Helicopters boven het centrum. De krakers zijn aan het betogen en we zullen het geweten hebben. De diep begraven anarchist in mij zou graag mee gaan relschoppen. Helaas ben ik alleen maar een rebel in gedachten en blijf ik braaf zuchtend achter mijn boeken zitten.
leuven
En er is ook goed nieuws!
– Er zijn nog steeds geen barsten in onze muren ontstaan.
– We hebben vandaag eindelijk de grote spiegel in de inkomhal opgehangen. We hebben hiervoor zoveel dubbelzijdige plakband gebruikt dat ik vrees dat we hem er nooit meer af zullen krijgen, als we ooit iets anders tegen die muur willen hangen.
– Mijn vriendje is vandaag de ontbrekende stukken van ons bed gaan ophalen en we hebben met vereende krachten (en zonder handleiding!) het bed in mekaar gezet. D’r waren wel enorm veel vijzen over, maar daar trekken we ons niks van aan. 😉
Een historisch moment
De allereerste keer dat ik mijn stem in Leuven heb uitgebracht.
Welkom in Leuven
Gisteren was het dan eindelijk zover, het moment waarop ik al ettelijke jaren zat te wachten: de officiële verwelkoming van de nieuwe Leuvenaars op het stadhuis. Nu voel ik mij al jaren Leuvenaar (ongeveer vanaf de eerste dag dat ik als groentje in Leuven mijn studiecarrière inzette met een bezoek aan de Oude Markt, toen nog niet autovrij), maar sinds een maand of twee is het ook écht officieel. En bij deze komt er ook een einde aan de tochtjes naar een gemeentehuis in het verre Limburg. Het werd tijd.
De verwelkoming begon met een speech van Tobback. Beetje gestoef over de stad, schetsen van het belang van de unief, een kleine vermelding van het parkeerprobleem. Naar zijn doen een behoorlijk makke speech, vond ik. Dat kan beter, Louis! Na de speech kregen we een rondleiding in het stadhuis. We hadden een heel goede gids, een vrouw die duidelijk met passie over de interessante geschiedenis van Leuven en de rivaliteit met de Brusselaars babbelde. Tja, Leuven heeft misschien niet het grootste stadhuis, maar wel het mooiste. 😉
We mochten zelfs een blik werpen in het heilige der heiligen: de bureau van Tobback himself. Opvallend afwezig: een computer. Hoe de mens zijn werk gedaan krijgt zonder, het is mij een raadsel. Het bureau was bijzonder ordelijk en voorzien van de nodige geestrijke dranken om voor inspiratie te zorgen. 😉 ‘k Zou er persoonlijk niks op tegen hebben om in zo’n mooie historische omgeving te werken, maar dan toch liefst mét computer en internetverbinding.
Fotootje van de bureau:
Na de rondleiding volgde nog een kleine receptie. Bijzonder leuk was dat er zich enkele bekende gezichten onder de nieuwe Leuvenaars bevonden: een kennis die ik al een jaar of twee niet meer gezien had en een oud-studiegenootje. Ideaal om bij te babbelen onder het genot van een glaasje kriek en een aantal lekkere toastjes. De kennis bleek zich samen met zijn vriend een appartementje gekocht te hebben niet eens zo ver van ons. Ik moet toegeven dat ik een beetje verrast was over het feit dat hij een vriend had, want ik heb altijd gedacht dat hij hetero was. Alhoewel, knap, goed verzorgd, vriendelijk, sympathiek, de aanwijzigingen waren er. 😉 ‘k Heb ze meteen maar uitgenodigd om eens langs te komen in ons nieuwe appartement.
Ook fijn om bij te kunnen bijpraten met mijn oud-studiegenootje. Ik organiseer regelmatig reünies voor de mensen waarmee ik ben afgestudeerd, maar hij komt bijna nooit. (Eén keertje heeft hij acte de présence gegeven omdat ik hem in de Delhaize tegen het lijf ben gelopen en hem halvelings verplicht heb te komen. 😉 ) Ik heb zo’n gevoel dat hij een beetje buiten de vaste kliek valt die naar elkaars housewarming parties en doctoraatsverdedigingen gaat. Toch jammer, want ‘t is een sympathieke kerel én hij had een knappe Spaanse vriendin aan zijn zijde met wie ik nog wel eens een goed gesprek wil voeren.
Na nog een paar toastjes verorberd te hebben, breiden we een eind aan de gesprekken, want mijn vriend had nog een afspraak met zijn collega’s en die zaten met hongerige magen op hem te wachten om aan het diner te beginnen. Bij het buitenkomen van het stadhuis werden we getrakteerd op een werkelijk schitterende regenboog. De mens kan nog zulke indrukwekkende bouwwerken maken, de natuur overklast de kunstwerken van de mens moeiteloos.
Natuurlijk heb ik mij daarna laten overhalen om mee te dineren met de collega’s van mijn vriend. Ik heb immers nog nooit slecht gegeten in de Kosmopol, zelfs al moesten we gisteren een beetje te lang wachten naar mijn goesting. En zeg nu zelf, een aanbod voor een gratis maaltijd, dat sla je toch niet af?
Ik mis…
Mijn vorige bakker in de Parkstraat. Van Huyck-Vandenplas heeft volgens mij het beste brood van heel Leuven. Mijn favoriete brood daar, nog steeds ongeslagen op één: het Siroccobrood. Absoluut jummie. Zelfs nog lekker en zacht als het al twee dagen oud is. Een heel verschil met het brood van de bakker aan het station dat vaak al oudbakken is als je het ‘s avonds koopt. De winkel aan het station kan wat mij betreft ook een facelift gebruiken. De winkel heeft een afgeleefde uitstraling en nodigt niet bepaald uit tot het kopen van gebakjes en zoetigheden. Maar ja, door luiheid en gemakzucht gedwongen, halen we nu daar ons brood.
Ik moet mij dringend eens een fiets aanschaffen.
De allerlaatste les Italiaans
Vandaag was het de laatste les Italiaans van het jaar en waarschijnlijk de laatste les Italiaans in ons leven. Volgende week nog een mondeling en schriftelijk examen overleven en dan gaan voor mijn vriend en mezelf de boeken toe. We hebben gezamelijk besloten een punt te zetten achter onze studie Italiaans. Dit wil niet zeggen dat we het CLT voorgoed de rug toekeren. Integendeel, volgende jaar schrijven we ons in voor een nieuwe taal.
Waarom dan de beslissing om te te stoppen met Italiaans? Wel, het bleef een beetje een dode taal voor ons. De enige gelegenheid die we hadden om Italiaans te spreken, was in de les zelf (en ok, één keer met het Italiaanse vriendje van een vriendin). We zijn één keer in Rome op reis geweest, maar daar verkozen de inboorlingen Engels tegen ons te spreken, dat ging sneller. Dan volg ik liever een taal die ik ook buiten de lessen nog kan gebruiken.
Welke taal we juist gaan volgen, zeg ik nog niet, want onze taalkeuze hangt samen met reisplannen in de toekomst en die toekomst is momenteel nog zo ver verwijderd dat ik toch een beetje voorzichtig ben. Je weet nooit wat er in tussentijd allemaal kan gebeuren. Wat ik wel kan zeggen is dat het een nogal exotische taal is. Ik ben benieuwd wat dat zal geven.
Werkmannen
Ja, deze ochtend hebben we weer de dagelijkse portie werkmannen moeten binnenlaten. “Ja, we hadden gebeld naar de verantwoordelijke van de bouwfirma, maar hij nam niet op.” Tja, dat verbaast ons al lang niet meer. Je moet het toch maar durven. Afspraken maken met mensen om in het gebouw te komen werken en dan vervolgens die mensen voor gesloten deur laten staan en niet eens je telefoon opnemen. Wat als mijn vriend en ik nu in het buitenland zaten? Dan konden die werkmannen gewoon rechtsomkeer maken. Ben ik nu de enige die vindt dat zoiets niet kan?
Het goeie nieuws is dat we vanavond een trapleuning in de trappenhal zullen hebben. Maakt de tocht omhoog en omlaag weer een beetje minder spannend. 😉
Beschamend
Vandaag hebben mijn vriend en ik voor de allereerste keer écht gekookt in ons appartementje. En ja, wij wonen hier al vanaf begin februari, maar verder dan een paar gaten prikken in een microgolfovengerecht zijn we nooit geraakt. Als verzachtende omstandigheid wil ik hierbij aanhalen dat we allebei de luxe hebben om ‘s middags in een bedrijfsrestaurant te kunnen eten en in de weekends geven we graag de Leuvense horeca een steuntje in de rug. Toegegeven, wij zijn soms ook een beetje lui.
Omdat we niet al te ambitieus van start wilden gaan met onze eerste maaltijd, kozen we voor een pasta met een simpel sausje op basis van bruschetta (niet het Italiaanse broodje, maar wel een kruidenmengsel verkrijgbaar bij Oil&Vinegar en olijfjes. Onder het motto: less is more en experimenteren is pas leuk als er volk komt eten. 😉
Enfin, we zijn geen van beiden met buik- en/of darmkrampen naar het toilet moeten spurten, dat maakt van onze eerste maaltijd een succes.
In ‘t nieuw
Zowel mijn vriendje als ikzelf. Hij een broek en twee hemdjes, ik een rokje en een bloesje. En dat in minder dan drie kwartier. Niet slecht, maar kan nog beter. De volgende keer gaan we voor het wereldrecord snelshoppen.
Platte band
Zoals ik al zei, hebben we op weg naar het doctoraat van Q pech gehad. Een platte band meer bepaald. Nu wilde ik dolgraag nog een stukje meepikken van de vragen, dus parkeerden we de wagen met platte band foutief in het Leuvense, staken we een briefje onder de ruitenwisser met daarop de mededeling dat we platte band hadden en dat we de auto zo snel mogelijk zouden depanneren en vertrokken we te voet verder naar de doctoraatsverdediging.
Allemaal goed en wel, maar dat betekende ook dat we (een beetje tipsy van de schuimwijn) ná de doctoraatsverdediging terug moesten om die kapotte band te vervangen. Nu moet u weten, beste lezers, dat mijn vriend en ik nog nooit in ons leven een band hebben moeten verwisselen. Wel al een paar keer platte band gehad, maar er was steeds iemand die van wanten wist in de buurt om ons uit de nood te helpen. Deze keer stonden we daar moederziel alleen. De handleiding erbij gehaald, maar die bleek toch niet zo duidelijk als we wel hadden gewenst. En die vermaledijde wieldop wilde ook al niet loskomen.
Ten einde raad, er kwam maar geen schot in de zaak en de wieldop, heeft mijn vriend één van de mensen aangesproken die ons al een tijdje stonden uit te lachen wegens verregaande onhandigheid. Gelukkig had één van de aangesprokenen medelijden met ons en wilde hij wel een handje helpen bij het vervangen van de band. Hij had de krik amper onder de wagen geschoven toen een kennis van ons passeerde. Zo iemand die bol staat van de goeie raad, maar wel mooi langs de kant bleef staan kijken hoe mijn vriend en de vriendelijke vrijwilliger de band vervingen.
Enfin, eind goed al goed. Met hulp van de vrijwilliger was de band verrassend snel vervangen. ‘t Was trouwens een echte altruïst, want hij wilde geen kleine bijdrage als dank voor zijn hulp aanvaarden. En de kennis vond het allemaal bijzonder grappig. En oja, nu hij ons toch tegen het lijf was gelopen, wilden we hem misschien niet een kleine lift geven. ‘t Regende en zo. Haha, je moet het toch maar durven. Al een geluk dat ik nog steeds schuimwijn in mijn bloed had. 😉