Bezoek uit Japan!

Een tweetal weken geleden kregen we het bericht dat onze Japanse vriendin voor twee weken naar Europa zou komen. Haar reisschema stond nog niet helemaal vast, maar wij lieten haar alvast weten dat ons logeerbed klaar stond. Wat later kregen we de vraag of ze van 29 april tot 1 mei bij ons kon verblijven. Wonder boven wonder had ik op 29 april nog geen enkele afspraak in mijn agenda staan en ook mijn vriend kon wel een dagje gemist worden op het werk. Dus namen we allebei de dag vrijaf om haar rond te leiden in Leuven. Iets wat we tijdens haar vorige bezoek niet hadden kunnen doen.

We begonnen met een wandeling langs de nieuwe gebouwen van Stella Artois en de in opbouw zijnde Balk van Beel naar Keizersberg om aldaar te genieten van het uitzicht op Leuven aan onze voeten. Waarnaar we kuieren door het rustige park mét schaapjes en laat bloeiende fruitbomen, om aan de voet van de heuvel te eindigen in het geweldig OPEK café voor een snelle en lekkere lunch. We wilden onze vriendin een glimp laten opvangen van de mooie gekleurde stoeltjes in de theaterzaal, maar helaas was die gesloten. Ze zal nog eens moeten terugkomen!

Na de lunch toonde ik haar het prachtig gerenoveerde gebouw van De Hoorn met de mooie koperen ketels in de voormalige brouwzaal. Schitterende plek om de geschiedenis van Leuven bierstad op te snuiven. We wandelden langs de leegstaande, in verval zijnde gebouwen in de Sluisstraat (die hopelijk snel een nieuwe bestemming krijgen). Het charmante Klein Begijnhof en één van de zeven wonderen van Leuven, de Sint-Geertruikerk, de kerk zonder nagels, mocht uiteraard ook niet ontbreken. Via de Karel van Lotharingenstraat kwamen we uit op de Vismarkt, een plein met potentieel dat voorlopig helaas een lelijke parking is. We maakten een klein ommetje langs de nieuw aangelegde terrassen aan de Dijle, zagen vanuit de Dirk Boutslaan de afgeknotte toren van de Sint-Pieterskerk en kochten een kaartje bij de dienst Toerisme voor een rondleiding in het stadhuis. Achteraf bezien bleek dit niet zo’n goed idee te zijn.

We wilden onze vriendin graag de historische kamers in het stadhuis laten zien, maar de gids was er teveel aan. De mens wist heel veel te vertellen en dat zowel in het Frans als in het Nederlands. Hij begon in één van de twee talen iets uit te leggen, kreeg een vraag, beantwoordde deze, vertaalde het antwoord, voegde nog iets toe aan zijn antwoord in de ene taal en begon dan opnieuw aan de vertaling naar de andere taal, voegde nieuwe informatie toe in de andere taal die dan weer vertaald moest worden, enzovoort enzoverder. Op den duur hoopten we dat gewoon niemand meer een vraag zou stellen, maar dat was buiten een koppel enthousiaste Nederlanders gerekend. Ook nog nooit een gids meegemaakt die zo weinig de persoonlijke ruimte van mensen respecteerde. Hij was nogal in your face, wat voor een Japanse wellicht nog meer opviel dan voor ons. Ontsnappen was trouwens onmogelijk, want hij had de voordeur van het stadhuis op slot gedaan…

Na deze rondleiding, was er nog net genoeg tijd om onze vriendin te laten kennismaken met M, onze Leuvense trots. Ik vind de architectuur van het museum zeker zo interessant als de tentoonstellingen. Dat er momenteel drie erg goeie tentoonstellingen lopen in M was mooi meegenomen: de foto’s van Geert Goiris, de prenten van Hieronymus Cock (waar je eigenlijk een paar keer naar terug moet komen, wegens te veel details om in één keer op te nemen) en de videobeelden van Saskia Olde Wolbers.

Na door de gidsen vriendelijk verzocht geweest te zijn het gebouw te verlaten, was het tijd voor het avondmaal. We vonden een tafeltje in een uiterst charmante restaurant op de Grote Markt: Het Moorinneken. Een klein restaurant met een hip interieur dat bijzonder lekker eten serveert. Mijn kabeljauw met gratin van broccoli en asperges was werkelijk overheerlijk. Klassiek met enkele verrassende toetsen. En ik denk dat onze vriendin ook best tevreden was met onze restaurantkeuze.

Na het avondmaal kreeg ik bericht van de collega die ons oorspronkelijk aan onze Japanse vriendin had voorgesteld dat zij onderweg naar Leuven was en of we zin hadden om samen iets te drinken. Natuurlijk hadden we dat, maar ik voegde er wel aan toe dat ik kaarten had voor een voorstelling in het STUK. Toevallig had zij ook afgesproken om naar een lezing in het STUK te gaan met een vriendin, dus was de keuze snel gemaakt: op naar het STUK-café.

Onderweg toonden we nog enkele verborgen pareltjes, waaronder de globe van Verbiest die helaas door te weinig mensen gekend is en den boom van ‘t groot verdriet, een Japanse honingboom, wat ons erg passend leek.

In het STUK ontmoetten we mijn collega en haar vriendin en nog een andere collega die toevallig ook naar dezelfde lezing ging. Ik besloot dan maar solidair een deeltje van de lezing met mijn collega’s mee te pikken en daarna weg te sluipen om naar de dansvoorstelling te gaan waarvoor ik kaarten had. Ondertussen mijn vriend met onze Japanse vriendin in het café achterlatend om samen bier te drinken. Ieder zijn prioriteiten, nietwaar?

Het deeltje van de lezing dat ik kon bijwonen was veel te kort om er veel over te zeggen, maar de dansvoorstelling was fenomenaal.

Nadien dronken we uiteraard nog iets in het café om vervolgens afscheid te nemen van ons gezelschap, want de volgende dag moest er gewerkt worden! We gaven een sleutel aan onze vriendin zodat ze haar plan kon trekken, wezen nog een paar leuke cafés met een uitgebreide bierkaart aan en kropen op tijd in bed.

Na een dagje verlof wachtte er een berg ongelezen mails op mij. Ik had even spijt van mijn dagje verlof, maar terugdenkend aan de leuke dingen die we samen gedaan had, vond ik het minder erg om door die berg heen te waden. Ik raakte niet helemaal rond, maar zorgde dat ik tijdig terug in Leuven was, want we hadden afgesproken om samen met mijn broer en zijn vriendin in de Dijlemolens te dineren. Het was immers al een tijd geleden dat zij onze Japans vriendin nog eens gezien hadden.

We keuvelden gezellig over Japan, anime en de recente reis naar Maleisië en Singapore van mijn broer en zijn vriendin. Alweer een bestemming toegevoegd aan mijn steeds langer wordende lijstje met potentiële reisbestemmingen!

Een fijn diner op alweer een toffe locatie in Leuven, vlakbij een verborgen parkje met een schattig brugje. Ik denk dat we ons best gedaan hebben om onze vriendin wat minder toeristische plekjes van Leuven te laten zien die zeker zo fascinerend zijn als de klassieke toeristische highlights.

De avond sloten we af met Japanse snacks en saké met bubbels op ons appartement. Ik nam die avond al afscheid, omdat ik het niet zag zitten om op de eerste mei supervroeg op te staan om onze vriendin naar het station te begeleiden (ik ben geen ochtendmens). Mijn supergalante vriend deed dit uiteraard wel en zorgde ervoor dat ze op de juiste trein zat, richting Brussel Zuid, zodat ze zeker haar trein naar Zuid-Frankrijk niet zou missen.

Het wekelijkse weekendverslag

Ons weekend startte op zaterdagmiddag met een blitsbezoekje aan het Zythos bierfestival in de Brabanthal. Zelf ben ik geen bierdrinker, dus hield ik het bij rondkijken. Jammer, maar helaas, ik krijg mijn smaakpapillen niet getraind op het drinken van bier. Wel een beetje spijtig, want de grote variëteit aan bieren en het feit dat er zoveel kleine ambachtelijke brouwerijen bestaan, maakt dat een bierliefhebber altijd wel iets nieuws kan proberen.

Om drie uur werden we vervolgens verwacht in het Huis van Mihr voor het verjaardagsfeestje van een toffe éénjarige, die een beetje moe van al dat feestvieren de helft van zijn feestje al slapend doorbracht. De jarige was alleszins flink gegroeid sinds de laatste keer dat we hem zagen tijdens ons bezoekje in Kopenhagen (al zo lang geleden! beetje schaamtelijk). Voor ons was het de tweede keer dat we voor een feest gevraagd werden in het Huis van Mihr en het moet gezegd: het was een aangenaam weerzien met deze gezellige plek én met de heerlijke hapjes! We leerden fijne nieuwe mensen (gebeten door de reismicrobe, net als wij) kennen en praatten bij met oude bekenden.

Voordat we er erg in hadden was het al vijf uur en moesten we afscheid nemen, we werden immers om zeven uur verwacht bij vrienden in West-Vlaanderen. Ik hoop alleszins dat dit niet ons laatste bezoekje aan het Huis van Mihr zal zijn. Misschien geven we er zelf wel eens een feestje. 😉

Omdat we de dag nadien bij andere vrienden in West-Vlaanderen verwacht werden en we geen zin hadden om twee keer in één weekend helemaal naar West-Vlaanderen te rijden, hadden we een hotel gereserveerd in Roeselare. Hotel Chamdor is een vierkante blok gelegen op een industrieterrein, maar de kamer was in orde en het onthaal West-Vlaams gastvrij. Alleen het chique “welnessbad” stelde wat teleur. Je kon er amper met twee personen in en de waterdruk was aan de lage kant waardoor al die massagefuncties maar half werkten. Maar het was wel fijn om ‘s ochtends een uitgebreid bad te kunnen nemen.

Maar ik loop vooruit op de feiten. Zaterdagavond onthaalden onze vrienden ons op een uitgebreide kaasschotel, bestaande uit allemaal kazen uit de streek. Heerlijk, maar bijzonder calorierijk, vooral als je er dan ook nog eens een glaasje heerlijke rode wijn bij drinkt. Spijs en drank en goed gezelschap, meer heeft een mens niet nodig om een aangename avond door te brengen. En het was dubbel zo fijn, wetende dat we nadien geen lange nachtelijk autorit naar Leuven voor de boeg hadden.

Na het zondagse ontbijt reden we naar onze vierde afspraak voor dit weekend. De afspraak lag al enkele maanden vast, maar toen konden we niet voorzien dat dit ook een ziekenbezoek zou worden. Onze charmante gastvrouw had aan een accidentje op de trampoline een dubbele beenbreuk overgehouden. Pijnlijke zaak. Ik kreeg letterlijk kippenvel toen ze het verhaal in geuren en kleuren vertelde. Voorlopig ligt ze nog in het gips, maar binnenkort start de revalidatie. Het zal alleszins nog een lange herstelperiode worden. Wij duimen.

Zoals we dat gewoon zijn, werden we op West-Vlaams gastvrije wijze onthaald op de heerlijkste spijzen en dranken. Tussen de gangen door kregen we een rondleiding in het pas gerenoveerde huis en konden we niet anders dan vol bewondering staan voor de goed smaak van onze gastheer en gastvrouw. Hun leuke woning straalt een tof retro gevoel uit. Heel knap en ze hebben de renovatie bijna helemaal zelf gedaan. Chapeau!

In de late namiddag namen we afscheid en vatten we de terugrit naar Leuven aan, moe, maar voldaan.

 

De verdwenen auto

Vrijdagavond stond er een bezoekje aan een kersverse baby op het programma. Mijn vriend en ik waren later terug van het werk dan gepland, waardoor al een flink stuk van het bezoekuur in Gasthuisberg voorbij was.  Geen nood, snel wat boterhammen achter de kiezen gestoken en op naar onze auto, omdat we de steile fietstocht naar GHB niet zagen zitten na een vermoeiende werkweek.

De auto stond niet op de plek waar we hem dachten achtergelaten te hebben. Ook verderop in de straat geen spoor te vinden van onze toch wel opvallend rode auto. “Shit, alweer weggesleept”, was de eerste verklaring die in ons opkwam. Dat was dan al de derde keer in 2013 zijn dat onze auto administratief getakeld werd. Ondertussen zijn we het dus al gewoon de auto te gaan zoeken op parking Bodart. Een telefoontje naar de politie gaf echter niet de verwachte uitkomst. “Neen, meneer, de laatste keer dat ons systeem aangeeft dat  uw auto getakeld werd, wat in februari.”

Hmm, auto gepikt? Leek ons weinig waarschijnlijk, maar ondertussen tikte de tijd wel weg en waren we nog geen stap dichter bij GHB. Dan maar de bus genomen. Ik mag dan al klagen over de overdadige bussenstroom door het centrum van Leuven, soms is het toch wel handig, zo om de tien minuten een bus. Tijdens ons busritje zocht ik op in mijn agenda wat we het vorige weekend ook alweer gedaan hadden, om zo te kunnen reconstueren waar onze auto zich bevond.

Nog geen seconde later vind onze euro: we waren immers met de auto van het kasteel van Horst naar de receptie in Leuven centrum gereden en hadden daar, na al die prosecco, de auto laten staan en waren te voet naar huis terug gekeerd. Mystery solved. En we hebben er nog goed mee kunnen lachen tijdens het babybezoek aan de vierde zoon van onze vrienden. :-)

Na het bezoekje zijn we de auto toch maar gaan ophalen om hem in onze eigen straat te parkeren.

Business trips

Vorig week zat ik in Luxemburg waar het nat, koud en boring was. Mijn Frans liet het afweten, ik was moe en mijn energieniveau was te laag om sociaal te doen. Tel daar nog eens bij de lange treinrit heen en terug en een hotelkamer die een hint van sigarettengeur uitwasemde.

Het contrast met ons werkbezoek aan Utrecht deze week kon amper groter zijn: vriendelijke Nederlanders, boeiende gesprekken, inspirerende gedachtenuitwisselingen, zalig lekker eten in de Artisjok én een afsluitende lunch met broodjes, melk en (wait for it!) kroketten! We reden met vijf in een auto naar ginder, wat een beetje krapjes was, maar wel een ideale manier om mijn medereizigers beter te leren kennen. Zo werd dit werkbezoek ook meteen een teambuildingsuitstapje. Én we logeerden in hetzelfde hotel als zes jaar geleden toen we in Utrecht de vriendin van mijn broertje bezochten die daar op Erasmus was. Én we deden een terrasje in de avondzon (zij het dat het frisser was dan verwacht).

Voor mijn archief, wat ik at in Utrecht:

  • Rilette van gerookte heilbot geserveerd met bitterbal van Hollandse garnalen, mesclunsalade en een dressing van koriander-wasabi-mosterd
  • Gegrilde zeebaars met kruidengnocci, portabella, paprika en een schaal- en schelpdierensaus
  • Trifle ‘Duo Penotti’ pure-chocolademousse, karnemelk-sabayon, basmate pannacotta, speculaas en cookies-roomijs

En oja, het dessert deed ons uiteraard hieraan denken:

En nu heb ik zin om nog eens een verlengd weekend naar Nederland te trekken.

Boston

Ik weet het niet goed, maar heel die affaire in Boston heeft bij mij een wrange smaak achtergelaten. Waarom plegen twee Tsjetsjenen een aanslag in de VS, terwijl het Rusland is dat met harde hand hun land versmacht heeft (niet dat ik vind dat Tsjetsjenen aanslagen in Rusland moeten gaan plegen)? Waarom zouden twee broers die de miserie in hun thuisland ontvlucht zijn en een goed heenkomen gevonden hebben in de VS zich tegen hun adoptieland keren? Ben ik de enige die de beelden van machtsontplooiing in de straten van Watertown erg beangstigend vond? Bewoners die opgesloten in hun huis zaten, ondertussen foto’s van de agenten en SWAT-teams op sociale mediasites plaatsend, terwijl er huiszoekingen zonder huiszoekingsbevel plaatsvonden. Waarom duurde het zolang voordat die 9000 man sterke ordediensten één enkele bange en gewonde tiener die zich in een boot verschool, vonden? En wat het wrange gevoel nog versterkt: Rusland en de VS zullen nauwer gaan samenwerken om het terrorisme te bestrijden. Wat erop zal neerkomen dat Poetin nog minder in de weg gelegd zal worden wanneer hij de mensenrechten flagrant naast zich neer legt en iedereen die kritische vragen durft te stellen over zijn regime het zwijgen zal opleggen. Een zorgelijke ontwikkeling op zijn zachtst gezegd.

Het eerste lenteweekend van 2013!

We hebben er lang op moeten wachten, maar dit weekend stegen de temperaturen dan toch eindelijk boven het vriespunt uit. Gelukkig maar, want ettelijke maanden geleden hadden we, ervan uitgaande dat april wel mooi weer zou brengen, afgesproken om met Goya, Lies, Karel, Eveline en de kindjes om naar Planckendael te gaan. Helaas moesten Goya en Lies verstek laten gaan wegens ziekte. Gelukkig waren Karel, Eveline, Kobe en Lore wel van de partij. Ook van de partij: kleine F, het oudste petekindje van mijn vriend. Drieënhalf en een brok vol energie. Mijn vriend is speciaal vroeg opgestaan om haar op te halen bij haar ouders in de verre Kempen, terwijl ik nog wat lag te soezen in bed (ja, opstaan, het is nooit mijn sterkste punt geweest). Terwijl ik op mijn gemak in de trein naar Planckendael zat, moest mijn vriend onderweg stoppen voor een kleine plaspauze, de zielepoot. Gelukkig hebben zowel kleine F als mijn vriend deze uitdaging glansrijk doorstaan.

Buiten het feit dat het voor mij gerust een paar graden warmer had mogen zijn, was het een heel geslaagde dag. We klommen in bomen, zagen olifanten, reigers, zebra’s, bizons, gazelles en nog veel meer. We bewonderden het nieuwe huis van Kai-Mook in het prachtig aangelegde nieuwe stuk van het park. De kinderen beleefden nog meer plezier aan elkaar dan aan de beestjes. Vooral tussen Kobe en kleine F bleek het buitengewoon goed te klikken. Een boomstam om op te balanceren of enkele schoolbanken, meer is er niet nodig om de kinderlijke fantasie te activeren. Ook bootjes of andere dobberende tuigen geschikt om van de ene naar de andere oever te varen, vielen in de smaak. En Kobe  kan zo aan een carrière als schoolmeester beginnen.

We eindigden de dag in de souvenirshop en brachten kleine F ongeschonden weer naar huis. Al kan datzelfde helaas niet van Kobe gezegd worden die onzacht in aanraking kwam met mijn hele zware lens en daar een flinke blauwe plek aan over hield.

Om de dag helemaal mooi te laten eindigen, aten we Thais bij Siam, een klein maar fijn restaurantje in Heverlee. Blijkt trouwens dat zo’n dag achter kinderen aanhollen behoorlijk vermoeiend is. Lang geleden dat we nog zo vroeg in bed lagen op een zaterdagavond. Chapeau voor al die mensen met kinderen!

De zondag was er van uitslapen geen sprake, want in de voormiddag stond een fotoshoot met een communicantje op het programma. Aangezien de jongen nogal een fan van treinen is, leek het station van Leuven een goeie locatie om wat stoere foto’s te maken. Het was een beetje zoeken naar een toffe achtergrond, maar het resultaat mocht er zijn, al zeg ik het zelf.

In de namiddag gingen we nog eens langs het rusthuis voor een bezoekje aan mijn bomma wiens geest steeds verder wegzinkt. We houden onze bezoekjes altijd kort, want vrolijk wordt een mens daar niet van.

Waar ik wel vrolijk van word, zijn zomerse temperaturen en barbecues. Zalig, die zon op mijn gezicht. Het oudste neefje van mijn vriend vierde zondag zijn derde verjaardag en de ouders hadden kosten nog moeite gespaard om er een geslaagd feest van te maken. Het manneke kreeg voor één verjaardag meer speelgoed dan ik tijdens mijn hele minderjarige levensloop verzameld heb. Er moesten zoveel pakjes van hun verpakking ontdaan worden dat er assistentie moest ingeroepen worden. Die jeugd van tegenwoordig, verwend!

Eten was er ook meer dan voldoende, want nadat alle aanwezigen hun uiterste best gedaan hadden om hun wekelijkse portie vlees tijdens één avondmaal naar binnen te werken, bleef er nog genoeg vlees over voor een tweede barbecue. De taart liet ik dan ook wijselijk aan mij voorbij gaan.

Laat ons hopen dat na dit geweldige weekend de lente nu echt uit de startblokken geschoten is!

 

Treinontmoetingen

Vanavond kwam ik een oud-medestudent tegen op het perron in Brussel centraal. Zo af en toe kruisen onze paden nog, maar het is slechts sporadisch. Het was dan ook interessant om te horen dat hij met dezelfde problemen sukkelde als ikzelf: problemen met bouwfirma’s en opleveringen en dat hun algemene vergadering net als die van ons tot dezelfde conclusie was gekomen: een raadsman onder de arm nemen om de druk op de onwillige bouwfirma te verhogen. De algemene vergadering had zelfs op dezelfde dag plaatsgevonden als die van ons.

En nog toevalliger: hij kwam net terug van twee weken Schotland, de bestemming waar wij over een dikke maand naartoe trokken. Stof genoeg om een treinrit lang over te babbelen, dus.

Het avontuurlijke armbandje

Bij mijn geboorte (niet zo heel lang geleden) kreeg ik een gouden armbandje met mijn naam in gegraveerd. Een typisch geboortegeschenk. Er waren zelfs extra schakels voorzien om het armbandje te vergroten, mocht mijn polsomtrek toenemen in de loop der jaren. Als kind droeg ik het ding enthousiast, tot het op een dag kwijt raakte. Weg, verdwenen. Alles afgezocht, niets gevonden. Verdriet, treurnis alom (bij mijn moeder nog meer dan bij mij), maar verlies hoort nu eenmaal bij het leven en een mens kan niet blijven treuren.

Tot mijn vader een paar jaar later de auto een grondige schoonmaakbeurt gaf. En kijk eens wat er daar teruggevonden werd, onder de automatten: jawel, het armbandje. Ik droeg het weer trots alle dagen, de extra schakels werden toegevoegd, de naam werd er opnieuw in gegraveerd, het geheel werd opgeblonken. Ik werd groot, ging naar de unief, studeerde af, het armbandje ging overal mee naartoe.

Tot een paar maanden geleden. Opeens zat het niet meer rond mijn pols. Overal gezocht, niets gevonden. Ik vond het jammer dat ik dit juweel dat even oud was als mezelf voorgoed kwijt was, maar had weinig keuze dan me bij het verlies, definitief deze keer, neer te leggen.

Enfin ja, jullie voelen het al aankomen. Deze week moest ik in Luxemburg zijn voor mijn werk en nam ik mijn laptop mee. Toen ik in de trein de laptop uit de Samsonite rugzak (zo eentje met een speciaal gewatteerd vak voor de laptop) haalde, zag ik iets blinken. Een papiertje van een snoepje zo leek het wel. Maar neen, het was mijn armbandje. Opnieuw miraculeus opgedoken. Ik kon het bijna niet geloven.

Ik denk dat ik het nu niet meer ga dragen, maar veilig ga opbergen. Het is een klein beetje te groot waardoor het zonder het slot te openen van mijn pols kan glijden en ik denk niet dat ik nog een derde keer zoveel geluk zal hebben.

Alles is relatief

Ik zat op een natte en koude dag in een bistro in Luxemburg een slechte quiche te eten terwijl ik naar het verkeer keek dat zich een weg baande door de drukke straten en werd opeens getroffen door de zinloosheid van dit alles. De ratrace, het harde werken, de ambities, higher, better, faster. Uitkijken naar de dag die komt, elke dag die voorbij raast een stap dichter bij de dood. Tot stof en as zult gij weder keren, de indruk die je meende achter te laten onzichtbaar in het harde licht van de eeuwigheid. De onverschillige leegte waarin zonnen en planeten zich wentelen. De onbeduidendheid van een mensenleven.

Ik knipperde met mijn ogen. Het moment gepasseerd. Business as usual.