Een weekendje Condroz – zaterdag

We hadden er strategisch voor gekozen pas om half tien op te staan en wat later aan de ontbijttafel plaats te nemen, in de hoop dat de praatgrage gastvrouw tegen dan al andere gesprekspartners zou gevonden hebben en we rustig van ons ontbijt konden genieten. De ontbijttafel was gedekt met een uitgebreid aanbod aan brood en spijzen. Het was echter duidelijk dat het vlees en de kaas er al een tijdje stonden. Niet zo smakelijk als het warm is. Ik hield het dus bij voorverpakte kaasjes. Ik heb namelijk een heilige schrik om een voedselvergiftiging op te lopen. Van de gastvrouw hadden we gelukkig geen last. Dat deel van ons plan was geslaagd.

Na het ontbijt trokken we opnieuw richting Huy voor een ritje in de téléférique met een tussenstop in het fort dat boven de stad uittorent. Het Fort werd in 1818 door de Nederlanders gebouwd op de plek waar vroeger een kasteel stond. Het enige overblijfsel van het oude kasteel is een waterput van 90 m diep die in de 16de eeuw uit de rotsen werd gehakt. Het was zaterdag en het was ongelooflijk rustig. Het leek wel alsof we de enige mensen waren die zin hadden in een ritje met fabelachtig uitzicht op Huy en de Maas. Na enkele minuten wachten, daagden er nog wat mensen op en vertrok de meer dan vijftig jaar oude kabellift naar boven. Het antieke bakje deed zijn werk en bracht ons veilig en snel naar boven. Daar liepen we een tiental minuten rond, net lang genoeg om een mooi kerkje te bezoeken en dan was het alweer tijd om naar beneden te gaan.

Het was duidelijk dat de man die de lift bediende niet echt de zwaarste job ter wereld had, de téléférique opende pas om elf uur en om kwart na twaalf was het alweer middagpauze. Misschien verklaarde dat de geringe drukte. Halverwege op de terugweg naar beneden stapten mijn vriend en ik uit voor een bezoekje aan het Fort. Grappig dat de mensen die samen met ons naar boven en naar beneden gegaan waren, vlak voordat we uitstapten, in het Frans tegen mekaar zeiden dat er nooit iemand dat Fort bezocht. 😉

Het Fort op zich was in zeer goede staat. De oude put was echt indrukwekkend. Het moet een hels karwei geweest zijn om een put van 90 m diep in de rotsen uit te hakken. Het Fort was van mei 40 tot 5 september 44 een gevangenkamp van de Duitse Wehrmacht. Nu doet het Fort dienst als museum dat de gruwelen van de concentratiekampen en de heldendaden van het verzet in de kijker zet.

De tentoonstellingen in het Fort waren zeer uitgebreid en gestoffeerd met talrijke foto’s, documenten en andere artikelen. Het geheel leek echter opgezet in de jaren 60. De motten hadden aan de uniformen van de poppen gevreten, de foto’s van de concentratiekampen waren vergeeld (wat ze minder confronterend maakte), de artikelen uit de kranten moeilijk leesbaar. Heel de tentoonstelling ademde vergane glorie uit. Iemand had ooit veel tijd in het opzetten van dit alles gestoken, maar daarna was er niets meer veranderd. Wat wel indruk maakte waren de gevangeniscellen. Brrr, om in zo’n donker hok opgesloten te zitten, ik mag er niet aan denken.

We bleven slechts drie kwartier in het Fort. Niet lang genoeg om alles in detail te zien, maar we hadden geen zin om tijdens de ganse middagpauze van de kabelliftbediener in dit verouderde museum te blijven rondhanden. We lieten Huy achter ons en begonnen aan de route romantique, een route van 118km uitgestippeld om met de wagen te doen. Gelukkig hadden we een GPS en een afgeprinte versie van de route, want de bordjes die onderweg de route aangaven waren meer niet dan wel aanwezig. Geen erg, op de GPS gaven we ongeveer de volgende bestemming in en we reden verder tot we opnieuw een bordje tegen kwamen.

De route romantique bracht ons langs oude romaanse kerkjes, versterkte kasteelhoeves, prachtige landschappen, mooie kastelen en pittoreske dorpen. De Condroz heeft het allemaal. Elke bocht bracht ons een nieuwe fotogeniek uitzicht. Jammer dat tijdens het genieten van al dat natuurschoon het snot voortdurend uit mijn neus liep. We moesten regelmatig stoppen aan een vuilbak om ons van volgesnoten papieren zakdoekjes te ontdoen. Niet echt romantisch. 😉

‘s Avonds had ik gereserveerd in Le Coq aux Champs, een restaurant met een Michelinster. We hadden ons fris gewassen en piekfijn uitgedost voor deze gelegenheid. Het was de allereerste keer dat mijn vriend en ik in een restaurant met een ster aten en we hadden er allebei naar uitgekeken. Eerlijk, de gerechten op de kaart zeiden me niet zo veel, maar we besloten all the way te gaan en de menu met vijf gangen te nemen. Mijn vriend ging voor de aangepaste wijnen. Ik hield het bij een aperitiefje met champagne en het stiekem nippen aan de wijn van mijn vriend. Ik was namelijk bob die avond.

Niets dan lof voor Le Coq aux Champs. Het eten was fenomenaal! Het contrast met ons diner de dag ervoor in Li Cwerneu was toch wel groot. Niet dat het in Li Cwerneu niet lekker was, maar het eten in Le Coq aux Champs was duidelijk van een andere orde. Voor dezelfde prijs (190 euro) kregen we kleine kunstwerkjes op ons bord. Elke gang leek wel uit minstens drie verschillende gerechtjes te bestaan en de bediening had hier duidelijk wel hotelschool gevolgd. Het was allemaal zo bijzonder, zo speciaal. Jammer dat ik me van de wijnen moest onthouden, want die waren ook voortreffelijk.

Enige verstoring van een verder perfecte avond: een zatte madam die zich het aperitief, de wijnen en de twee (2!) digestieven iets te goed had laten smaken. Ze probeerde eerst een conversatie met mijn vriend te beginnen, maar die kon haar gelukkig afwimpelen door te doen alsof hij er niets van snapte. Vervolgens begaf ze zich al waggelend naar het toilet om zich onderweg verschillende keren recht te moeten houden aan de stoelen van andere gasten en daarna bij een tafel te blijven plakken om luid te verklaren dat ze haar anniversaire aan het vieren was. En haar tafelgenoot maar grinniken. Nu, ze zal zich wel geamuseerd hebben. Al vrees ik dat het de dag erna wat minder zal zijn geweest. 😉

Voor mijn archief, wat wij aten:

Part de poisson sauvage selon la pêche du jour:  tomates du jardin/amandes fraîches/Bellota/mousseline de St Maure
Plein sud: gambas à la plancha/légumes en crus et cuits/risotto Carnaroli/ roquette/huile de bouillabaisse acidulée
Homard Breton: oignons doux/huître d’été Gillardeau/truffe/crémeux de pomme de terre
Canette des Challans: carottes de chez Ben/Gomasio noisettes, romarin/sauce Bigarde
Gourmandises: fraises et framboises, jus de fleurs et feuilles du jardin/ Choc’ô bon/bonbon violette

De desserts bleven trouwens maar komen. Toen we dachten dat we echt alles gehad hadden, vielen er nog enkele desserts uit de lucht, allemaal even verfijnd. Ik voelde me echt in de zevende hemel.

Een weekendje Condroz – vrijdag

Lang, lang, lang geleden (op 16 mei 2007 om exact te zijn) kregen we een bon voor twee overnachtingen in het Château de Vierset cadeau van de collega’s van mijn vriend. Allez, ‘t is te zeggen, we kregen een afgeprint specimen cadeau, want ze waren vergeten de echte bon op tijd te kopen. Nu, geen probleem, we zouden die bon beslist snel krijgen. Om de één of andere reden raakte dit feit echter in de vergetelheid, tot mijn vriend ergens begin dit jaar het specimen terugvond en zijn collega’s vriendelijk aan hun eerder gemaakte belofte herinnerde. Eindelijk hadden we de echte bon in ons bezit en konden we ons weekendje in de Condroz vastleggen.

Toegegeven, we hebben dit jaar al veel gereisd, maar meestal in gezelschap van anderen. Dit weekendje zou er eentje voor ons twee worden. We waren van plan er een ontspannen weekend van te maken, met lekker eten en voldoende tijd om met z’n tweeën romantisch te doen (al stak een heftige snotvalling daar een stokje voor). Alhoewel de Condroz op slechts een dik uur rijden van Leuven ligt, was de streek volledig onbekend terrein voor ons.  Niet meer dan een bijna vergeten term uit een oud aardrijkskundeboek.

Het Château de Vierset bleek nog mooier dan op de foto’s, al was het onthaal was mij net iets té vriendelijk. We werden een uur aan de praat gehouden door de gastvrouw die alle mogelijke clichés over haar vorige gasten ophing. Benieuwd wat ze over ons zal vertellen. Ze vond het nodig om met potlood aanwijzigingen voor de meest geschikte route op een blad te schrijven (!), ondanks onze vriendelijke geruststelling dat we echt wel een GPS hadden. Na ontsnapt te zijn aan de gastvrouw laadden we de auto uit en probeerden we het bed uit. Een zeer goed bed (uitzonderlijk als je uit gaat logeren) al was het wat aan de korte kant.

Daarna ging het richting Huy, een mooi stadje aan de Maas met een historisch centrum, een schitterende Onze-Lieve-Vrouwekerk een fort en een prachtig plein in het midden van de stad. Huy is uiteraard vooral bekend door de exploten van ex-burgemeester Anne-Marie Lizin. We speelden dan ook voor ramptoerist en bezochten de plek waar mevrouw Lizin de wagen van haar opvolgster ramde. Natuurlijk was er niets meer te zien. 😉 Het werd al snel duidelijk de mevrouw Lizin haar stempel op de stad heeft nagelaten. Er stond geen monument of gerestaureerd huis of er hing wel een plaatje aan dat dit alles te danken was aan mevrouw Lizin. Jawadde.

In Huy volgden we een uitgestippelde wandeling door het centrum tot we ergens het spoor van de sint-jacobsschelpen kwijtraakten. Geen erg, het was al bijna etenstijd en we hadden gereserveerd in Li Cwerneu, het piepkleine restaurantje van de Lady Chef of the Year 2008. In Li Cwerneu waren ze duidelijk nog niet klaar voor ons. De dienster was het terras nog aan het opzetten en vroeg of we binnen een tiental minuutjes konden terugkomen. We deden nog een ommetje en kregen daarna een fijne menu van vijf gangen voorgeschoteld voorafgegaan door een aperitief van het huis. Het meest gedenkwaardige gerecht was de opener: groentjes gegarneerd met bloemen. Heel bijzonder.

Voor mijn archief, dit aten we:

Cuisine Intitive

Dégustation de micros préparations cuisinées en différentes formes, selon mes cueillettes et recherches.

Couleurs / Saveurs / Joie / Légumes et Fleurs du Jardin
Cru de Thon Rouge Blue Fin / Agrumes / Fraise / Citron Vert
Maquereau Breton / Aubergines Blanches / Echalotes / Herbes
Variation de Pintadeau des Landes / Sauge / Petits Pois
Assortiment de quelques Fromages affinés pas Pierre d’Aubel (voor mijn vriend) en Envie de Sucré (voor mij)

Als uitsmijter:

pshuy

BGGD #14

Eindelijk nog eens een Brussels Girl Geek Dinner in onze sympathieke hoofdstad! Ik heb het even opgezocht, het was al bijna een jaar geleden dat ik nog een Girl Geek Dinner bijwoonde. Maar dit keer had ik op donderdagavond 13 augustus geen enkele verplichting en zorgde ik ervoor dat mijn naam op de gastenlijst stond.

Met Els Vermang hadden de organisatoren een zeer boeiende spreker in huis gehaald. Vol passie sprak Els over de realisatie van de kunstwerken van LAb[au] waarbij gebruik gemaakt wordt van de modernste technologie. Van al de girl geek dinner-presentaties die ik al meegemaakt heb, vond ik dit één van de boeiendste. Al moest ik me tot het uiterste inspannen om alles goed te verstaan. De akoestiek in de Bozar liet te wensen over, zeker als je op de laatste rij zat (wat misschien niet zo’n strategische keuze was). De Dexia-toren in Brussel kende ik natuurlijk, maar het interactieve kunstwerk dat LAb[au] realiseerde met de verlichting van de toren, had ik om de één of andere reden gemist (waarschijnlijk omdat het rond de kerstperiode was). Jammer, want het spreekt me aan om als toeschouwer zelf te kunnen ingrijpen in een kunstwerk.

Vóór de uiteenzetting van Els Vermang pikte ik nog de tentoonstelling van de Young Belgian painters Award 2009 mee. Niet alle werken spraken me aan. Sprongen er voor mij uit: de foto’s van Winterslag van Lara Mennes (het Limburgse mijnverleden boeit me sowieso), het grappige kaartenkasteel van Caroline Pekle (ik heb me moeten inhouden om het geen duwtje te geven) en de fascinerende installatie Frameworks 5x5x4 van Els Vermang.

De avond werd afgesloten met lekkere, verzorgde broodjes, stukjes quiche, gazpacho, glaasjes witte wijn, dessertjes en fijne gesprekken. De Bozar mag nog eens een girl geek dinner hosten, wat mij betreft. 😉

Rest me nog Clo te bedanken voor alweer een geslaagd event.

Gentse Feesten

Een fijne jaarlijkse traditie, die Gentse Feesten. Ook dit jaar konden we weer beroep doen op de gastvrijheid van Peter en Lynn en het uitmuntende gezelschap van Joke en Vincent.

We kozen voor een sportief programma: een bierwandeling in de namiddag en een nachtelijke wandeling met als hoogtepunt een bezoek aan de Sint-Baafsabdij. Tijdens de bierwandeling verkenden we op wetenschappelijk verantwoorde wijze enkele cafés om de bieren aldaar aan een vergelijkend onderzoek te onderwerpen. Of dat was althans het idee, want – nu komt het – ik lust helemaal geen bier. Gelukkig vond ik in ons gezelschap bereidwillige mannen genoeg die mij verlosten van mijn overtollige bier. 😉 Ik denk dat ik als niet-bierdrinker na een stuk of tien brouwerijbezoeken meer over het bierbrouwen weet dan de gemiddelde bierliefhebber. Bij de laatste halte op onze bierwandeling was ik dan ook behoorlijk opgelucht om naast een ganse rij bieren, ergens verdrukt in een hoekje een caipirinha op de kaart te zien staan. Die ik, tot groot jolijt van mijn gezelschap, meteen bestelde.

Tussen de wandelingen door gingen we op zoek naar voedsel bij één van de vele kraampjes op de Gentse Feesten. We brachten ook even en blitzbezoek aan Bataclan, maar veel vond ik er niet aan. Misschien was de tijd om één pintje op te drinken gewoon niet lang genoeg om de absurditeiten te laten inwerken.

De nocturne bracht ons terug naar de tijd dat Gent nog met enkele schaarse gaslantaarns verlicht werd en fakkeldrager een beroep was. We wierpen zelfs even een blik op het beruchte Glazen Straatje. Hoogtepunt en orgelpunt van de nocturne was het bezoek aan de Sint-Baafsabdij. De refter is werkelijk adembenemend. De rest van de ruïnes bezochten we in het pikkedonker, omdat de gids door een communicatiefoutje met de stad er niet in slaagde het licht aan te steken. Lekker spooky, zo in het duister tussen eeuwenoude graven staan.

De avond sloten we af in het centrum met wat fastfood en toen sloeg de vermoeidheid toe. We waren nog net op tijd om op de laatste tram die richting stelplaats reed te springen, alwaar we bijna midden in de maaginhoud van een zatte feestvierder trapten. Yak.

Slapen deden we in een éénpersoonsbedje onder het dak van Peter en Lynn. Ik moet zeggen dat mijn vriend en ik de éénpersoonsbedjes ontgroeid zijn. Goed heb ik niet geslapen. En dan te bedenken dat we jaren met z’n tweeën in zo’n bedje geslapen hebben. Waar is de tijd?

Zondag deden we het rustigaan met een ontbijt in het SMAK, wat racen op de Wii en een boottochtje in het centrum.

Op naar de volgende editie!

Vrijgezellen

De zus van mijn broer vriend trouwt volgende maand (een half jaar nadat zijn jongste broer getrouwd is, hopelijk is het niet besmettelijk) en zoals de traditie het voorschrijft werd er door de getuigen een vrijgezellendag georganiseerd. Gelukkig ben ik nog nooit in mijn leven getuige geweest, want het verzinnen van stomme opdrachtjes is echt niet aan mij besteed.

De vrijgezellen startte in het zwembad Waterperels in Lier. Een kleine anderhalf uur mochten we ons uitleven in de wildwaterbaan, ontspannen in de sauna en het stoombad met te weinig stoom en tevergeefs wachten tot de jacuzzi terug in gang schoot. Het zwemmen op zich vind ik wel fijn, maar ik begin meer en meer een bloedhekel te krijgen aan die veel te kleine omkleedhokjes, de smerige vloeren en die vervelende kastjes waar je al je hebben en houden maar net ingepropt krijgt. En om één of andere reden moet ik de gekste touren uithalen om de sensoren van de douches duidelijk te maken dat er ik toch wel graag over water zou beschikken om de shampoo uit mijn haar te wassen.

Na het zwemmen trokken we naar restaurant Pezo in het centrum van Lier. Het eten was lekker, de rode wijn ook, de witte trok op niks. Wat ik heel erg storend vond, is dat we al om 20.00u buiten geborsteld werden. Er waren nog mensen die een dessertje wilden nemen, maar dat was niet mogelijk. Nu moet ik er eerlijkheidshalve wel bij zeggen dat men dit ons op voorhand had meegedeeld. Maar gezellig is anders.  Nu, in economisch moeilijke tijden kan ik begrijpen dat een restaurant twee shiften willen doen, maar als we een dessertje hadden mogen bestellen, zouden we ongetwijfeld ook nog wat gedronken hebben.

Van Lier zelf heb ik niet veel gezien, veel te koud om lang buiten te blijven. Het historische centrum met de Zimmertoren zag er erg mooi uit, iets om in de zomer naar terug te keren. Het ijskoude weer zorgde er wel voor dat de stad er uitgestorven bij lag. Geen mensen om aan te spreken om de domme opdrachtjes te doen. Oef. 😉 

We deden enkele cafés aan om de opdrachten te doen die niet echt publiek nodig hadden. Het eerste café stonk naar verstopte afwateringsputtekes. Op de wc’s was de stank zelfs niet te harden. Blijkbaar is dit een veel voorkomend probleem in Lier, want het tweede café dat we aandeden (waar je kon poolen en biljarten) had ook last van een rioolgeurtje. We poolden wat en dankzij mijn partner (zelf blink ik uit in het potten van witte ballen en zwarte ballen op het verkeerde moment) wonnen we zelfs.

Daarna had ik er eigenlijk niet meer zoveel zin in. Ik was moe en uitgepraat en wilde graag naar huis. Volgens afspraak zou mijn vriend, die ergens in Antwerpen op stap was met de toekomstige bruidegom, mij komen ophalen (de laatste trein in Lier vertrok al om 23.14u) en blijkbaar was er bij de mannen meer ambiance dan bij de vrouwen. Dan maar een ander café opgezocht. We kamen terecht in een zaak waar vooral veertigers zaten die uitbundig dansten en te veel dronken. 

Marginaalste moment van de avond: een dame met geblondeerd haar liet de dj de muziek stilleggen om de macho met eveneens geblondeerd haar die haar vergezelde ten huwelijk te vragen. “Wil je met me trouwen?” vroeg ze. De horror op het gezicht van haar partner was duidelijk zichtbaar en eerst wilde hij niet eens antwoorden. Na wat aandringen werd het dan uiteindelijk ja. Sociale druk, het doet wat met een mens. Pijnlijk.

We dansten nog wat op foute Nederlandstalige nummers en de groep meisjes begon te slinken. Ik was het ondertussen echt beu. Het half uur wachten nadat ik het bericht kreeg dat mijn vriend in Antwerpen was vertrokken, duurde naar mijn gevoel eeuwen. Uiteindelijk heb ik de avond zelfs nog afgesloten samen met de toekomstige bruid en de vier andere overgebleven meisjes. Nog nooit zo blij geweest dat ik in mijn bed lag.

Een dagje Luxemburg

We hebben gisteren een fantastische dag gehad. Een prachtig winterzonnetje zorgde ervoor dat de historische kern van Luxemburg extra goed tot zijn recht kwam. Al was het met de laagstaande zon soms een uitdaging om goeie foto’s te nemen. We hadden ons goed warm ingeduffeld tegen de koude. Ik had twee paar sokken aangedaan, een topje, een hemd met lange mouwen, een fleece en een dikke winterjas met dons. Alleen de oren en de neus moesten de kou onbeschermd trotseren.

Ter afsluiting van de dag hadden we afgesproken om iets te gaan eten samen met een vriend van een vriend die in Luxemburg woont. We kwamen elkaar steeds tegen op de feestjes van onze gemeenschappelijke vriend en het bleek te klikken. Dat gevoel werd gisteren alleen maar bevestigd. We hebben heel boeiende gesprekken gevoerd over de economische crisis en de ondergang der banken. Onze kameraad is economist en weet er dus het één en ander over. We hebben zelfs wat beleggingstips gekregen in deze tijden van crisis. Nu alleen nog aandelen kopen. 😉

Ik laat jullie meegenieten van enkele foto’s:

debock

historischgedeelte

brug

kathedraal

Hotel de ville

ijssculptuur