillende etappes van het whisky proces. Wat Springbank zo bijzonder maakt, is het feit dat het ganse proces (vanaf het mouten van de gerst tot het bottelen van de whisky) ter plekke gebeurt. Springbank is de enige distillery in Schotland die dit nog doet. Na ons bezoek aan de Springbank distillery gaan we met een uitgedund groepje verder naar de Glengyle distillery, een gloednieuwe distillery die maar één maand per jaar werkt. Dat hadden ze ons bij het verkopen van dat combiticket wel mogen zeggen! Glengyle distillery is gloednieuw en mist de charme van Springbank. Om eerlijk te zijn, is dit extra bezoek niet echt de moeite. Gelukkig volgt er daarna een whisky tasting in de shop. Al moet ik zeggen dat ik nog echt van mijn sokken geblazen wordt door de Springbank whisky’s.

IMG_7727

IMG_7735

IMG_7738

IMG_7741

IMG_7742

IMG_7757

IMG_7758

IMG_7771

IMG_7773

IMG_7775

IMG_7793

IMG_7795

Na de rondleiding checken we in bij Grammar Lodge, een prachtig verzorgde, pas vernieuwde B&B geleden een voormalig schoolgebouw. Ik ben meteen verkocht!

IMG_7833

Ondertussen zijn we 16.15 gepasseerd en laten de getijden toe om een veilige wandeling naar Davaar Island te maken. We rijden met de auto tot ginder en worden ei zo na van onze sokken geblazen. Stevig windje! We duffelen ons warm in en besluiten het, ondanks de dreigende wolkenlucht toch aan de wandeling te beginnen. We wandelen langs een vuurtoren (die we uiteraard beklimmen over een door de getijdenwerking drooggevallen pad naar het eiland (dat nu dus een schiereiland is). We worstelen tegen de wind in en balanceren op de losliggende stenen om de grot met de muurschilderingen van Christus en wat engelen te bereiken. Door de losliggende stenen onder onze voeten en de extreem harde wind is dit echt een heel lastige wandeling. We overwegen dan ook even om het op te geven en gewoon rechtsomkeer te maken. We houden echter vol en worden beloond met een aantal mooie muurschilderingen. Om het ganse eiland rond te wandelen, is het echt te ijzig koud. We keren dan ook op onze stappen terug. Bij het terugkeren is er nog een groter stuk land komen droog te liggen en zien we mensen met rubberlaarzen zoeken naar (denk ik) krabben in de modder. En heel op het einde van onze wandeling zien we zowaar een streepje zon!

IMG_7859

IMG_7873

IMG_7885

IMG_7891

IMG_7897

IMG_7899

IMG_7904

IMG_7907

IMG_7923

IMG_7926

IMG_7929

IMG_7931

IMG_7934

Terug in de wagen zetten we de verwarming goed hoog op op te warmen. Gelukkig hielden we het de ganse wandeling droog, want als het was beginnen regenen zouden we zeker de grot met de muurschilderingen niet bereikt hebben. In de Grammar Lodge fatsoeneren we onze verwaaid kapsel een beetje en lopen vervolgens te voet van daar naar Ardshiel Hotel voor het avondmaal. De gerechten die we geserveerd krijgen zijn erg klassiek, maar overheerlijk en het kader waarin we dineren is echt prachtig. Onder het plafond is een fries aangebracht met blauw verlichte whiskyflessen. Heel bijzonder. De sfeer zit er goed in bij ons groepje dankzij de prosecco als aperitief, gevolgd door een flesje wijn en als afsluiter een whisky. Dubbel en dik verdiend na al die ontberingen die we doorstaan hebben!

IMG_3578

IMG_3585

IMG_3598

We kruipen op tijd in bed om de volgende dag er weer tegenaan te kunnen gaan!